2. Er moet eens afgerekend worden...die vooroordelen ten opzichte van de Belgen. 6. De syllabus bestaat...vijf hoofdstukken en een appendix.



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Werkboek Het is mijn leven

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

MIJN LAND. Oh mijn land. Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles.

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

Er vaart een boot op het grote meer

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Luisteren: muziek (B1 nr. 2)

Wat? Ambers mond valt open. Krijg ik dertigduizend euro? De notaris knikt. Dat klopt. Gefeliciteerd. Liz weet ook niet wat ze hoort.

PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Thema In en om het huis.

Ria Massy. De taart van Tamid

Welkom in de kerkschoolgezinsdienst van zondag 16 februari Organist Cornelis Jacobi

Waarom dit boekje? Overal. Kiezen. Uiterlijke verzorging. Afwisselend. Voor iedereen. Toekomst


Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

De gelijkenis van de verloren zoon.

De bruiloft van Simson

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

Jezus maakt mensen gelukkig

Maar gelukkig is er nog de Zing-Piet. Die zorgt ervoor dat alle Pieten alle Sinterklaasliedjes goed kunnen zingen. Dus ook:

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Mijn huis, mijn thuis

1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen!

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

sarie, mijn vriend kaspar en ik

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Werkwoorden. in uitvoering. Deel B: Werkwoorden in zinnen

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

'Vrede voor jou, hierheen gekomen' (Geroepen om te zingen, nr. 15) 'Hij kent je bij je naam'. (internet)

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Thema Informatie vragen bij een instelling

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

de 4de editie spuugt vuur!

Klaar, ik ben bruin en ik ben wit

4 Rollenkaarten voor jongeren. christen. moslim. moslim extremist. geheime gelovige. Bijlage Jongerensponsoractie. Extra te verdienen punten: 35

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

De ijnmanager. Cartoons juli Luc Timmers

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Thema Op zoek naar werk

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Februari, de maand van Valentijnsdag. Daarom deze maand een lief bericht van de leerlingen van groep 6

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Transcriptie:

A) Gebruik de juiste prepositie aan in met naar om op Piet en Marie zijn getrouwd. Zij hebben twee kinderen en een hond. Ze wonen...kortrijk..een groot huis. Piet en Marie staan 's morgens...half zeven op. Piet gaat eerst...de badkamer en neemt een douche. Hij poetst zijn tanden...een tandenborstel en kamt zijn haar. Marie staat ook op en gaat...beneden. Zij zet koffie en dekt de tafel. Piet maakt de kinderen wakker. Ze zijn nog moe. Piet en de kinderen gaan...de keuken. Ze eten boterhammen...boter en confituur. Marie giet de koffie...de tassen. Ze geeft melk...de kinderen en een kom water...de hond....8 uur doet Piet zijn jas...en stapt hij...zijn auto. Hij rijdt...de auto...zijn werk. Hij werkt... Gent. Marie en de kinderen wassen zich...de badkamer en doen hun kleren... Dan gaan ze...de fiets...school. De kinderen gaan graag... school. De hond blijft alleen thuis. Hij ligt...de zetel...een kussen. Hij slaapt. B) Vul de juiste preposities in. 1. We dringen aan...een afhandeling van de zaak. 2. Er moet eens afgerekend worden...die vooroordelen ten opzichte van de Belgen. 3. Wat bedoel je...het woord foefelen? 4. Ik heb behoefte...rust. 5. Je moet je goed beschermen...de straling van de zon. 6. De syllabus bestaat...vijf hoofdstukken en een appendix. 7. Hij besteedt veel geld...zijn enige liefde: zijn auto. 8. Ik stel voor dat we...de kosten delen. 9. Dat geruzie dient...niets. 10. Het jaar eindigt...31 december. 11. jij hebt blijkbaar geen gebrek...geld. 12. Ik wil je er niet...dwingen, maar ik vrees toch dat je zal moeten betalen. 13. Mag ik je er...herinneren dat we morgen een vergadering hebben? 14. Oma klaagt altijd...nachtlawaai. 15. Ik wil de nadruk leggen...het belang van een correcte spelling.

16. Waarom kunnen zo weinig mensen opschieten...hun schoonmoeder? 17. Probeer ons te overtuigen...het belang van je uitvinding. 18. Ik snak...een heerlijk kopje verse koffie! 19. Als je moeilijk kan stappen, mag je...mij steunen. 20. Iedereen streeft toch...geluk? 21. Met jou speel ik nooit meer scrabble! Ik verlies toch altijd...jou. 22. Voel je iets...hem? Geef je...hem? 23. De kandidaat voldoet niet...het vereiste profiel. 24. Ben je goed voorbereid...het examen? 25. Die hartenbreker vergeleek haar...een zonsopgang in een ver exotisch land. 26. Je hebt je wel snel aangepast...de nieuwe situatie, zeg! 27. Tante Sidonia bemoeit zich altijd...andermans zaken. 28. Laten we ons in deze vergadering...de hoofdzaken beperken. 29. Jullie zullen je moeten neerleggen...deze beslissing. 30. Ik verwonder me...jouw plotselinge vriendelijkheid.

C) Vul de juiste preposities in. 1 Ga je nu al naar huis? Ja, ik ben klaar. Tot morgen! 2 geval van nood moet je de nooduitgang gaan. 3 Als je tekst klaar is, moet je eindigen een nawoord. 4 Meer en meer mensen zijn echte experts dat vak. 5 Ik wil mijn plaats ruilen jou. 6 De post ligt de rechterkant. 7 Sofie heeft de tekening van haar dochter de muur gehangen. 8 Mijn nonkel woont niet de stad. 9 Zeg aan Marieke dat ze haar stuur moet vasthouden twee handen! 10 Willen jullie even stil zijn, zodat ik me kan concentreren de tekst? 11 Ik maak me zorgen hun ziekte: ze huilen allen de pijn. 12 Ik ben echt niet goed wetenschappen, maar ik heb veel talent taal. 13 Zelfs de winter zitten de Chinezen de grond wanneer ze eten en niet een stoel of de zetel. 14 Erik werkt s morgens s avonds en verdient zo 500 euro dag! 15 Voor de supermarkt moet je de tweede lichten links afslaan. 16 Vicky is heel verliefd haar nieuwe buurman. 17 Het is goed dat je bij je ouders blijft: de familie gaat alles. 18 Ik denk dat die leraar het absoluut niet eens is de directrice. 19 Door die manipulator lopen veel mensen de val. 20 het begin van een zin staat een hoofdletter en het einde een punt. 21 Toen het vliegtuig neerstortte is het stukken gevlogen. 22 Wie reis gaat, moet in de eerste plaats z n bagage letten. 23 Morgen zal ik je helpen de tekst buiten te leren. Je kan me rekenen! Ok, we zullen hem samen het hoofd leren. 24 Ik ben er zeker dat het morgen zal regenen. Zullen we de wandeling uitstellen volgend weekend?

25 Luister niet de meningen van de anderen. Antwoord liever mijn vraag. 26 Ik ga steeds de fiets naar school en daar moet hij zeker slot staan. 27 een dag zal ik trouwen met iemand die niet jaloers is andere mensen. 28 Nee, die man is niet pensioen: hij is ontslagen zijn ambt. 29 Straks kunnen we tv kijken, of luister je liever de radio? 30 Wij gaan niet naar de kerk 25 december, want wij geloven niet God. 31 Alle hotels waren gesloten dus we moesten restaurant gaan en daarna logeren vrienden. 32 Je kan beter niets haar zeggen, wacht liever de manager. 33 Er is altijd file s morgens. Daarom ga ik nu voet. 34 De trein van Gent Oostende zal iets later aankomen het station. Gelieve ons te verontschuldigen deze vertraging. 35 Ga je akkoord die beslissing. Sorry, ik ben niet bereid discussie. Ik heb er gewoon geen interesse. 36 Hij houdt zich niets anders bezig dan drugs en hij is er nog fier ook! 37 Geniet maar je vakantie, de ideale moment om kennis te maken nieuwe mensen. 38 Ik heb nog niet nagedacht dat probleem. Hoe zou Vira er reageren? 39 Ik heb je toch gewaarschuwd zijn charmes? Ik weet het, ik probeerde me er te verzetten, maar toen werd ik verliefd hem. 40 Bent u verantwoordelijk de catering? Ik heb een klacht het eten.

D) Welke prepositie hoort bij welke uitdrukking? boven, langs, voor, naar, met, om, door, bij (2 x), op, achter, tussen, binnen, van, in, onder, over, uit, tegen, tot, na 1. Hij beweert...hoog en...laag dat hij haar met een andere man gezien heeft. 2. Javier staat, zoals altijd, erg stevig...zijn schoenen. 3. Loop...de hel, jij bedrieger! 4. Youri kwam met een schitterend voorstel...de dag. 5. Hij heeft niet vaak iets...handen; hij heeft altijd tijd. 6. Dat was een lelijke streep... de rekening voor de politicus. 7. Paul is al jaren het huis...; hij woont nu samen met Lucia. 8. Dag...dag dacht ze aan hem. 9. Lola is een vrouw...weinig woorden. 10. Het gaat met hem...en neer. 11. Dora zei...haar neus weg dat ze het niet leuk meer vond. 12. Ze bespraken hun zaak...vier ogen. 13. Je weet dat ik altijd...je sta! 14. In problematische situaties moeten we proberen het hoofd...water te houden. 15. Het was erg druk in Antwerpen; je kon er...de koppen lopen. 16. Jef stond...twee vuren; moest hij zijn vrouw verlaten of zijn minnares dumpen. 17. Hij ging...het ondemocratische voorstel in, maar het was al te laat. 18....open armen werd hij op het stadhuis ontvangen. 19.... de laatste snik was hij de eeuwige optimist. 20. Dat geheim moet...deze muren blijven, Jan.