Rijksdienst voor. Ondernemend Nederland

Vergelijkbare documenten
tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Controle en handhaving Besluit Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Datum 19 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

De belanghebbende heeft geen bedenkingen tegen het openbaar maken van de door u gevraagd gegevens kenbaar gemaakt.

Datum 13 juni 2019 Betreft Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst.

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Inventarisatie documenten Per onderdeel van uw verzoek vindt een inventarisatie van wel of niet bij RVO.nl aanwezige documenten plaats.

Nationaal Coördinator. Terrorismebestrijding en Veiligheid. Wettelijk kader. Inventarisatie documenten. Ministerie van Veilfgheidenlusririe

Wijze van openbaarmaking De documenten, genoemd onder inventarisatie documenten onder nummers één tot en met negen zal ik naar u mailen.

Plaatsing op internet Het besluit wordt op geplaatst. Hoogachtend,

Sociaal Juridisch Medewerker-Arbeidsvoorziening en Personeelswerk (Crebo 10026) over de periode bij ROC Landstede;

Besluit Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom u verzocht openbaar te maken.

Datum 17 juli 2019 Betreft Herzieningsbesluit op uw Wob-verzoek. Geachte,

Kabinet Minister-President

Waarnemend Manager Leveranciersmanagement ICT (Deel)beslissing op uw verzoek in het kader van Wet openbaarheid bestuur

heeft een schriftelijk verslag van de hoorzitting gemaakt en daarin staat ook dat er geen geluidsopname is.

APR 214. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Zienswijzen Er is een derde belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze te geven over de openbaarmaking van het document.

Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum 16 AUG2018. Betreft Wob-besluit

Besluit Ik heb besloten uw verzoek af te wijzen aangezien de betreffende documenten reeds openbaar zijn.

Ministerie van Economische Zaken

Uw verzoek betreft de bekostigíngsaanvraag van het Erasmus College Rivierenland ex. artikel 65 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs.

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Gemeente Amsterdam. Aan. Bijlage 2 Inventarislijst. november Geachte heer

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Ministerie van Economische Zaken

3 SEP zû. Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van BinnenlaridseZaken en Koninkrijksrelaties. Datum Betreft

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Handleiding behandeling WOB-verzoeken

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijiage

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Datum 31 juli 2015 Onderwerp Eerste deelbesluit wob-verzoek ICT-incidenten. Geachte

9 MEI Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Beslissing op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Veiligheid en Justitie

06 NOV, Ministerie van Infrastructuur. en Waterstaat. Datum. Betreft Eerste deelbesluit inzake uw WOB-verzoek. Geachte

Ministerie van Veiligheid en Justide

9 NOV Nucleaire Veiligheid. Stralingsbescherming. Datum. Betreft Besluit op Wob-verzoek inzake de Stichting Beheer Ons kenmerk

2 0 JUNI. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Datum Betreft Verzoek op grond van Wet Openbaar van bestuur. uw kenmerk.

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 29 OKT 2013 Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte heen

Inspectie Leefomgeving en Transport. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. P1RRl Uh Uwkenmerk. Datum. Onderwerp Besluit op Wob-verzoek.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2 8MEI 2Ü1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: Betreft: Besluit op uw Wob-verzoek. Geachte

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Datum: 28 DEC Betreft: Openbaarmaking van gegevens. Geachte

Ons kenmerk IENW/DSK-2018/ Datum. Uw kenmerk Betreft Beslissing op uw Wob-verzoek d.d. 7 augustus 2018 SL 500/18.012

Hoofdstuk I. Definities

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar de bijlage 1.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

I Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar bijlage 1.

Ministerie van Infrastructuur. en Waterstaat. T.a.v. Bestuurskern. (va Datum. Betreft Uw verzoek Wet op de beloodsing.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Bezwaar In uw bericht. bíj brief van 21 november. en per contact geweest over de omvang en de voortgang van uw verzoek tussen u en

Ministerie van Buitenlandse Zaken

: esluit. Autoriteit Consument t Markt. / m46at Lo,~.

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Kabinet Minister-President

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 8 augustus 2018.

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Beslissing op bezwaar

0.2e. 1 2 FEB. 201u IENW/OSK-2018/ Ministerie van Infrastructuur. en Waterstaat. Procedure. Datum Bijlage(n)

Beslissing op bezwaar

Inspectie Leeforngeving en Transport IMinisrerie van infrastructuur en Milieu

3 t AUG Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Datum 13 september 2017 Onderwerp Uw Wob-verzoek inzake correspondentie over adoptie uit Sri Lanka en de (voormalige) adoptievergunninghouder FLASH

Arrondissementsparket Noord-Holland

Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar Bijlage 1.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Toelichting Zienswijzeprocedure

NRC Handelsolaci Postbus NR Amsterdam. Datum 13 januari Geachte

Wet van 31 oktober 1991, houdende regelen betreffende de openbaarheid van bestuur

Wettekst Inventarislijst (gelakte) documenten Beslissing op uw Wob-verzoek

Beslissing op bezwaar

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

23JAN 2û19. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inventarisatie documenten

Besluit: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Datum. Beschikking inzake verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur

Ministerie van Justitie en Veiligheid

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justftie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie

Transcriptie:

Ondernemend Retouradres Postbus 40219 8004 DE ZwoNe Rijksdienst voor POstbus 93144 2509 AC Den Haag www.rvo.ni Contactpersoon Onze referenue WOB)2017/060 Uw referentle Datum 8 september 2017 Betreft: Besluft WOB verzoek TOFl 5004 Valorisatie en Innovatie door Dierexperimenteel onderzoek Ijtage(n) 2 Geachte Bij brief van 24 februari 2017, ontvangen op 28 februari 2017, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over T0F15004 Valorisatie en Innovatie door Dierexperimenteel onderzoek. U vraagt een kopie van de originele aanvraag, communicatie tussen beide partijen en de beslissing met betrekking tot het Toekomstfonds, T0F15004. Procedure De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 27 juni 2017, kenmerk W0B2017-050. In de brief van 14 augustus 2017 is aan u medegedeeld dat, mede vanwege het vragen van zienswijzen aan derden, niet eerder dan 11 september 2017 op uw verzoek zou worden beslist. Wettelijk kader Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wob-artikelen verwijs ik u naar bijlage 1. Inventarisatie documenten Op basis van uw verzoek zijn in totaal 8 documenten aangetroffen, bestaande uit 52 pagina s. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten Overwegingen Algemene overweging: openbaarheid t.a. v. een ieder Allereerst wil ik u wijzen op het volgende. Ingevolge artikel 3, vijfde lid, van de Wob, wordt een verzoek om informatie ingewilligd met nachtneming van het bepaalde in de artikelen to en 11. Pegina 1 van 1

Rijksdienst vooi Onze reterentje WOB/20 17/060 Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering. Het komt iedere burger in gelijke mate toe. Daarom kan ten aanzien van de openbaarheid geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de bedoeling of belangen van de verzoeker. Bij de te verrichten belangenafweging worden dan ook betrokken het algemene belang bij openbaarmaking van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen, maar niet het specifieke belang van de verzoeker. Evenmin kent de Wob een beperkte vorm van openbaarmaking. Dit betekent dat openbaarmaking van de gevraagde documenten uitsluitend aan u op grond van de Wob niet mogelijk is. Indien ik aan u de betreffende documenten verstrek, moet ik deze ook aan anderen geven indien zij daarom verzoeken. In dat licht vinden de onderstaande belangenafwegingen dan ook plaats. Bedrijfs- en fabricagegegevens Artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob bepaalt dat het verstrekken van informatie achterwege blijft voor zover dit bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld. Onder bedrijf5gegevens moet blijkens bestendige jurisprudentie worden verstaan: al die gegevens waaruit wetenswaardigheden kunnen worden afgelezen of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel met betrekking tot de afzet van producten of de kring van afnemers of leveranciers. Cijfers of gegevens die de financiële bedrijfsvoering en financiële stromen betreffen, worden eveneens als bedrijfs- en fabricagegegevens aangemerkt. In documenten 1 (pagina 5), 2 (pagina 10), 6 (pagina 22) en 8 (pagina 52) zijn gegevens geanonimiseerd, omdat verstrekking betrekking heeft op concurrentiegevoelige bedrijfsgegevens, die vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld in het kader van de regeling Toekomstfondskrediet OnderzoeksFaciliteiten (hierna: TOF). De geanonimiseerde gegevens hebben betrekking op de technische innovatie, die in de sector Life Science & Health gericht is op een speelveld waarin de competitie met concurrenten hevig is. Het is daarom niet wenselijk dat deze gegevens beschikbaar komen voor derden. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wobblijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer van bij de openbaarmaking betrokken personen wordt geëerbiedigd Voor zover het de namen en gegevens van ambtenaren betreft is hierbij het volgende van belang. Weliswaar kan, waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaar maken van namen van Pagina 2 van 9

Onze referentie WOB/20 17/060 de ambtenaren. Namen zijn immers persoonsgegevens en het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aart een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob. De namen van betrokken ambtenaren bevinden zich in de documenten 1. (pagina 1), 2 (pagina 10, 11, 12.) 3 (pagina 13), 4 (pagina 14, 15, 16, 18, 19, 20), 5 (pagina 21) en 6 (pagina 22), waarbij in alle documenten sprake is van een ambtenaar van RVO.nl. In document 6 (pagina 22) betreft het ook een naam van een vertegenwoordiger van een ander bestuursorgaan. Deze namen heb ik uit de documenten verwijderd en aangeduid met de codering 10.2.e.. Dit geldt evenzeer voor de telefoonnummers en e-mailadressen die in de documenten de documenten 1. (pagina 1), 2 (pagina 10, 11, 12) 3 (pagina 13), 4 (pagina 14, 15, 16, 18, 19, 20), 5 (pagina 21) en 6 (pagina 22) zijn opgenomen. In dit verband merk ik nog op dat in beginsel per document of onderdeel daarvan moet worden gemotiveerd op welke grond openbaarmaking daarvan achterwege wordt gelaten. Het onderhavige besluit en de aan u verstrekte documenten getuigen van een dergelijke afweging. Het voorkomen van onevenredige benadeling Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. Daarbij merk ik ook nog op dat openbaarmaking ingevolge de Wob met zich brengt dat de gegevens voor eens en voor altijd én voor een ieder openbaar zijn. Dit volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, met als standaarduitspraak de uitspraak van 25 april 2000 (JB 2000/142). Ik wijs daarbij overigens ook op de uitspraak van de Afdeling van 22juli 2009 (UN: B33414), waarin de Afdeling, In het verlengde van de zojuist aangehaalde uitspraak van 25 april 2000, bevestigt dat documenten na openbaarmaking en zonder nieuw Wob-besluit voor eenieder beschikbaar dienen te zijn. In de documenten 2 (pagina 10, 11, 12) 4 (pagina 14, 15, 16, 18, 19, 20) en 6 (pagina 22) waarop uw Wob-verzoek betrekking heeft, bevinden zich namen van een rechtstreeks bij de en de daarover gevoerde discussie betrokken onderneming en natuurlijke personen die deze Organisatie vertegenwoordigt en/of andere natuurlijke personen die bij het onderwerp betrokken zijn. Openbaarmaking van deze informatie zou kunnen leiden tot schadelijke effecten en tot reputatieschade. Het belang van betrokkenen met het voorkomen van mogelijke reputatieschade weeg ik hier zwaarder dan het algemene belang van openbaarmaking. De gegevens van de betrokken personen heb ik, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, uit de documenten verwijderd en aangeduid met de codering 1Q.2.g. In dit verband merk ik nog op dat in beginsel per document of onderdeel daarvan moet worden gemotiveerd op welke grond Pagina 3 van

Onze refarentie WOB/20 17/060 openbaarmaking daarvan achterwege wordt gelaten. In dit verband merk ik nog op dat in beginsel per document of onderdeel daarvan moet worden gemotiveerd op welke grond openbaarmaking daarvan achterwege wordt gelaten. Het onderhavige besluit en de aan u verstrekte documenten getuigen van een dergelijke afweging. Wijze van openbaarmaking Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbende(n). Aangezien naar verwachting belanghebbenden bezwaar hebben tegen de openbaarmaking van de informatie vindt de feitelijke openbaarmaking niet eerder plaats, dan twee weken na dagtekening van deze beschikking, conform artikel 6, vijfde lid, van de Wob. Op deze wijze wordt aan deze belanghebbenden de mogelijkheid geboden om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de uit dit besluit voortvloeiende openbaarmaking. Dit kan door het indienen van een bezwaarschrift bij de Rijksdienst voor en door daarnaast bij de rechtbank te verzoeken om, bij wijze van voorlopige voorziening, het onderhavige besluit tot openbaarmaking te schorsen. Indien binnen twee weken na dagtekening van dit besluit een bezwaarschrift is ingediend en een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, wordt de uitspraak van de voorzieningenrechter afgewacht, voordat tot daadwerkelijke openbaarmaking wordt overgegaan. Een afschrift van dit besluit zend ik aan belanghebbende(n). Hoogachtend, De Minister van Economische Zaken, namens deze, ElvisE Manager Kernprocessen NL van de Rijksdienst voor Pagina 4 van 9

Ondernemend Nederlend Onze referentie WOB/2017/O6O De bezwaarclausule Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Als u bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor, afdeling JuridIsche Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij het indienen van een digitaal bezwaarschrift vragen wij u naar een aantal gegevens uit deze brief. Maakt u bezwaar vernield in uw bezwaarschrift dan In ieder geval onze referentie en de datum van de beslissing waartegen ii bezwaar maakt. U vindt dit nummer in de rechter kantiijn in deze brief. Pagina van 9

Onze referentie WOBRO17/a60 Bijlage 1. Relevante artikelen uit de Wob Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. document: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat; b. bestuurlijke aangelegenheid: een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering ervan; c. intern beraad: het beraad over een bestuurlijke aangelegenheid binnen een bestuursorgaan, dan welbinnen een kring van bestuursorganen in het kader van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bestuurlijke aangelegenheid; d. niet-ambtelijke adviescommissie: een van overheidswege ingestelde instantie, met als taak het adviseren van een of meer bestuursorganen en waarvan geen ambtenaren lid zijn, die het bestuursorgaan waaronder zij ressorteren adviseren over de onderwerpen die aan de Instantie zijn voorgelegd. Ambtenaren, die secretaris of adviserend lid zijn van een adviesinstantie, worden voor de toepassing van deze bepaling niet als leden daarvan beschouwd; e. ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie: een instantie, met als taak het adviseren van één of meer bestuursorganen, die geheel of gedeeltelijk is samengesteld uit ambtenaren, tot wier functie behoort het adviseren van het bestuursorgaan waaronder zij ressorteren over de onderwerpen die aan de instantie zijn voorgelegd; f. persoonlijke beleidsopvatting: een opvatting, voorstel, aanbeveling of conclusie van een of meer personen over een bestuurlijke aangelegenheid en de daartoe door hen aangevoerde argumenten; g. milieu-informatie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 19.la van de Wet milieubeheer; h. hergebruik: het gebruik van informatie die openbaar is op grond van deze of een andere wet en die is neergelegd in documenten berustend bij een overheidsorgaan, voor andere doeleinden dan het oorspronkelijke doel binnen de publieke taak waarvoor de informatie is geproduceerd; 1. overheidsorgaan: 1. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of 2. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Artikel 6 1. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen. 2. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker. Pagina & van 9

Onze reterentie WOB/2017/060 3. Onverminderd artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, tot de dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijze naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 4. Indien de opschorting, bedoeld in het derde lid, eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. 5. Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daar tegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. 6. Voor zover het verzoek betrekking heeft op het verstrekken van milieu-informatie: a. bedraagt de uiterste beslistermijn in afwijking van het eerste lid twee weken indien het bestuursorgaan voornemens is de milieu-informatie te verstrekken terwijl naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft; b. kan de beslissing slechts worden verdaagd op grond van het tweede lid, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de milieu-informatie een verlenging rechtvaardigt; c. zijn het derde en vierde lid niet van toepassing. Artike! 10 1. Het verstrekken van informatie Ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a.de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b.de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, dle door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a.de betrekkingen van met andere staten en met internationale organisaties; b,de economische of rinanciële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel la, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c.de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d.inspectie, controle en toezicht door bestuursorgarien; e.de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f.het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g.het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. Pagina 7 an g

Onze referentie WOB/2017/060 4. Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu InformatIe voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieuinformatie. 7. Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a.de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b.de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8. Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Artikel 11 1.In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen Informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. 2.Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. tndien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt. 3.Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de adviescommissie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt. 4Jn afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenikomstige toepassing. Pagina 8 van 9

Bijlage 2 Inventarislijst Rijksdienst voer Onze reterentie WOBIZO17/060 Nr. Document Beoordeling Wob Afzender Ontvanger 1 Besluit verlening Deels 10.2.e Rijksdienst Erasmus MC subsidie openbaar! 102.g voor dd. 10-06-2016 Geweigerd ondernemend (blz. 1 tm 9) 2 Mailwisseling Deels 10.2.e Rijksdienst dd. 06-06-2016 tm openbaar! 10.2.g voor Erasmus MC 09-06-2016 Geweigerd ondernemend (blz. 10, 11, 12) 3 Opschorting Deels 10.2.e Rijksdienst Academisch beslistermijn openbaar! 1a.2.g voor ziekenhuis dd. 31-05-2016 Geweigerd ondernemend Rotterdam bij (blz. 13) de Openbare universiteit 4 Mailwisseling Deels 10.2.e Rijksdienst dd. 17-05-2016 tm penbaar/ 10.2.g voor Erasmus MC 30-05-20 17 Geweigerd ondernemend (blz. 14, 15, 16, 17, 18, 19,20) 5 Opschorting Deels 10.2.e Rijksdienst Academisch beslistermijn openbaar/ 10.2.g voor ziekenhuis dd. 26-02-2016 Geweigerd ondernemend Rotterdam bij (blz 21) de openbare universiteit 6 Gespreksverslag Deels 10.2.e EMC, RVO, dd. 25-01-2016 openbaar! 10.2.g ZonMW (blz. 22) Geweigerd 7 Aanvraagformulier Deels 10.2.e Erasmus MC Rijksdienst Toekomstfondskrediet openbaar! 10.2g voor (blz. 23, 24, 25) Geweigerd Ondernemend 8 Project- en Business Deels 10.1.c Erasmus MC Rijksdienst plan openbaar! 10.2.g voor Toekomstfondskrediet Geweigerd Ondernemend Onderzoeksfacil iteiteri (blz. 26 Im 52) Pagina 9 an