SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling

Vergelijkbare documenten
SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling

SBFmoeteerlijk ambtenaren strijden voor een rechtvaardige SBF-regeling

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

03. Het aspect veiligheid

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Pleitnotitie. J.B.J. HATTINGA VERSCHURE ( sap-nummer ) en

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 27 januari 2009 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Dank u. We overhandigen u een straks een kopie van ons pleidooi.

Beoordeling. h2>klacht

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

ECLI:NL:CRVB:2017:141

ECLI:NL:CRVB:2017:1541

Regeling melding misstand woningcorporaties

Hoor- en adviescommissie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

: Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, verder te noemen Verzekeraar

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit.

Rapport. Verslag van Rapport over een klacht over de SVB te Amstelveen. Datum: 22 januari Rapportnummer: 2013/007

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

SBF-compensatie. Nota, te bespreken in de SBF-ledenvergadering van 23 januari 2014 te Doetinchem

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN GOOISE MEREN b e s l u i t : a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Verordening behandeling bezwaarschriften Orionis Walcheren Ambtenaren

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Inkomensval SBF-ers. Daarbij willen wij echter in de allereerste plaats een dringende boodschap aan Minister Blok en aan u afgeven :

1.2 [naam creditcardmaatschappij] heeft een op 4 februari 2016 door de Commissie van Beroep ontvangen verweerschrift ingediend.

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Beoordeling. h2>klacht

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

ui ii hu ii ii ui ii H n I II

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

Rapport. Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

Besluit op bezwaar niet uitgevoerd Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen

Rapport. Datum: 26 september 2005 Rapportnummer: 2005/293

Bezwaar en beroep bij milieubesluiten

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Terugvorderingsbesluit Sociale Dienst Amsterdam, afdeling Handhaving Concernafdeling Juridische Zaken, afdeling Bezwaar

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

Correctieverzoeken onbeantwoord Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen - Martkplein Centrum - Dienstencentrum Juridische Zaken

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

REGELING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEEL

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer 2012.

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Optometristen Vereniging Nederland. Regeling voor de behandeling van klachten van cliënten tegen optometristen

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier.

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Sinds 2005 is er een aantal ontwikkelingen geweest die het noodzakelijk maken de regeling aan te passen.

Beoordeling. h2>klacht

Onjuiste informatie op parkeerautomaat Gemeente Amsterdam Cition

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.

ECLI:NL:RBARN:2012:BW7413

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Hoor- en adviescommissie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

tegen een besluit Adressen en telefoonnummers Bezoekadres Gemeentekantoor Oranjeplein 1, Pijnacker Postadres Postbus 1, 2640 AA Pijnacker

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2016, B&W nummer 16/786;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

ECLI:NL:CRVB:2010:BO3339

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

Transcriptie:

Kanttekeningen bij het verweerschrift van de Minister van Veiligheid &Justitie Joost Hattinga Verschure / Gert Jan Groeneveld / 3 december 2013 Aan : Betreft : Adviescommissie Bezwaarschriften Algemene wet bestuursrecht inzake personele aangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Dossier 13020255 + een aantal gevoegde vergelijkbare zaken t.b.v. de hoorzitting dd. 6 december 2013 Bijlagen : 2 Voorwoord Op 28 en 29 november 2013 ontvingen wij aangetekend het pakket met stukken voor de bezwarenzitting van 6 december as. met betrekking tot de afwijzingen van de aanvragen om tweede aanstellingen (208 uur). Bij dat pakket zit ook het verweerschrift van de Minister van Veiligheid & Justitie, dat wij uiteraard direct met bijzondere aandacht hebben bestudeerd. Na lezing moeten wij als eerste de onderstaande ontboezeming kwijt : Het lijkt net, alsof vanuit de SBF-groep de afgelopen drie jaren niet gestreden is en geen argumenten zijn gepresenteerd ten aanzien van die ellendige SBF-regeling. Het is net alsof bezwaarden geen duidelijke motivatie voor hun verzoeken hebben aangedragen. Het lijkt net, alsof het College voor de Rechten van de Mens (verder te noemen : CRM) geen oordeel heeft geformuleerd ten aanzien van de aanvragen voor tweede aanstellingen. Het lijkt net alsof vanuit bezwaarden geen pleitnotitie van 8 pagina s is geschreven en gepresenteerd. Het verweerschrift van de minister is een weinig inhoudelijk en haastig geschrift, waarin niets nieuws staat en dat zijn kracht kennelijk slechts moet hebben van persisteren, herhalen en negeren. Het lijkt net, alsof de minister het eigenlijk niet eens de moeite waard vindt om er veel aandacht aan te besteden. Een misrekening! In het hierna volgende zullen wij namens alle bezwaarden in deze zaak puntsgewijs onze kanttekeningen bij het verweerschrift van de minister uiteen zetten. 1

Kanttekeningen bij de tekst : 1) Verweerder begint in paragraaf 4 met de boodschap (kort samengevat) : Voor zo ver de bezwaren zich richten tegen de SBF-regeling dan wel de voorlichting staan deze thans niet in deze procedure ter beoordeling. Wij vinden dit een overbodige formulering. Deze bezwaren richten zich inderdaad niet tegen de SBF-regeling als zodanig en ook niet expliciet tegen de voorlichting, maar het is veel te gemakkelijk om deze zaken direct terzijde te schuiven. Het moge inmiddels schrijnend duidelijk zijn geworden, hoezeer de SBF-regeling als zodanig en de voorlichting aan SBF-ers de context vormen, waarin deze bezwaren dienen te worden gezien. De schrijnende inkomensachteruitgang van meer dan 30% netto van de SBF-ers zowel tijdens de verlofperiode als (nog erger) daarna maakt dat zij elke mogelijkheid tot bijverdienen met beide handen willen aangrijpen. Veel SBFers zijn aan de armoedegrens terecht gekomen! 2) Verweerder stelt dat het mogelijk te kort schieten in de informatievoorziening niet leidt tot de onrechtmatigheid van het genomen besluit. Met die bewering is verweerder veel te vroeg. In een flink aantal andere zaken, die nog onder de rechter zijn, is het tekortschieten in de informatievoorziening nog allerminst afgedaan als niet leidende tot onrechtmatigheid van de genomen besluiten. Het feit, dat de SBF-ers uit 2010 en 2011 streng verplicht werden om hun SBF-aanvraag te doen (op straffe van geen uitkering ) en de DJI deze verplichting later onder druk heeft omgezet van nee, tenzij in ja, mits, is voor ons altijd een teken aan de wand geweest. 3) Verweerder stelt dat de bezwaarden niet vallen onder de reikwijdte van de circulaire en tevens dat de circulaire an sich niet appellabel is. Vervolgens komt er een zin, waaruit voor het eerst iets van compassie blijkt : Dat bezwaarden het er niet mee eens zijn dat de uitzonderingsbepaling niet voor hen geldt, is invoelbaar, maar betekent niet dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Wat ons betreft komt een en ander echter in een geheel ander daglicht te staan, nu het CRM heeft geoordeeld, dat de circulaire is gebaseerd op verboden leeftijdsdiscriminatie. Daarover later meer. 4) Verweerder stelt vervolgens dat er sprake is van een discretionaire bevoegdheid op grond waarvan men zelf beleid en nadere regels kan vaststellen. En verweerder besluit vervolgens met : Er kan niet worden gezegd dat verweerder niet in redelijkheid tot dit beleid heeft kunnen komen. Nu is een dubbele ontkenning altijd lastig te lezen, maar hier fietst ook een derde ontkenning doorheen, te weten het ontkennen c.q. negeren van het oordeel van het CRM. Gegeven dat oordeel moet worden geconcludeerd dat 2

verweerder juist niet in redelijkheid tot dit beleid heeft kunnen komen. Verweerder had de reikwijdte van de circulaire juist niet mogen inperken. 5) Verweerder stelt dat aanvragen met terugwerkende kracht vanaf de SBFdatum zijn afgewezen, omdat het niet mogelijk is om met terugwerkende kracht arbeid te verrichten. Het klopt natuurlijk, dat wij de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) niet kunnen terugdraaien. We kunnen de klok niet terugzetten naar 2010. Maar we vinden het flauw en van weinig creativiteit getuigen, dat verweerder steeds weer met dit argument op de proppen komt. De niet gewerkte 208 uren van de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 kunnen immers bij elkaar opgeteld alsnog als tweede aanstelling worden toegekend en feitelijk in het heden worden gewerkt, waardoor de gederfde inkomsten alsnog kunnen worden gegenereerd. 6) Verweerder stelt dat de heer Meerbeek een van de bezwaarden en tevens degene die zich tot het CRM heeft gericht heeft nagelaten beroep in te stellen tegen de beslissing van verweerder, gebaseerd op uw advies om het verzoek om een tweede aanstelling af te wijzen en uw advies om het bestreden besluit in stand te laten. En omdat de heer Meerbeek geen beroep heeft ingesteld, is deze beslissing in rechte komen vast te staan, zo stelt verweerder. Ook al is de beslissing van verweerder in rechte komen vast te staan, dat zegt op zich nog niets over de deugdelijkheid van de inhoud van zo n beslissing. Alleen dat je niet zo maar en op elk willekeurig moment die beslissing kan aanvechten. Maar als de circulaire op zich niet deugt dat is door eerdergenoemd College vastgesteld en als er sprake is van nieuwe omstandigheden die er toe doen, dan is er alle reden om de circulaire te herzien en besluitvorming op basis van die circulaire nader tegen het licht te houden en zo nodig te corrigeren. 7) Verweerder geeft aan het oordeel van het CRM niet na te leven, aangezien zij van mening is dat er geen sprake is van een verboden onderscheid op grond van leeftijd. Deze houding van verweerder vinden wij hoogst opmerkelijk. Het CRM is er gekomen dankzij een wet, die oprichting van een nationaal mensenrechteninstituut regelt. Het CRM belicht, bewaakt en beschermt mensenrechten, bevordert de naleving van mensenrechten (inclusief gelijke behandeling) in praktijk, beleid en wetgeving, en vergroot het bewustzijn ten aanzien van mensenrechten in Nederland. Het is een instantie die belast is met het gezaghebbend en integraal adviseren en rapporteren over mensenrechtenkwesties, waaronder die in algemeen verbindende voorschriften en beleidsdocumenten. Uit deze laatste omschrijving vloeit rechtstreeks voort, dat men gerechtigd is om een circulaire zoals aan de orde op schending van mensenrechten te 3

onderzoeken. Het College is er gekomen dankzij de inspanningen van de regering. Men wilde en wil een onafhankelijk instituut, dat waakt over een juiste toepassing van de mensenrechten. Dan is het wel heel wrang dat verweerder, nota bene de Minister van Veiligheid en Justitie, zich niets aan deze uitspraak gelegen laat liggen. In onze reactie aan de Minister van Veiligheid en Justitie hebben wij hem voorgehouden, dat het niet moeilijk is om een oordeel te volgen dat door de initiator van beleid wordt onderschreven. Het komt er juist op aan om een dergelijk oordeel te respecteren ook als dat niet goed uitkomt ; als dat ingaat tegen wat men als beleid heeft uitgestippeld. En als de minister een onafhankelijk oordeel niet accepteert, van wie mag dat respect dan wél verwacht worden?! Te meer vinden wij dit schokkend, omdat de verantwoordelijkheid van verweerder als werkgever hierdoor op een uitermate bedenkelijke wijze wordt gejuridiseerd, daar waar juist van een goed werkgever mag worden verwacht en verlangd, dat hij zich concientieus van zijn zorgverantwoordelijkheid jegens de werknemers kwijt. Deze uitspraak en dit standpunt strijden met het rechtsgevoel van de betrokken medewerkers en met het imago van verweerder als zorgvuldig en goed werkgever. Verweerder benadrukt nog dat het oordeel van het CRM niet bindend is : het staat een bestuursorgaan vrij om hier van af te wijken, mits dit goed gemotiveerd wordt. Hieraan heeft verweerder naar haar eigen oordeel voldaan. Als iemand of een instantie het eigen verweer zelf mag beoordelen op inhoud, dan hoef je niet gauw te verwachten dat men zich zelf afvalt ; en al zeker niet in het openbaar. Wij zullen die motieven hierna ontrafelen en laten zien dat ze op de schroothoop thuishoren. 8) Verweerder komt met de stelling, dat alle SBF-ers van vóór 1 januari 2012 gelijk zijn behandeld. Het moge duidelijk zijn, dat dit nou juist niet de pointe is van onze bezwaren. Het gaat ons om de ongelijke behandeling tussen de groep SBF-ers van vóór 1 januari 2012 enerzijds en de SBF-ers van na 1 januari 2012 anderzijds. Dat niet de leeftijd maar de SBF-datum bepalend is, is nu juist de kern van onze bezwaren. Daarin zit m nou juist de leeftijdsdiscriminatie! Juist de leeftijd en niet de SBF-datum had bepalend moeten zijn voor de reikwijdte van de circulaire. Verweerder draait dus om de hete brei heen cq. gaat voorbij aan de kern van de bezwaren. 9) Verweerder stelt dat de uitsluiting van SBF-ers van vóór 2012 niets te maken heeft met budgettaire ruimte (daar komen we verderop nog op terug) maar met veiligheidsoverwegingen. Verweerder stelt zich op het standpunt, dat de 4

veiligheid in het gedrang kan komen op het moment dat een ambtenaar langer dan een half jaar uit zijn functie is geweest. Dit argument wordt door het CRM om inhoudelijke redenen, maar ook anderszins afgewezen. Men overweegt : Voorts is van belang om op te merken, dat verweerder medewerkers die niet onder de reikwijdte van de Circulaire vallen omdat zij vóór 1 januari 2012 met verlof zijn gegaan, de mogelijkheid biedt om via een inhuurconstructie met een extern beveiligingsbedrijf een beveiligingsfunctie bij de DJI te vervullen. Inderdaad, de personeelsingang wordt ons onthouden, maar we mogen wél via de zijdeur naar binnen. Hoezo veiligheid? Ook alle betrokken SBF-ers hebben deze argumentatie als niet steekhoudend van de hand gewezen. Er zijn voorbeelden te over van medewerkers, die langer dan een half jaar uit actieve dienst zijn geweest (bijvoorbeeld i.v.m. ziekte of medezeggenschapstaken), en die daarna de dienst weer hervatten. Het aspect veiligheid blijft een gezocht en verzonnen argument. Wij zijn ervan overtuigd en hebben dat ook aan verweerder geschreven de werkgever heeft het ons overigens ook mondeling zo gezegd dat de budgettaire problematiek de reden is geweest om de circulaire indertijd zó te redigeren en nu ook de hoofdreden is waarom de circulaire nu zelfs helemaal wordt ingetrokken. 10) Echter, zo houdt verweerder vol, aan de intrekking van de circulaire liggen geen financiële redenen ten grondslag. De geloofwaardigheid van verweerder vanwege de door hem genoemde motieven zijn ook hier weer nadrukkelijk in het geding. Want uit de circulaire blijkt dat aan de intrekking van de circulaire weldegelijk financiële overwegingen ten grondslag liggen : de voorziening van de tweede aanstelling, die is getroffen uit zorg voor SBF-ers (waarmee het tekortschieten van de SBF-regeling feitelijk in confesso is), moet nu wijken vanwege taakstellingen en formatieve overwegingen, die uiteraard in de kern alleen maar zijn terug te voeren op financiële afwegingen. 11) Verweerder stelt tenslotte met betrekking tot de door ons genoemde slechte voorlichting en een gebrek aan informatie, dat de circulaire pas tot stand is gekomen bijna een jaar nadat het verlof is ingegaan. Nog afgezien van het feit, dat wij de tijdsaanduiding bijna een jaar nadat het verlof is ingegaan niet kunnen plaatsen (immers gold de circulaire vanaf 1 januari 2012 en dat is precies twee jaar, nadat de huidige SBF-regeling was ingegaan), geeft verweerder ook hier blijk van een heel bijzondere benadering van de materie : over iets wat nog niet bestond, konden bezwaarden ook niet worden geïnformeerd. Verweerder wil kennelijk niet begrijpen en erkennen, dat SBF-ers anno 2010 en 2011 geen keus hadden : zij werden verplicht om te stoppen onder de dreiging van geen uitkering. Verzoeken om te mogen doorwerken werden 5

categorisch afgewezen. Dat later door verweerder werd ingezien, dat dit niet goed was en dat verweerder voorzieningen trof, had moeten leiden tot een reikwijdte daarvan voor alle betrokkenen. Het kan en mag niet zo zijn, dat tegen de SBF-ers van 2010, 2011 en deels ook 2012, aan wie voordien geen enkele keuzevrijheid werd gegeven en aan wie geen fatsoenlijke informatie en voorlichting zijn gegeven, alsdan te horen krijgen : Jullie hebben wederom gewoon PECH. Geen ongelijke behandeling? De werkgever moet zich schamen! 12) Alhoewel verweerder op de hoogte is van de ellende waar menig SBF-er in verzeild is geraakt, wordt daar op geen enkele manier over gerept, wordt dat gegeven angstvallig vermeden. Terwijl die ellende de achtergrond is en de redengeving is voor SBF-ers om voor hun recht te strijden. Meer dan 30% van de SBF-ers met verlof en ook meer dan 30% van hen die met pensioen (zijn ge-)gaan, raken onder de armoedegrens. Als je met een netto-salaris van 2100,- vóór de verlofperiode teruggaat naar 1450,- in de verlofperiode en naar 1100,- na de verlofperiode (tijdens het pensioen), terwijl de vaste lasten niet afnemen, dan kan iedereen begrijpen dat je elke strohalm aangrijpt om je positie te verbeteren. Die acties zijn vanuit dat perspectief ook legitiem. Het had verweerder goed gestaan om dat te (blijven) erkennen. Helaas moet worden geconstateerd, dat er in het kader van de intrekking van de circulaire met geen woord meer over wordt gerept. Het is uitdrukkelijk heel armoedig, dat verweerder nu dat beter uitkomt zich daarvan poogt te distantiëren. Het verweerschrift van de minister bevat geen enkel nieuw gezichtspunt of argument. Het is net alsof het CRM niets heeft gemeld en de bezwaarden geen pleitnotitie hebben geschreven. Verweerder doet niet anders dan domweg herhalen, wat zij eerder heeft betoogd. Verweerder moet van ons aannemen, dat deze benaderingswijze (strategie) er niet toe zal leiden, dat bezwaarden en de gehele SBF-groep het uiteindelijk wel zullen gaan opgeven. Dat zou een grove misrekening zijn. We laten ons niet ontmoedigen, niet uit het veld slaan, maar wij gaan net zo lang door totdat er recht is geschied. Omdat verweerder het blijkbaar niet heeft aangedurfd om iets te zeggen over de SBF-er in zijn vaak kommervolle omstandigheden, besluiten wij ons verhaal met berichten *) van twee collega s die vandaag vanwege financiële problemen en repercussies niet konden komen. Want aan niemand in nood mag het zwijgen opgelegd worden. Hun stem moet juist overal worden gehoord! *) De beide originele mailberichten zijn als bijlagen bij deze notitie gevoegd. 6

Beste Gert-Jan, Allereerst kan ik niet goed onder woorden brengen hoe dankbaar en bewondering ik heb voor jullie. NU even over 6 december a.s. Deze datum valt op een vrijdag. Iedere dinsdag en vrijdag loop ik de post rond te brengen. Loop je niet, krijg je ook geen geld. Daar ook ik dit extraatje hard nodig heb en een tank benzine ook in mijn budget snijd zie ik af voor het bijwonen op 6 december a.s. Misschien vind men dit een zwak excuus, maar is dit voor mij zeker niet. De vast lasten zijn niet minder geworden, mijn salaris helaas wel. Per januari 2014 ga ook ik, noodgedwongen, met vervroegd pensioen. Mensen in mijn directe omgeving vinden mij oud geworden. Gert-Jan, ik schaam mij zo om de vuile was buiten te hangen en te vertellen dat men mij heeft voor gelogen bij mijn vroegere werkgever. Deze dagelijkse pijn kan ik niemand uitleggen zonder emoties. Probeer toch positief, in deze donkere dagen, te denken en hoop oprecht dat 6 december een verlaat Sinterklaas pakket voor ons bij de uitspraak mogen zijn. Groetjes Giel Hoi Joost, Ik kan geen vrij krijgen van mijn huidige werkgever op vrijdag 6 december. Ik heb de situatie aan mijn huidige werkgever verteld en die komt tot de Harde Conclusie ; NIET RELEVANT EN ONBELANRIJK!! Je mag gaan, Rudy maar! MAAR DAN IS ER GEEN PLAATS MEER HIER VOOR JOU, DAN IS DIT OOK JE LAATSTE WERK DAG! ( IK WORDT DAN OP STAANDE VOET ONTSLAGEN )!! Ik heb geen keuze, moet alles aanpakken op dit moment om mijn hoofd boven water te houden, om de Rekeningen iedere maand te kunnen betalen. Met een totaal bedrag van 1250 Euro per maand houd je niks meer over. Op dit moment zit ik met een achterstallige betaling van Energie + elektriciteit!! De rekeningen stapelen zich op met diverse aanmaningen van een Incassobedrijf! Je krijgt er slapeloze nachten van! De dreiging dat alles wordt afgesloten. Vertel mij maar hoe ik dit alles moet betalen, Joost met een Inkomst van 1250 euro per maand!! Er zijn dagen dat ik niet meer helder kan denken en functioneren om alles op orde te brengen. Nogmaals beste vrienden, het is voor mij tot de dag van vandaag van af mijn SBF- VERLOF in MEI 2010 ALLEEN MAAR BERGAFWAARTS GEGAAN, GEESTELIJK 7

EN FYSIEK. IK KAN NIET MEER NORMAAL DENKEN ALS MENS! Wat heb ik DJI MISDAAN??? DAT ZE MIJ HEBBEN LATEN STIKKEN, ALS EEN STUK VUIL HEBBEN BEHANDELD!! IK VRAAG NIET VEEL VAN DJI. WAT IK VRAAG IS GERECHTIGHEID EN RESPECT! Een ding is zeker, God laat zijn kinderen niet in de steek. Hij is mijn Kracht in deze Donkere Dagen voor mij. Groetjes, Rudy Geachte leden van de commissie. Wij kennen deze mensen. En zo zijn er veel meer. Wij hebben die mensen vandaag een stem gegeven ; geeft u ze weer hoop op een betere toekomst. Gert Jan Groeneveld Joost Hattinga Verschure Nietap, Dordrecht, 6 december 2013 8