Druk? Of druktemakers? Tijdsbesteding en tijdsdruk in Nederland en Spanje



Vergelijkbare documenten
Voor het eerst neemt vrije tijd niet meer af

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Gebruik van kinderopvang

Meer of minder uren werken

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

Ouders op de arbeidsmarkt

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Arbeidsdeelname van paren

Beroepsbevolking 2005

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Informele helper en o zo gelukkig Alice de Boer en Crétien van Campen

Weinig mensen sociaal aan de kant

pggm.nl Persoonlijke Balans in de beleving van PGGM- leden Enquête De Persoonlijke Balans

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Sociale samenhang in Groningen

Tijdsbesteding van de Belgen. Resultaten van het Belgisch tijdsbestedingsonderzoek 2013

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

50+ in Europa Samenvatting van de eerste resultaten

Feiten en cijfers over arbeid en gezin

10. Veel ouderen in de bijstand

Inleiding Detraditionaliseringsprocessen in de levenssferen arbeid, gezin en vrije tijd... 7

Artikelen. Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken. Saskia te Riele en Martijn Souren

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Het egalitaire gezin: nog niet voor morgen

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Literatuurstudie Mannen, zorg en werk

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Zorg voor hulpbehoevende ouders

'Gratis' mantelzorg (m/v)

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

8 Centraal Bureau voor de. Jonge e n e r g tevreden over vriendenkring Jong en gelukkig. Buitengewoon tevreden. Weinig eenzaamheid

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

Deeltijd in Nederland in hoofdlijnen

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Herintreders op de arbeidsmarkt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Pensioenaanspraken in beeld

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Vrije tijd voor allen?

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

7.1 Dagelijkse verschillen De gemiddelde werklast en jonge kinderen Huishoudelijke taken Tieners en tijd 7

Vrijetijdsbesteding in Europa

Resultaten Connectivity Onderzoek. 3 maart 2009 Marketing Intelligence

Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet. Stefan Mertens

centrum voor onderzoek en statistiek

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Vrouwen, mannen en mantelzorg Beelden en feiten. Alice de Boer en Saskia Keuzenkamp

Europees tijdsbestedingsonderzoek: alles heeft zijn tijd

ALGEMEEN MARKTONDERZOEK In Spain, Nederland, Engeland, Tsjechië en Bulgarije.

8. Werken en werkloos zijn

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0197/26. Amendement

Arbeidsparticipatie van oudere werknemers. Studienamiddag Ageing at work

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Huishoudens,

Pensioenaanspraken in beeld

Nog steeds fors sekseverschil in economische zelfstandigheid

Mantelzorgers op de arbeidsmarkt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Titel De werk-privébalans van vaders met jonge

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Resultaten van het project 50+ In Europa

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling

Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Uit huis gaan van jongeren

Het werkende leven van twintigers

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

De resultaten van de studie 50+ in Europa

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Groot vertrouwen onder hoger opgeleiden. Hans Schmeets en Bart Huynen

Nederland in een dag

Acht vragen over de SCP leefsituatie-index voor gemeenten. Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken

DE ROUTINE VAN ALLEDAG

Managers zijn de meest tevreden werknemers

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Transcriptie:

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 7 Druk? Of druktemakers? Tijdsbesteding en tijdsdruk in Nederland en Spanje Suzanne Wetzels Student International Leisure Studies, NHTV Breda Academy for Leisure, 092826@edu.nhtv.nl Dr. Desirée Verbeek Docent International Leisure Studies, NHTV Breda Academy for Leisure, Postbus 3917, 4800 DX Breda, Verbeek.d@nhtv.nl Een dag telt 24 uur. Deze 24 uur besteden we aan werk, studeren, zorgtaken, het huishouden, eten, slapen, reizen, en vrije tijd. De manier waarop we onze tijd besteden staat in verband met de tijdsdruk die we ervaren. Toch zijn dit twee verschillende concepten. Waar tijdsbestedingsonderzoek objectief in kaart brengt hoe mensen hun dag indelen, verwijst tijdsdruk naar de subjectieve ervaring van gevoelens van stress of gejaagdheid die de dagindeling met zich meebrengt. Zowel tijdsbesteding als tijdsdruk worden beïnvloed door microfactoren op individueel niveau en macrofactoren op landelijk niveau. Zo is het mogelijk dat de inwoners van land A drukker zijn, terwijl de inwoners van land B meer tijdsdruk ervaren. Hangt er in een land een sfeer van druk, druk, druk of leeft men volgens het mañana, mañana principe? In dit artikel onderzoeken we verschillen in tijdsbesteding en tijdsdruk van Nederlanders en Spanjaarden, en bespreken we welke maatschappelijke en individuele factoren hierin een rol spelen. Voor tijdsdruk, en de tevredenheid met de balans tussen werk en privé, maken we gebruik van het European Working Conditions Survey (EWCS), European Quality of Life Survey (EQLS), en de Better Life Index. Voor de gegevens over tijdsbesteding maken we gebruik van het Harmonized European Time Use Surveys (Hetus). 1 Inleiding In de loop der tijd lijken zich veranderingen voor te doen in de manier van tijdsbesteding. Werkgevers lijken permanente beschikbaarheid te verlangen van hun werknemers (van der Lippe 2007) en de tijd besteed aan werk, zowel betaald als onbetaald, is gestegen (Hochschild 1996). Het is dan ook niet verwonderlijk dat mensen zich drukker voelen (Robinson en Godbey 2005). Ontwikkelingen in de tijdsbesteding van Nederlanders zijn de afgelopen decennia reeds vele malen onderwerp van studie geweest (e.g. Breedveld en Van den Broek 2001; Breedveld et al. 2006). De laatste jaren groeit de aandacht voor internationale vergelijkingen van de manier waarop mensen de 24 uur in een dag en de 168 uur in een week besteden (e.g. European Communities 2003; 2005; Cloïn et al. 2011). In dit artikel richten we onze aandacht specifiek op de vraag of de ervaren tijdsdruk en de manier van tijdsbesteding verschilt voor Nederland en Spanje. Nederlanders staan bekend om hun mindere mate van flexibiliteit en bovendien om hun grote mate van punctualiteit (van der Lippe 2007). Daarentegen lijken Spanjaarden meer relaxt, met de beroemde siësta; een eeuwenoude traditie van een twee uur durende pauze in de middag, waarna de mensen terugkeren naar hun werk (Bluedorn 2002). Het doel van dit vergelijkend onderzoek is om tijdsdruk en tijdsbesteding te onderzoeken in Nederland en Spanje. De verschillen in de activiteiten in het dagelijks leven in deze landen zullen worden uitgewerkt, aangevuld met informatie over relevante demografische ontwikkelingen in beide landen, trends in de verdeling van werk en zorg, taken in huishoudens en trends in de beschikbaarheid van en tevredenheid met vrije tijd. vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 7

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 8 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE 2 Theorie Objectieve en subjectieve indicatoren Om te onderzoeken hoe druk mensen zijn, maken we gebruik van zowel objectieve als subjectieve indicatoren. In onderzoek naar kwaliteit van leven, waar tijdsbesteding en tijdsdruk onderdeel van uitmaken, wordt onderscheid gemaakt tussen de objectief meetbare levensstandaard enerzijds - de wijze waarop mensen wonen, werken, recreëren, sociaal participeren, consumeren en zich verplaatsen (Boelhouwer 2011)- en de subjectieve kant anderzijds de tevredenheid van mensen met hun leven in het algemeen of met specifieke aspecten daarvan in het bijzonder -(Boelhouwer 2011). Zoals in onderzoek naar kwaliteit van leven de objectieve situatie en de subjectieve waardering veelal parallel lopen (Boelhouwer 2011), is de verwachting dat ook de objectief meetbare drukte in het tijdsbestedingspatroon en de ervaren tijdsdruk veelal samengaan. Mensen die veel tijd besteden aan taken met een verplicht karakter, zoals werk, studeren, huishoudelijke taken en de zorg voor kinderen, partner of ouders, zullen naar verwachting meer tijdsdruk ervaren dan mensen die over meer vrije tijd beschikken. De manier waarop mensen hun tijd besteden is afhankelijk van zowel individuele als maatschappelijke factoren (zie ook Cloïn et al. 2011). Algemene maatschappelijke, economische en demografische ontwikkelingen zijn van invloed op de collectieve tijdsbesteding in landen. In een land met een relatief oude bevolking - en dus een groter aantal gepensioneerden - zal gemiddeld minder tijd aan werk besteed worden en zullen mensen gemiddeld meer vrije tijd hebben dan in een land met een relatief jonge bevolking. De gemiddelde tijdsbesteding in een land, het collectieve tijdritme, kan samenhangen met de gemiddelde tijdsdruk die in een land ervaren wordt. Zij kan echter geen verklaring bieden voor de ervaren tijdsdruk op individueel niveau. Daartoe is inzicht nodig in individuele tijdsbestedingspatronen en in achtergrondkenmerken zoals het hebben van een baan, het inkomen, de gezinssituatie, het aantal kinderen in het huishouden, en de mate waarin sprake is van taakcombinatie of taakverdeling tussen partners. De tijdsbesteding enerzijds en tijdsdruk of tevredenheid met de balans tussen werk en privé anderzijds worden kortom beïnvloed door zowel maatschappelijke context als de persoonlijke context (zie figuur 1). Overheden voeren al jaren beleid om zoveel mogelijk mensen deel te laten nemen aan het arbeidsproces. Het is niet alleen een belangrijke bron van inkomsten voor de maatschappij en het individu, maar ook van sociale contacten, zelfontplooiing en zelfvertrouwen (e.g. Commissie Arbeidsparticipatie 2008). Het werkende leven heeft uiteraard gevolgen voor het privé leven. Een goede balans tussen werk en privé - en voor diegenen die een gezin hebben, tussen werk en gezin - is zeer belangrijk voor zowel individu (verhogen van kwaliteit van leven) als samenleving (het verhoogt de arbeidsparticipatie) (e.g. Eurofound 2009; 2012; European Commission 2010). Factoren die van belang zijn in de balans tussen werk en privé zijn het aantal uren dat men aan werk besteedt, de timing van het werk, en de mate van flexwerk : flexibiliteit van locaties en tijdstippen waarop werk verricht wordt (EWCS in Eurofound 2009; 2012). Daarnaast zijn ervaren mentale conflicten tussen werk en privé van belang; als men zich thuis niet volledig kan concentreren op de partner en/of kinderen omdat het werk nog aandacht vraagt, of als men zich niet op het werk kan concentreren omdat privé zaken aandacht vragen. Het Europese Kwaliteit van Leven onderzoek brengt dit in kaart (EQLS in Eurofound, 2009; 2012). 8 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 9 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK Figuur 1 Persoonlijke en maatschappelijke factoren - objectieve en subjectieve tijdsdruk. Mogelijke verklaringen voor verschillen tussen Nederland en Spanje Naar verwachting verschillen Nederland en Spanje van elkaar in zowel tijdsbesteding als ervaren tijdsdruk en de (on)tevredenheid met de balans tussen werk en privé. Zoals in figuur 1 is weergegeven, kunnen verklaringen hiervoor gevonden worden in zowel de persoonlijke als maatschappelijke context. Met persoonlijke context, factoren op microniveau, wordt verwezen naar de individuele verschillen in tijdsbesteding, in het combineren van werk- met zorgtaken, in het aantal kinderen en andere objectief meetbare kenmerken enerzijds, en verschillen in de ervaren tijdsdruk, de tevredenheid met de balans tussen werk en privé en de gejaagdheid van individuen als subjectieve kenmerken anderzijds (figuur 1). Wat betreft de maatschappelijke context, factoren op macroniveau, zijn er om te beginnen algemene verschillen in waarden tussen Nederland en Spanje. Geert Hofstede (1980, 2001) heeft veel onderzoek verricht naar verschillende dimensies die culturele verschillen tussen landen kunnen duiden. Eén van de dimensies van Hofstede is de masculiniteit waarmee hij een maatschappij gekenmerkt door vrouwelijke waarden zoals harmonie, kwaliteit van leven, consensus en gelijkheid, onderscheidt van een maatschappij waarin mannelijke waarden zoals competitie, streven, status en succes centraal staan. Nederland scoort laag op masculiniteit (14 op 100). Spanje scoort beduidend hoger (42 op 100). Het kan een verklaring bieden voor de meer traditionele rolverdeling tussen mannen en vrouwen in Spanje, en het streven naar een meer gelijke taakverdeling in Nederland. Een andere verklaring voor de meer traditionele rolverdeling in Spanje kan gevonden worden in de dimensie Onzekerheidsvermijding. Spanje scoort op deze index het hoogst in heel Europa (86 op 100). Nederland scoort beduidend lager: 53 (geert-hofstede.com). Dat betekent dat Spanjaarden de zaken graag bij het oude houden; verandering veroorzaakt stress. Spanjaarden vermijden onduidelijke situaties en levenspatronen, en zaken die het leven meer complex maken. Aangezien het combineren van werk- en zorgtaken door beide partners complexer is dan een traditionele taakverdeling waarin de man werkt en de vrouw zorgt, kan de onzekerheidsvermijding een factor spelen in het lage aantal taakcombineerders. Niet alleen verschillen in algemene waarden als masculiniteit en onzekerheidsvermijding vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 9

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 10 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE zullen op de keuze voor het al dan niet werken en zorgen door de beide partners van invloed zijn. Daar liggen ook internationale verschillen in genderrolopvattingen aan ten grondslag (o.a. Pfau-Effinger 2004; Kremer 2005; Pettit en Hook 2005, in: Cloïn et al. 2011). In Noord- Europa zijn de opvattingen over de arbeidsdeelname van vrouwen en de verdeling van huishouden en betaald werk het meest egalitair, terwijl die over het algemeen traditioneler zijn in Oost- en Zuid-Europa. Nederland neemt een tussenpositie in: hoewel Nederlanders egalitaire opvattingen hebben over de taakverdeling tussen de seksen, vinden zij (samen met de Spanjaarden) het vaakst dat een voltijd werkende moeder te ver gaat en dat kinderen eronder lijden als hun moeder werkt (o.a. SCP 2000; Portegijs en Keuzenkamp, 2008) (Cloïn et al. 2011: 24). Nederlanders en Spanjaarden verschillen ten slotte ook in hun waardering van het hebben van voldoende vrije tijd en het hebben van een goede baan. In Nederland is het hebben van voldoende vrije tijd het meest essentieel voor een goed leven (92%). Het hebben van een goede baan wordt door 73% van de Nederlanders essentieel gevonden. In Spanje wordt nog meer belang gehecht aan het hebben van een goede baan: 94% vindt dat essentieel (Eurobarometer 2002 in: Cloïn et al., 2011). Waar mensen belang aan hechten is van invloed op de afweging die ze maken tussen werk, zorg, vrije tijd. Macro-economische ontwikkelingen zijn andere belangrijke macrofactoren die een verklaring kunnen bieden voor verschillen in tijdsbesteding en tijdsdruk tussen Nederland en Spanje. In tijden van economische crisis worden subsidies teruggedraaid en sociale voorzieningen beperkt. Ook de door de economische crisis toegenomen werkloosheid zal van grote invloed zijn op de gemiddelde tijdsbesteding en tevredenheid met de balans tussen werk en privé. Ondanks de sterke samenhang tussen de economische positie van een land en de ervaren kwaliteit van leven (Hagerty and Veenhoven 2003 in: Eurofound, 2009) is er geen sprake van een één-op-één relatie: Spanjaarden zijn nog vrij gelukkig, hoewel het land er economisch niet best voor staat (Boelhouwer 2011). Ten slotte kunnen demografische ontwikkelingen verschillen in tijdsbestedingspatronen in Nederland en Spanje verklaren. Ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening spelen in Spanje nog iets meer dan in Nederland. Het aandeel 0-24 jarigen in Spanje is 26%, ten opzichte van 30% in Nederland (i.e. ontgroening). Het aandeel 65-plussers in Spanje is 17% ten opzichte van 15% in Nederland (i.e. vergrijzing) (Eurostat 2012). Ook het gemiddelde aantal kinderen per gezin verschilt in Nederland en Spanje (zie paragraaf 4) en kan samenhangen met de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, de manier waarop opvang geregeld is, en de hoeveelheid vrije tijd die men tot beschikking heeft. 3 Methode De bevindingen in dit artikel zijn gebaseerd op desk research. Gegevens over de feitelijke tijdsbesteding en de ervaren tevredenheid met de balans tussen werk en privé worden door verschillende instanties verzameld. In dit artikel worden ze met elkaar in verband gebracht om de verschillen te duiden. Meer concreet gaat dit om de volgende vier databases: Hetus (Harmonized European Time Use Surveys) is een initiatief van Eurostat om een Europees model van tijdsbestedingonderzoek te ontwikkelen. In 2006 is Nederland op dit Europese model overgestapt, waardoor Nederlandse data nu vergeleken kunnen worden met data uit andere Europese landen, zoals Spanje. Over het Hetus onderzoek is eerder uitgebreid gerap- 10 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 11 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK porteerd in het SCP-rapport Nederland in één dag waarin de tijdsbesteding in zestien Europese landen is vergeleken (Cloïn et al. 2011). OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development) heeft de Better life index ontwikkeld, welke het mogelijk maakt om het welzijnsniveau (well-being) internationaal te vergelijken. De OECD heeft 11 onderwerpen benoemd die van essentieel belang zijn voor welzijn van mensen: huis, inkomen, werk, sociale netwerk, opleiding, leefomgeving, burgerparticipatie, gezondheid, veiligheid, tevredenheid met het leven, en de balans tussen werk en privé. Over deze 11 dimensies wordt gerapporteerd in het How s Life report (OECD 2011). Met name de dimensie balans tussen werk en privé is voor dit artikel relevant. Eurofound (European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions) heeft internationaal vergelijkend onderzoek gedaan naar de kwaliteit van leven, het welzijn, het vertrouwen in de toekomst middels het European Quality of Life Survey (EQLS). Tussen september 2007 tot februari 2008 zijn 35.000 interviews gehouden in 31 landen (Eurofound 2009). Het Second European Quality of Life Survey onderzoekt ook de balans tussen werk en privé; de ervaren conflicten tussen werk en privé. Het is daarom een belangrijke bron van informatie voor dit artikel. In het European Working Conditions Survey (EWCS), wordt tenslotte gevraagd naar de aansluiting van gewerkte uren op verplichtingen aan het thuisfront en andere sociale verantwoordelijkheden buiten het werk. Eurostat is het Europese bureau voor de statistiek. De gegevens die Eurostat verstrekt over demografische ontwikkelingen zoals bevolkingsopbouw, huishoudensgroottes, gezinssamenstellingen en het aantal kinderen per huishouden maken internationale vergelijkingen tussen in dit geval Nederland en Spanje mogelijk (Eurostat 2012). De gegevens kunnen een rol spelen in het verklaren van of inzicht krijgen in de verschillen in tijdsbesteding en in ervaren tijdsdruk tussen Nederlanders en Spanjaarden. 4 Demografische ontwikkelingen Eén van de factoren die een verklaring kunnen bieden voor de verschillen in tijdsbesteding en ervaren tijdsdruk tussen landen is de demografische ontwikkeling. Om veranderingen in patronen van tijdsbesteding te analyseren is het nuttig om de ontwikkelingen in de samenstelling van huishoudens in beide landen te bekijken, omdat deze ontwikkelingen ook een effect zullen hebben op de tijd besteed aan betaald en onbetaald werk en verzorgende taken (Sullivan en Gershuny 2001). Tabel 1: Gezinssamenstelling in Nederland en Spanje (in procenten) Bron: Eurostat 2012, Number of private households by household composition vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 11

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 12 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE Het overheersende type gezinssamenstelling in Nederland is het eenpersoonshuishouden, dit is al het geval sinds het jaar 2005. Het percentage eenpersoonshuishoudens is zelfs toegenomen, terwijl de andere drie types huishoudens min of meer hetzelfde zijn gebleven. In Spanje is ander type gezinssamenstelling het meest voorkomend (tabel 1). Alhoewel Eurostat hier geen definitie van geeft, verwachten wij dat dit hoge percentage in Spanje veroorzaakt wordt door extended families. Doordat in Zuid-Europa de zorgvoorzieningen beperkt zijn, komt er veel op de familie neer en daardoor zie je dat grootouders, kinderen en kleinkinderen vaak in één huis samenwonen (Cloïn et al. 2011). Stellen met kinderen vormen het op twee na grootste type huishouden in Spanje. Het eenpersoonshuishouden is echter opkomend; het is toegenomen met 2,8% tussen 2005 en 2011. Hetzelfde geldt voor het koppel zonder kinderen (+2,0). Het opvallende verschil tussen het aantal alleenstaanden en koppels zonder kinderen in Nederland en Spanje, is mogelijk toe te schrijven aan het hoge percentage ander type huishouden in Spanje (tabel 1). In overeenstemming met het eenpersoonshuishouden als dominante type huishouden in Nederland, laat tabel 2 zien dat in de meeste Nederlandse huishoudens geen kinderen wonen. Dat is in mindere mate ook in Spanje het geval. In Nederlandse huishoudens met kinderen zijn dat er meestal twee. In Spanje zijn er meer huishoudens met één kind. In beide landen daalt het aantal kinderen per huishouden; alleen het percentage huishoudens zonder kinderen neemt toe. Nederlanders hebben vaker dan Spanjaarden een gezin met 3 of meer kinderen. Het aantal kinderen per huishouden is relevant in het kader van dit onderzoek, omdat de tevredenheid met de balans tussen werk en privé afneemt naarmate het aantal thuiswonende kinderen toeneemt (EQLS-Eurofound in OECD 2011). Tabel 2: Aantal kinderen per huishouden in Nederland en Spanje (in procenten) Bron: Eurostat 2012, Number of children per household 5 Verdeling van arbeid en zorgtaken Een andere belangrijke factor die op landelijk niveau een verklaring kan bieden voor verschillen in ervaren tijdsdruk is de totale werkbelasting van mensen. Dit verwijst naar de gemiddelde tijd die mensen besteden aan zowel betaalde als onbetaalde taken. De totale werkbelasting of tijd besteed aan verplichtingen, heeft betrekking op studie, betaald werk, huishouden en zorg voor de kinderen (Cloïn et al. 2011). 12 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 13 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK Figuur 2: Gemiddelde tijd besteed aan verplichtingen (onderwijs, betaald werk, huishouden en zorg voor kinderen) in Nederland en Spanje, bevolking 20-74 jaar (in uren:minuten per dag) (op gemiddelde doordeweekse en weekenddag) Bron: Nederland: SCP (TBO 06/EU); Spanje: HETUS Figuur bewerkt uit Cloïn et al. 2011: 38 In figuur 2 is te zien dat Nederlanders relatief weinig tijd besteden aan verplichte activiteiten (in totaal 6 uur en 2 minuten per dag). De Spanjaarden zijn per dag 6 uur en 48 minuten kwijt aan verplichte activiteiten als werk, studie, huishouden en zorg voor de kinderen. Beduidend meer dan de Nederlanders (46 minuten), maar niet meer dan gemiddeld in de 16 Europese landen die in het onderzoek betrokken zijn. Kijken we alleen naar de beroepsbevolking van 20-64 jaar en vergelijken we mannen en vrouwen daarbinnen, dan zien we dat Nederlandse vrouwen het een stuk minder druk hebben dan Spaanse vrouwen. Ook mannen in Nederland zijn minder tijd kwijt aan verplichtingen dan Spaanse mannen, maar dit verschil is aanzienlijk kleiner (Figuur 3a). Als we nog verder inzoomen en alleen kijken naar de mensen die in het spitsuur van het leven zitten en jonge kinderen hebben, zien we een vergelijkbaar patroon. Nederlandse moeders besteden per dag bijna 1,5 uur minder tijd aan betaald werk, huishouden en zorg voor kinderen dan Spaanse vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 13

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 14 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE Figuur 3a (links): Tijd besteed aan verplichtingen (onderwijs, betaald werk, huishouden en zorg voor kinderen) naar geslacht in Nederland en Spanje, bevolking 20-64 jaar (in uren:minuten per dag) Figuur 3b (rechts): Idem, ouders jongste kind 0-17 jaar (in uren:minuten per dag) Bron: Nederland: SCP (TBO 06/EU); Spanje: HETUS Figuur 3a bewerkt uit Cloïn et al. 2011: 61. Figuur 3b bewerkt uit Cloïn et al. 2011: 63 moeders. Ook Spaanse vaders zijn drukker dan Nederlandse vaders, maar het verschil tussen hen is een stuk kleiner (Figuur 3b). Ten slotte valt bij het vergelijken van de mannen en vrouwen met en zonder kinderen (Figuur 3a en 3b) op dat het hebben van kinderen een extra tijdsbeslag legt op de dag. Mensen met kinderen besteden per dag meer tijd aan verplichtingen dan mensen zonder kinderen; ze zijn drukker. In de volgende paragrafen kijken we niet naar de totale tijd besteed aan verplichtingen, maar richten we onze aandacht achtereenvolgens op betaald werk, huishouden en zorg voor kinderen. Betaald werk In tabel 3 wordt de gemiddelde tijd besteed aan betaald werk op een doordeweekse dag weergegeven voor mannen en vrouwen. Nederlanders besteden op een doordeweekse dag 14 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 15 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK beduidend minder tijd aan betaald werk dan de Spanjaarden; ruim 3 uur versus ruim 3,5 uur. Omdat dit de gemiddelde tijdsbesteding van de bevolking van 20-64 jaar is, en dus ook gaat over bijvoorbeeld arbeidsongeschikten en werklozen, zegt het nog niets over de tijd die mensen die werken aan het werk besteed hebben. Nederlandse vrouwen die werken, werken gemiddeld ruim 6 uur per dag. Nederlandse mannen werken bijna 8 uur per dag. Ook hier zien we dat Spanjaarden meer uren aan het werk besteden: vrouwen bijna 7 uur en mannen ruim 8,5 uur per dag (zie tabel 3). Tabel 3: Tijd besteed aan betaald werk op een doordeweekse dag naar geslacht, bevolking van 20-64 jaar oud (in uren:minuten per dag) Nederland Spanje Tijdsbesteding 3:03 3:39 tijdsbesteding deelnemers Vrouwen 6:12 6:58 Mannen 7:50 8:37 Bron: Cloïn 2011 (Nederland: SCP (TBO 06/EU); andere landen: HETUS) Alhoewel 77% van de bevolking in Nederland werkt (Eurofound 2009; tabel 4), maken zij relatief weinig uren; dit komt door het korte werkuren model in Nederland (Messenger 2007). Bovendien werken in Nederland veel mensen, vooral vrouwen, parttime (zie tabel 4). Parttime werken wordt gezien als een ideale manier om werk en verzorgende taken te combineren en via de wetgeving heeft de overheid er in Nederland voor gezorgd dat het volwaardige arbeid betreft. Dit is één van de verklaringen voor de hoge arbeidsdeelname van vrouwen, maar het relatief lage aantal werkuren in Nederland (Portegijs en Keuzenkamp 2008). In Spanje ligt de arbeidsparticipatie met 66% lager dan in Nederland (Eurofound 2009; tabel 4), desondanks wordt er gemiddeld meer tijd besteed aan betaald werk. Dit betekent dat de mensen die werken, gemiddeld lange dagen maken. Parttime werk komt in Spanje veel minder voor (Greenan et al. 2007; Eurofound 2009; zie tabel 4). Slechts 11% van de mensen met een baan werkt parttime; onder mannen is dit nog zeldzamer (4%) dan onder vrouwen (22%). De lagere arbeidsmarktparticipatie van Spaanse vrouwen ten opzichte van Nederlandse (55% versus 70%) kan betekenen dat meer koppels de traditionele taakverdeling hanteren: vrouwen richten zich voornamelijk op het gezin en huishouden en mannen op betaald werk. Enkele verklaringen hiervoor zijn dat het in Zuid-Europa ontbreekt aan voorzieningen om arbeid en zorg te combineren - de relatief beperkte verlofmogelijkheden en kinderopvangvoorzieningen - (Del Boca et al. 2008 in: Cloïn et al. 2011), en de heersende culturele waarden en genderrolopvattingen. Tabel 4: Arbeidsparticipatie en deeltijdparticipatie naar geslacht (in procenten) Arbeids- Deeltijd- Arbeids- Deeltijd- Arbeids- Deeltijdparticipatie participatie participatie participatie participatie participatie mannen mannen vrouwen vrouwen Nederland 77 46 83 23 70 75 Spanje 66 11 77 4 55 22 Bron: Eurofound 2009: 23 vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 15

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 16 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE Huishoudelijke taken De totale tijd besteed aan huishoudelijke taken kan in verband gebracht worden met de economische situatie: in economisch welgestelde landen besteden mensen minder tijd aan huishoudelijke taken (Knudsen en Waerness 2008). In Europa is Nederland één van de landen waarin men het minste tijd besteedt aan het huishouden. Wanneer men kijkt naar de genderverschillen, blijkt dat zowel in Nederland als in Spanje vrouwen veel meer tijd aan huishoudelijke taken besteden dan mannen (tabel 5, zie ook Figuur 3a). In Nederland nemen vrouwen twee derde van de huishoudtijd voor hun rekening. De verdeling van huishoudelijke taken in Spanje is een stuk ongelijker en één van de meest ongelijke in Europa. Vrouwen nemen driekwart van het huishouden voor hun rekening. Alleen in Italië is de genderongelijkheid in het huishouden nog groter. Wederom zullen de traditionelere rolopvattingen over wie de verantwoordelijkheid voor zorg- en huishoudelijke taken draagt hieraan ten grondslag liggen (Sevilla-Sanz et al. 2010). Naast een gebrek aan normatieve druk, is er in Spanje ook beleidsmatig minder stimulans voor mannen om taken thuis voor hun rekening te nemen (Gershuny 2000; Pascall en Lewis 2004 in: Cloïn et al. 2011; Duyvendak en Stavenuiter 2004;). Een ander aspect dat van invloed kan zijn op de verdeling van huishoudelijke taken tussen mannen en vrouwen is de arbeidsparticipatie van vrouwen. Naarmate deze hoger is, is de verdeling tussen mannen en vrouwen meer gelijk (Cloïn et al. 2011). De arbeidsparticipatie van vrouwen in Spanje is inderdaad beduidend lager dan die van vrouwen in Nederland (tabel 4). We kunnen helaas geen uitspraken doen over het niveau van de functies; misschien zijn de Spaanse vrouwen die werken gemiddeld hoger opgeleid, bekleden zij hogere functies, en is er bij hen thuis een betere rolverdeling wat betreft huishoudelijke taken en zorgtaken. Tabel 5: Tijd besteed aan huishoudelijke taken naar geslacht, bevolking van 20-64 jaar oud (in uren:minuten per dag) (op gemiddelde doordeweekse en weekenddag) Nederland Spanje Tijdsbesteding 2:45 2:57 Vrouwen 3:27 4:25 Mannen 1:57 1:25 Bron: Cloïn 2011 (Nederland: SCP (TBO 06/EU); andere landen: HETUS) Zorg voor de kinderen Een laatste categorie van tijdsbestedingen die we in het kader van de werk-privé balans behandelen is de zorg voor kinderen. Kinderverzorging wordt in Hetus gedefinieerd als fysieke verzorging, toezicht op het kind en leren, lezen en praten met het kind. Gemiddeld besteden ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 17 jaar in Nederland en Spanje evenveel tijd aan kinderverzorging (tabel 6). Net als bij huishoudelijke taken besteden moeders meer tijd aan zorg voor de kinderen dan vaders (zie ook Figuur 3b). Dit kan wederom worden toegeschreven aan de traditionele verdeling van zorgtaken (huishouden dan wel kinderen). De verhouding is echter minder scheef dan voor huishoudelijke taken. Nederlandse vrouwen nemen ongeveer 60% van de zorg voor hun rekening, Spaanse vrouwen ongeveer 70%. De nadruk in Spanje op familiaire zorg zorgt ervoor dat moeders meer tijd aan hun kinderen besteden dan moeders in Nederland (Cloïn et al. 2011). Dat er in Nederland, ondanks de lage score op de dimensie masculiniteit geen sprake is van een 50-50 verdeling van huishoudelijke en zorgtaken tussen mannen en vrouwen kan samenhangen met de keuze van Nederlandse vrouwen voor een deeltijdbaan. 16 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 17 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK Tabel 6: Tijd besteed aan kinderverzorging verdeeld naar geslacht, ouders met kinderen van 0-17 jaar oud (in uren:minuten per dag) Nederland Spanje Tijdsbesteding 1:04 1:05 vrouwen 1:18 1:31 Mannen 0:49 0:37 Bron: Cloïn 2011 (Nederland: SCP (TBO 06/EU); andere landen: HETUS) 6 Vrije tijd en tijdsdruk Dat Nederlanders minder tijd aan verplichtingen besteden dan Spanjaarden, betekent niet automatisch dat Nederlanders meer vrije tijd hebben. Volgens de Hetus richtlijnen is de vrije tijd de tijd die over is na het aftrekken van het aantal uren dat gespendeerd wordt aan verplichtingen, persoonlijke verzorging (zoals slapen en eten) en mobiliteit (Goodin et al. 2005; Cloïn et al. 2011). Activiteiten die in deze definitie onder vrije tijd vallen, zijn bijvoorbeeld sociale contacten, informele hulp, vrijwilligerswerk, cultuur, sport, recreatie, hobby s, mediagebruik en uitrusten. Het blijkt inderdaad zo te zijn dat ondanks het feit dat Nederlanders in Europa de minste tijd aan verplichtingen besteden, zij ten opzichte van andere Europese inwoners niet de meeste vrije tijd hebben. De inwoners van Noorwegen, België, Duitsland en Finland hebben meer vrije tijd tot hun beschikking. Nederlanders hebben wel meer vrije tijd dan Spanjaarden (5:24 uur per dag versus 4:51 uur per dag). De Hetus definitie van vrije tijd is mogelijk niet geheel in lijn met wat mensen zelf onder vrije tijd verstaan. Het zorgen voor je zieke of gehandicapte partner, ouders of andere familieleden (informele zorg) valt in Hetus onder vrije tijd. De vraag is of de hulpverlener het ook als vrije tijd ervaart. Deze vrijetijds besteding kan een gevoel van druk of verplichting opleveren. In lijn met de verwachting zien we dat Spanjaarden gemiddeld 12 uur per week aan de zorg voor ouderen of gehandicapten besteden, ten opzichte van 7 uur die Nederlanders daaraan besteden (Eurofound 2012). Er is dus voor Spanjaarden in sterkere mate dan voor Nederlanders sprake van verborgen verplichtingen in de vrije tijd. Het is de vraag of activiteiten die tot de vrije tijd gerekend worden ook daadwerkelijk als vrij beschouwd worden, en bijdragen aan het verlagen van de tijdsdruk. Bovendien is het meten van het aantal uren vrije tijd slechts één manier om een indruk te krijgen van tijdsdruk. Daarnaast zijn er het ervaren gevoel van gejaagdheid, het gevoel tekort te komen op het werk of privé, en de tevredenheid met de balans tussen werk en privé. Gelukkig voelen de meeste mensen, zowel in Nederland als in Spanje, zich niet gejaagd op de dag dat ze voor het Hetus onderzoek hun dagboek bijhielden. Het is wel zo dat iets meer vrouwen dan mannen in Spanje zich gejaagd voelen (Figuur 4). Eén van de aspecten in het Quality of Life Survey is Moeite de balans vinden tussen werk en het gezinsleven. In Nederland ervaart 5% van de mensen zowel op het werk als privé stress, 46% op één van deze terreinen en 49% ervaart geen of slechts een klein conflict tussen werk en privé. Hiermee staat Nederland het minst onder tijdsdruk van alle Europese landen. In Spanje ervaart 21% zowel thuis als op het werk druk, 51% ervaart druk of op het werk of vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 17

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 18 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE thuis, en slechts 28% rapporteert geen of klein conflict (Eurofound 2012). Nederland scoort hier duidelijk beter op dan Spanje, waaruit blijkt dat Spanjaarden meer moeite hebben om werk en het gezinsleven te combineren. Voor beide landen geldt dat werk meer het gezinsleven verstoort, dan dat het gezinsleven werk verstoort (tabel 7). Voor beide landen is het vooral moeilijk om nog huishoudelijke taken te doen en familie verantwoordelijkheden te vervullen door de moeheid door werk, terwijl moeite om te concentreren op werk door familie verantwoordelijkheden in beide landen het minst voorkomt. Terwijl in Nederland de werk-privé balans tussen 2009 en 2012 verbeterd is, is deze in Spanje verslechterd (tabel 7). Het aandeel werknemers met een onbevredigende balans tussen werk en het gezinsleven varieert van 1 op de 10 werknemers in Nederland tot meer dan 1 op de 3 werknemers in Spanje (Eurofound 2009). Figuur 4: Gevoelens van gejaagdheid naar geslacht in Nederland en Spanje, bevolking 20-64 jaar (in procenten) Bron: Nederland: SCP (TBO 06/EU); Spanje: Hetus. Figuur bewerkt uit Cloïn et al. 2011: 65. 18 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 19 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK Tabel 7: Balans tussen werk en gezinsleven (in procenten) Te moe door Moeite om familie- Moeite om te werk om nog verantwoordelijk- concentreren op huishoudelijke heden te vervullen werk door familievertaken te doen door werk antwoordelijkheden 2009 2012 2009 2012 2009 2012 Nederland 37 36 29 18 6 6 Spanje 57 69 38 41 16 21 Bron: Eurofound 2009: 27. Eurofound 2012: 63 Een ander aspect van tijdsdruk is het ervaren van tijdtekort voor alledaagse activiteiten (zie tabel 8). Meer Nederlanders dan Spanjaarden zijn van mening dat ze te weinig tijd hebben voor contact met gezinsleden en voor andere sociale contacten. Mogelijk bestaat dat gevoel sterker onder Nederlanders dan onder Spanjaarden, omdat Spanjaarden meer contact hebben met hun familie; de tijd die men in de vrije tijd met de familie doorbrengt kan voor hen zelfs een bron van het ervaren tijdtekort zijn. Het tijdtekort voor eigen hobby s en interesses is in Spanje vergelijkbaar met Nederland. In Spanje vinden meer mensen dat ze te weinig tijd hebben voor vrijwilligerswerk of politieke activiteiten. Er bestaat een groot verschil tussen mannen en vrouwen in Spanje wat betreft een tekort aan sociale contacten buiten het eigen gezin; 38% van de vrouwen wil daar meer tijd voor, tegenover 25% van de mannen. In beide landen komen vrouwen naar eigen zeggen minder dan mannen toe aan hun eigen hobby s en aan vrijwilligerswerk. Tabel 8: Te weinig tijd voor contact met gezinsleden, ander sociaal contact, hobby s/interesses, vrijwilligerswerk/politieke activiteiten, onder hen met een baan, in Nederland en Spanje. (in procenten) Contact met Ander sociaal Eigen hobbies/ Vrijwilligerswerk/ gezinsleden contact interesses politieke activiteiten Mannen-Vrouwen Mannen-Vrouwen Mannen-Vrouwen Mannen-Vrouwen Nederland 37 36 46 42 44 51 35 43 Spanje 22 25 25 38 44 56 52 63 Bron: Eurofound 2009: 28 7 Conclusie en discussie Wie zijn er nou objectief gezien drukker? De Nederlanders of de Spanjaarden? En wie voelen zich drukker? Lopen de objectieve en subjectieve tijdsdruk uiteen, of hangen ze samen? Deze vragen kunnen we nu beantwoorden. Spanjaarden zijn drukker dan Nederlanders. Zij zijn meer tijd kwijt aan verplichtingen, en hebben minder vrije tijd tot hun beschikking. Vooral Spaanse moeders van kinderen in de leeftijd 0-17 jaar zijn druk. In Nederland is de arbeidsmarktparticipatie wel hoger, maar wordt minder uren gewerkt. Ondanks decennia van emancipatie werken mannen nog altijd meer uren dan vrouwen en besteden vrouwen meer tijd aan huishoudelijke taken en zorg voor de vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 19

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 20 DRUK? OF DRUKTEMAKERS? TIJDSBESTEDING EN TIJDSDRUK IN NEDERLAND EN SPANJE kinderen. Het verschil tussen mannen en vrouwen is in Nederland een stuk kleiner dan in Spanje. Navenant het drukkere tijdsbestedingspatroon voelen Spanjaarden zich meer gejaagd dan Nederlanders. Spanjaarden ervaren meer problemen om een balans te vinden tussen werk en privé dan Nederlanders. Bovendien is de werk-privé balans in Spanje de laatste jaren verslechterd, terwijl deze in Nederland juist verbeterd is. We kunnen concluderen: wie drukker is voelt zich ook drukker. Indien specifiek gevraagd wordt naar het ervaren tijdtekort voor verschillende activiteiten, blijkt dat Nederlanders meer dan Spanjaarden een tekort aan sociale contacten ervaren, terwijl Spanjaarden juist van mening zijn dat ze te weinig tijd hebben voor vrijwilligerswerk en politieke activiteiten. Opvallend is dat Nederlandse vrouwen, ondanks dat ze de minste verplichtingen hebben, van mening zijn dat ze te weinig tijd hebben voor hun hobby s, interesses en vrijwilligerswerk. Zou het komen omdat het hebben van voldoende vrije tijd essentieel is voor Nederlanders? We hebben in het artikel laten zien dat zowel persoonlijke factoren - zoals geslacht, het hebben van een baan, en het aantal kinderen -, als maatschappelijke factoren - zoals collectieve waarden, genderrolopvattingen, economische situatie en overheidsbeleid-, van invloed zijn op de tijdsbesteding en tijdsdruk. Onder invloed van de Europese Unie en meer gelijke regels en voorzieningen in Europese landen zou de invloed van maatschappelijke factoren kunnen afnemen. Maar verandering gaat traag - genderrolopvattingen en collectieve waarden zijn behoorlijk robuust. Literatuur Bluedorn, A.C. (2002) The Human Organization of Time. Stanford, CA: Stanford University Press. Boelhouwer, J. (2011) Leefsituatie, geluk en kwaliteit van leven. In: Eds. Bijl, R., J. Boelhouwer, M. Cloïn & E. Pommer (2011). De sociale staat van Nederland. P: 307-331. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Breedveld, K. & A. van den Broek (2001) Trends in de tijd. Een schets van recente ontwikkelingen in tijdsbesteding en tijdsordening. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Breedveld, K., A. van den Broek, J. de Haan, L. Harms, F. Huysmans & E. van Ingen (2006) De tijd als spiegel. Hoe Nederlanders hun tijd besteden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Cloïn, M., C. Kamphuis, M. Schols, A. Tiessen-Raaphorst & D. Verbeek (2011) Nederland in een dag. Tijdsbesteding in Nederland vergeleken met die in vijftien andere Europese landen.. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Commissie Arbeidsparticipatie (2008) Naar een toekomst die werkt. Advies Commissie Arbeidsparticipatie. 16 juni 2008. Duyvendak, W. & M. Stavenuiter (eds.) (2004) Working Fathers, Caring Men. Den Haag, Utrecht: Ministry of Employment and Social Affairs, Verwey-Jonker Institute. Eurofound (2009) Second European Quality of Life Surveu. Overview. Publications Office of the European Union, Luxembourg. Eurofound (2012) Third European Quality of Life Survey - Quality of life in Europe: Impacts of the crisis. Publications Office of the European Union, Luxembourg. European Communities (2003) Time use at different stages of life. Results from 13 European countries. Working papers and studies. July 2003. European Communities (2005) Comparable time use statistics. National tables from 10 European countries. Working papers and studies. February 2005. 20 I vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013

VTS 3102 def_binnenvts25-1.xpr 30-06-13 00:32 Pagina 21 SUZANNE WETZELS EN DESIRÉE VERBEEK European Commission (2010) Europe 2020: A strategy for smart, sustainable and inclusive growth, COM (2010) 2020 final, Brussels. March 2010. Eurostat (2012). European Statistics. Luxemburg: Publications office of the European Union. Goodin, E., J.M. Rice, M. Bittman & P. Saunders (2005) The Time-pressure Illusion: Discretionary Time vs. Free Time. Social Indicators Research, 73: 43 70. Greenan, N., E. Kalugina, E. Walkowiak (2007) The Transformation of Work? Trends in Work Organisation. Leuven: HIVA, K.U. Leuven (Worksreport D9.2.2). Hochschild, A.R. (1996) The Time Bind: When Work Becomes Home and Home Becomes Work. Getting Started in Sociology, 3 rd edition, 77-83. Hofstede, G. (1980) Culture s consequences: International differences in work-related values. Beverly Hills, CA: Sage. Hofstede, G. (2001) Cultures consequences: Comparing values, behaviors, institutions and organizations across nations (2nd ed.). Thousand Oaks, CA: Sage. Knudsen, K. & K. Waerness (2008) National Context and Spouses Housework in 34 countries. European Sociological Review, 24(1), 97-113. Lippe, T., van der (2007) Dutch Workers and Time Pressure: Household and Workplace Characteristics. Work, Employment & Society,21(4), 693-711. Messenger, J.C. (2007) Working time and workers preferences in industrialized countries: finding a balance. Geneva: International Labour Office. OECD (2011) How s life? Measuring well-being. Paris: Organisation for Economic Co-operation and Development. Portegijs, W. & S. Keuzenkamp (2008). Nederland deeltijdland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Robinson, J.P. & G. Godbey (2005) Busyness as Usual. Social Research,72(2), 407-426. Sevilla-Sanz, Almudena, Gimenez-Nadal & Fernandez (2010) Gender Roles and the Division of Unpaid Work in Spanish Households. Feminist Economics, 16(4), 137-184. Sullivan, O. & J. Gershuny (2001) Cross-national Changes in Time-use: Some Sociological (Hi)stories Reexamined. The British Journal of Sociology, 52: 331-347. Websites geert-hofstede.com oecdbetterlifeindex.org https://www.h2.scb.se/tus/tus/default.htm vrijetijdstudies nummer 2, jaargang 31, 2013 I 21