20. ZWART PUNT IN DE GELUIDSOMGEVING DIAGNOSE EN ANALYSE

Vergelijkbare documenten
12. AKOESTISCHE GEVOLGEN VAN DE HERINRICHTING VAN DE

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

18. HORECA EN GELUIDSHINDER

46. BLOOTSTELLING VAN DE BRUSSELSE BEVOLKING AAN HET

Algemene beschrijving

Synthesenota. Leefmilieu Brussel - augustus 2015

16. WERVEN EN GELUIDSHINDER

13. STEDENBOUW EN LAWAAIVERSPREIDING : HET GEVAL VAN BEAULIEU

Jeroen Lavrijsen Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

47. KADASTER VAN HET GLOBALE VERKEERSGELUID (MULTI BLOOTSTELLING) IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

HOOFDSTUK VI: LAWAAI. Krachtlijnen. Prioritaire acties. Inleiding. Toezien op een goede kwaliteit van de geluidsomgeving voor allen

38. ZONDER AUTOMOBIEL IN DE STAD! : METINGEN EN

17. DE PROCEDURE VAN DE EFFECTENSTUDIE (GELUIDSASPECTEN)

MOBIEL NETWERK VOOR GELUIDSMETINGEN

7. BLOOTSTELLING VAN DE BRUSSELSE BEVOLKING AAN HET

Lden. Multi-blootstellingskaart. Carte de multi-exposition

Lden. Année Global - Indicateur global. Jaar Globale - Globale indicator. Lden. Niveau moyen annuel Gemiddeld jaarniveau

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN. Hoe lawaai afkomstig van technische installaties beperken? Inleiding en context. Seminarie Duurzaam bouwen.

11 JULI 2011 Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

45. KADASTER VAN HET VLIEGTUIGLAWAAI JAAR 2006

Inhoudstafel. Voorwoord 5 Brussel en duurzame ontwikkeling 6. Socio-economische factoren 8. Bodemgebruik en stedelijke landschappen 12

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

2. AKOESTISCHE BEGRIPPEN EN HINDERINDICES

Toespraak Evelyne Huytebroeck Geluidskadaster voor vliegtuigen

41. INDEXEN VOOR DE LUCHTKWALITEIT IN BRUSSEL

WAAROM DIT ONDERWERP?

Evaluatie van de milieucapaciteit

VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE BODEMSANERING.

41. BRUSSELS WETTELIJK KADER INZAKE GELUIDSHINDER

SOBANE methoden: Lawaai NIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise

14. VERWARMING, VERLUCHTING, AIRCONDITIONING EN GELUID

ZWARTE PUNTEN VAN GELUIDSHINDER EN ARTIKEL 10 VASTSTELLINGEN. Geluidsplan

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

STRATEGISCHE GELUIDSBELASTINGKAARTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Resultaten van de geluidsmeetcampagnes met betrekking tot de actie "zonder auto mobiel in de stad"

40. GELUIDSMETINGEN VAN DE MEETSTATIONS IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST : ENKELE VOORBEELDEN VAN ANALYSES

Brussel, 10 september _Advies_GEN_overeenkomst. Advies. Over voorontwerpdecreet ter instemming met de overeenkomst over het GEN Brussel

Stedelijk geluidsactieplan Antwerpen. Rebecca Beeckman Energie en Milieu stad Antwerpen,

Opleiding voor een ecologische keuze van bouwmaterialen

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE

21. GELUIDSHINDER DOOR VERKEER AAN DE KRUIDTUIN

43. KADASTER VAN HET GELUID AFKOMSTIG VAN TRAMS EN

27. PUBLIEK BUSSENPARK EN GELUIDSHINDER

Functiefamilie ET Thematische experten

Voornaamste projecten van de MIVB op het grondgebied van de gemeente SCHAARBEEK voor de periode

Vademecum voor geluidsoverlast in de scholen

MILIEUVERGUNNINGEN IN BRUSSEL :

VOLUME I VADEMECUM VOOR WEGVERKEERSLAWAAI IN DE STAD. Voorbeelden uit de Brusselse en Europese contekst

Inspiratiecolloquium : De toegankelijkheid van het openbaar vervoernet

Aanbeveling. Rechtszeker en stabiel kader. Brussel, 10 januari VLC_ADV_ _Rechtszeker_ stabiel kader_versietf

SurroundConsult. EU-richtlijn omgevingslawaai Geluidskaarten gemeente Breda

33. DE ATMOSFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN DE SPECIFIEKE

artikel SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL

Lawaai om de Middenvijver

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Beleid wegverkeerslawaai AWV

47. SCOREBORD VAN MILIEU-INDICATOREN VOOR DUURZAME

30. ATMOPFERISCHE EMISSIES TENGEVOLGE VAN HET ENERGIEVERBRUIK

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN HET STADSLAWAAI IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Regulering muziekactiviteiten

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie houdende de oprichting van een «stedelijke vrijhandelszone» 17 april 2013

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

38. ZONDER AUTOMOBIEL IN DE STAD! : METINGEN EN

DE STRIJD TEGEN GELUIDSHINDER IN EEN STEDELIJKE OMGEVING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring

ADVIES. Ontwerp van gewestelijk natuurplan voor Brussel. 11 april 2014

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

INTELLECTUAL OUTPUT 6

Reglement betreffende de erkenning voor autodeelorganisaties

HOOFDSTUK I ALGEMEEN HOOFDSTUK II GEZAMENLIJKE BEPALINGEN VOOR ALLE OPENBARE ONDERZOEKEN

Parkeerproblematiek Vrachtwagens. Raf Venken

PREVENTIE EN BESTRIJDING VAN HET STADSLAWAAI IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Functiefamilie MI Bemiddelaars

Ontwerp voor het gewestelijk plan voor de preventie en de bestrijding van geluidshinder in een stedelijke omgeving

REGELGEVING VOOR GELUID

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

3. BEGROENINGSGRADEN EN GROENE RUIMTEN

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer. Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2;

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Laagfrequent geluidshinder klacht woning Losser

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Utrecht brengt geluid in kaart

ADVIES DR

1. Geluidsbronnen verbonden aan het busverkeer

ADVIES 2 A Integratie van de genderdimensie

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

Transcriptie:

20. ZWART PUNT IN DE GELUIDSOMGEVING DIAGNOSE EN ANALYSE 1.Het begrip "zwart punt in de geluidsomgeving" Er bestaat geen duidelijke definitie van wat een zwart punt in de geluidsomgeving is. Het is een plaats in een woon- of activiteitszone waar de geluidssituatie als hinderlijk wordt ervaren. Een "zwart punt in de geluidsomgeving" komt overeen met een geografisch afgebakend gebied in een woonzone of een zone waar menselijke activiteit heerst. De omvang van een zwart punt (het hindergebied) hangt hoofdzakelijk af van de ligging ervan. Dit gebied varieert van plaats tot plaats. Voor de afbakening moet echter rekening worden gehouden met alle manieren waarop het lawaai zich verspreidt en meer in het bijzonder alle oppervlakken waarop het lawaai kan weerkaatsen; Het geluidsniveau lijkt er hoog, is moeilijk te verdragen en veroorzaakt een buitensporige hinder voor de bewoners; Verschillende criteria kunnen op het bestaan van een zwart punt wijzen: opvallend veel klachten, blootstellingstijd voor de bevolking, dringend karakter, hoge geluidsniveaus, enz.; Als het betreffende gebied afgebakend is, kan de omvang en de dringendheid van een saneringsoperatie beoordeeld worden, rekening houdend met het aantal mensen dat hinder ondervindt en het aantal woningen dat blootgesteld is; Vaak is er sprake van een concentratie van geluidsbronnen. Alle geluidsbronnen kunnen aan de basis van het probleem liggen, maar het vaakst zijn zwarte punten plaatsen waar het lawaai structureel verbonden is met de stedelijke omgeving. Een voorbeeld hiervan is het lawaai van het weg-, lucht- en spoorwegverkeer; De verantwoordelijke(n) is (zijn) meestal moeilijk te identificeren of het is moeilijk om individuen verantwoordelijk te stellen (individuele autobestuurders zijn bijvoorbeeld niet verantwoordelijk voor het lawaai van het wegverkeer). In Frankrijk werden na de inwerkingtreding van de Geluidswet (besluit van 30 mei 1996) officieel 2.600 zwarte punten in de geluidsomgeving door het verkeer geteld. Het gaat om objectieve situaties waarin sprake is van blootstelling aan door het verkeer veroorzaakt lawaai dat de drempel van 65 db(a) overdag en 55 db(a) 's nachts overschrijdt (Ciattoni 1997, Conseil Economique et Social 1998). Dankzij een inventarisering van de zwarte punten kan er bij allerhande infrastructuurwerken rekening worden gehouden met een aantal criteria voor de sanering van de geluidsomgeving, terwijl bouwoperatoren op deze manier de vereiste geluidsisolatie kunnen aanbrengen in nieuwe gebouwen zodat de toekomstige bewoners beschermd zijn tegen de geluidshinder. Een evaluatie van de gevolgen hiervan op de klassering van de bestaande infrastructuren, wijst uit dat tegen eind 1998 zo'n 70% van het Franse nationale wegennet als "zwart punt" geklasseerd zal moeten worden, net als 100% van het spoorwegnet (Soulage 1998). 2. De sanering van een zwart punt in de geluidsomgeving.2.1.de doelstellingen Het is niet de bedoeling dat het geluid wordt vervangen door stilte. Geluid maakt deel uit van het stadsleven. Het is wel de bedoeling het omgevingsgeluid tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, rekening houdend met de gevolgen van lawaai voor de gezondheid enerzijds en met de vermenging van de verschillende functies van een stad anderzijds..2.2.methodologie Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 1 / 9

De sanering van een zwart punt verloopt in verschillende etappes: geïntegreerde diagnose en analyse, voorstelling van oplossingen, uitvoering en evaluatie. De analyse- en diagnosefase vormt een instrument voor hulp bij de besluitvorming. Het lawaai wordt in aanmerking genomen, maar ook de relaties tussen het lawaai en andere milieuproblemen (lucht, afval, water, ). Bovendien vereist deze procedure de actieve deelname van alle actoren die betrokken zijn bij alle fasen van het proces. Deze participatieve manier van werken waarborgt een maximale doeltreffendheid, zowel bij de diagnosestelling als bij de uitwerking van oplossingen voor het probleem. Deze systematische procedure is belangrijk omdat ze een beknopt, leesbaar en volledig verslag oplevert. We onderscheiden de volgende stappen: 1. identificatie van het zwart punt 2. contact met de betrokken actoren 3. diagnose en analyse vaststelling van de geluidssituatie analyse van de toestand en de beperkingen verzamelen van informatie over de hinder modellering van de huidige situatie (in complexe gevallen) 4. identificatie van de mogelijke oplossingen 5. beslissing overzicht van de oplossingen identificatie van de beste oplossingen modellering van de geïdentificeerde oplossingen (in complexe gevallen) evaluatie van de uitvoering 6. uitvoering van de gekozen oplossing 7. evaluatie van de verbetering van de geluidsomgeving 8. enquête over de tevredenheid van de omwonenden.2.2.1. Identificatie van het zwart punt Een zwart punt in de geluidsomgeving kan op 2 manieren geïdentificeerd worden: vaststelling van een grote hoeveelheid klachten wegens hinder, die tot uiting komen via enquêtes of petities en die verband houden met een geluidsbron die niet binnen het toepassingsgebied van een norm valt (zie fiche 36. Analyse en behandeling van de klachten betreffende); identificatie, door middel van een kadaster of door het samenbrengen van verschillende specifieke kadasters, van zones met een concentratie van geluidsbronnen of met een overdreven geluidsniveau in een woon- of activiteitsgebied..2.2.2. Contact met de betrokken actoren De actoren die bij een zwart punt betrokken zijn, kunnen in verschillende categorieën ingedeeld worden naargelang van hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden wat betreft het bestudeerde probleem. Deze actoren kunnen vanaf het begin bij de procedure worden betrokken. Dankzij hun medewerking is het mogelijk om toegang te krijgen tot de nodige informatie over het terrein en om de objectieve en subjectieve aspecten van de aangeklaagde hinder te identificeren, terwijl de conflicten en tegenstand in verband met emotionele of affectieve aspecten die de procedure zouden kunnen verlammen, uit de weg geruimd kunnen worden. Door de actoren in kaart te brengen, ontstaat een duidelijk beeld van de betrokken actoren en hun bevoegdheden, net als van hun onderlinge relaties. Transparantie omtrent ieders belang bevordert Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 2 / 9

bijvoorbeeld de coördinatie van de relaties tussen de verschillende actoren. De kaart is gebaseerd op de volgende indeling: de informatieverstrekkers beschikken over de gegevens; de belangengroepen dragen bij tot de bewustmaking van het publiek en de gebruikers; de ontwerpers creëren de oplossingen; de besluitnemers die verantwoordelijk zijn voor de site, nemen de beslissingen; de uitvoerders voeren de gekozen oplossing of aanpassingen uit of laten ze uitvoeren. De contacten verlopen parallel. De informatieverstrekkers en de belangengroepen zijn het belangrijkst bij de vaststelling van de bestaande toestand. Het contact met de ontwerpers en de uitvoerders leidt tot een reeks voorstellen voor oplossingen. De besluitnemers moeten vanaf het begin bij de procedure betrokken worden en meewerken aan het vaststellen van de bestaande toestand, het ontwerpen van de oplossingen en het analyseren ervan. Zij zijn prioritair op het vlak van de besluitvorming. De uitvoerders gaan aan de slag nadat er een oplossing gekozen is, maar het is van het grootste belang dat ze vanaf het begin bij de procedure worden betrokken opdat ze overtuigd zouden zijn van het belang van het project en erachter staan. Tenslotte worden de verschillende groepen betrokken bij de evaluatie van de nieuwe geluidssituatie en van de tevredenheid van de omwonenden..2.2.3. Diagnose en analyse Deze fase is gericht op het verwerven en verwerken van de informatie en de gegevens om een objectief beeld van de situatie te schetsen en een officieel verslag op te stellen. De gegevens die nodig zijn voor de diagnose en de analyse van het zwart punt, zijn afkomstig van: de vaststelling van de geluidssituatie, de evaluatie van de beginsituatie via een meetcampagne. De voornaamste geluidsbronnen worden geïdentificeerd en gerelateerd aan de topografie van de plaats, de lokale context, het gebruik en de functies van het terrein. Afgezien van de geluidsmetingen wordt ook werk gemaakt van het opsporen, meten en tellen van lawaaierige activiteiten (bijvoorbeeld verkeersdrukte); de analyse van de toestand en de beperkingen; de resultaten worden vergeleken met de aanbevolen normen en waarden (van de WGO bijvoorbeeld) naar gelang het gebruik van het terrein en de gezondheid van de mens. De identificatie van de technische beperkingen is bijzonder belangrijk voor de evaluatie van de oplossingen; het verzamelen van informatie over de hinderfactoren, Een enquête onder de omwonenden die hinder ondervinden, levert een precieze identificatie van de hinderfactoren op (achtergrondgeluid, pieken, bussen, ). De sanering moet beantwoorden aan een duidelijk geïdentificeerde verwachting; de modellering van de huidige situatie (in de complexe gevallen). Een wiskundig model van het bestudeerde terrein omvat de parameters die verband houden met de geluidsbronnen en hun kenmerken. Het model vormt een "geluidsfoto" van het zwart punt, gebaseerd op de meetresultaten. Het kan gebruikt worden als referentie-instrument voor het testen en simuleren van de oplossingen. De verwerking van de gegevens houdt in dat deze door een reeks "filters" gehaald worden zodat een beeld kan worden gevormd van de fysieke werkelijkheid en van de voorstellingen en verwachtingen van de actoren. De procedure voorziet een verplichte beschrijving van alle situaties waarmee rekening dient te worden gehouden bij het nemen van de beslissing. Deze "filters" worden vertaald in een aantal specifieke kaarten die een samenvattende plaatsbeschrijving vormen. De specifieke kaarten zijn de volgende: plaatsbepaling van het zwarte punt; technische parameters; geluidsniveaus; verkeer; met elkaar verbonden milieucriteria, zoals luchtkwaliteit, water, bodem, microklimaat, biodiversiteit, Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 3 / 9

afval (facultatief); visuele parameters en landschapsparameters; sociale parameters. Aan de hand van een synthese van deze informatie kunnen de belangrijkste gegevens uit het geheel worden gelicht. Dit leidt tot een globale analyse van de situatie waarin zowel de technische, objectieve als subjectieve aspecten opgenomen zijn, terwijl ook de te verhelpen lacunes aan het licht worden gebracht. De kaarten, waarvan gebruik wordt gemaakt voor de voorstelling van de informatie, vormen een systematisch en samenvattend instrument dat toegankelijk is voor alle bij het probleem betrokken partners. Met deze kaarten kunnen het probleem en de bijbehorende moeilijkheden snel en volledig geïdentificeerd worden. De kaarten kunnen verspreid worden, ze kunnen tijdens beraadslagingen als illustratiemateriaal aangewend worden en ze kunnen worden gebruikt tijdens het zoeken naar oplossingen, bij de onderhandelingen en op het ogenblik van de besluitvorming..2.2.4. Identificatie van de mogelijke oplossingen Het zoeken naar oplossingen gebeurt in samenspraak met alle actoren op basis van het overzicht van de geïdentificeerde verwachtingen. Het zoeken naar oplossingen verloopt in verschillende fasen. Er moet in de eerste plaats gezocht worden naar alle mogelijke oplossingen waarna er een overzicht opgesteld wordt met een beschrijving van elke oplossing. Bij een eerste selectie worden de beste oplossingen eruit genomen. Deze selectie gebeurt op basis van de technische parameters en de gegevens die uit de analyse naar voren gekomen zijn. In de complexe gevallen kunnen een modellering en een simulatie van de oplossingen zeer nuttig blijken om de evolutie van de situatie te voorspellen. Gespecialiseerde bureaus of geluidsdeskundigen kunnen precieze technische kenmerken vaststellen op het vlak van materialen, plaats van de oplossing, met garanties voor het resultaat en een berekening van de daling van het geluidsniveau. Het opstellen van een model en het uitvoeren van simulaties voor de verschillende beoogde oplossingen levert een algemene oriëntatie op. Door de verschillende oplossingen te vergelijken, worden alle actoren aangemoedigd om zich achter een oplossing te scharen die het best aan hun verwachtingen beantwoordt en het meest aangewezen lijkt. Voor de oplossingen die tot een verbetering van de geluidsomgeving leiden, moet rekening worden gehouden met de overige gevolgen voor het milieu, de technische, economische en sociologische haalbaarheidscriteria, en de verwachtingen en behoeften van de verschillende actoren, terwijl ook de beperkingen van de oplossingen geëvalueerd moeten worden. Een verplichte kostenraming vervolledigt het dossier..2.2.5. Beslissing Van elke oplossing die in overweging wordt genomen, moet een heldere, volledige maar beknopte beschrijving van de voordelen en de beperkingen gegeven worden, vergezeld van de aanbevelingen op grond waarvan de beslissing genomen is. Bovendien moet de financiële kant van de zaak in de overeenkomst vastgelegd worden, evenals de zoektocht naar fondsen voor de uitvoering van de saneringswerken op het zwarte punt. In de loop van de procedure konden de verschillende actoren voldoende kennis nemen van het project, de tijd, de middelen en de plaats, om tussen te komen en deze of gene oplossing naar voren te schuiven. Het gaat hier met name om de omwonenden en de uitvoerders. De keuze zou dus moeten steunen op de beschikbare informatie en het overleg..2.2.6. Uitvoering van de gekozen oplossing De verschillende maatregelen die uit de beslissing voortvloeien, worden in een precies en gedetailleerd bestek omgezet. De tijd die vereist is voor de uitvoering, de factoren in verband met de termijnen, een bouwperiode die de voorkeur geniet of het gebruik van een fiscale maatregel zijn enkele voorbeelden van de verschillende parameters waarmee rekening moet worden gehouden. Het is de taak van de besluitnemers om er samen met het begeleidingscomité voor te zorgen dat de oplossing volgens de voorschriften in de praktijk wordt gebracht. Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 4 / 9

.2.2.7. Evaluatie van de verbetering van de geluidsomgeving De verwachtingen en de simulaties met betrekking tot weerhouden inrichting moeten worden vergeleken met de nieuwe realiteit om de sanering van de geluidsomgeving te kunnen evalueren. De gekozen en uitgevoerde oplossing moet geëvalueerd worden in dezelfde omstandigheden en op basis van dezelfde methodologie als degene die tijdens de eerste fase van de procedure voor de metingen gebruikt werd. De mate waarin de toestand in de realiteit verbeterd is, moet gekwantificeerd worden..2.2.8. Enquête naar de tevredenheid van de omwonenden Een enquête zorgt eventueel voor een bevestiging van de tevredenheid van de omwonenden. Ze vervolledigt de evaluatie van de toestand. Wanneer de sanering niet tot een verbetering van de geluidsomgeving leidt en de omwonenden er niet tevreden over zijn, kunnen de actoren hiervoor verantwoordelijk worden gesteld, ongeacht of het probleem te maken heeft met de uitvoering of zelfs met de keuze van de oplossing. De procedure moet herbegonnen worden vanaf de fase waarin een oplossing wordt gekozen. De criteria in verband met de verbetering van de geluidsomgeving werden waarschijnlijk onderschat of de verwachtingen van de omwonenden werden slecht geïdentificeerd..2.3.opmerking De diagnose- en analyseprocedure kan lang en vervelend lijken, maar niet alle fasen moeten eindeloos lang aanslepen. De duur van elke fase verschilt van zwart punt tot zwart punt. De grootste moeilijkheid bestaat erin om alle actoren te motiveren om op transparante wijze deel te nemen aan de procedure. Hoe groter de participatie gedurende de procedure, hoe meer kans dat de genomen beslissingen door alle betrokkenen worden aanvaard. 3.Specifieke context in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.3.1.Principes In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorziet het Geluidsplan 2000-2005 niet alleen een preventieve benadering, gericht op de uitwerking van een expertise en van werkmiddelen ter beheersing van de geluidsfactoren, maar ook een curatieve of analytische benadering. De Regering is zich namelijk bewust van de omvang en de schijnbare ernst van bepaalde geluidsproblemen en heeft het bestaan erkend van zwarte punten die een dringende sanering moeten ondergaan. De in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgewerkte benadering is erop gericht de meest getroffen sites te identificeren en te erkennen als zwarte punten, de ervaren hinder te objectiveren en een studiemechanisme in te voeren om, in voorkomend geval, de problematiek op te lossen. We preciseren dat de erkenning van een zwart punt niet automatisch inhoudt dat een sanering wordt uitgevoerd, maar wel dat er een objectieve en grondige studie komt. De zwarte punten hebben betrekking op structurele geluidsbronnen. Het Geluidsplan 2000-2005 geeft een overzicht van de zwarte punten die verband houden met het lawaai van het weg- en het spoorverkeer en van de zwarte punten in de parken, in het meer specifieke kader van het beheer door het BIM van de meeste grote groene ruimten van het Gewest. Bij deze zwarte punten moeten nog die punten worden gevoegd die voortgebracht worden door het lawaai van het openbaar vervoer, of het nu om metro, tram of bus gaat..3.2.identificatie van de zwarte punten Er zijn twee manieren om een zwart punt te herkennen. Voor de eerste gaat men uit van observaties op basis van de kaarten over de blootstelling aan het wegverkeerslawaai (werkmiddelen uitgevoerd in het kader van een preventieve benadering, zie fiches Geluid 4, 8 en 9). De tweede steunt op de toepassing van artikel 10 van de Ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de bestrijding van de geluidshinder in een stedelijke omgeving en de wijziging ervan op 1 april 2004. Een groep die een derde van de bewoners van een gebied vertegenwoordigt, kan onder bepaalde voorwaarden het Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 5 / 9

College van Burgemeester en Schepenen of de Gewestregering vragen om de geluidshinder in hun wijk te bestuderen. Na vaststelling van deze hinder wordt het zwart punt erkend en dienen de overheden maatregelen of aanpassingswerken voor te stellen om hier wat aan te doen (zie fiche 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder). Ten gevolge van de eerste observaties op het terrein en de resultaten van het openbaar onderzoek over het ontwerp-geluidsplan 2000-2005, voorzag de definitieve versie van het plan de studie van 15 zwarte punten op de weg aangevuld met 2 sites die prioritair moesten worden bestudeerd, rekening houden met het investeringsprogramma van het Bestuur Uitrusting en Vervoer (BUV), net als 12 zwarte punten voor de spoorwegen en 11 zwarte punten in parken. In januari 2005 werden 4 aanvragen van artikel 10 aanvaard, waarvan er 2 betrekking hadden op het lawaai van het wegverkeer en 2 op het lawaai van het spoorverkeer..3.3.erkenning of bevestiging van een zwart punt Het eerste werk betreffende de studie van de zwarte punten bestaat uit een objectieve vaststelling van de geluidshinder. In de meeste gevallen voert het BIM metingen uit om de geluidshinder in cijfers te kunnen uitdrukken. Praktisch gezien wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een zwart punt vastgesteld wanneer de gemeten geluidsniveaus boven de voorgestelde drempels liggen. Afhankelijk van de verschillende geluidsbronnen worden de gemeten niveaus vergeleken met de in het geluidsplan (voor de weg) of in de specifieke verdragen (voor de spoorwegen, metro of tram) vastgelegde drempels. Voor de weg bijvoorbeeld, wordt de hinder erkend vanaf 55 db(a) overdag en 45 db(a) s nachts, en is een interventie van de overheid vereist vanaf 65 db(a) overdag en 60 db(a) s nachts (zie fiche 37. Geluidsnormen en richtwaarden die worden gebruikt in het Brussels Gewest)..3.4.Objectieve en diepgaande studies Naast de vaststellingen en meetcampagnes kunnen in bepaalde gevallen grondigere studies van de sites worden uitgevoerd, teneinde een reeks oplossingen voor te stellen die kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast kunnen modelleringen van sites of onderzoeksstudies worden voorgesteld, in samenwerking met alle betrokken partners en beheerders (dit is met name het geval in het kader van de effectenstudies voor het GEN-project). Op basis van een grondige analyse van de context en de factoren die het geluid kunnen beïnvloeden (topografie, staat van de infrastructuur, kenmerken van het verkeer, rollend materieel, bebouwde omgeving enz.), volgt een evaluatie van alle acties die het mogelijk maken de woongebieden te beschermen tegen de door de verschillende geluidsbronnen voortgebrachte geluidshinder. De verschillende mogelijke oplossingen zijn oplopend. Ze beogen in een eerste fase een vermindering van het geluid "aan de bron" (snelheid, materiaal, infrastructuur), vervolgens de invoering van "obstakels voor de voortplanting van het geluid (muren, bermen) en ten slotte de isolatie bij de blootgestelde. In de meeste van deze eenvoudige gevallen volstaat de toepassing van principes van goede praktijken evenwel om aangepaste oplossingen voor te stellen. Zo heeft de ervaring uitgewezen dat, wat het wegverkeerslawaai betreft, de keuze voor een aangepast wegdek of een vermindering van de snelheid van 70 tot 50 km/u op normaal asfalt een geluidswinst van 2 tot 3 db(a) oplevert (zie fiche 23. Kadaster en kenmerken van het wegdek). Het is vanuit deze optiek dat een vademecum van het stedelijk wegverkeer, dat met name een overzicht van goede praktijken voor geïntegreerde planning en beheer van het stedelijk wegverkeerslawaai omvat, werd gepubliceerd door het BIM (zie bron nr. 1)..3.5.De rol van het BIM Zoals voorzien door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft het BIM de verantwoordelijkheid, als deskundige, om de hinder te kwantificeren en te valideren, de oorzaken ervan te zoeken en oplossingen aan te reiken. Behalve in het kader van het beheer van de gewestelijke groene ruimten waarmee het BIM belast is, staat het Instituut niet rechtstreeks in voor de uitvoering van de vooropgestelde aanbevelingen. Aan de hand van coördinatievergaderingen, begeleidingscomités en effectenstudies heeft het BIM dus een reeks van Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 6 / 9

uiteenlopende samenwerkingsverbanden uitgewerkt die erop gericht zijn de verantwoordelijken bewust te maken voor de aangeklaagde infrastructuur. De later op het terrein uit te voeren acties, met name de saneringswerken, blijven de verantwoordelijkheid van de beheerders, zoals het BUV, de MIVB, de NMBS, de gemeentebesturen of de Federale Staat (in het kader van de samenwerkingsakkoorden tussen Gewest en Staat)..3.6.Resultaten.3.6.1. Zwarte punten van de spoorwegen 11 van de 12 sites die voorkomen in het Geluidsplan 2000-2005 werden geanalyseerd (1 site is in afwachting wegens beroep dat werd aangetekend). Ten gevolge van deze analyse werden 4 sites erkend als zwarte punten (3 sites langs lijn 161 in Watermaal-Bosvoorde en 1 site aan het station van Schaarbeek). Deze sites, net als twee andere waarvoor de geluidshinder niet werd bewezen (La Roue en Plasky-Wahis), zijn het voorwerp van projecten in het kader van de invoering van het GEN of de verbinding tussen Schumann- Josaphat. Hetzelfde geldt voor de in het algemene verdrag tussen het Brussels Gewest en de NMBS opgenomen site Vogelenzang, die geen erkend zwart punt is maar waar toch werken zullen gebeuren..3.6.2. Zwarte punten van het wegverkeer Alle 17 sites die opgenomen zijn in het Geluidsplan 2000-2005 werden geanalyseerd, en alle 17 werden erkend als zwart punt. Verschillende sites hebben of zullen werken ondergaan om de geluidsomgeving te verbeteren: Plaatsing van geluidswerende muren langs de westelijke ring, ter hoogte van de Vogelenzangwijk en vervanging van het asfaltwegdek; Plaatsing van geluidswerende muren op de midden- en zijbermen, op het gedeelte van de westelijke ring, ter hoogte van de Bracopslaan en de Luizenmolenlaan; Versmalling van de rijstroken en aanleg als stedelijke laan van het stuk van de E411 tussen Beaulieu en Delta, in het kader van de verlenging van de groene wandeling van de spoorweg (oude spoorlijn 160); Versmalling van de rijstroken en aanleg van een busstrook op het stuk van de E411 ter hoogte van het sportcentrum van het Zoniënwoud, in het kader van de heropbouw van het door brand vernielde viaduct; Versmalling van de rijstroken en aanleg van fietspaden op de laterale wegen van het stuk van de E411 ter hoogte van het metrostation Demey; Volledige heraanleg van de Haachtsesteenweg op basis van een stedelijk profiel (tussen Konings- en Bordetlaan) met een berijdbaar gedeelte van 6 meter breed in asfalt en een voorstedelijk profiel (tussen Bordet en Diegem) met een berijdbare strook van 5,8 meter breed in asfalt, een eigen busbedding van 3 meter breed in asfalt en een in het voetpad gelegen fietspad; Heraanleg van de Triomflaan, van het kruispunt met de Fraiteurlaan tot het kruispunt met de Generaal Jacqueslaan. Het gaat met name om de aanleg van een lokale laterale weg in het kader van een lusvormige zone 30. Het doorgaand verkeer wordt zo weggevoerd van de woongebieden. Daarnaast is er sprake van twee extra verkeerslichten, de aanleg van verhoogde oversteekplaatsen en de invoering van een groene golf van 50 km/u. De plaatsing van geluidswerende cassettes op de wanden van de tunnelkoker aan de Woluwelaan (ter hoogte van het kruispunt met de Vanderveldelaan), in afwachting van een algemenere studie over de volledige heraanleg van de laan..3.6.3. Zwarte punten in de groene ruimten 6 van de 11 getelde sites werden geanalyseerd en een 7de site wordt op dit moment geanalyseerd. Terwijl het Terkamerenbos in zijn geheel kan worden erkend als zwart punt, is deze erkenning voor de 4 andere sites heel plaatselijk en geldt ze alleen voor de rand van de groene ruimte. Voor het park van het sportcomplex van Evere werden de geluidsniveaus voor de zwarte punten niet bereikt; het geluid dat hier Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 7 / 9

heerst, wordt vooral voortgebracht door de activiteiten in het park zelf. Voor elk geval moet dus een aparte oplossing worden gezocht. De voorstellen om de geluidsomgeving te verbeteren, zullen worden geïntegreerd in het kader van de heraanleg van elk park..3.6.4. Zwarte punten volgens Artikel 10 Met betrekking tot artikel 10 werden van de 4 aanvaarde aanvragen 3 sites erkend, waarvan 2 spoorwegsites die lijden onder het op vier sporen brengen in het kader van het GEN-project (zie fiche 36. Behandelingen en analyse van de klachten betreffende geluidshinder)..3.7.samenvattende fiches De resultaten van de eerste vaststellingen van de zwarte punten van het wegverkeer, spoorverkeer en artikel 10 werden ter informatie opgenomen in een technisch rapport van het BIM van maart 2004 (zie bron nr. 2). Deze resultaten, voorgesteld in de vorm van samenvattende fiches, vatten de essentiële elementen van de diagnosestelling samen en bevestigen al dan niet het statuut van zwart punt conform de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van kracht zijnde referenties. Deze fiches omvatten: een algemene beschrijving van de context (lokalisatie, bestemming van het gebied, betrokken bevolkingsgroep, context); de huidige geluidssituatie: resultaten van de geluidsmetingen; de vergelijking met de geldende normen (bevestiging of verwerping van het statuut van zwart punt); de analyse van de factoren die de geluidsomgeving beïnvloeden (topografie en profiel van de plaats, bebouwde omgeving, bestaande geluidswerende maatregelen, frequentie en type van spoorwegverkeer of organisatie van het verkeer, wegdek of staat van de spoorweglijnen); de principes voor verbetering van de geluidssituatie; de eventueel bestaande projecten om deze situatie te verbeteren. Deze samenvattende fiches zijn beschikbaar op de website van het BIM (zie thema Geluid, http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1804). Bronnen 1. BIM / ARIES 2002-2004. Vademecum van het wegverkeerslawaai, vol. I en II, uitgevoerd in het kader van een project Life-Geluid (EG) in samenwerking met het BUV, het BROH, het BIVV en de VSGB. (zie http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/content.asp?ref=1339) 2. BIM 2004. Technisch rapport maart 2004 Zwarte punten in de geluidsomgeving en artikel 10: vaststellingen Geluidsplan 2000-2005, maart 2004 (zie http://www.ibgebim.be/nederlands/contenu/ content.asp?ref=1804). 3. BOULAND C. 1996. Six mois d Eco-Conseil à la cellule bruit de l IBGE, stagerapport, Institut Eco- Conseil, 23 p. + bijlagen. 4. BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1997 en 2004. Brusselse Ordonnantie betreffende de bestrijding van de geluidshinder in een stedelijke omgeving aangenomen op 17 juli 1997, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 23 oktober 1997, p28215 28221 en gewijzigd door de Ordonnantie van 01/04/2004, gepubliceerd in het BS op 26/04/2004. 5. CIATTONI J-P. 1997, Le bruit, uitg. Privat, les classiques santé, 158 p. 6. CONSEIL ECONOMIQUE ET SOCIAL 1998. «Le bruit dans la ville», Avis et Rapport du Conseil Economique et Social, Journal officiel de la République française, 6, 46 pp + 287 pp. 7. ENGEL H. W. 1988. Les éco-cartes: Un outil visuel simple et pratique pour analyser et gérer l environnement des PME et artisans, Ecomapping, 15 p. 8. INTER-ENVIRONNEMENT WALLONIE 1996. «Entreprises Riverains: les voies de la Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 8 / 9

communication, Colloquiumverslagen, 27 november 1996. 9. MEEUS G. 1996. La concertation en environnement, Espace Environnement, 87 p. 10. MEEUS G. 1996. Pour une démocratie du cadre de vie: des médiateurs en environnement pourquoi, comment?, Espace Environnement, 144 p. 11. SARDIN P. & BAR P. 1979. Aspects de la gêne due au bruit de la circulation routière, Ministère de l' Equipement, Direction des routes et de la circulation routière, France, 125 p. 12. SOULAGE D. 1998. Le classement sonore des infrastructures de transports terrestres, Acoustique & Techniques, 13, p. 40. Andere fiches in verband hiermee Schriftje Lawaai in Brussel 1. Perceptie van de geluidsoverlast in he Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2. Akoestische begrippen in verband met geluid en hinderindexen 3. Impact van lawaai op overlast, leefkwaliteit en gezondheid 4. Voorstelling van de instrumenten voor evaluatie van de geluidshinder die worden gebruikt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8. Kadaster van het wegverkeersgeluid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 9. Blootstelling van de Brusselse bevolking aan wegverkeersgeluid 17. Milieueffectenstudies en geluidshinder 21. Geluidshinder door verkeer aan de Kruidtuin 22. Geluidshinder in het Jagersveldpark 35. De voornaamste Brusselse gewestelijke overheidsactoren op het vlak van geluid 36. Behandeling en analyse van de klachten betreffende geluidshinder 37. Geluidsnormen en richtwaarden gebruikt in het Brussels Gewest 41. Brussels wettelijk kader inzake geluidshinder Auteur(s) van de fiche BOULAND Catherine, DELLISSE Georges, SAELMACKERS Fabienne Herlezing DE VILLERS Juliette, ONCLINCX Françoise Datum van update: mei 2005. Brussels Instituut voor Milieubeheer / Observatorium voor Milieugegevens 9 / 9