Inspectierapport BSO de Boomhut (BSO) Rozenstraat 14 7255 XT HENGELO GLD Registratienummer 229138822 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Bronckhorst Datum inspectie: 13-09-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 15-09-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op dinsdag 13 september 2016 is buitenschoolse opvang (BSO) De Boomhut in opdracht van de gemeente Bronckhorst bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk; Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s; Groepsgrootte; Beroepskracht-kindratio. Beschouwing BSO De Boomhut heeft een eigen groepsruimte ter beschikking in basisschool Rozengaardsweide in Hengelo Gld. Deze ruimte is huiselijk ingericht. Het spelaanbod is passend. In de naastgelegen keukenruimte is een keukenblok aanwezig. Daar vindt het eet- en drinkmoment plaats aan de groepstafel als de kinderen uit school komen. Het biedt mogelijkheid tot kookactiviteiten. Inspectiegeschiedenis Bij de inspectie van 27-11-2014 is geconstateerd dat de Verklaringen Omtrent het Gedrag ongeldig waren na wetswijziging. Bij het nader onderzoek 20-04-2015 is geconcludeerd dat herstel is doorgevoerd. Tijdens het onaangekondigde verkorte praktijkonderzoek op 10-11-2015 zijn de bevindingen positief en wordt aan al de getoetste voorwaarden voldaan. Bevindingen op hoofdlijnen BSO de Boomhut voldoet aan de voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Onderstaand rapport beschrijft de bevindingen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Pedagogische praktijk De praktijkobservatie is uitgevoerd op dinsdag 13 september 2016. Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden: Eet- en drinkmoment Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid Respectvol contact De beroepskrachten hebben gesprekjes over het gebruik van zonnebrandcrème. Hoe vaak en wanneer er gesmeerd moet worden, wordt doorgesproken en bijna ieder bespreekt haar ervaringen. De beroepskracht reageert sensitief en responsief, wanneer een werkje van een kindje door elkaar is gegooid. Zij helpt samen met het kindje het werkje te herstellen. Structuur en flexibiliteit Het programma is aangepast aan het warme weer. Er wordt fruit gegeten en iets gedronken. De kinderen gaan daarna spelen en andere kinderen worden, al of niet met hulp, ingesmeerd met zonnebrandcrème. Aansluiten De beroepskracht verwoord in veel situaties haar gedrag. Zij past haar lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijkt) en praat met taal (zinsopbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. De beroepskracht is gericht op de kinderen en voelen de kinderen goed aan. De benadering naar de kinderen is rustig en sensitief. Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties Programma Bij het drinken en fruit eten wordt het programma van de middag uitgelegd en besproken, waarin de nodige ruimte is voor eigen inbreng van de kinderen. De beroepskrachten geven informatie over het verloop en het einde van de verschillende activiteiten. Initiatief/ kiezen Kinderen mogen kiezen waar mee gespeeld kan worden. Er zijn aantrekkelijke speelhoeken waar volop samenspel plaatsvindt. Er is gelegenheid voor individueel of samenspel. 4 van 10
Kwaliteit spelmateriaal Er is binnen en buiten voldoende spelmateriaal. Zo is er binnen een winkeltje, een zit/leeshoek, een bouwhoek en een puzzelkast. Buiten is een omheinde speelplaats met een zandbak, schommels en een klimhuisje. Autonomie De kinderen krijgen passende uitleg en aanwijzingen bijvoorbeeld bij het fruit doorgeven en het zelf insmeren met zonnebrandcrème. Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties De kinderen zijn deel van de groep De beroepskracht voert korte gesprekjes met de kinderen. Ze is belangstellend en stelt gerichte vragen. Wanneer kinderen uit zichzelf iets vertellen proberen ze andere kinderen bij het gesprek te betrekken; bijvoorbeeld tijdens het tafelmoment samen fruit eten en drinken. Onderwerpen als de school en wat heb je gedaan en is het niet te warm op school worden onder meer besproken. De beroepskracht betrekt de kinderen actief bij het uitdelen van fruit. De kinderen zijn deel van de groep De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Ze maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Ze leren de kinderen samenspelen en rekening houden met elkaar. Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden De beroepskracht vervult een voorbeeldfunctie in spreken en handelen De beroepskrachten zijn zich bewust van hun voorbeeldrol. Zij geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden door vriendelijk te zijn, door te luisteren en door te helpen als kinderen dat nodig hebben. Afspraken en regels De beroepskrachten hanteren bekende regels, zoals even bijvoorbeeld: wachten met drinken, totdat iedereen heeft, eerst je mond leeg eten voordat je iets gaat zeggen en blijf even aan tafel zitten, dat is wel zo gezellig zijn hier voorbeelden van. Verbondenheid met anderen Een groep kinderen zijn bezig met strijkkralen. Zij voeren gesprekjes over leeftijden en school. Er heest een sfeer van meiden onder elkaar met gezelligheid en plezier. De conclusie is dat er wordt voldaan aan de voorwaarden m.b.t. het Pedagogisch klimaat. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan 5 van 10
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag De aanwezige beroepskrachten zijn in het bezit van een VOG dat voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De aanwezige beroepskrachten zijn passend gekwalificeerd volgens CAO kinderopvang. Opvang in groepen Het inzetten van 2 beroepskrachten voor 13 kinderen voldoet aan de voorwaarden. Beroepskracht-kindratio Er zijn 2 beroepskrachten ingezet. Hierdoor is er sprake van een juiste verhouding tussen het feitelijk aantal aanwezige kinderen en het aantal beroepskrachten (de beroepskracht-kindratio). Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO de Boomhut Website : http://www.markantkinderopvang.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Markant Kinderopvang BV Adres houder : Frida Heilstraat 1 Postcode en plaats : 6836 WG ARNHEM Website : www.kinderopvangmarkant.nl KvK nummer : 55391826 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : De heer J. Huberts Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Bronckhorst Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 7255 ZJ HENGELO GLD Planning Datum inspectie : 13-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 14-09-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 15-09-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 15-09-2016 Verzenden inspectierapport naar : 15-09-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 20-09-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10