Besluit Kenmerk: 683548/684062 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het verhuren van kantoorruimte met studio (801m²) door de NOS aan Stichting Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam voor de duur van twee jaar en zes maanden in cluster 2. A. Verloop van de procedure 1. Via het digitale meldingsformulier heeft de NOS op 14 februari 2017 om toestemming verzocht voor de nevenactiviteit Het verhuren van kantoorruimte met studio (801m²) door de NOS aan Stichting Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam (hierna: ROC Amsterdam) voor de duur van twee jaar en zes maanden. B. Juridisch kader 2. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1. C. Status van de activiteit Nevenactiviteit 3. Volgens artikel 1 van de Beleidsregels van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) van 1 januari 2016 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke media-instellingen (Beleidsregels nevenactiviteiten 2016) is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. Te weten activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke mediaopdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136 van de Mediawet 2008. 4. De activiteit van de NOS bestaat uit het verhuren van kantoorruimte met een studio met een oppervlakte van in totaal 801 m² aan ROC Amsterdam. Het ROC Amsterdam wil deze ruimtes voor de duur van twee jaar en zes maanden gebruiken om media lessen aan haar studenten te geven. 5. Deze activiteit houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit. 6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. Clusterindeling
7. Conform de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 valt deze melding in cluster 2. Het Commissariaat heeft in dit specifieke geval aanleiding gezien om de nevenactiviteit separaat te toetsen, wegens de omvang van de nevenactiviteit, de hoogte van de huurprijs en vanwege het feit dat met deze nevenactiviteit 9,5% van de totale oppervlakte waarover de NOS beschikt, verhuurd wordt aan derden. D. Toetsing 8. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. Relatietoets 9. Op grond van artikel 4, tweede lid, onder sub a, b en c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en is direct gerelateerd aan het media-aanbod van de publieke media-instelling indien is voldaan aan de voorwaarde dat het personeel of de middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en daarnaast geldt dat niet meer dan 10% van de omvang van het totale personeelsbestand of de totale oppervlakte waarover de publieke media-instelling beschikt in het kader van nevenactiviteiten is verhuurd aan derden. 10. De onderhavige nevenactiviteit betreft het verhuren van kantoorruimte met een studio met een oppervlakte van in totaal 801 m² aan ROC Amsterdam. 11. Door deze verhuur wordt in totaal niet meer dan 10% van de omvang van de totale oppervlakte waarover de publieke media-instelling beschikt in het kader van nevenactiviteiten verhuurd aan derden. 12. Gezien het voorgaande is het Commissariaat van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de NOS zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 13. Overeenkomstig artikel 5 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is in ieder geval de kostprijs van de nevenactiviteit, de licentievergoeding en verkoopprijs van de nevenactiviteit en de markt die met de nevenactiviteit wordt betreden, betrokken. 14. Het Commissariaat kan op grond van artikel 5, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 bij de beoordeling van de marktconformiteit ook andere factoren betrekken, zoals bijvoorbeeld de waarde van het gebruik van het imago van de publieke media-instelling en de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. - 2 -
15. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 16. De verhuurprijs is door het Commissariaat voor de Media vergeleken met de prijzen van eerdere verhuren door de NOS aan derden en met de prijzen van vergelijkbare objecten van andere aanbieders en valt binnen de prijsrange. Het Commissariaat merkt de verhuurprijs vooralsnog aan als een marktconforme prijs. Bovendien zijn bij het verhuren van de kantoorruimte met een studio aan het ROC Amsterdam geen extra investeringen vereist. Tot slot is voor het Commissariaat van belang dat de NOS, op grond van het bestemmingsplan, de kantoorruimte met een studio alleen kan verhuren aan instellingen met een functie op het gebied van educatie of multimedia. 17. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Kostendekkendheid 18. Overeenkomstig artikel 8 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd door of anderszins ten laste komt van de publieke media-opdracht. 19. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 20. Door de publieke media-instelling is een overeenkomst bijgevoegd. Uit deze overeenkomst blijkt dat de NOS maandelijks een huursom in rekening brengt aan de huurder alsmede de servicekosten volledig doorbelast aan de huurder. 21. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 22. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening. Conclusie 23. Aan de vereisten van relatie met de publiek media-opdracht, de marktconformiteit en kostendekkendheid is voldaan. Aan de nevenactiviteit, namelijk het verhuren van kantoorruimte met een studio met een oppervlakte van in totaal 801 m² aan ROC Amsterdam, kan op grond van het voorgaande toestemming worden verleend. 24. Het Commissariaat wijst er ten slotte op dat overeenkomstig artikel 15 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 op publieke media-instellingen de zelfstandige verantwoordelijkheid rust om een nevenactiviteit tijdig (opnieuw) ter beoordeling aan het Commissariaat voor te leggen of per direct te staken zodra de nevenactiviteit niet langer - 3 -
binnen de reikwijdte van het toestemmingsbesluit valt. In een dergelijk geval is de nevenactiviteit niet langer toegestaan aangezien, bij voortzetting, die nevenactiviteit dan zal worden verricht zonder de in artikel 2.132, eerste lid, van de Mediawet 2008 genoemde toestemming. E. Openbaarmaking 25. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. 1 Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. F. Besluit 26. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt: I. toestemming te verlenen voor de nevenactiviteit Het verhuren van kantoorruimte met studio (801m²) door de NOS aan Stichting Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam voor de duur van twee jaar en zes maanden ; II. de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar te maken door publicatie op zijn website. G. Register 27. De nevenactiviteit is als Het verhuren van kantoorruimte met studio (801m²) door de NOS aan Stichting Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam voor de duur van twee jaar en zes maanden opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). Een afschrift van dit besluit zendt het Commissariaat aan de NPO. Hilversum, 18 april 2017 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning Voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. 1 Dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende. - 4 -
Bijlage 1: Juridisch kader Artikel 2.132 van de Mediawet 2008 1. De NPO en de publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is. 4. In afwijking van het eerste lid is geen voorafgaande toestemming van het Commissariaat nodig voor het bij wijze van experiment van beperkte omvang en duur verrichten van nevenactiviteiten die bestaan uit het leveren van goederen of diensten, met inbegrip van rechten en verplichtingen aan: a. mediabedrijven ten behoeve van de versterking en verbetering van de nieuws- en informatievoorziening; of b. culturele instellingen. 5. De NPO en de publieke media-instellingen melden nevenactiviteiten als bedoeld in het vierde lid bij het Commissariaat. 6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over: a. de wijze van melden; b. de omvang en duur van het experiment; c. de aard en inhoud van de nevenactiviteiten; en d. de samenwerking met de in het vierde lid, onderdelen a en b, bedoelde instellingen. Artikel 10 van de Wob 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; - 5 -