AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0239(COD) Ontwerpverslag Brian Simpson (PE v01-00)

Vergelijkbare documenten
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

RICHTLIJN 2012/35/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Inspectiesysteem voor de veilige exploitatie van ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigen op geregelde diensten

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 december 2011 (08.12) (OR. en) 17852/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0239 (COD)

ANNEX BIJLAGE. bij het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE v01-00)

Publicatieblad van de Europese Unie

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0177(COD) Ontwerpverslag Jarosław Wałęsa (PE v01-00)

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole. (Voor de EER relevante tekst)

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 februari 2002 (01.03) (OR.en) 6445/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0236 (COD) 2000/0237 (COD)

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

*** ONTWERPAANBEVELING

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken

Commissie juridische zaken

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

Publicatieblad van de Europese Unie L 323/33

ZEEVERVOER: VERKEER EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT MAR 95 CODEC 876

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0390(COD)

2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

*** ONTWERPAANBEVELING

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0383(COD) van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. aan de Commissie vervoer en toerisme

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Commissie interne markt en consumentenbescherming

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2014 (OR. en)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Bilaterale vrijwaringsclausule en het stabilisatiemechanisme voor bananen in de handelsovereenkomst EU-Columbia/Peru

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0114/5. Amendement. Georgios Toussas, João Ferreira namens de GUE/NGL-Fractie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

EUROPEES PARLEMENT. Commissie cultuur en onderwijs PE v01-00

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0029(COD)

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Zeerecht GZV (1) Even voorstellen 2/13/2015 GVZ-1 1. Fokko Snoek. Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

A7-0101/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/ /0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake internationaal vervoer over de weg

autonoom varende schepen, op afstand bewaakte of bestuurde schepen, onbemand varende schepen

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Specifieke regels in de binnenvaart, zeescheepvaart en zeevisserij

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 2011/0239(COD) 2.4.2012 AMENDEMENTEN 37-69 Ontwerpverslag Brian Simpson (PE480.581v01-00) Wijziging van van het Europees Parlement en de Raad inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (COM(2011)0555 C7-0246/2011 2011/0239(COD)) AM\897831.doc PE486.183v01-00 In verscheidenheid verenigd

AM_Com_LegReport PE486.183v01-00 2/25 AM\897831.doc

37 Juozas Imbrasas Overweging 2 (2) Het STCW-verdrag werd voor het eerst in het EU-recht opgenomen bij Richtlijn 94/58/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden; daarna werden de EUvoorschriften inzake opleiding en diplomering van zeevarenden aangepast aan de daaropvolgende wijzigingen aan het verdrag en werd een EU-mechanisme ingesteld voor de erkenning van de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in derde landen; onlangs zijn de voorschriften van de Unie ter zake, via een herschikking, deel gaan uitmaken van van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008. (2) Het is van essentieel belang de opleiding van zeevarenden te verbeteren om de maritieme beroepen in de Unie aantrekkelijker te maken en om de veiligheid en de zekerheid op zee te vergroten, aangezien het STCW-verdrag voor het eerst in het EU-recht werd opgenomen bij Richtlijn 94/58/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden; daarna werden de EUvoorschriften inzake opleiding en diplomering van zeevarenden aangepast aan de daaropvolgende wijzigingen aan het verdrag en werd een EU-mechanisme ingesteld voor de erkenning van de opleidings- en diplomeringssystemen voor zeevarenden in derde landen; onlangs zijn de voorschriften van de Unie ter zake, via een herschikking, deel gaan uitmaken van van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008. Or. lt 38 Georgios Koumoutsakos Overweging 3 (3) In 2010 vond in Manilla een conferentie plaats met de verdragsluitende (3) Tijdens een in 2010 te Manilla gehouden conferentie van de partijen bij AM\897831.doc 3/25 PE486.183v01-00

staten bij het STCW-verdrag. Tijdens deze conferentie werden een paar belangrijke wijzigingen aan het verdrag ingevoerd, met name over de voorkoming van frauduleuze praktijken voor vaarbevoegdheidsbewijzen, op het gebied van medische normen, inzake veiligheidsopleidingen en met betrekking tot opleidingen over technologische onderwerpen. Dankzij de Manillawijzigingen zijn er ook eisen ingevoerd voor volmatrozen en zijn er nieuwe beroepsprofielen, zoals dat van elektrotechnische officieren, vastgesteld. het STCW-verdrag zijn belangrijke wijzigingen in het verdrag aangebracht ("Manilla-wijzigingen"), met name over de voorkoming van frauduleuze praktijken voor vaarbevoegdheidsbewijzen, op het gebied van medische normen, inzake veiligheidsopleidingen, met inbegrip van bestrijding van piraterij, en met betrekking tot opleidingen over technologische onderwerpen. Dankzij de Manillawijzigingen zijn er ook eisen ingevoerd voor volmatrozen en zijn er nieuwe beroepsprofielen, zoals dat van elektrotechnische officieren, vastgesteld. Or. en 39 Overweging 4 bis (nieuw) (4 bis) De evolutie van de moderne technologie en wetenschap aan boord van schepen staat haaks op de ondermaatse opleiding van zeevarenden, die reeds jaren wordt gekenmerkt door een formele opleiding van goedkope zeevarende werkkrachten, waardoor de grote rederijen hun winst kunnen opdrijven. 40 Overweging 4 ter (nieuw) PE486.183v01-00 4/25 AM\897831.doc

(4 ter) De opwaardering van de opleiding van zeevarenden moet gelden voor alle specialisaties, zowel voor matrozen als voor officieren, en moet een fundamentele theoretische en praktische opleiding omvatten die gericht is op de bescherming van mensenlevens op zee. 41 Overweging 4 quater (nieuw) (4 quater) De regelgeving inzake bemanning en scheepsbouw houdt gevaren in voor de veiligheid van mensenlevens op zee en voor de bescherming van het milieu. De inkrimping van de bemanning, de kortere laad- en lostijden en de hogere snelheid van de schepen drijven de werkdruk van de zeevarenden tot het uiterste. 42 Overweging 4 quinquies (nieuw) (4 quinquies) De risico's zijn met name het grootst op cruiseschepen omdat de reders weigeren in het AM\897831.doc 5/25 PE486.183v01-00

personeelsorganigram personeel op te nemen dat algemene of cateringdiensten verleent en ¾ van de bemanning van cruiseschepen uitmaakt. Op die manier betalen de reders geen loon op basis van de respectieve collectieve arbeidsovereenkomsten van het land waar het schip geregistreerd is, maar wel de uitzonderlijk lage lonen van het land van herkomst van deze zeevarenden, wier bezoldiging in veel gevallen uitsluitend bestaat uit de fooien die ze van de passagiers krijgen. Zo zijn zeevarenden die algemene diensten verlenen en geen fundamentele maritieme opleiding hebben gekregen, het slachtoffer van schandelijke uitbuiting en internationale slavenhandel door cruiserederijen. Bovendien wordt hierdoor de veiligheid en het leven van passagiers en zeevarenden enorm in gevaar gebracht, zoals onlangs is gebleken bij de tragische rampen met de cruiseschepen Costa Concordia en Costa Allegra van de rederij Costa Cruises, een dochteronderneming van de Brits- Amerikaanse groep Carnival. 43 Overweging 4 sexies (nieuw) (4 sexies) De opwaardering van de opleiding van zeevarenden op cruiseschepen moet gepaard gaan met wetenschappelijk onderbouwde wijzigingen in het ontwerp en de bouw van deze schepen, die de veiligheid van de schepen en het voorkomen van scheepsongevallen moeten waarborgen. PE486.183v01-00 6/25 AM\897831.doc

44 Overweging 5 (5) Tijdens de Manilla-conferentie probeerden de verdragsluitende staten onder andere objectieve grenzen te stellen aan de afwijkingen van het minimumaantal rusturen voor personeel dat wachtdienst doet en zeevarenden met bepaalde taken op het gebied van veiligheid, beveiliging en voorkoming van verontreiniging. Ook dergelijke nieuwe bepalingen moeten in het EU-recht worden opgenomen. Zij moeten echter voldoen aan de bepalingen inzake de rusturen voor zeevarenden in Richtlijn 1999/63/EG van de Raad van 21 juni 1999 en Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009. Bovendien moeten de maximale duur, frequentie en omvang van de afwijkingen die mogen worden toegestaan, worden beperkt. Dergelijke bepalingen moeten in de richtlijn worden opgenomen. (5) Tijdens de Manilla-conferentie probeerden de verdragsluitende staten onder andere objectieve grenzen te stellen aan de afwijkingen van het minimumaantal rusturen voor personeel dat wachtdienst doet en zeevarenden met bepaalde taken op het gebied van veiligheid, beveiliging en voorkoming van verontreiniging. Ook dergelijke nieuwe bepalingen moeten in het recht van de EU-lidstaten worden opgenomen. De verplichte rusturen moeten niet enkel gelden voor personeel dat wachtdienst doet, maar wel voor alle bemanningsleden en specialisaties aan boord - bemanning aan dek, bemanning in de machinekamer en personeel dat algemene diensten verleent - omdat de voltallige bemanning van een schip belast is met taken op het gebied van veiligheid, beveiliging en voorkoming van verontreiniging, en bijstand bij brandbestrijding en bij evacuatie van het schip. Bovendien moeten de maximale duur, frequentie en omvang van de afwijkingen die mogen worden toegestaan, worden beperkt. Dergelijke bepalingen moeten in de richtlijn worden opgenomen. De uitbreiding van het personeelsbestand aan boord volgens de reële behoeften zal bijdragen aan een stipte naleving en toepassing van de internationale overeenkomsten inzake werk- en rusttijden van zeevarenden. AM\897831.doc 7/25 PE486.183v01-00

45 Brian Simpson Overweging 5 bis (nieuw) Motivering (5 bis) Verder wordt erkend welke de potentiële gevaren voor EU-passagiers zijn, dat het mariene milieu moet worden beschermd en dat Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 in werking treedt zoals erin is bepaald, namelijk op de datum van inwerkingtreding van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006. Or. en Dit amendement wil eraan herinneren dat de lidstaten de bepalingen zullen moeten naleven van Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG. Zoals is bepaald in artikel 7 van bovengenoemde richtlijn, treedt deze in werking op de datum van inwerkingtreding van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006. 46 Dominique Vlasto Overweging 8 bis (nieuw) (8 bis) De EU is de grootste zeevarende mogendheid ter wereld en beschikt over een uitstekende maritieme kennis, die een van de pijlers van haar concurrentievermogen vormt. De kwaliteit van de opleiding van zeevarenden is PE486.183v01-00 8/25 AM\897831.doc

onlosmakelijk verbonden met dit concurrentievermogen en moet bijgevolg heel bijzondere aandacht verdienen. Ook moet de bekendheid van de talrijke maritieme beroepen worden vergroot om deze beroepen aantrekkelijker te maken voor Europese werknemers, met name voor jongeren. Om de kwaliteit van de opleiding van zeevarenden en van de Europese vloot te waarborgen, moet de EU tevens de sterke toename van valse bekwaamheids- of bevoegdheidsbewijzen bestrijden. Or. fr 47 Dominique Vlasto Overweging 8 ter (nieuw) (8 ter) De menselijke factor is van doorslaggevend belang voor de veiligheid en de zekerheid op zee; daarom moet de Unie maximale eisen voor een kwaliteitsopleiding waarborgen, aangezien de opleiding van zeevarenden geen kost maar wel een investering is. De technische vooruitgang inzake de bouw en de besturing van de Europese vloot vergt dat de vereiste kennis en vaardigheden van zeevarenden om een schip te exploiteren regelmatig worden herzien. Daarnaast vergen de sterk toegenomen dreigingen van piraterij op zee, die een steeds grotere nachtmerrie worden voor het Europees en mondiaal maritiem vervoer, dat de opleiding van zeevarenden op het gebied van bestrijding van piraterij dringend onder de loep wordt genomen. In afwachting van een besluit van de IMO moet de Unie de mogelijkheid overwegen om elk bemanningslid op een schip dat AM\897831.doc 9/25 PE486.183v01-00

onder de vlag van een lidstaat vaart, een gids met goede praktijken ter beschikking te stellen, zoals de Best Management Practices for Protection against Somalia- Based Piracy, die wordt gesteund door UKMTO, EU NAVFOR, INTERPOL en de NAVO. Or. fr 48 Georgios Koumoutsakos Artikel 1 punt 1 letter d Artikel 1 punt 42 (nieuw) 42. "elektrotechnisch matroos": een matroos die bevoegd is in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk III van bijlage I. Or. en 49 Dominique Vlasto Artikel 1 punt 8 Artikel 11 lid 1 1. Alle lidstaten stellen normen vast betreffende de medische geschiktheid van zeevarenden en procedures voor het afgeven van een medisch getuigschrift in overeenstemming met de bepalingen in dit artikel en sectie A-I/9 van de STCW-code. 1. Alle lidstaten stellen normen vast betreffende de medische geschiktheid van zeevarenden en procedures voor het afgeven van een medisch getuigschrift in overeenstemming met de bepalingen in dit artikel en sectie A-I/9 van de STCW-code. Zij bezorgen de Commissie de informatie PE486.183v01-00 10/25 AM\897831.doc

Motivering over de aldus vastgestelde normen en procedures. Or. fr Een van de doelstellingen van deze herziening bestaat erin de door de lidstaten vastgestelde normen en procedures beter te kennen door de transmissie van deze gegevens aan de Commissie te verbeteren, en zo te beschikken over exhaustieve informatie over de eisen inzake fysische geschiktheidsnormen voor zeevarenden. 50 Dominique Vlasto Artikel 1 punt 9 letter c Artikel 12 lid 5 5. De lidstaten zorgen ervoor dat de kennis van kapiteins, officieren en radio-operators up-to-date wordt gehouden en dat de teksten van de laatste wijzigingen in de nationale en internationale voorschriften inzake de beveiliging van mensenlevens op zee, beveiliging en de bescherming van het mariene milieu, ter beschikking worden gesteld aan de schepen die gerechtigd zijn onder hun vlag te varen. 5. De lidstaten zorgen ervoor dat de kennis van kapiteins, officieren en radio-operators up-to-date wordt gehouden en dat de teksten van de laatste wijzigingen in de nationale en internationale voorschriften inzake de beveiliging van mensenlevens op zee, beveiliging en de bescherming van het mariene milieu, ter beschikking worden gesteld aan de schepen die gerechtigd zijn onder hun vlag te varen, waarbij zij erop toezien dat deze tekst beschikbaar is in de werktaal of werktalen van het schip en in het Engels, en er zo voor zorgen dat de bepalingen inzake meertaligheid, zoals bedoeld in artikel 14, lid 3, onder b) en in artikel 18, worden geëerbiedigd. Or. fr Motivering Het is absoluut noodzakelijk dat alle bemanningsleden, ongeacht hun nationaliteit en hun moedertaal, de wijzigingen begrijpen die zijn aangebracht in de nationale en internationale voorschriften inzake de beveiliging van mensenlevens op zee, beveiliging en de bescherming AM\897831.doc 11/25 PE486.183v01-00

van het mariene milieu. De richtlijn hanteert het meertaligheidsbeginsel, dus moet er ook naar verwezen worden. 51 Dominique Vlasto Artikel 1 punt 11 letter b Artikel 14 lid 4 4. De maatschappijen zorgen ervoor dat kapiteins, officieren en andere bemanningsleden die belast zijn met bijzondere taken en verantwoordelijkheden aan boord van ro-ro-passagiersschepen, de vertrouwdmakingsopleiding, hebben voltooid zodat zij de bekwaamheden hebben verworven die nodig zijn voor de te vervullen functie, de uit te voeren taken en de te nemen verantwoordelijkheden, overeenkomstig de richtsnoeren in sectie B-I/14 van de STCW-code. 4. De maatschappijen zorgen ervoor dat kapiteins, officieren en andere bemanningsleden die belast zijn met bijzondere taken en verantwoordelijkheden aan boord van ro-ro-passagiersschepen, de vertrouwdmakingsopleiding hebben voltooid zodat zij de bekwaamheden hebben verworven die nodig zijn voor de te vervullen functie, de uit te voeren taken en de te nemen verantwoordelijkheden om het schip in alle veiligheid en zekerheid te exploiteren en het hoofd te bieden aan gevaarlijke en noodsituaties, overeenkomstig de richtsnoeren in sectie B-I/14 van de STCW-code. Or. fr Motivering De maatschappijen moeten waarborgen dat de officieren en de bemanningsleden over de nodige bekwaamheden beschikken om het schip niet alleen in normale omstandigheden maar ook in uitzonderlijke omstandigheden te exploiteren. 52 Richtlijn 2008/106/ΕG Artikel 15 lid 4 PE486.183v01-00 12/25 AM\897831.doc

a) tien uur per 24 uur, en a) zestien uur per 24 uur, en 53 Artikel 15 lid 4 b) 77 uur per periode van zeven dagen. b) 112 uur per periode van zeven dagen. 54 Richtlijn 2008/106/ΕG Artikel 15 lid 5 5. De rusturen mogen worden verdeeld over niet meer dan twee perioden waarvan er één ten minste een lengte heeft van zes uur en de intervallen tussen twee opeenvolgende rustperiodes mogen niet meer dan veertien uur bedragen. 5. De rusturen mogen worden verdeeld over niet meer dan twee perioden die elk ten minste een lengte hebben van acht uur en de intervallen tussen twee opeenvolgende rustperiodes mogen niet meer dan acht uur bedragen. 55 AM\897831.doc 13/25 PE486.183v01-00

Artikel 15 lid 6 6. De in de leden 4 en 5 neergelegde eisen inzake rustperioden behoeven niet te worden nageleefd in geval van nood of veiligheidsoefening of in andere doorslaggevende operationele omstandigheden. Verzamelingen, blusoefeningen, oefeningen met reddingssloepen en oefeningen die krachtens nationale wetten en voorschriften en internationale instrumenten zijn vereist, worden zo uitgevoerd dat de rustperiodes zo weinig mogelijk worden verstoord en dat geen vermoeidheid wordt veroorzaakt. 6. Van de in de leden 4 en 5 neergelegde eisen inzake rustperioden kan enkel in geval van nood worden afgeweken. Verzamelingen, blusoefeningen, oefeningen met reddingssloepen en oefeningen die krachtens nationale wetten en voorschriften en internationale instrumenten zijn vereist, worden zo uitgevoerd dat de rustperiodes zo weinig mogelijk worden verstoord en dat geen vermoeidheid wordt veroorzaakt. 56 Dominique Vlasto Artikel 15 lid 6 6. De in de leden 4 en 5 neergelegde eisen inzake rustperioden behoeven niet te worden nageleefd in geval van nood of veiligheidsoefening of in andere doorslaggevende operationele omstandigheden. Verzamelingen, blusoefeningen, oefeningen met reddingssloepen en oefeningen die krachtens nationale wetten en voorschriften en internationale instrumenten zijn vereist, worden zo uitgevoerd dat de rustperiodes zo weinig mogelijk worden verstoord en 6. De in de leden 4 en 5 neergelegde eisen inzake rustperioden behoeven niet te worden nageleefd in geval van nood, evacuatieoefening of een hachelijke situatie, of in andere doorslaggevende operationele omstandigheden. Verzamelingen, blusoefeningen, oefeningen met reddingssloepen en oefeningen die krachtens nationale wetten en voorschriften en internationale instrumenten zijn vereist, worden zo uitgevoerd dat de rustperiodes zo weinig PE486.183v01-00 14/25 AM\897831.doc

dat geen vermoeidheid wordt veroorzaakt. mogelijk worden verstoord en dat geen vermoeidheid wordt veroorzaakt, en geven recht op een passende compenserende rustperiode, zoals bedoeld in onderhavig artikel. Or. fr Motivering De opleiding om het hoofd te bieden aan gevaarlijke situaties is een absolute vereiste voor alle personeelsleden en voor de veiligheid en de zekerheid van het schip, en rechtvaardigt bijgevolg dat hiervoor kan worden afgeweken van de normale werk- en rusttijden. Een passende compenserende rustperiode is niet meer dan logisch voor het feit dat zeevarenden hiertoe tijdens hun rusttijd kunnen worden gemobiliseerd. 57 Dominique Vlasto Artikel 15 lid 7 7. De lidstaten eisen dat de wachtregelingen worden opgehangen op plaatsen waar zij gemakkelijk bekeken kunnen worden. De regelingen worden opgesteld in een standaardformaat en in de werktaal of -talen van het schip en in het Engels. 7. De lidstaten eisen dat de wachtregelingen worden opgehangen op plaatsen waar zij gemakkelijk bekeken kunnen worden. De regelingen worden opgesteld in een standaardformaat en in de werktaal of -talen van het schip en in het Engels, overeenkomstig regel 2.3, norm A2.3, leden 10 en 11 van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 van de IMO, en overeenkomstig de ermee samengaande richtsnoeren van de IMO/IAO. Or. fr Motivering Regel 2.3, norm A2.3, leden 10 en 11 van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 van de IMO en de ermee samengaande richtsnoeren van de IMO/IAO stellen het standaardformaat vast voor de tabellen en roosters die het werk aan boord regelen. Daar AM\897831.doc 15/25 PE486.183v01-00

moet worden naar verwezen om de uniformiteit te waarborgen. 58 Dominique Vlasto Artikel 15 lid 9 9. De lidstaten eisen dat de dagelijkse rusturen van zeevarenden worden bijgehouden in een standaardformaat, in de werktaal of -talen van het schip en in het Engels, zodat kan worden nagegaan en gecontroleerd of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan. De zeevarenden krijgen een kopie van hun gegevens die werden bijgehouden, die door de kapitein of door een door de kapitein gemachtigde persoon en door de zeevarende wordt ondertekend. 9. De lidstaten eisen dat de dagelijkse rusturen van zeevarenden worden bijgehouden in een standaardformaat, overeenkomstig regel 2.3, norm A2.3, leden 10 en 11 van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 van de IMO, en overeenkomstig de ermee samengaande richtsnoeren van de IMO/IAO, in de werktaal of -talen van het schip en in het Engels, zodat kan worden nagegaan en gecontroleerd of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan. De zeevarenden krijgen een kopie van hun gegevens die werden bijgehouden, die door de kapitein of door een door de kapitein gemachtigde persoon en door de zeevarende wordt ondertekend. Or. fr Motivering Regel 2.3, norm A2.3, leden 10 en 11 van het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 van de IMO en de ermee samengaande richtsnoeren van de IMO/IAO stellen het standaardformaat vast voor de tabellen en roosters die het werk aan boord regelen. Daar moet worden naar verwezen om de uniformiteit te waarborgen. 59 PE486.183v01-00 16/25 AM\897831.doc

Artikel 15 lid 10 10. Ongeacht de voorschriften in leden 3 tot en met 9, is de kapitein van een schip bevoegd om een zeevarende werkuren te laten presteren die noodzakelijk zijn voor de onmiddellijke veiligheid van het schip, de personen aan boord of de lading, of om hulp te bieden aan andere schepen of personen die op zee in nood verkeren. De kapitein kan dienovereenkomstig de rustregeling opschorten en een zeevarende de nodige werkuren laten presteren totdat de situatie opnieuw normaal is. Zodra de situatie opnieuw normaal is, zorgt de kapitein ervoor dat de zeevarenden die tijdens een geplande rustperiode hebben gewerkt, een passende rustperiode krijgen. 10. Ongeacht de voorschriften in leden 3 tot en met 9, is de kapitein van een schip enkel bevoegd om een zeevarende werkuren te laten presteren wanneer er een onmiddellijk gevaar bestaat voor de veiligheid van het schip, de personen aan boord of de lading, of om hulp te bieden aan andere schepen of personen die op zee in nood verkeren. De kapitein kan dienovereenkomstig de rustregeling opschorten en een zeevarende de nodige werkuren laten presteren totdat het gevaar geweken is en de situatie opnieuw normaal is. Zodra de situatie opnieuw normaal is, zorgt de kapitein ervoor dat de zeevarenden die tijdens een geplande rustperiode hebben gewerkt, een passende rustperiode krijgen. 60 Artikel 15 lid 11 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen Schrappen AM\897831.doc 17/25 PE486.183v01-00

dienen, overeenkomstig Richtlijn 1999/63/EG, zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof, en dergelijke afwijkingen moeten ook zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. 61 Brian Simpson Artikel 15 lid 11 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen dienen, overeenkomstig Richtlijn 1999/63/EG, zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof, en dergelijke afwijkingen moeten ook zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. 11. Afwijkingen op het vereiste aantal rusturen als bedoeld in leden 4 en 5 van onderhavig artikel voor zeevarenden die zijn aangewezen om dienst te doen als officier die chef van de wacht is of als matroos die deel uitmaakt van de wachtbezetting, en de personen met bepaalde taken op het gebied van veiligheid, voorkoming van verontreiniging en beveiliging zijn toegestaan in overeenstemming met Richtlijn 1999/63/EG. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op grond van nationale wetten, verordeningen of een procedure collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen. Dergelijke afwijkingen dienen zoveel mogelijk aan de PE486.183v01-00 18/25 AM\897831.doc

Motivering gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof voor zeevarenden die wacht lopen of zeevarenden die aan boord werken tijdens korte reizen. Om echter gevaarlijke situaties als gevolg van vermoeidheid te voorkomen, worden afwijkingen op het minimumaantal rusturen als bedoeld in lid 4, onder a) niet toegestaan, en bij afwijkingen op de vereiste rusturen in lid 4, onder b) en lid 5 moeten de limieten in leden 12 en 13 worden aangehouden. Dergelijke afwijkingen moeten ook rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. Or. en Bij mogelijke afwijkingen krachtens moeten de relevante bepalingen van Richtlijn 1999/63/EG, waarmee een akkoord tussen de Europese sociale partners wordt vastgelegd, worden nageleefd. Er moet een consistente EU-wetgeving worden gewaarborgd. 62 Dominique Vlasto Artikel 15 lid 11 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven AM\897831.doc 19/25 PE486.183v01-00

dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen dienen, overeenkomstig Richtlijn 1999/63/EG, zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof, en dergelijke afwijkingen moeten ook zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen dienen, overeenkomstig Richtlijn 1999/63/EG, overeenkomst nr. 180 van de IAO en het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006, zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof, en dergelijke afwijkingen moeten ook zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. Or. fr Motivering De rechtsgrond voor de in dit lid bedoelde collectieve overeenkomsten moet nauwkeuriger worden bepaald. 63 Georgios Koumoutsakos Artikel 15 lid 11 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen dienen, overeenkomstig Richtlijn 1999/63/EG, zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning 11. Met inachtneming van de algemene beginselen van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, kunnen lidstaten collectieve arbeidsovereenkomsten goedkeuren of registreren die afwijkingen toestaan op de vereiste rusturen in lid 4, onder b), en lid 5, op voorwaarde dat de rustperiode niet minder dan 70 uur per periode van zeven dagen bedraagt. Dergelijke afwijkingen dienen zoveel mogelijk aan de gestelde eisen te voldoen, maar er kan rekening worden gehouden met frequenter of langer durend verlof, of de toekenning van compensatieverlof voor zeevarenden die PE486.183v01-00 20/25 AM\897831.doc

van compensatieverlof, en dergelijke afwijkingen moeten ook zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. wacht lopen of zeevarenden die aan boord werken tijdens korte reizen. Afwijkingen moeten zoveel mogelijk rekening houden met de richtsnoeren inzake voorkoming van vermoeidheid in sectie B-VIII/1 van de STCW-code. Or. en 64 Artikel 15 lid 12 12. De in lid 11 genoemde afwijkingen van de wekelijkse rustperiode waarvan sprake is in lid 4, onder b), worden voor maximaal twee opeenvolgende weken toegestaan. De intervallen tussen twee perioden van afwijkingen aan boord bedragen minstens het dubbele van de duur van de afwijking. Schrappen 65 Brian Simpson Artikel 15 lid 12 12. De in lid 11 genoemde afwijkingen van de wekelijkse rustperiode waarvan sprake is in lid 4, onder b), worden voor maximaal twee opeenvolgende weken toegestaan. De 12. De in lid 11 genoemde afwijkingen van de minimale wekelijkse rustperiode waarvan sprake is in lid 4, onder b), worden voor maximaal twee AM\897831.doc 21/25 PE486.183v01-00

intervallen tussen twee perioden van afwijkingen aan boord bedragen minstens het dubbele van de duur van de afwijking. opeenvolgende weken toegestaan en mits de minimale rustperiode niet korter is dan 70 uur per periode van 7 dagen. Verder bedragen de intervallen tussen twee perioden van afwijkingen aan boord minstens het dubbele van de duur van de afwijking. Or. en Motivering De tekst moet duidelijker zijn. 66 Artikel 15 lid 13 13. In het kader van de mogelijke afwijkingen van lid 5, waarvan in lid 11 sprake is, mogen de rusturen waarvan sprake is in lid 4, onder a), worden verdeeld over niet meer dan drie perioden waarvan er één minstens zes uur en geen enkele van de twee andere perioden minder dan één uur lang is. De intervallen tussen twee opeenvolgende rustperioden bedragen niet meer dan veertien uur. De afwijkingen mogen geen twee perioden van 24 uur in een periode van zeven dagen overschrijden. Schrappen 67 Brian Simpson PE486.183v01-00 22/25 AM\897831.doc

Artikel 15 lid 13 13. In het kader van de mogelijke afwijkingen van lid 5, waarvan in lid 11 sprake is, mogen de rusturen waarvan sprake is in lid 4, onder a), worden verdeeld over niet meer dan drie perioden waarvan er één minstens zes uur en geen enkele van de twee andere perioden minder dan één uur lang is. De intervallen tussen twee opeenvolgende rustperioden bedragen niet meer dan veertien uur. De afwijkingen mogen geen twee perioden van 24 uur in een periode van zeven dagen overschrijden. 13. In het kader van de mogelijke afwijkingen van lid 5, waarvan in lid 11 sprake is, mag het minimumaantal rusturen per periode van 24 uur waarvan sprake is in lid 4, onder a), worden verdeeld over niet meer dan drie rustperioden waarvan er één minstens zes uur en geen enkele van de twee andere perioden minder dan één uur lang is. De intervallen tussen twee opeenvolgende rustperioden bedragen niet meer dan veertien uur. De afwijkingen mogen geen twee perioden van 24 uur in een periode van zeven dagen overschrijden. Or. en Motivering De tekst moet duidelijker zijn. 68 Dominique Vlasto, Michel Dantin bis (nieuw) Artikel 18 letter a (12 bis) Artikel 18, punt a), wordt vervangen door onderstaande tekst: "onverminderd het bepaalde in de punten b) en d), zijn aan boord van alle schepen die onder de vlag van een lidstaat varen, te allen tijde manieren beschikbaar voor een doelmatige mondelinge communicatie tussen alle bemanningsleden over AM\897831.doc 23/25 PE486.183v01-00

Motivering veiligheidsaspecten, met name dat boodschappen en instructies tijdig overkomen en juist worden begrepen. In geval van nood, evacuatie of gevaar, moeten alle bemanningsleden beschikken over een uitrusting die waarborgt dat ze blijven drijven en over een signalisatiedetector waarmee ze door de autoriteiten aan land en/of door de kustwacht kunnen worden gelokaliseerd." Er zijn talrijke lacunes vastgesteld op het gebied van identificatie en signalisatie van bemanningsleden door de reddingsdiensten. De bemanning moet over adequate middelen beschikken, bijvoorbeeld zoals in Frankrijk, die waarborgen dat zeevarenden bij schipbreuk blijven drijven en signalisatie hebben. Or. fr 69 Silvia-Adriana Ţicău Artikel 1 punt 18 Artikel 27 bis lid 2 2. De Commissie wordt voor een onbepaalde periode vanaf de datum waarop deze richtlijn in werking treedt de in artikel 25 bis en artikel 27 genoemde bevoegdheidsdelegatie verleend. 2. De Commissie wordt voor een periode van zeven jaar vanaf de datum waarop deze richtlijn in werking treedt de in artikel 25 bis en artikel 27 genoemde bevoegdheidsdelegatie verleend. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van zeven jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. Deze delegatie kan stilzwijgend met dezelfde periode worden verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad ten laatste drie maanden voor het einde van een periode, te rekenen vanaf de inwerkingtredingsdatum van deze richtlijn, tegen deze verlenging bezwaar aantekent. PE486.183v01-00 24/25 AM\897831.doc

Or. ro AM\897831.doc 25/25 PE486.183v01-00