Bedieningshandleiding



Vergelijkbare documenten
Digitaal Super Hybride Systeem KX-TD612

Analoog telefoontoestel

Veiligheidsinformatie

KX-TD612NE. Bedieningshandleiding. Digitaal Super Hybride Systeem. Versie 3. Modelnr.

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Handleiding - Nederlands

Deze gebruikershandleiding is geldig voor analoge telefoontoestellen die zijn verbonden met het IPK-systeem.

Bedieningshandleiding

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

Zorgtelefoon. Gloria. Gebruikershandleiding - 1 -

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Bedieningshandleiding

Handleiding. Versie 2.0

GEBRUIKSAANWIJZING FX-500

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware Installatie. Installatie Windows 2000 en XP. PU007V2 Sweex PCI-kaart met 1 parallelle & 2 seriële poorten

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. IP004 Sweex Wireless Internet Phone

Bedieningen Dutch - 1

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Handleiding Aansluiten Glasvezel CBizz

Beknopte handleiding Digitaal Systeemtoestel

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

GEBRUIKSAANWIJZING TX_148

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

50 meter wireless phone line. User Manual

Wij beschermen mensen

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

aê~~çäçòé=rsnm=fm=ab`qjíéäéñççå

ICR

ISDN2 NT1, Model S2 LINE OK 230 V/AC. Gebruiksaanwijzing. ISDN2 Eigendom KPN Telecom BV NT1,MODEL S2

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Waarom kan ik geen telefoongesprekken voeren of ontvangen (draadloze telefoons)?

Welkom. Korte handleiding. Aansluiten. Installeren. Gebruiken

Model EF-2000W Handleiding

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

Elektrische muurbeugel

Calortrans M55. Handleiding

HP Power Distribution Rack

Inhoud Inhoud... 1 Veiligheidsinstructies... 1

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Verkorte handleiding S4 Combo Secual / S4 Combo Vid Secual

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC201 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps

FB Sweex 3 Port FireWire PCI Card FB Sweex 4 Port FireWire PCI Card

Bedieningshandleiding

Bediening van de Memory Stick-speler

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Opera 20IP ISDN & VoIP Analoge Telefoon Handleiding

KLEURENVIDEOFOON. Type: ASPEKTO. Handleiding

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

KX-TD1232NL KX-TD816NL

Nederlands. Geheugen. AppleCare. Instructies voor vervanging

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. Aansluitingen. DS010 Multi Panel & Card Reader 53-in-1

GEBRUIKSAANWIJZING PORTADIAL INTERFACE TYPE 5. Toepasbaar vanaf software versie: V1.4

PU051 Sweex 4 Port USB 2.0 & 2 Port Firewire PCI Card. Mocht één van bovenstaande onderdelen ontbreken, neem dan contact op met de leverancier.

Klep van systeemkaart verwijderen

INSTALLATIE HANDLEIDNG. Telefooninterface GSM-GB2 TGSM-GB2 NL REV Cod

Installatiehandleiding

Handleiding. Standard LED (LED ST) Serie spiegels

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

Notebook of Desktop PC met USB2.0 of USB1.1 poorten Microsoft Windows 98SE, 2000 of XP Mac OS9.x of hoger

Switch. Handleiding

Bee-Bot Oplaadbare, kindvriendelijk, programmeerbare vloerrobot

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

Waviduo 315 Elektrolasapparaat

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V

Byzoo Sous Vide Turtle

GSM externe antenne V Aanvulling op installatie

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

Instructies voor het bijwerken van uw USB driver voor Smartinterfaces

Belangrijke veiligheidsinstructies

Montagevoorschriften

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

KX-TVP50. Bedieningshandleiding. Voice Processing Systeem. Modelnr.

Handleiding WIFI videofoon type WIFI106

LPTTX KANAALS SOFT TOUCH DMX SCHAKELPANEEL

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware Installatie. Installatie Windows 2000 en XP. PU006V2 Sweex 2 Port Serial PCI Card

Problemen oplossen met NummerWeergave

Handleiding Monty-alarmzender

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Digitale draadloze telefoon SE 240 Digitale draadloze telefoon met antwoordapparaat SE 245

Aan de slag met Anna.

ACR-500 AM/FM-wekkerradio

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel.

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Calortrans M55. Handleiding.

Contents Inhoud. Wind, Zon & Regen Sensor Instructies. Inhoud: Sensor Functies:

S T O R A G E S U P P O R T H A R D D I S K C A S I N G 2. 5 S T O R A G E S ATA T O U S B 2. 0 H A N D L E I D I N G S I

Problemen oplossen met NummerWeergave

Transcriptie:

Digitaal Super Hybride Systeem Bedieningshandleiding Model No. KX-TD208NL Lees a.u.b. eerst deze handleiding alvorens u het Digitaal Super Hybride Systeem aansluit.

Hartelijk dank voor het kopen van dit Panasonic telefoonsysteem. Systeemcomponenten Service unit Modelnr KX-TD208 Beschrijving Digitaal Super Hybride Systeem (hoofdcentrale) Optionele module KX-TD20870 KX-TD20880 4 intern Expansion uitbreidingskaart 1-ISDN-lijn kaart Optionele telefoon KX-T7230 KX-T7235 KX-T7250 KX-T7451 KX-T7320 KX-T7330 KX-T7350 KX-T7310 KX-T7531 KX-T7533 KX-T7536 KX-T7545 Digitaal systeemtoestel met display Digitaal systeemtoestel met groot display Digitaal systeemtoestel Digitaal systeemtoestel Analoog systeemtoestel Analoog systeemtoestel Analoog systeemtoestel Standaard toestel Digitaal systeemtoestel met 1 lijn display Digitaal systeemtoestel met 3 lijn display Digitaal systeemtoestel met 6 lijn display Add-on Key Module Optionele apparatuur KX-T30865 Deurtelefoon Aansluitmoge -lijkheden voor gebruiker Enkelvoudig toestel LET OP: De letters NL of CE worden in deze handleiding in het vervolg weggelaten. Een standaard toestel wordt afgekort als SLT (Single Line Telephone). Een digitaal systeemtoestel wordt afgekort als DPT (Digital Proprietary Telephone). Een analoog systeemtoetel wordt afgekort als APT (Analog Proprietary Telephone). IBM is een geregistreerd handelsmerk van de International Business Machines Corporation. MS-DOS is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft Corporation uit de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaars. 2

Belangrijke informatie De apparatuur dient rechtstreeks te worden aangesloten op de interne toestellijnen. Sluit een munt telefoon niet aan als intern toestel. Indien er extra apparatuur wordt aangesloten, conform de toegestane combinaties, kan geen garantie worden gegeven dat die apparatuur ook goed functioneert. Gebruik door onbevoegden. De centrale mag uitsluitend worden bediend door bevoegd personeel. De centrale dient te worden geïnstalleerd in een aparte, afsluitbare ruimte waartoe onbevoegden geen toegang kunnen krijgen. Schade aan de apparatuur, veroorzaakt door onbevoegden, valt niet onder de garantiebepalingen van deze apparatuur. Let op: Druk voor een pauze na het netlijncijfer (of cijfers) niet vaker dan tweemaal op de PAUZE knop. Het systeem zal niet goed werken wanneer u zich niet aan deze instructie houdt. WAARSCHUWING Explosiegevaar indien de batterij niet correct is geplaatst. Plaats bij vervanging uitsluitend een batterij van hetzelfde type, of een door uw leverancier aanbevolen type. Lever de oude batterijen in bij het kcaverzameldepot/chemokar in uw gemeente. 73/23/EEC 89/336/EEC 92/31/EEC 93/68/EEC 91/263/EEC Low Voltage Directive Electromagnetic compatibility (Basic EMC Publication) Electromagnetic compatibility (Supplement) CE Mark Terminal Directive 3

Voorwaarden Plaats het systeem niet in de buurt van verwarmingsapparatuur en elektrische apparaten die geluid genereren, zoals fluorescerende lampen, motoren en televisies. Dit soort apparatuur kan storing veroorzaken in de werking van het Digitaal Super Hybride Systeem. Stel dit systeem niet bloot aan stof, vocht, hoge temperaturen (meer dan 40 C), schokken en direct zonlicht. Steek geen draden, pennen, enz. in de ventilatie-openingen of andere openingen van dit systeem. Wanneer zich problemen voordoen, trekt u de stekker van de centrale uit het stopcontact. Sluit de ISDN-telefoon rechtstreeks aan op de telefoonlijn. Als de ISDN telefoon goed functioneert, de centrale pas opnieuw aansluiten als het probleem is verholpen. Als de ISDN telefoon niet goed functioneert, ligt het probleem waarschijnlijk in de ISDN-telefoon zelf, en niet in de centrale. Indien er geen ISDN telefoon beschikbaar is, kunt u contact opnemen met uw dealer. Gebruik voor het schoonmaken van de centrale geen benzine, thinner of andere oplosmiddelen. Reinig de centrale met een zachte doek. WAARSCHUWING DEZE CENTRALE DIENT GEINSTALLEERD TE WORDEN DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL. WANNEER DE INTERNE ONDERDELEN VAN DE CENTRALE ALS GEVOLG VAN SCHADE KUNNEN WORDEN AANGERAAKT, DE STEKKER ONMIDDELLIJK UIT HET STOPCONTACT TREKKEN EN DE CENTRALE BIJ UW DEALER INLEVEREN VOOR REPARATIE. INDIEN U DE CENTRALE MOET VERPLAATSEN, VERWIJDERT U EERST DE TELEFOONAANSLUITING EN PAS DAARNA TREKT U DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. WANNEER U DE CENTRALE WEER AANSLUIT, DIENT U ECHTER EERST DE STEKKER IN HET STOPCONTACT TE STEKEN. SLUIT HET SYSTEEM UITSLUITEND AAN OP EEN GEAARD STOPCONTACT. HET STROOMSNOER WORDT GEBRUIKT OM DE CENTRALE AAN OF UIT TE ZETTEN. ZORGER DAAR OM VOOR DAT HET STOPCONTACT GOED BER EIKBAAR IS. OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VOORKOMEN, PLAATS DIT PRODUCT NIET IN DE REGEN OF EEN VOCHTIGE OMGEVING. SERIENR. (op de onderzijde van de centrale) Ter uw informatie DATUM VAN AANKOOP: NAAM VAN DE DEALER ADRES VAN DE DEALER 4

Indeling van de handleiding Inleiding Deze handleiding bestaat uit de volgende delen. Deel 1. Beschrijving van het systeem Verschaft algemene informatie over het systeem inclusief systeemcapaciteit en een aansluitschema. Deel 2. Installatie Bevat instructies met betrekking tot de installatie en bedrading van het systeem, en legt uit hoe de optionele kaart moet worden geïnstalleerd. Deel 3. Systeemprogrammering Beschrijft systeembeheer-funkties en de benodigde stappen voor het toewijzen van funkties aan interne toestellen of het systeem. U vindt hier tevens programmeerlijsten voor het noteren van de gebruiker-programmeergegevens. Deel 4. Funkties en bedieningsprocedures Geeft een beschrijving van de funkties en hun bediening. Het verschaft tevens informatie over de noodzakelijke programmering, voorwaarden en aansluit-verwijzingen voor elke funktie. Deel 5. Aanhangsel Bevat een toon/bel-lijst, LED-identificatie, lijst van funktienummers, standaard waarden van systeemprogrammering, specificaties en mogelijke oplossingen bij problemen in de werking van systeem en telefoon. Betekenis van de meest gebruikte symbolen! Extra informatie en voorwaarden. De funktie- of programmeerverwijzingen. 5

Deel 1 Deel 2 Deel 3 Inhoud Baschrijving van het systeem 1.1 Basisconstructie van het systeem... 1-2 1.2 Hoofdkenmerken van het systeem... 1-3 Installatie 2.1 Voordat u begint met de installatie... 2-2 2.2 Uitpakken... 2-4 2.3 Namen en locaties... 2-4 2.4 Muurbevestiging... 2-5 2.5 Het frontpaneel openen... 2-5 2.6 Aarding... 2-5 2.7 Aansluitschema ISDN-lijnen... 2-6 2.8 Het ansluiten van een netlijn... 2-7 2.9 Het aansluiten van een intern toestel... 2-8 2.10 De telefoons parallel aansluiten... 2-10 2.11 De telefoons aansluiten in Extra Device Port (XDP)... 2-11 2.12 Installeren van de optionele kaarten... 2-12 2.13 Uitbreiding van ISDN-lijnen... 2-14 2.14 Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener... 2-15 2.15 Het aansluiten van een printer en de PC... 2-17 2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging... 2-20 2.17 Sluiten van het frontpaneel... 2-22 2.18 Het systeem voor de eerste keer opstarten... 2-22 2.19 Het systeem opnieuw opstarten... 2-23 Systeemprogrammering 3.1 Systeembeheer... 3-2 Toegang tot andere netwerktypen die zijn Daangesloten op het ISDN... 3-2 Automatische Route Selectie... 3-3 Budget beheer... 3-6 Serviceklasse (COS, Class of service)... 3-6 Datalijn-beveiliging... 3-7 Direct Doorverbinden van Inkomend gesprek (DDI, Direct Dialling In)... 3-8 Direct Inkomende Lijn (DIL, Direct In Lines)... 3-9 Interne toestelgroep... 3-9 EXtra Device Port (XDP)... 3-10 Een deurtelefoongesprek doorchakelen naar de netlijin... 3-10 Toegang tot de centrade (Host PBX)... 3-11 Geïntegreerde Services van het Digitale Netwerk (ISDN)... 3-12 ISDN-extensies... 3-13 "Intercept-Routing" (Gesprek doorschakelen)... 3-14 Automatisch doorschakelen bij In Gesprek (Station Hunting)... 3-15 Station Message Detail Recording (SMDR)... 3-16 Instellen van de standaard systeemgegevens... 3-18 Systeemprogrammering met de Personal Computer... 3-18 6

Inhoud Kiesrestrictie... 3-19 Inbreken op Kiesrestrictie door invoeren van de Kostencode... 3-23 Kiesrestrictie-inbraak op snelkiezen via het systeem... 3-24 Uniforme gespreksdistributie (UCD, Uniform Call Distribution)... 3-24 3.2 Voordat u begint met programmeren... 3-26 3.3 Managerprogrammering... 3-28 [000] Instellen van datum en tijd... 3-28 [001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer via het systeem... 3-28 [002] Instellen van een alarmnummer... 3-29 [003] Budgetbeheer... 3-29 3.4 Systeemprogrammering... 3-30 [100] Starttijd van Dag / Nacht service... 3-30 [101] Kostencodes... 3-30 [102] Station Hunting-type... 3-30 [103] Systeem-toegangscode... 3-31 [104] Toewijzing voor pulskiezen... 3-31 [105] Toewijzing automatisch openen van deur... 3-31 [106] Toewijzing netwerk-type... 3-31 [107] Keuze van kostenaanduiding... 3-32 [108] ID code instellen voor kosten verificatie... 3-32 [109] Doorverbinden via DSS-toets... 3-32 3.5 Timer programmering... 3-33 [200] Terugbeltijd Wachtstand... 3-33 [201] Terugbeltijd Doorverbinden... 3-33 [202] Gesprek doorschakelen Geen Antwoord-tijdsduur... 3-33 [203] Doorschakeltijd bij Intercept-Routing... 3-34 [204] Wachttijd van Pickup Dialling (gesprek beantwoorden van ander intern toestel)... 3-34 [205] PAUSE-tijd voor DTMF... 3-34 [206] Tijdsduur deuropener... 3-34 [207] Intervaltijd Waarschuwing Boodschap Wacht... 3-35 3.6 Kiesrestrictie-Programmering... 3-36 [300] [304] Invoeren van weiger-codes voor niveau's 2 t/m 6... 3-36 [305] [309] Invoeren van acceptatie-codes voor niveau's 2 t/m 6.. 3-36 3.7 Programmering van de ISDN-poort... 3-37 [400] Toewijzing ISDN-poortaansluiting... 3-37 [401] [402] Intern ondervangtoestel Dag / Nacht... 3-37 [403] Toegangscodes voor centrale... 3-37 [404] Toewijzen van het CLIP / COLP nummer... 3-38 [405] Direct Binnenkomend gesprek (DDI)... 3-38 [406] ISDN configuratie... 3-38 [407] Instellen van meerdere gebruikernummers (MSN)... 3-39 [408] [409] Toewijzing belsignaal van intern toestel Dag / Nacht voor ISDN... 3-39 7

Inhoud [410] [411] Toewijzing belsignaal van interne ISDN-toestel Dag / Nacht voor ISDN... 3-40 [412] Transformatie van ISDN DDI Nummer / intern toestelnummer... 3-40 3.8 Serviceklasse programmering... 3-41 [500] [501] Kierestrctie-niveau Dag/Nacht... 3-41 [503] Gesprek doorverbinden naar een netlijn Gespreksduur limiet. 3-41 [504] Inbreken op Niet Storen... 3-41 [505] Invoeren code... 3-42 [506] [507] Kiesrestrictie-niveau voor snelkiezen via systeem Dag / Nacht... 3-42 [508] Deuropener-toegang... 3-42 [509] Nachtservice-toegang... 3-42 [510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek (DDI)... 3-43 [511] Gesprek doorschakelen Volg Mij... 3-43 [512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek (CLIR)... 3-43 [513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek (COLR)... 3-44 [514] Inbreken op een gesprek... 3-44 [515] Inbreken op een gesprek - Negeren... 3-44 3.9 Toestelprogrammering... 3-45 [600] XDP, Extra Device Port (Twee toestellen op één lijn)... 3-45 [601] Serviceklasse... 3-45 [602] Toewijzing van interne toestelgroep... 3-45 [603] [604] DIL 1:N intern toestel en uitgesteld belsignaal Dag / Nacht... 3-46 [605] [606] Toewijzing ISDN-poort voor uitgaande gesprekken Dag / Nacht... 3-46 [607] [608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon... 3-46 [609] Toewijzing aansluiting intern toestel... 3-47 [610] Toewijzing IRNA... 3-47 [611] Toewijzing aansluiting antwoordapparaat... 3-47 [612] Datalijn-beveiliging... 3-48 [613] Afdelingscodes... 3-48 [614] [615] Een deurtrlrfoongesprek doorchakelen - Dag/Nacht... 3-48 3.10 ARS Programmering... 3-49 [700] ARS Modus... 3-49 [701] ARS lijincode... 3-49 [702] Selectiecode van de ARS route... 3-49 [703] ARS autorisatiecode... 3-50 [704] ARS rekeningoverzicht-code... 3-50 [705] 1st toegangscode van de carrier... 3-50 [706] Uitzonderingscode van de ARS-route... 3-51 [708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer... 3-51 [709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer... 3-51 3.11 Programmeren van hulpbronnen... 3-52 8

Inhoud Deel 4 [800] Afdrukken informatie gesprekslog / Afdrukken uitgaande gesprekslog... 3-52 [801] SMDR-afdrukformaat... 3-52 [802] Systeemgegevens afdrukken... 3-52 [803] Muziekbron... 3-53 [804] Seriële interface (RS-232C) parameters... 3-54 3.12 Optionele programmering... 3-55 [900] Wissen van alle systeemgegevens... 3-55 [901] Wissen van systeemgegevens behalve de ISDN-gegevens... 3-55 [902] Extra systeeminformatie... 3-56 [903] Controle van het ontvangen nummer... 3-58 3.13 PC programmering... 3-59 3.14 Programmeertabllen... 3-60 Funkties en bedieningsprocedures 4.1 Voordat u begint... 4-2 4.2 Begin-instellingen... 4-6 De funkties van uw telefoon instellen... 4-6 Instellen van de toetsen op uw telefoon... 4-9 4.3 Gesprekken beginnen... 4-12 Interne gesprekken... 4-12 Uitgaande gesprekken... 4-14 Snelkiezen... 4-17 Herhalen... 4-22 Wanneer de gebelde lijn in gesprek is... 4-24 4.4 Gesprekken beantwoorden... 4-28 Gesprekken beantwoorden... 4-28 Een gesprek beantwoorden... 4-29 4.5 Tijdens een gesprek... 4-31 Een gesprek in de wachtstand plaatsen... 4-31 Gesprekken doorverbinden... 4-35 Gesprek Wacht... 4-38 De microfoon uitschakelen (microphone Mute)... 4-40 4.6 Overige funkties... 4-41 Oproepen... 4-41 Voordat u uw bureau verlaat... 4-42 Gesprek met drie partijen... 4-48 Instellen van het alarm... 4-51 De Achtergrond Muziek inschakelen... 4-52 Achterlaten van een "Waarschuwing Boodschap Wacht"... 4-53 Bellen met Kostencodes... 4-56 Gesprekskosten raadplegen... 4-58 Negeren van inkomende gesprekken... 4-61 Een intern toestel bellen dat geen gesprekken wil ontvangen... 4-64 9

Inhoud Deel 5 Prive-funktie... 4-65 Deurtelefoongesprek... 4-67 Een deur openen... 4-68 Inschakelen van de Dag / Nacht gespreksmodus... 4-70 Gesprek Distributie Groep (Log-In / Log-Out)... 4-72 Belsignaal instellen van de parallelle SLT... 4-73 Beller-identificatieservices (voor KX-T7230/KX-T7235/ KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536)... 4-74 Opheffen van de funktie-instellingen... 4-79 Toegang tot de ISDN netwerkservice... 4-80 Het kiezen van de CLIP / COLP nummers... 4-81 4.7 Displaybediening (KX-T7235/KX-T7531/KX-T7533/KX-T7536)... 4-82 Bediening van de funkties in de ruststand via het display... 4-84 Een nummer/naam toewijzen aan elke funktietoets voor van een intern toestel... 4-91 Bediening van FWD/DND funkties via het display (KX-T7235/KX-T7536 alleen)... 4-95 4.8 Bedieningsinstructies voor de Telefonist(e)... 4-96 De Serviceklasse van een intern toestel omschakelen... 4-96 Deblokkeren van Log blokkering inkomend gesprek... 4-96 Het op afstand bedienen van Elektronische toestelblokkering... 4-97 Aanhangsel 5.1 Tonen / Belsignalen... 5-2 5.2 LED indicatie... 5-5 5.3 Lijst van funktienummers... 5-6 5.4 Standaard instellingen... 5-9 5.5 Specificaties... 5-12 5.5.1 Algemene beschrijving... 5-12 5.5.2 Kenmerken... 5-13 5.5.3 Systeemcapaciteit... 5-14 5.6 Probleemoplossing... 5-15 5.6.1 Installatie en bediening... 5-15 5.6.2 Aansluiting... 5-16 5.7 Boormal... 5-17 5.8 Index van funkties... 5-18 10

Deel 1 Beschrijving van het systeem

10CH 1 2 3 4 5 6 7 8 10 9 11 12 DIGITAL DIGITAL 1.1 Basisconstructie van het systeem De KX-TD208 biedt standaard de mogelijkheid tot aansluiting van acht interne toestellen en één ISDN- (Integrated System of Digital Network) lijn. Op één ISDN-poort kunnen twee netlijnen worden aangesloten. De capaciteit van het systeem kan worden uitgebreid door het installeren van optionele kaarten. De centrale kan uitgerust worden met optionele apparatuur, zoals analoge en digitale systeemtoestellen van Panasonic, of apparatuur van een andere leverancier, zoals een deuropener. Ter uitbreiding van de systeemmogelijkheden kan het systeem worden uitgerust met optionele componenten zoals de digitale en analoge systeemtoestellen van Panasonic, of door de gebruiker gekochte apparatuur zoals een deuropener. Naar ISDN-lijnen Deuropener Deurtelefoon KX-T30865 DIGITAL SUPER HYBRID SYSTEM Panasonic Interne toestellijnen Printer voor gespreksspecificaties of PC voor systeemprogrammering (een paar) (Mot de KX-TD20870) (twee paar) (twee paar) Panasonic Standaard telefoon KX-T7235 Panasonic (een paar) KX-T7531 (twee paar) (twee paar) Panasonic AUTO SCAN Panasonic Draadloze telefoon (een paar) KX-T7533 (twee paar) (twee paar) KX-T7230 Panasonic Telefoon/Fax met antwoordapparaat KX-T7250 1-2 Beschrijving van het systeem KX-T7536 Een maximum van 4 digitale systeemtoestellen kunnen worden aangesloten.

1.2 Hoofdkenmerken van het systeem Systeemcapaciteit Basissysteem Interne toestellijnen 8 ISDN-lijn 1 (2 netlijnen) Uitbreiding ISDN-lijn 1 (voor ofwel 8 interne toestellijnen of 2netlijnen) Maximale capaciteit Wanneer voor netlijnen een optionele ISDN-lijn wordt gebruikt: Interne toestellijnen 8* Netlijnen 4 Wanneer voor de interne toestellijnen een optionele ISDN-lijn wordt gebruikt: Interne toestellijnen 8* ISDN-interne lijnen 8 Netlijnen 2 * Een digitaal systeemtoestel kan worden aangesloten op poort 21-24. Elk digitaal systeemtoestel ondersteund een enkelvoudig toestel via de XDP aansluiting. Uitbreidingsmodule Uitbreidingsmodules worden gebruikt voor het verhogen van de systeemcapaciteit. De optionele kaart, KX-TD20880, ondersteunt één ISDN-lijn, waarvan de poort kan worden gekozen om te worden gebruikt voor een netlijn of een interne toestellijn (Standaard: netlijn) Na het installeren van de kaart zal de systeemcapaciteit als volgt zijn: 1) Als de netlijn wordt gekozen, worden twee netlijnen toegevoegd. 2) Als de interne toestellijn wordt gekozen, worden acht ISDN-interne toestellijnen toegevoegd. Digitale/Analoge systeemtoestellen (DPT/APT) Door installatie van de optionele kaart, KX-TD20870, kan het systeem maximaal vier systeemtoestellen en maximaal vier standaard telefoons ondersteunen. In dit geval is een XDP-aansluiting vereist. Zie EXtra Device Port op de volgende bladzijde. Er zijn zes verschillende digitale systeemtoestellen en drie verschillende analoge systeemtoestellen beschikbaar. Oplopend van een telefoontoestel met monitor tot een model met handen vrij en een groot LCD display. Kostenbeheer Stelt de gebruiker in staat de telefoonkosten met bepaalde funkties te beheren; zoals Telefoneren met kostencodes en Rekeningoverzichten raadplegen. Raadpleeg beide funkties voor meer details. Automatische Route Selectie (ARS) Selecteert automatisch de, voorgeprogrammeerde en goedkoopste, route voor uitgaande gesprekken. Datalijn-beveiliging Het gesprek wordt beschermd tegen signalen zoals van Gesprek Wacht, Terugbelsignaal van de Wachtstand en Inbreken op een gesprek. Inbreken op een gesprek Stelt de gebruiker van een vooraf toegewezen intern toestel in staat om deel te nemen aan een intern gesprek, teneinde een gesprek tussen drie partijen tot stand te brengen. Beschrijving van het systeem 1-3

1.2 Hoofdkenmerken van het systeem Uniforme gespreksdistributie Maakt het mogelijk dat een inkomend gesprek door een bepaalde groep interne toestellen wordt ontvangen. Extra poort (XDP, EXtra Device Port)* Toestelaansluitingen 1 tot 4 (Toestelnummers 21 tot 24) onder steunen een Digitaal Systeemtoestel en een enkelvoudig telefoontoestel. De toestellen hebben verschillende interne nummers en worden behandeld als twee totaal verschillende interne toestellen. Parallelle telefoonaansluiting* Toestelaansluitingen 1 tot 4 (Toestelnummers 21 tot 24) onder steunen ook het aansluiten van een Analoog systeemtoestel en een parallel enkelvoudig telefoontoestel. Zij hebben hetzelfde interne nummer en worden door het systeem beschouwd als één en hetzelfde toestel. *: Hiervoor is een (KX-TD20870) benodigd. 1-4 Beschrijving van het systeem

Deel 2 Installatie

2.1 Voordat u begint met de installatie Lees a.u.b. de volgende informatie betreffende de plaatsing en aansluiting alvorens u het systeem installeert. Veiligheidsinstructies Wanneer u de telefoonbedrading aansluit, dient u de volgende veiligheidsinstructies altijd in acht te nemen ter voorkoming van brandgevaar, elektrische schok en overig lichamelijk letsel: 1. Installeer de telefoonbedrading nooit tijdens onweer. 2. Installeer telefoonaansluitingen nooit in vochtige ruimten, tenzij de aansluitingen speciaal voor vochtige ruimten zijn geconstrueerd. 3. Raak nooit ongeïsoleerde draad aan, tenzij het telefoonsnoer uit de telefoonstekkerdoos is gehaald. 4. Ga voorzichtig te werk wanneer u telefoonlijnen installeert of aanpast. Plaatsingsvoorwaarden Dit systeem is speciaal gemaakt voor uitsluitend muurbevestiging. Vermijd plaatsing in de volgende ruimten. (Er treedt storing, ruis of verkleuring op indien u het systeem toch in dergelijke ruimten plaatst.) 1. In direct zonlicht en warme, koude of vochtige ruimten. (Temperatuur: 0 C - 40 C) 2. In gebieden waar thermische bronnen zijn, kan de apparatuur of de contacten door zwavelgassen worden beschadigd. 3. Plaatsen waar heftige schokken of trillingen voorkomen. 4. Stoffige ruimten, of ruimten waar de apparatuur in contact kan komen met water of olie. 5. In de nabijheid van machines die elektromagnetische storing veroorzaken, zoals naaimachines en elektrische lasapparaten. 6. Op of nabij computers, telexen of overige kantoorapparatuur, magnetronovens of air conditioners. (Wij raden u aan de unit niet te installeren in ruimten waar dergelijke apparatuur staat.) 7. Minstens 1,8 m afstand houden tussen systeem en radio s, televisies. (Zowel de centrale als de systeemtoestellen). 8. Zorg dat de centrale goed bereikbaar is (voor onderhoud en inspectie - zorg vooral voor voldoende ruimte voor ventilatie aan de bovenzijde en zijkanten van de centrale). Bedradingsvoorwaarden Neem tijdens het bedraden de volgende instructies in acht. 1. Sluit het telefoonsnoer niet parallel aan op een voedingsbron, computer, telex enz. Als het snoer dergelijke bedrading wordt geleid, gebruik dan geïsoleerd snoer of leid het snoer door een metalen buis, of gebruik geïsoleerd draad en aard deze. 2-2 Installatie

2.1 Voordat u begint met de installatie 2. Als u snoer over de vloer laat lopen, scherm deze dan af op de plaatsen waar men op het snoer kan gaan staan. Vermijd bedrading onder het tapijt. 3. Vermijd aansluiting op dezelfde voedingsbron als waarop computers, telexen, en andere kantoorapparatuur zijn aangesloten. De werking van het systeem zal anders worden beïnvloed door elektromagnetische storing. 4. Gebruik normaal telefoonsnoer voor aansluiting van (telefoon)apparatuur zoals standaard telefoons, data terminals, beantwoordapparaten, computers, enz. 5. Haal het stroomsnoer van het systeem uit het stopcontact voordat u begint met bedraden. Als de bedrading gereed is kunt u het systeem aansluiten op het stroomnet. 6. Incorrecte aansluitingen kunnen ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg deel 2.7 Aansluitschema ISDN-lijnen. 7. Incorrecte aansluiting van telefoonsnoer kan ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg deel 5.6.1 Installatie en bediening en deel 5.6.2 Aansluiting. 8. Indien een intern toestel niet goed werkt, maak het toestel dan los van de interne lijn en sluit deze vervolgens opnieuw aan, of trek de stekker van het systeem uit het stopcontact en steek de stekker vervolgens weer in het stopcontact. 9. De stekker van het systeem is geaard. Dit is een veiligheidsvoorziening. Indien de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met een elektricien voor vervanging van het stopcontact. 10.Gebruik een ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) voor netlijn-aansluiting. 11.Netlijnen dienen met bliksembeveiliging te worden geïnstalleerd. Raadpleeg deel 2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging voor details. Waarschuwing: Het systeem bevat onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Om de printplaat tegen statische elektriciteit te beschermen mag u de connector, rechts afgebeeld, pas aanraken als u vrij bent van statische elektriciteit: raak eerst een geaard apparaat aan of gebruik een speciale aardings-armband. Waarschuwing: connector is gevoelig voor statische elektriciteit. Installatie 2-3

2.2 Uitpakken Centrale...één Voedingskabel...één ISDN-telefoonsnoer...één Schroeven en onderlegringen...drie 4-pin pluggen...elf Floppy disk voor PC programmering...één 2.3 Namen en locaties Overzicht van de centrale Voeding Stroomindicator Binnenaanzicht van de centrale Aarding Reset-schakelaar 4-pin contacten voor interne toestellen Modulaire ISDNcontacten 4-pin contact voor deuropener en deurtelefoon EIA (RS-232C) Aansluitpunt 2-4 Installatie

POWER EXTN. 8 EXTN. 7 EXTN. 6 EXTN. 5 EXTN. 4 EXTN. 3 EXTN. 2 EXTN. 1 2.4 Muurbevestiging 1. Plaats de boormal (op blz. 5-17) tegen de muur voor het aftekenen van de drie boorposities. 2. Installeer de schroeven en onderlegringen (meegeleverd) in de muur. Boormal 3. Haak de centrale over de schroefkoppen 2.5 Het frontpaneel openen 1. Draai de schroeven los. 2. Schuif het frontpaneel in de richting van de pijl terwijl u op de pijlmarkering ( ) drukt. Schroef 2.6 Aarding BELANGRIJK!!! De omkasting van de centrale dient u te aarden. Naar aarde Installatie 2-5

2.7 Aansluitschema ISDN-lijnen Hieronder ziet u een mogelijk aansluitschema van ISDN-lijnen voor netlijn-gebruik, afhankelijk van uw telefoonnet. Wij raden schema A en B-1 aan omdat de afsluitimpedantie (AI) aan het einde van de aansluiting moet zitten. (Uw systeem heeft een eindweerstand van 100W). A: Wanneer uw PTT-telefoonaansluiting Point-to-Point is Netwerk Naar telefoonnet B: Wanneer uw PTT-telefoonaansluiting Point-to-Multi-Point B-1: Uw systeem is aan het einde van de aansluiting Netwerk Naar telefoonnet Eindstations 7 Eindstations 1 B-2: Uw systeem is niet aan het einde van de aansluiting WAARSCHUWING!! Neem a.u.b. contact op met uw dealer voor een B-2 aansluiting. TR Netwerk Naar telefoonnet Eindstations 7 Eindstations 1 2-6 Installatie

2.8 Het aansluiten van een netlijn Specificatie van de bedrading Aansluiting Gebruik ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) (meegeleverd) voor netlijn-aansluiting. De specificatie is als volgt: Draad massief draad Diameter van geleidingsdraad 0,4 0,65 mm Diameter inclusief isolatie 0,66 1,05 mm Op ISDN-poort 1 kunnen twee netlijnen (CO) worden aangesloten. Steek de modulaire plug van het ISDN-telefoonsnoer (8-aderige snoer) in ISDNpoort 1 van het systeem. ISDN-poort 2 ISDN-poort 1 Naar PTTtelefoonaansluiting TB RB RA TA Aanzicht van TEL-contact (CO)! Incorrecte aansluiting kan ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Zie deel 5.6.1 Installatie en bediening en 5.6.2. Aansluiting. Installatie 2-7

2.9 Het aansluiten van een intern toestel Specificaties bedrading De specificaties zijn als volgt: Draad Diameter van geleidingsdraad Massief 0,4 0,6 mm Aansluitsnoer Voor elk intern toestel is 2- of 4-aderig snoer vereist zoals hieronder staat vermeld. De benodigde pennen zijn T, R, L en H. T: Tip L: Low (Laag) R: Ring (Bel) H: High (Hoog) TELEFOON KX-T7310, Standaard telefoons KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250, KX-T7451 KX-T7020, KX-T7050, KX-T7130, KX-T7030 SNOER 2 aderig snoer 2 aderig snoer (L, H) of 4 aderig snoer (L, H, T, R) voor XDP 4 aderig snoer (L, H, T, R) Aansluiting Gebruik de 4-pin stekkers (bijgeleverd) voor het aansluiten van de interne lijnen. De aansluitingen TST.1 tot en met TST.4 kunnen voor alle telefoons worden gebruikt, terwijl TST.5 tot en met TST.8 alleen voor enkelvoudige toestellen (SLT s) kunnen worden gebruikt. Om systeemtoestellen aan te sluiten dient de optionele uitbreidingskaart KX-TD20870 te worden geinstalleerd. De aansluitingen TST.1 tot en met TST.8 komen respectievelijk overeen met de interne nummers 21 tot en met 28. 1. Duw het doorzichtige gedeelte van de stekker omhoog. 2. Steek de benodigde telefoonsnoeren in de gaatjes van de stekker. Druk het doorzichtige gedeelte daarna terug in het zwarte gedeelte. Opmerking: Het isolatiemateriaal van de snoeren niet verwijderen. Steek de snoeren goed in de gaatjes van de stekker. 4-pin stekker voor 4-aderig snoer. 4-pin stekker voor 2-aderig snoer. L T R H T R 2-8 Installatie

2.9 Het aansluiten van een intern toestel 3. Steek de stekker in de interne-lijn contacten van de centrale. alleen voor SLT Contacten voor interne toestellen TST 1 L T R H Toestel aansluiting 1 t/m 8, zijn genummerd van onder af naar boven Naar interne toestellen 4. Sluit de interne toestellen aan. L T R H! Voor het aansluiten van systeemtoestellen dient een 4 intern Expansion uitbreidingskaart (KX-TD20870) te worden geïnstalleerd. De maximale snoerlengte van intern toestel naar centrale is volgt: Diameter van het snoer Maximale lengte SLT 0.5 mm 620 m PT 0.5 mm 240 m Installatie 2-9

2.10 De telefoons parallel aansluiten Uitsluitend met een digitaal systeemtoestel. Een enkelvoudige telefoon of een twee-draads systeemtoestel kunnen in parallel worden aangesloten, hierbij gebruik makend van 1 toestel nummer, met elk digitaal systeemtoestel. 4-aderig snoer Aansluiten op T, R, L en H. 2-aderig snoer Aansluiten op T en R. 4-aderig snoer Aansluiten op T, R, L en H. 2-aderig snoer Aansluiten op T en R. Standaard telefoon (SLT) of Analoog systeemtoestel Digitaal systeemtoestel (DPT=KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250) Achterzijde van de telefoon Naar de centrale Naar de Standaard telefoon (SLT) Digitaal systeemtoestel (DPT=KX-T7531, KX-T7533, KX-T7536) Naar de Standaard telefoon (SLT) Enkelvoudig e telefoon of twee-draads systeemtoest el. Naar de centrale LCD ADJ PUSH TO EMSS TO TEL! Behalve een standaard telefoon kunnen ook toestellen zoals een antwoordapparaat, modem, personal computer enz. parallel worden aangesloten op een digitaal systeemtoestel. Overige funkties (Deel 4.6) Belsignaal instellen van parallelle SLT (Parallelle telefoonaansluiting) 2-10 Installatie

2.11 De telefoons aansluiten in EXtra Device Port (XDP) Methode 1 Met de Extra Device Port (XDP) aansluiting kunnen een digitaal systeemtoestel en een enkelvoudige telefoon of twee-draads systeemtoestel op hetzelfde aansluit punt worden aangesloten. Zij hebben dan verschillende toestel nummers. 4-aderig snoer Alleen op L en H aansluiten. ( T en R zijn niet nodig) Voor APT: aansluiten op T, R, L en H 2-aderig snoer Aansluiten op T en R. Digitaal systeemtoestel (DPT=KX-T7230, KX-T7235, KX-T7250, KX-T7531, KX- T7533, KX-T7536) Standaard telefoon (SLT) of Analoog systeemtoestel Methode 2 Is identiek aan Uitsluitend met een digitaal systeemtoestel. Zie 2.10 De telefoons parallel aansluiten. Systeembeheer (Deel 3.1) EXtra Device Port (XDP) Toestelprogrammering (Deel 3.9) [600] EXtra Device Port Installatie 2-11

2.12 Installeren van de optionele kaarten 1. Trek de stekker van het systeem uit het stopcontact. 2. Draai de schroef los. Screw 3. Verwijder het frontpaneel door op beide lipjes te drukken en het frontpaneel omhoog te duwen. 4. Plaats de ISDN-lijn kaart in de aangegeven connectors. 1 ISDN-lijn kaart (KX-TD20880) Dit gevied niet aanraken:! gevoelig voor statische elektriciteit.. PT-interface kaart (KX-TD20870) 2-12 Installatie

2.12 Installeren van de optionele kaarten 5. Als u de ISDN-lijn kaart installeert, dient u de interne toestel/coschakelaartjes (dip switches) in te stellen overeenkomstig het gebruik van de kaart, netlijn of interne lijn (standaard: netlijn).! Dit gebied niet aanraken: gevoelig voor statische elektriciteit. Voor netlijn EXT SO Voor interne lijn EXT SO 1 3 JSW405 1 3 JSW404 1 3 JSW403 1 3 JSW402 1 3 JSW405 1 3 JSW404 1 3 JSW403 1 3 JSW402 6. Plaats het frontpaneel terug en draai de schroef vast. 7. Steek de stekker weer in het stopcontact. Installatie 2-13

2.13 Uitbreiding van ISDN-lijnen Nadat het installeren van de ISDN-lijn kaart, kunt u twee netlijnen of acht interne ISDN-lijnen aansluiten op ISDN-poort 2. Gebruik voor de installatie ISDN-telefoonsnoer (kruis-type) (bijgeleverd). Steek het modulaire stekkertje van het ISDN-telefoonsnoer (8-aderig snoer) in ISDN-poort 2 van het systeem. Aanzicht van TEL-contact voor netlijn TB RB RA TA Aanzicht van TEL-contact voor interne lijn RB TB TA RA ISDN-poort 2 ISDN-poort 1 Naar PTT-aansluitingen of ISDN-toestellen.! Systeemprogrammering is vereist afhankelijk van het type poort. Netlijn: Kies Aansluiten voor ISDN-poort 2 in programmering [400] Toewijzen van ISDN-poort aansluiting (standaard: niet aansluiten). Kies de configuratie voor ISDN-poort 2 in programmering [406] ISDN configuratie (standaard: netlijn / Point-to-multi-point). Interne lijn: Kies de configuratie voor ISDN poort 2 in programmering [406] ISDN configuratie (standaard: netlijn / Point-to-mulit-point). Raadpleeg 4.8 Het aansluiten van een netlijn voor specificaties betreffende het snoer. Incorrecte aansluiting kan ertoe leiden dat het systeem niet goed werkt. Zie 5.6.1 Installatie en bediening en 5.6.2 Aansluiting. De pin bezetting verandert afhankelijk van hoe de extensie / netlijn poort is geconfigureerd. (zie pagina 2-8) 2-14 Installatie

2.14 Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener Op het systeem kan één deurtelefoon (KX-T30865) en/of een deuropener naar uw keuze worden aangesloten. De deurtelefoon dient eerst te worden voorbereid voordat u deze kunt aansluiten. De deurtelefoon installeren Panasonic Schroef 1. Draai de schroef los om de twee helften van elkaar los te maken. 2. Bevestig het achterste deksel met twee schroeven aan de muur. Opmerking: Er zijn twee soorten schroeven bijgeleverd; gebruik afhankelijk van de wijze van montage: Type 1: Wanneer een bevestigingsplaat tegen de muur is gemonteerd. Type 2: Wanneer u de deurtelefoon direct tegen de muur bevestigd. 3. Sluit de snoeren vanaf de centrale aan op de schroeven in het voorste deksel. Naar de centrale (Zie de volgende bladzijde) Aansluiting 4. Schroef de twee helften weer tegen elkaar. Gebruik voor aansluiting een 4-pin stekker (bijgeleverd). 1. Duw het doorzichtige gedeelte omhoog. 2. Steek de benodigde snoeren in de gaatjes van de stekker. Duw het doorzichtige gedeelte daarna terug in het zwarte gedeelte. Opmerking: Het isolatiemateriaal van het snoer niet verwijderen. Steek de snoeren goed in de stekker. 4-pin stekker Deuropener Deurtelefoon Installatie 2-15

Panasonic 2.14 Het aansluiten van de deurtelefoon en de deuropener 3. Steek de stekker in de gewenste aansluiting van de centrale. Deuropener Deurtelefoon Naar deuropener Deurtelefoon (KX-T30865)! De maximale snoerlengte van de deurtelefoon en de deuropener naar de centrale is als volgt: Diameter van het snoer Maximale lengte 0,5 mm 120 m Systeemprogrammering (Deel 3.4) [105] Toewijzen automatisch openen van deur Toestelprogrammering (Deel 3.9) [607]-[608] Toewijzing belsignaal deurtelefoon Overige funkties (Deel 4.6) Deuropener Deurtelefoongesprek 2-16 Installatie

2.15 Het aansluiten van de printer en de PC U kunt uw eigen printer of PC op de connector (9-pin) van de seriële interface (RS-232C) van het systeem aansluiten. De printer wordt gebruikt voor het afdrukken van de SMDR (Station Message Detail Recording) en de systeemgegevens. De PC wordt gebruikt voor systeemprogrammering. Sluit de seriële interface (RS-232C) connector van de printer of de PC aan op de seriële interface connector van het systeem. Kabels dienen te worden afgeschermd en de maximale lengte bedraagt 2 meter. Seriële interface (RS-232C) (9-pin) Printer Rangschik de snoeren zodanig, dat de printer of de PC op het systeem zal worden aangesloten volgens het schema op de volgende bladzijde. De pin-configuratie van de EIA (RS-232C) connector is als volgt: Pinnr. Signaalnaam Circuittype EIA CCITT 2 RXD Received Data BB 104 3 4 TXD DTR Transmitted Data Data Terminal Ready BA CD 103 108.2 5 6 SG DSR Signal Ground Data Set Ready AB CC 102 107 7 8 RTS CTS Request To Send Clear To Send CA CB 105 106 Installatie 2-17

2.15 Het aansluiten van de printer en de PC Aansluitschema voor printer / IBM Personal Computer (9-pin) Als u een printer of een IBM-PC met behulp van een 9-pin EIA (RS-232C) connector op uw systeem aansluit, raadpleeg dan het onderstaande schema. EIA (RS-232C) poort op de centrale (9-pin) EIA (RS-232C) poort op de printer/ibm-pc (9-pin) Circuit type (EIA) Signaalna am Pinnr. Pinnr. Signaalna am Circuit type (EIA) BB RXD 2 2 RXD BB BA CD TXD DTR 3 4 3 4 TXD DTR BA CD AB CC SG DSR 5 6 5 6 SG DSR AB CC CA CB RTS CTS 7 8 7 8 RTS CTS CA CB Aansluitschema voor printer / Personal Computer (25-pin) Als u een printer of een PC met een 25-pin EIA (RS-232C) connector op uw systeem aansluit, raadpleeg dan het onderstaande schema. EIA (RS-232C) poort op de centrale (9-pin) EIA (RS-232C) poort op de printer/pc (25-pin) Circuit type (EIA) Signaalna am Pinnr. Pinnr. Signaalna am Circuit type (EIA) BB BA CD RXD TXD DTR 2 3 4 1 3 2 FG RXD TXD AA BB BA AB CC SG DSR 5 6 20 7 DTR SG CD AB CA CB RTS CTS 7 8 5 6 8 CTS DSR DCD CB CC CF 2-18 Installatie

2.15 Het aansluiten van de printer en de PC EIA (RS-232C) signalen Frame Ground (aarding): FG Aansluiting tussen frame van de eenheid en de grondaardegeleider van de voedingskabel. Transmitted data (verzonden gegevens): TXD Draagt de signalen van de eenheid naar de printer. De voorwaarde (MARK) wordt aangehouden tenzij gegevens of afbreek -signalen worden verzonden. Received data (ontvangst van gegevens): RXD Draagt signalen van de printer over. Request To Send (verzoek tot verzenden): RTS Deze draad staat op AAN (ON) wanneer de ingestelde gegevens gereed ook op AAN (ON) staat. Clear To Send (Verzenden aan/uit): CTS Indien het schakelschema van het verzendgereedsysteem op AAN (ON) staat geschakeld, betekent dit dat de printer gereed is voor ontvangst van gegevens van de eenheid. De eenheid is niet in staat om gegevens te verzenden of te ontvangen wanneer het schakelschema op UIT (OFF) staat. Data Set Ready (Dataverwerker klaar): DSR Indien de schakeling van de ingestelde gegevens gereed op AAN (ON) staat, betekent dit dat de printer gereed is. De positie AAN (ON) van ingestelde gegevens gereed betekent echter niet dat er communicatie is met de printer. Signal Ground (signaal aarde): SG Aansluiting op de gelijkstroomaarding van de eenheid voor alle koppelingssignalen (verbindingssignalen) Data Terminal Ready (Dataverwerker ON LINE): DTR Deze signaallijn (draad) wordt door de eenheid op AAN (ON) geschakeld om aan te geven dat de eenheid onder controle is. De positie AAN (ON) van gegevensbank gereed betekent echter niet dat er communicatie is met de printer. De schakeling slaat op UIT (OFF) indien de eenheid nog niet onder controle is. Data Carrier Detect (signaal ontvangst): DCD De voorwaarde AAN (ON) is een signaal voor de gegevensbank (DTE) dat het draaggolfsignaal wordt ontvangen. Systeembeheer (Deel 3.1) Station Message Detail Recording (SMDR) Systeemprogrammering met de Personal Computer Programmering van hulpbronnen (Deel 3.10) [800] Afdrukken inkomende gesperkslog/afdrukken uitgaande gesprekslog [801] SMDR-afdruk formaat [802] Systeemgegevens afdrukken [804] Seriële interface (RS-232C) parameters Installatie 2-19

2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging Een bliksembeveiliging is een apparaatje dat op een netlijn wordt geïnstalleerd ter voorkoming van blikseminslag en beschadiging van apparatuur. Gevaar ontstaat pas indien een telefoonsnoer in aanraking komt met een stroomsnoer. Met de ontwikkeling van elektronische apparatuur komen ook problemen als gevolg van blikseminslag steeds vaker voor. In veel landen is het installeren van bliksembeveiliging verplicht. Een blikseminslag op een telefoonkabel die zich 10 meter bovengronds bevindt, kan een kracht hebben van 200.000 Volt. Dit systeem dient met bliksembeveiligingen te worden geïnstalleerd. Aarding is bovendien erg belangrijk voor de veiligheid van dit systeem. Installatie-schema CO Bliksembev eiliging CO M.D.F CO TST Centrale TST PT of SLT TST ISDN-telefoon Aarding Aarde Installatie-schema voor externe aansluiting Indien u telefoons in een gebouw buiten het hoofdgebouw plaatst, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te volgen: (1) Leg het telefoonsnoer onder de grond aan. (2) Gebruik isolatiemateriaal (metalen buis) ter bescherming van het snoer. netlijn Beveiligingen Een ander gebouw TST M.D.F netlijn netlijn TST TST Centrale EXTN Bliksembev eiliging SLT ISDN-tel TEL TEL Aarde 2-20 Installatie

2.16 Het installeren van een bliksembeveiliging Het installeren van een metalen staaf (voor aarding) De lengte van de metalen staaf en de gewenste diepte is afhankelijk van de grondsoort. Zie het onderstaande voorbeeld. netlijn Bliksembeveiliging Aardingssnoer Centrale (Ondergronds) Metalen staaf (1) Locatie van de metalen staaf...nabij de beveiliging (2) Controleer of er obstructies zijn...geen (3) Materiaal van de staaf...metaal (4) Diepte van de staaf...meer dan 50 cm (5) Dikte van de aardingsnoer...dikker dan 1,6 mm Installatie 2-21

EXTN. 8 EXTN. 7 EXTN. 6 EXTN. 5 EXTN. 4 EXTN. 3 EXTN. 2 EXTN. 1 2.17 Sluiten van het frontpaneel 1. Schuif het frontpaneel in de richting van de pijl. 2. Draai de schroef vast. 3. Bind alle snoeren tot een bundel en bevestig deze tegen de muur, zodat ze niet uit de centrale getrokken kunnen worden. Schroef screw 2.18 Het systeem voor de eerste keer opstarten Sluit de voedingskabel aan op het systeem en een stopcontact. (De stroomindicator van het systeem gaat branden.) In Uit Stroomindicator! Gebruik, in verband met de EMC-richtlijn, uitsluitend de bijgeleverde voedingskabel indien een KX-TD208 wordt aangesloten. 2-22 Installatie

2.19 Het systeem opnieuw opstarten Als u het systeem heeft opgestart, en het systeem werkt niet goed, start het systeem dan opnieuw op door met een puntig voorwerp op de RESET-schakelaar te drukken (reset). Een reset heeft als gevolg: Camp On wordt gewist. Beëindiging van gesprekken die in de wachtstand staan. Beëindiging van telefoongesprekken die worden gevoerd Geparkeerde gesprekken worden gewist. Alle overige gegevens, met uitzondering van de bovenstaande, worden niet door een reset gewist. Resetknop Installatie 2-23

Section 3 Systeemprogrammering <Opmerking> Beschrijving van de gebruikte symbolen PT SLT ISDN-T betekent dat de funktie kan worden gebruikt op een systeemtoestel, een standaard telefoon (SLT) en een ISDN-telefoon.

3.1 Systeembeheer Toegang tot andere netwerktypen die zijn aangesloten op het ISDN PT SLT ISDN-T! Om toegang te krijgen tot andere netwerktypes van het ISDN, dient u soms DTMF (digitaal) te verzenden. Voor het DTMF verzenden van het gekozen nummer, dient u een PAUZE ( ) in te voegen. Alle cijfers na de PAUZE zullen als DTMF worden verzonden. Enkele voorbeelden van services waarbij DTMF nodig is Alternatieve diensten die gebruik maken van analoge netwerken, Elektronisch bankieren Deze funktie werkt niet wanneer u handmatig een nummer kiest. Het is noodzakelijk om een PAUZE op te slaan in zowel de ARS Carrier code als de toestaan code. Systeembeheer (Pagina 45 van deze handleiding) Automatische Route Selectie (ARS) Manager programmering (Deel 3.3 en pagina 47-49 van deze handleiding) [001] Instellen van een systeem-snelkiesnummer via het systeem Timer programmering (Deel 3.3) [205] PAUZE-tijd voor DTMF ARS programmering (Deel 3.5) [701] ARS lijncode [703] ARS autorisatiecode [704] ARS rekeningoverzicht-code 3-2 Systeemprogrammering

3.1 Systeembeheer Automatische Route Selectie (ARS) PT SLT ISDN-T Automatische Route Selectie (ARS) is een programmeerbare systeemfunktie die automatisch de goedkoopste manier selecteert op het moment dat u een interlokaal gesprek kiest. Het is niet noodzakelijk om de toegangscode te kiezen van de goedkoopste route. Het onderstaande stroomschema toont de procedure van de ARS-funktie. Stroomschema van ARS Is het gebelde nummer een alarmnummer? Ja Nee Is het gebelde nummer de toegangscode van de 1ste route? Nee Komt de gebiedscode overeen met route selectiecode van Route 1? Nee Komt de gebiedscode overeen met route selectiecode van Route 2? Nee Komt de gebiedscode overeen met route selectiecode van Route 3? Nee Ja Ja Ja Ja Komt de gebiedscode overeen met uitzonderingscode van Route 1? Ja Komt de gebiedscode overeen met uitzonderingscode van Route 2? Ja Komt de gebiedscode overeen met uitzonderingscode van Route 3? Ja Nee Nee Nee Verwijder en toevoegen van het gekozen nummer. Verwijder en toevoegen van het gekozen nummer. Verwijder en toevoegen van het gekozen nummer. ARS is niet beschikbaar. Route 1 wordt gekozen. Route 2 wordt gekozen. Route 3 wordt gekozen. Komt de gebiedscode overeen met route selectiecode van Route 4? Nee ARS is niet beschikbaar. Ja Komt de gebiedscode overeen met uitzonderingscode van Route 4? Ja Nee Verwijder en toevoegen van het gekozen nummer. Route 4 wordt gekozen. Systeemprogrammering 3-3

3.1 Systeembeheer ARS programmering bestaat uit de volgende onderdelen: Standaard tabel (1) ARS Modus (Programma [700]) Dit programma wordt gebruikt om de ARS mode aan/uit te zetten. Indien aangezet worden gesprekken via de goedkoopste provider gekozen. (Standaard: Uit) (2)1ste toegangscode van de carrier (Programma [705]) Dit programma wordt gebruikt om de code van de standaard netwerk operator in te voeren (Standaard = Niet ingevoerd). Indien gekozen dan wordt hier altijd via gekozen. ARS Route plan tabellen (Route 1 t/m 4) (1) ARS lijncode (Programma [701]) Om de verschillende carrier code s in te voeren (2) Selectiecode van de ARS route (Programma [702]) Voor het toewijzen van de netnummers voor elke route. (3) ARS autorisatiecode (Programma [703]) Registreert de autorisatiecode die voor een ISDN-lijn van toepassing is en voor een route. (4) ARS rekeningoverzicht-code (Programma [704]) Wijst toe of er wel of geen overzichtcode wordt verzonden naar een ISDN lijn. De overzichtcode komt overeen met toestelnummers 21-28, 30 en 31-34. (5) Uitzonderingscode van de ARS-route (Programma [706]) Wijst kiesnummers toe, die worden geaccepteerd door ARS-routeplannen van de bepaalde carrier. (6) ARS aanpassen van een verwijderd cijfer (Programma [708]) Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn wordt verzonden. (7) ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer (Programma [709]) Bepaalt hoe het gekozen nummer dient te worden aangepast voordat het naar de netlijn wordt verzonden. Het gekozen nummer wordt aangepast voor het verzenden met de goedkoopste carrier. Bijgaand voorbeeld: Het nummer verzonden gekozen nummer 92-477-7777 naar het netwerk 092-477-7777 12392-477-7777 Via [708] ARS wordt er 1 cijfer verwijderd. Via [709] ARS worden de cijfers 123 toegevoegd. * Bij bovenstaand voorbeeld zijn de carriercode, rekeningoverzicht-code en autorisatiecode weggelaten. 3-4 Systeemprogrammering

3.1 Systeembeheer! Alarmnummers worden niet toegepast op ARS en Kiesrestrictie. Indien u direct een carrier select code kiest, zullen de nummers, die u draait na de carrier select code, niet aangepast worden door de ARS programmering. Manager Programmering (Deel 3.3) [002] Instellen van een alarmnummer ARS programmering (Deel 3.10) [700] ARS modus [701] ARS lijncode [702] Selectiecode van de ARS route [703] ARS autorisatiecode [704] ARS rekeningoverzicht-code [705] 1ste toegangscode van de carrier [706] Uitzonderingscode van de ARS-route [708] ARS aanpassen van een verwijderd cijfer [709] ARS aanpassen van een toegevoegd cijfer Gesprekken beginnen (Deel 4.3) Uitgaande gesprekken Systeemprogrammering 3-5

3.1 Systeembeheer Budgetbeheer PT SLT ISDN-T Deze funktie stelt een limiet aan het telefoongebruik door middel van een vooraf vastgesteld bedrag. De limiet kan bijvoorbeeld het bedrag zijn, dat werd vastgesteld voordat het gesprek werd aangevraagd. Wordt de limiet overschreden, dan kan de gebruiker geen verdere telefoongesprekken voeren totdat de Telefonist(e) hiertoe toestemming geeft. Manager Programmering (Deel 3.3) [003] Budget Beheer Serviceklasse (COS, Class of Service) PT SLT ISDN-T COS wordt gebruikt voor het definiëren van de funkties welke zijn toegestaan voor een groep interne toestellen. Aan elk intern toestel is een hoofd en een sub COS-nummer toegewezen. Er zijn vier klassen beschikbaar.! De Telefonist(e) kan de COS van een intern toestel omschakelen van hoofd- naar subklasse. De programmeerbare opties zijn hieronder vermeld: 1) Restrictie-niveau van uitgaand netlijngesprek (Dag modus / Nacht modus) Complete toegang 2) Schakelt een gesprek door naar een externe partij. 3) Breekt in op de Niet Storen-funktie van het gebelde interne toestel 4) Bediening van Invoeren Kostencode 5) Restrictie-niveau voor snelkiezen via het systeem (Dag modus / Nacht modus) Beperkte toegang 6) Deblokkeert de deuropener 7) Voor het omschakelen van de Dag/Nacht modus 8) Voor het instellen van Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek (DDI) Geen toegang 9) Voor het instellen van Geprek doorschakelen - Volg Mij 10) Voor het instellen van Identificatie - restrictie 11) Voor het instellen van Identificatie-restrictie verbonden lijn 3-6 Systeemprogrammering

3.1 System Management 12) Instellen Inbreken op een Gesprek 13) Negeren Inbreken op een Gesprek Programmering van de Serviceklasse (Deel 3.8) [500] [501] Kiesrestrictie - niveau Dag / Nacht [503] Gesprek doorschakelen naar een netlijn [504] Inbreken op Niet Storen [505] Invoeren code [506] [507] Kiesrestrictie - nivean voor snelkiezen via systeem Dag / Nacht [508] Deuropener toegang [509] Nacht service toegang [510] Niet Storen voor Direct Binnenkomend gesprek [511] Gesprek doorschakelen Volg Mij [512] Identificatie-restrictie uitgaand gesprek [513] Identificatie-restrictie inkomend gesprek [514] Inbreken op een gesprek [515] Inbreken op een gesprek Negeren Toestelprogrammering (Deel 3.9) [601] Serviceklasse Datalijn-beveiliging PT SLT ISDN-T Als deze funktie is ingeschakeld, wordt de communicatie tussen het interne toestel en de andere lijn beschermd tegen signalen zoals van: Gesprek Wacht, Terugbelsignaal Wachtstand en Inbreken op een gesprek. Op een interne lijn kan een PC of een fax worden aangesloten, zodat de gebruiker gegevens kan verzenden. Tijdens de communicatie blijft de verzending van gegevens beschermd tegen tonen of onderbrekingen van andere interne toestellen.! Als tijdens een gesprek, één van de interne toestellen de Datalijn-beveiliging heeft ingeschakeld, geldt de funktie voor beide interne toestellen. ISDN-telefoons zijn altijd in de Datalijnbeveiligingsmodus. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Toestelprogrammering (Deel 3.9) [612] Datalijn-beveiliging Systeemprogrammering 3-7