> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage directie Juridische Zaken Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl Contactpersoon Onze referentie 17086 Bijlagen 1 Datum 24 juni 2009 Betreft beantwoording vragen over volledige openbaarmaking van de onderzoeksgegevens van ID Lelystad Geachte Voorzitter, Hierbij stuur ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Van der Vlies (SGP), Atsma (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD) over volledige openbaarmaking van de onderzoeksgegevens van ID Lelystad inzake MKZ in Kootwijkerbroek. 1 en 2 Is het waar dat nog niet alle gevraagde laboratoriumgegevens van ID Lelystad en onderliggende documenten die ten grondslag liggen aan het ingrijpende beleid ten aanzien van de MKZ-crisis 2001 in Kootwijkerbroek, openbaar zijn gemaakt conform de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven 1, ook niet na een herhaald verzoek (januari jl.)? Bent u bereid de nog ontbrekende gegevens en documentatie, waaronder documenten over de PCR-testen van 22 maart 2001, 25 maart 2001 en 28 maart 2001 en documentatie over de interpretatie van de uitgevoerde testen (RT PCR-testen, viruskweken en IDAS- en ELISA-testen), op korte termijn aan de betreffende veehouders ter beschikking te stellen en de Kamer hiervan in afschrift melding te doen? Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 9 september 2008 uitspraak gedaan in drie zaken waarbij de besmetverklaring met MKZ van een bedrijf in Kootwijkerbroek werd betwist. Het CBb heeft in zijn uitspraak uitgemaakt dat belanghebbenden in de gelegenheid dienen te worden gesteld kennis te nemen van de feiten en omstandigheden waarop de in het faxbericht van 28 maart 2001 vervatte positieve uitslag van het laboratoriumonderzoek was gebaseerd. Op 24 september 1 College van Beroep voor het bedrijfsleven, 9 september 2008, LJN: BF0067 *PDOC01/17086* PDOC01/17086 Pagina 1 van 3
2008 heb ik de laboratoriumgegevens, zoals die door het laboratorium zijn verstrekt, aan de appellanten toegezonden. Deze gegevens heb ik op 30 september 2008 ook ter kennisneming aan uw Kamer gezonden. De stukken die zijn overgelegd hebben betrekking op de geaccrediteerde positieve test die geleid heeft tot de verzending van het faxbericht van 28 maart 2001 en de daaropvolgende besmetverklaring van het bedrijf. Hiermee heb ik voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de uitspraak van 9 september 2008. directie Juridische Zaken Datum 24 juni 2009 Onze referentie 17086 Daarnaast heb ik op verzoek van appellanten op 4 maart 2009 de protocollen van de dierproef en het PCR-protocol betreffende het besmette bedrijf toegestuurd. Het gaat hier om niet-geaccrediteerde tests die ook zijn genomen, maar die niet ten grondslag hebben gelegen aan de beslissing het bedrijf besmet te verklaren. Voor de volledigheid heb ik die aan appellanten overgelegd. Een afschrift hiervan doe ik u hierbij toekomen (zie bijlage). Alle overige stukken die door appellanten worden gevraagd, worden niet ondersteund door de uitspraak van het CBb. Deze stukken hebben geen betrekking op de onderzoeksgegevens die ten grondslag hebben gelegen aan het faxbericht van 28 maart 2001 en de daaropvolgende besmetverklaring van het bedrijf. 3 Kunt u de uit deskundigenonderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Rechtbank te Zwolle (2003), getrokken conclusie bevestigen, dat uit het enige MKZ-positief bevonden monster van het besmet verklaarde bedrijf uit Kootwijkerbroek DNA is weggefilterd? Zo ja, kunt u uiteenzetten wat de reden of aanleiding was het DNA uit het genoemde monster te filteren, aangezien in de vrijgegeven onderzoeksgegevens informatie hierover ontbreekt? Filtratie door een 0.2 µm filter is een standaard virologische techniek die wordt toegepast bij monsters die zijn verdacht van bacteriële verontreiniging. Bacteriën en cellen van zoogdieren kunnen niet door het filter, maar virussen wel. Hierdoor wordt het mogelijk een virus te kweken zonder dat aanwezige bacteriën de isolatie van dat virus kunnen beïnvloeden. Echter, doordat tevens cellen van het dier worden verwijderd, is daarna ook geen DNA van het dier meer aan te tonen. Aangezien eiwitten aanwezig in het heparine monster niet door filtratie zijn verwijderd, is in het deskundigenonderzoek met behulp van eiwitanalyse aangetoond dat het in alle gevallen om monsters van hetzelfde dier ging. Meerdere monsters van het betreffende dier zijn positief bevonden en niet slechts één. 4 Wie heeft opdracht gegeven voor het filteren van DNA uit het genoemde monster? Voor het filteren van monsters is geen specifieke opdracht nodig. In de instructie is aangegeven dat de analist deze handeling moet uitvoeren als er bacteriële groei wordt geconstateerd en de virusisolatie daarom herhaald moet worden. Pagina 2 van 3
directie Juridische Zaken 5 Op welke datum is de genoemde filtering uitgevoerd? Filtratie is uitgevoerd tussen 20 maart en 1 april 2001, in de periode dat de monsters onderzocht zijn op aanwezigheid van MKZ-virus. De exacte datum van filtratie is niet vastgelegd. Datum 24 juni 2009 Onze referentie 17086 6 Uit hoeveel van de monsters die tijdens de MKZ-crisis in 2001 zijn onderzocht, is DNA weggefilterd? Waar kwamen deze monsters vandaan? Bij alle viruskweken en neutralisatietesten die bacteriële groei te zien gaven werd, ongeacht de herkomst van het monster, filtratie uitgevoerd voordat het monster opnieuw werd getest. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, G. Verburg Pagina 3 van 3