[uitzending 7] In de vorige uitzending hebben we gezien dat God de landdieren heeft geschapen (vers 24 en 25 van Genesis 1). De landdieren worden in drie categorieën ingedeeld, genoemd in volgorde van belangrijkheid voor de mens. De eerste categorie is het vee. Nuttig voor het bewerken en onderhouden van het land. De tweede categorie zijn de kruipende dieren. Ten opzichte van de mens, minder nuttig. Als laatste categorie zijn er de wilde dieren. Die kunnen gevaarlijk zijn voor een mens. Opnieuw treffen we geen wetenschappelijke indeling aan. De dieren worden aangeduid en ingedeeld naar hun leefmilieu. In vers 25 komen we het Hebreeuwse woord adama tegen. Het betekent: aarde, aardbodem of akker. Het is een voorbereiding op de schepping van adam, de mens. Daarmee komen we bij: Genesis 1 vers 26, de schepping van de mens Toen zei God: Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht. Bij dit vers komt de vraag op: Hoe werd de mens geschapen?. Genesis 2 zal ons er meer over vertellen. God gaf de mens heerschappij over de aarde. Niet in de vorm van een soort veredelde tuinman voor de Hof van Eden. Adam ontving een geweldige verantwoordelijkheid en taak. In de volgende verzen zullen we er meer over ontdekken. De Here God heeft Adam dingen opgedragen en toevertrouwd in de schepping. God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen. (Genesis 1 vers 27) De inleiding over Gods zelfberaad (in vers 26 en dat tot nu toe niet is genoemd) legt de nadruk op het bijzondere dat nu geschapen wordt: de mens. Voor de derde keer komen we het woord bara tegen (het betekent: het scheppen van iets uit niets). De mens wordt als iets heel nieuws geschapen. 1
Bara werd ook gebruikt in het eerste vers van Genesis: In het begin schiep God de hemel en de aarde. Het heelal, het leven: God maakte de grote zeedieren (Gen.1:21). In vers 27 zien we dat God de mens schiep als, die op Ons lijken. Naar Zijn evenbeeld. De details van Zijn schepping komen in het volgende hoofdstuk. We kunnen wel uit het eerste hoofdstuk van Genesis concluderen dat God een groot deel van de schepping niet heeft beschreven. God schiep - in het begin - de hemel en de aarde. Dat is alle informatie die Hij ons heeft meegedeeld. Meer weten we niet. De Here God had meer details kunnen geven, maar Hij deed dat niet. God geeft nu meer bijzonderheden over slechts één handeling en dat is de schepping van de mens. Weet u waarom? Omdat hetgeen God in Genesis openbaart werd opgeschreven voor de mensen. God wil ons laten weten waar onze oorsprong ligt. Er is niets zo wonderlijk als deze uitspraak van God over de schepping van de mens: laat Ons mensen maken die op Ons lijken Wat betekent dit? Is de mens als God, een drie-eenheid? Mogelijk dat iemand zegt: Ik weet wat u bedoelt. Daarmee wordt bedoeld dat de mens een natuurlijk, verstandelijk en geestelijk wezen is. Ja, ik geloof dat het waar is. Paulus zegt in - 1 Thessalonicenzen 5 vers 23: Laat het zo zijn dat de God van de vrede u volledig voor Zichzelf afzondert en dat uw hele wezen geest, ziel en lichaam zuiver blijft tot de komst van onze Here Jezus Christus. Hoewel dit waar is zullen we in het volgende hoofdstuk zien dat het zelfs meer is dan dat. Ik denk dat het verwijst naar het feit dat de mens een eigen verantwoordelijkheid heeft. En als zodanig zelfbewust is, en eigen beslissingen kan nemen. Het beeld Gods geeft de bijzondere positie van de mens aan. Het is de toerusting om als onderkoning van God de gegeven taak te kunnen vervullen: het beheer over de aarde en de dieren. 2
Als man en vrouw schiep Hij hen. Dit gedeelte geeft niet nauwkeurig aan hoe God man en vrouw heeft geschapen. Dat komt in Genesis 2. Daarnaast laat het ook zien dat God niet de bedoeling had om ons alle bijzonderheden en details te geven over Zijn schepping en de aarde waar wij zijn geplaatst. De uitleg die de Levende God in Genesis 1 geeft is, dat Hij de Schepper van alle dingen is. Dat brengt ons naar wat we lezen in o.a. Hebreeën 11:3 Door het geloof weten wij dat het heelal door een woord van God gemaakt is; dat het zichtbare uit het onzichtbare is voortgekomen. De dingen die we nu zien zijn gemaakt uit dingen die daarvoor zelfs niet bestonden. Dat is niet te verklaren. En de Evolutietheorie kan het ook niet. De Evolutietheorie heeft nog nooit de vraag kunnen beantwoord hoe iets uit niets is ontstaan. Het begint altijd met een kleine amoebe of een oersoep, of een klein stukje zeewier. Wij mensen moeten iets hebben om mee te beginnen. Maar de Bijbel start bij het niets. God schiep! Dit is de ontzagwekkende openbaring van het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Genesis. We gaan naar vers 28: God zegende hen en zei: Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle andere dieren. In dit vers zien we dat God aan de mens een bijzondere opdracht heeft gegeven. Eerst zegt God : Vermenigvuldig je, en bevolk de aarde en onderwerp haar. Dat wordt herhaald in Genesis 2 vers 24 met een andere uitdrukking: een man verlaat zijn vader en moeder, voegt zich bij zijn vrouw en wordt werkelijk één met haar. God heeft als Énige de seksualiteit geïntroduceerd. Het is interessant om hier even bij stil te staan omdat wij mensen vaak denken dat wij de seksualitiet hebben ontdekt. Maar God noemt het al aan het begin van de schepping! 3
De Bijbel laat ons op vier manieren zien hoe God mensen een plaats geeft in Zijn schepping: In de eerste plaats letten we op Adam. Hij wordt direct door God geschapen. In de tweede plaats kijken we naar Eva. Zij wordt indirect uit een rib van Adam geschapen. In de derde plaats letten we op de menswording van de Here Jezus Christus. Hij werd uit een maagd geboren. Tenslotte is er een vierde mogelijkheid. De menselijke voortplanting. De geboorte van kinderen. Helaas hebben wij mensen de natuurlijke voortplanting omlaag getrokken tot een niveau dat God nooit heeft bedoeld. God schiep de mens om zich voort te planten. Een prachtige waarheid! Niet gemaakt om te verworden tot een vieze, smerige ontering van het menselijke lichaam. Juist dat wat God als zegen heeft geschonken aan mannen en vrouwen. Zeker, er zijn protesten en er is verzet tegen de seks- en porno industrie. Het heeft alles te doen met geld. Maar God heeft de seksualitiet nooit bedoeld om het op deze wijze te misbruiken. Zoals verderop in Genesis herhaaldelijk zal blijken is de voortplanting niet vanzelfsprekend, maar afhankelijk van Gods zegen. Seksualiteit behoort bij de goede schepping. God heeft de mens ook een onsterfelijke ziel gegeven en een echte persoonlijkheid. De mens heeft een zelfbewustzijn. Mensen zijn geen robotten die uit de hemel worden bestuurd. Mensen kunnen kiezen en hebben een duidelijke morele verantwoordelijkheid. Zij zijn geschapen naar het beeld van God. God zegt tegen de mens: Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. God geeft opdracht de aarde te onderwerpen. Dit is, denk ik, de basis van het wetenschappelijk onderzoek van onze dagen, het doorgronden van de dingen. Spreuken 25 vers 2 zegt: God ontleent eer aan zaken die Hij verborgen houdt, maar koningen ontlenen eer aan het doorgronden van een zaak. 4
God verbergt diamanten diep in de aarde en Hij stopt bodemschatten diep weg zodat de mens ze op kan opgraven. Ik geloof dat dit ook geldt voor de wetenschap. En zeker voor de studie van het Woord van God. God wil dat we onderzoeken, ook in het laboratorium om er te werken met reageerbuizen, microscopen en noem maar op. Maar wat komt er uit? Zegeningen die mensen helpen? Of zaken die - in verkeerde handen de vreselijkste wapens zijn? We lezen verder in vers 28: en bevolk de aarde Een opdracht van God voor de mens. Adam is niet geschapen om alleen het gras te maaien. Hij werd geschapen om de aarde te beheersen. Het werkwoord kabas betekent onderwerpen en beheersen. De schepping is goed, deugdelijk, maar de mens zal daarin moeten werken om het bestaan op aarde mogelijk te maken. Als Gods rentmeester op aarde heeft de mens de taak de aarde te beheren. Uitbuiting en vernietiging van de aarde valt buiten het gezichtsveld van dit vers. Wij zullen vandaag ook moeten letten op het bewaren van de schepping. Hoe zal dat geweest zijn voor de zondeval? Hoe zou Adam dat gedaan hebben? Mogelijk zoals we het zien bij de Here Jezus? Toen Hij op aarde was beheerste Hij de natuur. Hij zei tot de storm op het meer: ga liggen. En het gebeurde. Hij heeft duizenden mensen gevoed met vijf broden en twee vissen. Zou Adam voor de zondeval zo het weer geregeld hebben? Ds. Mc.Gee zegt hierover: Ik denk dat Adam - vóór de zondeval - dat ook kon. Na de zondeval verloor hij het bestuur over de aarde. We gaan verder met vers 29 van Genesis 1, we lezen: Kijk om je heen! Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen, die Ik jullie tot voedsel geef Met deze uitspraak komt - ds Mc.Gee - tot de conclusie dat de mens in het begin een vegetariër was. Pas na de zondvloed aldus ds McGee - werd de mens een vleeseter. In de verzen 29-30 is er een globale opsomming van plantaardig voedsel voor mensen en dieren. De mens krijgt het zaad en de dieren het groen toegewezen, al sluit dit niet uit dat mensen ook groente aten. 5
Dierlijk voedsel wordt hier niet verboden, maar het plantaardige wordt genoemd, waarschijnlijk ook met het oog op het verbod in het volgende hoofdstuk. Hoewel er pas in Gen.9:2-3 expliciet toestemming komt dat de mensen dieren mogen nuttigen, is de praktijk waarschijnlijk al eerder zo geweest. In Gen.3, 4 en 8 worden dieren gedood en dit zal ook de consumptie van dieren ingehouden hebben. Daarom is immers ook het onderscheid tussen reine en onreine dieren nodig (7:2). Zoals de dood in een bepaalde vorm reeds in het plantenrijk aanwezig zal zijn geweest in de Hof van Eden (zaad dat afvalt; eten voor mens en dier) is het ook mogelijk dat de wilde dieren hun aard (met gebit, maag, lichaamsbouw e.d.) reeds hadden. Hoewel er na de zondeval grote veranderingen zijn opgetreden in Gods schepping, behoeft dat niet geleid te hebben tot een andere aard van de wilde dieren. De profetieën van Jesaja over het Messiaanse rijk gaan over dieren die elkaar niet meer zullen opeten, en over een leeuw die stro zal eten als een rund (Jes.11:7 en 65:25). Die teksten gaan echter over de toekomst en het is riskant daaruit biologische consequenties te trekken voor de situatie in het verleden, in de Hof van Eden. We lezen verder, vers 30 en 31. Al het gras en de planten heb IK als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven. Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed. Het werd avond en het werd weer morgen: de zesde dag. Met deze verzen zijn we aan het einde van Genesis 1 gekomen. Laat ik als afsluiting een korte samenvatting geven van een aantal opvallende zaken. Welke dingen vallen op? Één van de dingen is dat de naam van God 32 keer wordt genoemd in Genesis 1. De Bijbel doet geen poging om te bewijzen dat God er is. Waarom niet? De Bijbel geeft zelf het antwoord op deze vraag in Psalm 14 vers 1: De dwaas zegt bij zichzelf: Er bestaat helemaal geen God. 6
De Bijbel is een boek dat geschreven is om geestelijke en godsdienstige waarheid te openbaren. Die waarheid komt alleen door het geloof tot ons. God geeft het feit aan dat Hij, de Enige is die het heelal heeft geschapen. Voor ons is de vraag of wij Hem geloven op Zijn Woord. In Genesis 1 zien we de eenheid en kracht van God als een persoonlijke God. Paulus schrijft aan de gelovigen van Rome in de brief aan de Romeinen hoofdstuk 1 vers 20: God is wel onzichtbaar, maar uit alles wat Hij geschapen heeft - blijken Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Want sinds het ontstaan van de wereld is Zijn bestaan duidelijk te herkennen uit wat Hij gemaakt heeft. Daarom hebben de mensen geen enkele verontschuldiging. God vraagt een mens om in Hem te geloven. Wat is uw en jouw antwoord? Wat zijn nog meer opvallende zaken in Genesis 1? 1. Veelgodendom wordt ontkend, er is Eén God die schept. 2. Het 1 e hoofdstuk ontkent dat materie altijd heeft bestaan. Genesis begint met: In het begin. Alles heeft een begin 3. Genesis 1 ontkent pantheïsme (pantheïsme = de leer dat God en de natuur één zijn). God was er al voordat alle dingen ontstonden en Hij is de gans Andere, helemaal anders! 4. Genesis 1 ontkent fatalisme. Het `fatalisme` is de leer die aanneemt dat de mens geen enkele invloed heeft op zijn lot. Alles is bepaald een mens kan er geen invloed op uitoefenen. De naam is afgeleid van een Latijns woord wat lot betekent. God handelt vanuit eigen soevereine vrije wil. Hij onderhoud en bestuurt alle dingen. Samenvattend, de belangrijkste onderwerpen uit het eerste hoofdstuk van Genesis: De schepping van hemel en aarde in 6 dagen; met bijzondere aandacht voor het verschil tussen scheppen en maken Op de eerste dag maakte God het licht Op de tweede dag water en lucht 7
Op de derde dag land en zee, en planten Op de vierde dag de hemellichten zon, maan en sterren Op de vijfde dag de vissen en de vogels Op de zesde dag de landdieren en mensen. Er zijn overeenkomsten tussen de 1 e en 4 e dag. Daar gaat het over het licht en de lichten. Er zijn ook overeenkomsten tussen de 2 e en 5 e dag. Water en lucht en de vissen en de vogels. Hetzelfde zien we bij de 3 e en de 6 e dag: land en zee met dieren en mensen. De 7 e dag staat apart. In de eerste drie dagen wordt de aarde gevormd. In de volgende drie dagen wordt de wereld verder ingericht. We gaan verder met het tweede hoofdstuk van Genesis. De onderwerpen die - in het tweede hoofdstuk - aan de orde komen zijn: De rustdag of de sabbat; een samenvatting van de eerste vijf scheppingsdagen; het gebod van God aan de mens en de schepping van de vrouw. In deze uitzending gaan we alleen in op de zevende dag. In hoofdstuk twee vinden we een belangrijk beginsel van openbaring. Het komt vaker voor - in het Woord van God - maar hier is het voor het eerst. Met een bepaalde regelmaat wordt het voorgaande herhaald en samengevat. Met andere woorden de Geest van God geeft - in het kort - een bevestiging van de gebeurtenissen en feiten die in het voorgaande zijn weergegeven en komt dan met het belangrijkste. Juist het belangrijkste wordt dan toegelicht en krijgt de nadruk. Dat gebeurt nu in het 2 e hoofdstuk van Genesis naar aanleiding van de 6 scheppingsdagen uit Genesis 1. Een soortgelijke weergave vinden we in het boek Deuteronomium. Dit tweede Bijbelboek is de uitleg van de Wet maar dan nadat er 40 jaar ervaring mee is opgedaan in de woestijn. Het is dus niet alleen een herhaling van de Wet, maar eerder een nadere toelichting ervan. Een zelfde principe vinden we in het Nieuwe Testament: niet slechts één, maar vier Evangeliën. 8
We gaan terug naar Genesis. Na de schepping van de mens gaat Genesis 2 verder met de zevende dag: het hoogtepunt: de rustdag. De hoofdstukindeling van de Bijbel is van latere datum. Aartsbisschop Stephan Langton uit Canterbury heeft deze indeling rond 1205 gemaakt. Daarbij heeft hij helaas de zevende dag losgemaakt van de zes scheppingsdagen. Maar, Genesis 2 vers 1 is een conclusie, waarbij teruggegrepen wordt op Genesis 1 vers 1. De schepping is nu voltooid: de hemel en de aarde en alles wat leeft. Zo werden de hemelen en de aarde en alles wat leeft gemaakt. Op de zevende dag rustte God na afloop van Zijn scheppend werk. Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere, heilige dag, omdat Hij die dag Zijn scheppingswerk besloot. ( Gen. 2 : 1 3 ) Laten wij niet voorbij gaan aan het belang van een rustdag. Wat betekent het als wordt gezegd dat God rustte van Zijn werk? Zegt God dit omdat Hij moe was? Zoals wij mensen dat wel kunnen zeggen? Ik ga nu zitten, een hele week gewerkt, meer dat 40 uur. Dan is het nu tijd om te rusten. Was dit bij God ook zo? Het woordje rustte kan ons op het verkeerde been zetten. God hoefde niet van vermoeidheid te rusten. Jesaja zegt in hoofdstuk 40:28 Begrijpt u het dan nog niet? Weet u nu nog niet dat de eeuwige God, de schepper van de verste uithoeken van de aarde, nooit moe of lusteloos wordt? Niemand kan de diepte van Zijn begrip peilen. God rustte van Zijn werk. Toen God Zijn zes dagen had voltooid keek Hij erop terug en zei: het is zeer goed! Er was niets meer aan toe te voegen. Het werk was helemaal af! Dat is een geweldige geestelijke waarheid. In het 4 e hoofdstuk van het Bijbelboek Hebreeën wordt gezegd dat gelovigen de rust moeten binnengaan. Wij moeten in Zijn Rustdag binnengaan. Wat is dat vandaag? Het betekent dat een mens binnengaat in Zijn volledige verzoening. 9
2000 jaren geleden stierf de Here Jezus Christus aan het kruis. Hij gaf Zijn leven voor u, jou en mij. Hij biedt vergeving en verzoening aan, opdat we kunnen binnengaan in Zijn rust. De apostel Paulus kan schrijven: Omdat wij ons aan God hebben toevertrouwd, zijn wij rechtvaardig geworden en leven wij nu in vrede met God dankzij onze Here Jezus Christus (Rom.5:1) Dat is pas de echte vrede en rust! Ds Mc Gee roept hier uit: Ik heb niet eens mijn vinger hoeven op te steken om te worden gered De Here Jezus deed het alles en geheel voor mij! Genade zo oneindig groot. Dat ik, die t niet verdien het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan ik zien! 10