Aan de Raad. SaZa - SoZa / DP Besluitvormend

Vergelijkbare documenten
Gemeente Dongeradeel - Verordening Lauwersregeling gemeente Dongeradeel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van <datum>,

Verordening Maatschappelijke Participatieregeling

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013 (geldig vanaf 5 oktober 2017) i

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A (geldig vanaf )

Verordening Maatschappelijke Participatie Gemeente Zaltbommel, 2007

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 (geldig vanaf )

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR februari 2015

Verordening declaratiefonds maatschappelijke participatie WWB gemeente Wierden 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Verordening Participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

GEMEENTE WORMERLAND. 1. Artikel 147 van de Gemeentewet 2. Artikel 8 Wet werk en bijstand 3. Artikel 35, vijfde lid Wet werk en bijstand

Verordening Welzijnsfonds Boxtel De raad van de gemeente Boxtel. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Boxtel

Verordening Reductieregeling 2012

Verordening Reductieregeling 2012

Verordening maatschappelijke participatie 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 mei 2012, nummer 189 ;

Verordening sportieve en culturele activiteiten 2009

Gemeente Albrandsuuaard

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 augustus 2012;

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen ISD BOL 2012

Gemeenteraad: 26 januari 2017

Gemeente Albrandsuuaard

Verordening maatschappelijke participatie

GEMEENTEBLAD. De gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;

Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima 2012

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

VERORDENING. vaststelling Verordening Maatschappelijke Participatie van kinderen Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart, nummer 14

I-SZ/2013/653. Beleidsregels. Maatschappelijke participatie WWB

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen i.v.m. vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012

Verordening sociale en culturele activiteiten 2012

Reductieregeling 2015

Kinderen doen mee 2012

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Voorstel Vast te stellen de verordening Lauwersregeling onder gelijktijdige intrekking van de verordening Lauwerspas.

Verordening Declaratieregeling maatschappelijke. participatie voor minima 2015 GR FW

Verordening maatschappelijke participatie 2015

Gemeente Albrandsujaard

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

Gemeenteblad nr. 17, 20 december 2012

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. 26);

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss d.d. 20 maart 2012,

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening maatschappelijke participatie. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening sociale en culturele activiteiten. Gemeente Kerkrade

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten (Utrecht)

Verordening reductieregeling 2012

I-SZ/2014/1811 / RIS (Bijlage 1) Regeling

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

Voorzieningen voor kinderen basisonderwijs en voortgezet onderwijs

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Concept maatschappelijke bijdrageregeling Harderwijk 2017

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR DONGERADEEL

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul; nr. verordening en beleidsregel Kinderopvang,

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Verordening bijdrageregeling minima gemeente Nunspeet 2018

Beleidsregel bijdrage sociaal-culturele en educatieve activiteiten minima 2012

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

Gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en sub b, en tweede lid, van de Participatiewet. b e s l u i t :

Datum: 3 november 2014 Portefeuillehouder: M. Klein

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2011;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 januari 2012

Raadsvoorstel 4 juli 2012 AB RV

Sector : I Nr. : 07/15 Onderwerp : Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE HOUTEN

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 15 Datum :

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek;

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012

Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2012.

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Verordening sociaal medisch geïndiceerde kinderopvang Heemstede 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Koggenland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011

Verordening Minimabeleid gemeente Borsele 2010

Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2018

Raadsvoorstel. 2. Motivering. Wettelijk- of beleidskader:

3. Effect a) Meetbaar effect: Door wijziging van de verordening is het college in staat rechtsgeldige besluiten te nemen.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

Transcriptie:

Aan de Raad Agendapunt: 17 Onderwerp: Verordening Lauwersregeling 2014 Kenmerk: Status: SaZa - SoZa / DP Besluitvormend Kollum 3 december 2013 Samenvatting In het kader van de samenwerking van Kollumerland c.a. met Dantumadiel en Dongeradeel op het gebied van werk en inkomen is het uitgangspunt dat deze gemeenten zoveel mogelijk gelijk beleid voeren. Het voorstel is om de verordening Lauwersregeling van Kollumerland c.a. gelijk te trekken met die van Dantumadiel en Dongeradeel. Inleiding In 2012 heeft uw raad de Verordening Lauwersregeling vastgesteld. Sinds 1 januari 2012 wordt de uitvoering van deze verordening uitgevoerd door Wurk Ynkommen Soarch van de gemeente Dantumadiel. In het kader van de samenwerking is het uitgangspunt dat de gemeenten die samenwerken binnen de centrumgemeente Dantumadiel zoveel mogelijk gelijkluidende verordeningen en beleidsregels hanteren. Dit komt de beoogde efficiency van de samenwerking ten goede. Nu Kollumerland sinds 1 januari 2013 samenwerkt met de gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel zijn er diverse beleidsmatige verschillen tussen deze gemeenten. Overwegingen Eén van de onderdelen waarbij er sprake is van afwijkende verordeningen is de Lauwersregeling. De vier gemeenten in Noordoost Fryslân hebben gedurende een groot aantal jaren gezamenlijk het product Lauwerspas gevoerd. Deze is met ingang van 2012 opgeheven, daarvoor in de plaats is de Lauwersregeling ingevoerd: een geld-terugregeling voor kosten van maatschappelijke participatie voor huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. In 2012 is de verordening nog gelijkluidend aan die van Achtkarspelen vastgesteld, hoewel de uitvoering van deze verordening al in Dantumadiel plaatsvond. Met ingang van 2013 heeft Kollumerland de samenwerking met Achtkarspelen verbroken en is aangesloten bij de gezamenlijke productgroep Wurk Ynkommen Soarch van de gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel, waarbij Dantumadiel als centrumgemeente optreedt. 1

De afwijking in de verordeningen ligt onder andere in de bedragen: Kollumerland Dantumadiel 1 Kind 0-12 jr 70 103 Kind 12-18 jr 220 154 18+ 70 103 Tabel: Lauwersregeling, bedragen 2013 op basis van de huidige verordeningen Voorbeelden: Een alleenstaande ontvangt op basis van de huidige verordening 70,-. Op basis van de nieuwe verordening is dat 103,-. Een alleenstaande ouder met twee kinderen op de basisschool ontvangt op basis van de huidige verordening 360,-. Op basis van de nieuwe verordening is dat 360,-. Een gezin, bestaande uit twee volwassenen, één kind op de basisschool en één kind op het voortgezet onderwijs ontvangt op basis van de huidige verordening 430,-. Op basis van de nieuwe verordening is dat 463,-. Bij gezinnen waarin één of meer kinderen voortgezet onderwijs volgen kan de nieuwe verordening leiden tot een lagere tegemoetkoming. De lagere tegemoetkoming voor zo n kind wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de hogere tegemoetkoming voor de ouder(s). In de huidige verordening is er sprake van een declaratieregeling: men moet aantonen dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Dat kan tot gevolg hebben dat een gezinslid niet zijn volledige tegemoetkoming ontvangt. In de nieuwe verordening wordt de tegemoetkoming aan het gezin verstrekt, binnen het gezin kan deze tegemoetkoming besteed worden. Het niet-gebruikte deel van de tegemoetkoming van een gezinslid mag door een ander gezinslid gebruikt worden. Daarnaast zijn er verschillen in de kostensoorten en de aanvraag- en de verantwoordingsprocedure. Dit leidt tot een afwijkende en dus inefficiënte werkwijze die de kans op fouten vergroot. Tenslotte is de verordening nog in enige mate gericht op het oude concept van de Lauwerspas: zo wordt in de verordening bijvoorbeeld nog gesproken over pashouder (bij de definitie van het inkomensbegrip). Relatie tot gemeentelijk beleid Deze verordening vervangt de huidige verordening Lauwersregeling. Actie/planning Op grond van de Verordening Cliëntenparticipatie moet het college het voorstel ter advisering aan de Cléntenraad voorleggen. De Cliëntenraad heeft destijds de colleges van Dantumadiel en Dongeradeel positief geadviseerd over deze verordening. Datum gemeenteraad: december 2013 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014 Communicatie/voorlichting via nieuwsbrief DanDonKol, de gemeentelijke website en de gemeentepagina in het huis-aan-huisblad. Gebruikers van de Lauwersregeling in 2013 worden via een persoonlijke brief over de wijzigingen geïnformeerd. Financiële gevolgen In 2013 is tot medio oktober 12.946,- uitgekeerd aan 112 huishoudens (gemiddeld 116,- per dossier). Doordat er hogere vergoedingen worden verstrekt stijgen de uitgaven. Vooralsnog is de verwachting dat deze binnen de bestaande begroting passen. In de voorgestelde begroting 2014 is 30.000,- opgenomen voor de Lauwersregeling. 1 De bedragen van de nieuwe verordening worden ieder jaar geïndexeerd (artikel 6, tweede lid) 2

Risico s Niet van toepassing. Voorstel Wij stellen u voor de Verordening Lauwersregeling 2014 vast te stellen. Bijlage : Verordening Lauwersregeling Kollumerland 2014 Ter inzage liggende stukken: Niet van toepassing. Burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. R.L.H. Schoonderbeek, gemeentesecretaris B. Bilker, burgemeester 3

Verordening LAUWERSREGELING KOLLUMERLAND 2014 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemene bepalingen Tenzij anders bepaald hebben de bepalingen van deze vorderingen dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet werk en bijstand (WWB). In deze verordening wordt verstaan onder: Het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kollumerland c.a.; De wet : de Wet werk en bijstand (WWB); Inkomen : het netto-inkomen exclusief vakantietoeslag van de aanvrager en zijn gezinsleden, voor zover verkregen uit arbeid, uitkering, pensioen of alimentatie; Toetsinkomen: 110% van de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5 sub c van de Wet werk en bijstand, verminderd met de vakantietoeslag als bedoeld in artikel 19, derde lid van dewet werk en bijstand, afgerond naar boven op hele euro s; Peildatum : de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend; Tegemoetkoming: de categoriale bijzondere bijstand, bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, en de bijdrage, bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening; Identiteitsbewijs: de gemeentelijke identiteitskaart. Artikel 2 Maatschappelijke participatie Onder maatschappelijk participatie wordt verstaan: het zo mogelijk in groepsverband deelnemen aan activiteiten van sociale, culturele of sportieve aard. Onder kosten van maatschappelijke participatie worden in ieder geval verstaan de in Nederland gemaakte of te maken kosten van: lidmaatschap van verenigingen op het gebied van sport, cultuur of ontspanning, alsmede bijkomende kosten die direct verband houden met dit lidmaatschap; schoolkosten, niet zijnde de schoolkosten bedoeld in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS); bijdrage peuterspeelzaal; abonnement bibliotheek, speel-o-theek en sport- en speluitleen; muzieklessen en huur van een muziekinstrument; zwembadbezoek; museumbezoek; volgen van cursussen, niet zijnde beroepsgerichte cursussen; overige kosten welke naar het oordeel van het college bijdragen aan maatschappelijke participatie. Bij het verlenen van individuele bijzondere bijstand voor deze kosten houdt het college rekening met de ontvangen tegemoetkoming voor deze kosten. 4

HOOFDSTUK 2: CATEGORIALE BIJZONDERE BIJSTAND KINDEREN Artikel 3 Categoriale bijzondere bijstand Het college verleent op aanvraag bijzondere bijstand aan een persoon met een inkomen dat niet hoger is dan het toetsinkomen en een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Onder onderwijs wordt verstaan het gaan naar een basisschool, of het volgen van voortgezet onderwijs. HOOFDSTUK 3: PERSONEN JONGER DAN 4 JAAR OF 18 JAAR EN OUDER Artikel 4 Bijdrage kosten maatschappelijke participatie Het college verstrekt op aanvraag een bijdrage aan een persoon van 18 jaar of ouder met een inkomen dat niet hoger is dan het toetsinkomen voor de kosten van maatschappelijke participatie die hij ten behoeve van zichzelf of zijn gezinsleden maakt. HOOFDSTUK 4: AANVRAAG EN ONDERZOEK, HOOGTE VAN DE TEGEMOETKOMING, BETALING EN TERUGVORDERING Artikel 5 Aanvraag en onderzoek De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt schriftelijk ingediend. De aanvraag wordt uiterlijk op 30 november van het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft ingediend. Bij de aanvraag worden door de aanvrager bewijsstukken van het inkomen overgelegd. Het college kan de aanvrager vragen aanvullende bewijsstukken over te leggen. In afwijking van het tweede lid wordt de aanvraag voor een vergoeding bedoeld in artikel 9 binnen acht weken na de aanschaf- of vervangingsdatum van het identiteitsbewijs. Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming De tegemoetkoming heeft betrekking op een kalenderjaar. De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar: voor een kind jonger dan 12 jaar: 103,-; voor een kind van 12 jaar of ouder, maar jonger dan 18 jaar: 154,-; voor een persoon van 18 jaar of ouder: 103,-. De hiervoor genoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd met het cijfer van de consumentenprijsindex (CPI) over het voorgaande kalenderjaar, afgerond naar boven op hele euro s. Artikel 7 Betaling Betaling van de tegemoetkoming vindt plaats op een bankrekening ten name van de aanvrager. Betaling van de tegemoetkoming vindt plaats in twee gelijke termijnen. De eerste termijn wordt betaald in de maand maart,of indien de aanvraag ná 1 maart is ingediend, zo snel mogelijk na de toekenning van de tegemoetkoming. 5

De tweede termijn wordt betaald in de maand september van het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft. In afwijking van het tweede lid vindt betaling bij een aanvraag die ná 31 augustus is ingediend zo snel mogelijk na de toekenning van de tegemoetkoming ineens plaats. Als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de aanvrager niet in staat is tot een verantwoorde besteding van de tegemoetkoming kan het college de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk aan derden of in natura betalen. Het college kan de tegemoetkoming ook op verzoek van de ouders geheel of gedeeltelijk aan derden betalen. Bij toepassing van het vierde lid zijn lid 2 en lid 3 niet van toepassing. Artikel 8 Verantwoording en terugvordering Het college kan de aanvrager na afloop van het kalenderjaar vragen om de besteding van de ontvangen tegemoetkoming aan te tonen. Hij dient hiertoe tot 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft betalingsbewijzen te bewaren en deze op verzoek aan het college over te leggen. Als de aanvrager de besteding van de ontvangen tegemoetkoming niet of niet volledig aantoont kan het college het niet verantwoorde deel van de tegemoetkoming terugvorderen. In geval van een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 2 van deze verordening zijn de bepalingen van paragraaf 6.4 van de wet van overeenkomstige toepassing. HOOFDSTUK 5: SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Uitvoering en bevoegdheid college Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ingezetene of het huishouden afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels indien strikte toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van zwaarwegende aard. In gevallen waarin de bepalingen van deze verordening niet voorzien neemt het college een besluit. Het college kan beleidsregels opstellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. Artikel 10 Citeertitel Deze Verordening kan worden aangehaald als: verordening Lauwersregeling Kollumerland 2014. Artikel 11 Inwerkingtreding Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Lauwersregeling 2012. Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 december 2013 van de raad van de gemeente Kollumerland, 6

Algemene toelichting De regeling op basis van deze verordening voorziet in een regeling waarbij de voordelen van de voormalige Lauwerspas worden gecombineerd met een eenvoudiger en dus goedkopere uitvoering. Omdat de vergoedingen relatief laag zijn is het risico van een incidentele onrechtmatige verstrekking ook laag. De regeling ziet daarom op een systeem waarbij de aanvrager na een inkomenstoets een bedrag ontvangt dat gebaseerd is op de samenstelling van zijn gezin. Met dit bedrag kunnen de gezinsleden deelname aan sportieve, culturele en sociale activiteiten bekostigen. Eén van de vermoedelijke redenen waarom niet de hele verwachte doelgroep gebruik maakte van de declaratieregeling was dat men de kosten eerst zelf moest voldoen, en deze daarna kon declareren. Niet iedereen was in staat deze kosten voor te schieten, terwijl nog niet zeker was dat deze voor declaratie in aanmerking zouden komen. Na afloop van het kalenderjaar controleert het college steekproefsgewijs de besteding. Deze wijze van uitvoering leidt tot lagere uitvoeringskosten. Het college toetst bij de aanvraag alleen het inkomen, en bij een beperkt aantal achteraf de besteding. De regeling bestaat uit twee doelgroepen: schoolgaande kinderen van 4 tot 18 jaar, en personen buiten deze leeftijdscategorie (jonger dan 4 jaar of 18 jaar en ouder). De schoolgaande kinderen vallen onder de bepalingen van de Wet werk en bijstand (WWB). Categoriale bijzondere bijstand schoolgaande kinderen. Het college kan sinds 2009 categoriale bijzondere bijstand verlenen aan ouders van schoolgaande kinderen voor de kosten van maatschappelijke participatie van die kinderen. Van deze bevoegdheid is tot op heden geen gebruik gemaakt omdat via de standaard declaratieregeling van de Lauwerspas en de tijdelijke regeling Kinderen doen mee! deze groep voldoende werd bediend. De gemeenteraad moet op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel g WWB bij verordening regels stellen met betrekking tot het verlenen van deze categoriale bijzondere bijstand. De regels hebben in ieder geval betrekking op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie. Het kenmerk van categoriale bijzondere bijstand is dat het college niet hoeft te controleren of de kosten daadwerkelijk gemaakt zijn. Wanneer iemand behoort tot een bepaalde categorie is het aannemelijk dat de kosten noodzakelijk zijn en daadwerkelijk worden gemaakt. De WWB biedt voor kinderen jonger dan 4 jaar en personen van 18 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar geen mogelijkheden om categoriale en/of individuele bijzondere bijstand te verlenen, anders dan in geval van sociale of medische redenen. Daarom worden voor deze groepen personen aparte bepalingen in deze verordening opgenomen. De grondslag is daarbij niet de WWB, maar de bevoegdheid op grond van artikel 108 van de Gemeentewet om regels te stellen, en de bevoegdheid op grond van artikel 149 Gemeentewet om verordeningen vast te stellen. 7

Artikelsgewijs toelichting Artikel 1 Algemene bepalingen Onder inkomen wordt verstaan het netto inkomen exclusief vakantietoeslag van de aanvrager en zijn partner., voor zover dit inkomen wordt verkregen uit arbeid, uitkering, pensioen en/of alimentatie. Dit betekent dat, net als bij de declaratieregeling van de Lauwerspas, inkomsten uit (voorlopige teruggave van) heffingskortingen buiten beschouwing worden gelaten. Het toetsinkomen betreft 110% van de toepasselijke bijstandsnorm verminderd met de daarin begrepen vakantietoeslag. Deze maximale norm wordt vanaf 2012 in de WWB vastgelegd, raad en college zijn niet bevoegd een hoger toetsinkomen te hanteren. Artikel 2 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie betekent mee (kunnen) doen in de maatschappij. Voorkomen moet worden dat burgers door financiële beperkingen in een sociaal isolement geraken. In dit artikel staan de kosten die in ieder geval aanmerking komen voor een bijdrage. Kosten kunnen uitsluitend worden vergoed voor activiteiten die in Nederland plaatsvinden (in verband met het in de WWB opgenomen territorialiteitsbeginsel). Er is geen limiet meer voor het aantal keren dat men mag deelnemen aan activiteiten. Er is gekozen voor een algemene beschrijving van de kosten. Op deze wijze wordt de discussie of bepaalde kosten wel of niet uit de tegemoetkoming voldaan kunnen worden zoveel mogelijk beperkt. De ontvangers van de tegemoetkoming hebben hierdoor een zekere vrijheid in de besteding van de tegemoetkoming waarbij dit tevens leidt tot lagere uitvoeringskosten voor de gemeente. De gemeentelijke regeling mag geen overlap hebben met wettelijke regelingen, zoals de Wet onderwijstegemoetkoming en schoolkosten (WTOS). De WTOS kent een bijdrage voor ouders van scholieren op het voortgezet onderwijs. Daarom zijn schoolkosten in deze verordening gedefinieerd als kosten waarop de WTOS niet ziet. Het kan bijvoorbeeld gaan om de vrijwillige ouderbijdrage, excursies en kosten van schoolreizen. Met samenhangende kosten worden kosten bedoeld die men moet maken om het lidmaatschap werkelijk uit te oefenen, bijvoorbeeld speciale sportkleding, zoals judopak of voetbalshirt en schoenen. Ook eenmalige activiteiten kunnen worden vergoed. Voorbeelden zijn kindervakantieweek en kindervakantiekampen. Voorwaarde is dat er een vereniging, stichting of organisatie voor maatschappelijk welzijn de activiteit organiseert. Het volgen van beroepsgerichte cursussen worden niet vergoed op basis van de regeling maatschappelijke activiteiten. Als er een noodzaak is voor het volgen van een beroepsgerichte cursus kan immers een beroep worden gedaan op het Participatiebudget. Dit geldt zowel voor niet-uitkeringsgerechtigden als voor bijstandscliënten. Daarom kan alleen een vergoeding worden verstrekt voor niet beroepsgerichte cursussen, zoals hobbycursussen. De Lauwerspas kende voor 65-plussers een vergoeding voor de telefoon. Ouderen die onder de doelgroep van de Lauwerspas vallen kunnen ook aanspraak maken op categoriale bijzondere bijstand voor ouderen. Deze bijstand is bedoeld voor de kosten die de leeftijd met zich meebrengen. Daaronder valt ook het hogere gebruik van een telefoon als gevolg van 8

mogelijk verminderde mobiliteit. Om deze reden komt in deze verordening de telefoonvergoeding voor ouderen niet terug. Artikel 3 Categoriale bijzondere bijstand Categoriale bijzondere bijstand is geen vergoeding van daadwerkelijk te maken kosten, maar een tegemoetkoming daarin. De werkelijke kosten kunnen hoger liggen. Als voor de kosten waar deze verordening op ziet individuele bijzondere bijstand wordt aangevraagd houdt het college bij het beoordelen van het recht op bijstand en het vaststellen van de hoogte daarvan rekening met een op basis van deze verordening ontvangen tegemoetkoming. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn van noodzakelijk bezoek van een kind aan een peuterspeelzaal op grond van medische of sociale redenen. Het college kan op grond van artikel 35, vijfde lid WWB categoriale bijzondere bijstand verlenen aan ouders van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Ten laste komende kinderen zijn eigen- of stiefkinderen jonger dan 18 jaar voor wie de ouder aanspraak op kinderbijslag kan maken. Vanwege de restrictie dat het kind onderwijs moet volgen geldt een leeftijdsondergrens van 4 jaar. Onder het volgen van onderwijs wordt verstaan het volgen van basisonderwijs of voortgezet onderwijs. Hoewel kinderen vanaf de vijfde verjaardag leerplichtig zijn volgen zij in het algemeen al vanaf het vierde jaar al basisonderwijs. Voortgezet onderwijs is onderwijs aan kinderen vanaf ongeveer 12 jaar (VMBO, HAVO en VWO). Het voortgezet onderwijs sluit aan op het basisonderwijs en bereidt leerlingen voor op het middelbaar en hoger beroepsonderwijs. De categoriale bijzondere bijstand moet betrekking hebben op kosten van maatschappelijke participatie van het kind. In artikel 2 is bepaald om welke kosten het kan gaan. Artikel 4 Artikel 5 Bijdrage kosten maatschappelijke participatie Aanvraag en onderzoek Een aanvraag moet uiterlijk op 30 november zijn ingediend. Als deze dag op een zaterdag of zondag valt moet de aanvraag uiterlijk op de eerstvolgende werkdag door het college zijn ontvangen (artikel 1, eerste lid Algemene Termijnenwet). Bij de aanvraag hoeft de aanvrager in principe alleen bewijsstukken van zijn gezinsinkomen over te leggen. Hiermee wordt de administratieve last voor zowel de burger als de gemeenten tot een minimum beperkt. In voorkomende gevallen kan het college gemotiveerd om aanvullende bewijsstukken vragen. Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de leeftijd van de aanvrager en zijn gezinsleden. De tegemoetkoming is het hoogst voor kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Naast de kosten van bijvoorbeeld een sportvereniging heeft deze groep te maken met hogere schoolkosten dan een kind op de basisschool. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de kosten van een fiets, regenpak, schooltas, rekenmachine, etcetera. De tegemoetkoming mag door het gehele gezin gebruikt worden. De tegemoetkoming die voor de ouder(s) wordt toegekend mag bijvoorbeeld worden aangewend voor kosten ten behoeve van de kinderen. 9

De hoogte van de tegemoetkoming wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met het cijfer van de consumentenprijsindex (CPI) over het voorgaande jaar zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bekendgemaakt. Artikel 7 Betaling De tegemoetkoming wordt in twee gelijke termijnen uitbetaald. De kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend doen zich in de regel verspreid over het jaar voor, bijvoorbeeld maandelijkse contributiebetalingen. De categoriale bijzondere bijstand moet bij voorkeur in natura betaald worden (artikel 48, vierde lid WWB), tenzij dit naar het oordeel van het college leidt tot ondoelmatige uitvoering. Gelet op de aard van de kosten en de veelheid aan organisaties en instellingen waar deze kosten gemaakt kunnen worden kan het college niet met allen betaalafspraken maken. De categoriale bijzondere bijstand wordt daarom standaard aan de ouders van de kinderen uitbetaald. Als het college gegronde redenen heeft dat de ouder(s) niet in staat is/zijn om de tegemoetkoming te besteden aan het doel waarvoor deze is verstrekt, namelijk maatschappelijke participatie van zijn kind(eren) kan het college besluiten de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk in natura of aan derden te betalen. De ouder(s) kan/kunnen het college ook zelf verzoeken de tegemoetkoming in natura of aan derden te betalen. Artikel 8 Verantwoording en terugvordering Uitgangspunt is dat de aanvrager de tegemoetkoming besteedt aan het doel waarvoor hij deze ontvangen heeft, namelijk maatschappelijke participatie van zichzelf en zijn gezinsleden. Het college gaat uit van vertrouwen, maar controleert na afloop van het kalenderjaar steekproefsgewijs een aantal verstrekkingen. De aanvrager zal daarom tot en met drie maanden na afloop van het kalenderjaar op verzoek van het college bewijsstukken van de besteding van de tegemoetkoming moeten kunnen overleggen. Het college bepaalt de omvang van deze steekproef. Wanneer de aanvrager de besteding niet of niet volledig aan kan tonen vordert het college het niet verantwoorde deel van de tegemoetkoming terug. Als er sprake is van categoriale bijzondere bijstand zijn de terugvorderingsbepalingen van de Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing. Artikel 9 Uitvoering en bevoegdheid college De uitvoering van deze verordening ligt bij het college. De verordening kent een hardheidsclausule op grond waarvan het college van de bepalingen van deze verordening kan afwijken als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van zwaarwegende aard. In gevallen waarin de verordening niet voorziet neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties met inachtneming van de individuele omstandigheden van de ingezetene of het huishouden. Artikel 10 Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. 10

Advies van: de Cliëntenraad Dantumadiel, Dongeradeel en Kollumerland c.a. ten aanzien van de verordening die de Verordening Lauwerspas gaat vervangen. De cliëntenraden vinden het jammer dat verschillende onderdelen van de Lauwerspas gaan vervallen, maar hebben begrip voor de noodzaak van kostenbesparing. Wij zijn blij dat de geldterugregeling kan blijven bestaan, maar hadden liever een hogere tegemoetkoming gezien per kalenderjaar. Over de hoogte van de tegemoetkoming valt te discussiëren. De tegemoetkoming voor een kind jonger dan 12 jaar vinden wij laag ( 103,-), vooral omdat de tegemoetkoming schoolgaande kinderen ( 150,-) vervalt. Wij stellen voor dat indien er geld overblijft van de zogenaamde van Geel gelden in 2011 deze ten goede te laten komen aan kinderen onder de 12 jaar. Wij zijn akkoord met de uitbetaling in twee termijnen direct na toekenning van de tegemoetkoming. Het verdient wel aanbeveling dat de cliënt zeer goed op de hoogte wordt gebracht van de mogelijke controle achteraf. 11

Nr. 2013 / 57 De raad van de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland; Overwegende dat: Het wenselijk is dat financiële belemmeringen voor deelname aan maatschappelijke activiteiten op het gebied van sport, cultuur, educatie en school verminderd of opgeheven worden; Gemeenten op grond van artikel 8 van de Wet werk en bijstand een verordening met betrekking tot categoriale bijzondere bijstand voor kosten van maatschappelijke participatie aan ouders van schoolgaande kinderen moeten vaststellen; Gelet op artikel 108 en artikel 147 en 149 van de Gemeentewet; Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g en artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2013, besluit: Vast te stellen de verordening Lauwersregeling Kollumerland 2014 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2013 I. L. Rozemeijer, griffier B. Bilker, voorzitter 12