Dagrapporten Bavikhove-Eerste Aardstraat

Vergelijkbare documenten
Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Archeo(rapport!289!! Het! archeologisch! vooronderzoek! aan! de! Lage! Kaart! te! Brasschaat!

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

Archeo-rapport 6 Archeologisch vooronderzoek aan de Kleine Amer te Puurs

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Bavikhove, Eerste Aardstraat

ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Archeo-rapport 51 Het archeologisch vooronderzoek aan de Heerstraat te Lovenjoel

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

ARCHEOLOGIENOTA. KORTRIJK LANGEMEERSSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ZAVENTEM KLEINENBERGSTRAAT

Archeo-rapport 2 Archeologisch vooronderzoek aan de Dorpsstraat te Hechtel

Archeo-rapport 19 Het archeologische vooronderzoek aan de Herstappelstraat te Lauw

Archeo-rapport 50 Het archeologische vooronderzoek aan de Deerlijksesteenweg te Harelbeke

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Kale - Leie Archeologische Dienst. J a a r v e r s l a g K a l e - L e i e A r c h e o l o g i s c h e D i e n s t

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

ARCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM ROTSELAAR BROEKSTRAAT

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Programma van maatregelen: Kampenhout - Haachtsesteenweg

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

De Limfa zat er niet voor niets

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Overasselt-Schoonenburg Gemeente Heumen Evaluatierapport

Archeo-rapport 48 Het archeologische vooronderzoek aan de Spurkerweg te Bilzen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

Archeo-rapport 7 Archeologisch vooronderzoek aan de Zagerijstraat te Membruggen

ARCHEOLOGIENOTA RONSE GROTE MARKT (prov. OOST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Archeo-rapport 49 Het archeologisch vooronderzoek aan de Molenweg te Winksele

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch vooronderzoek Rotselaar, Winterdijk langs de Demer

ARCHEOLOGIENOTA. MELLE ROOTPUTTE (prov. 00ST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN VOOR UITGESTELD VOOR- ONDERZOEK MET INGREEP IN DE BODEM

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE-HEIST GEMEENTEPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Realisatie van appartementen langsheen de Arkenvest Halle

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Amandinestraat (Oostende, West-Vlaanderen)

N76, Zwartberg, gemeente Genk

Archeo-rapport 75 Het archeologisch vooronderzoek aan Maalhofdijk te Heist-op-den-Berg

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

Verslag proefsleuvenonderzoek Eindhout - Gemeenteheidestraat (gem. Laakdal; prov. Antwerpen) (vergunning 2007 / 94)

Archeo-rapport 10 Archeologisch vooronderzoek in het kader van de verkaveling Den Brand te Puurs

Archeo-rapport 106 Het archeologisch vooronderzoek aan de Bremstraat te Lembeek Sophie Rooms & Maarten Smeets

Archeo-rapport 40 Het archeologische vooronderzoek op Klein Einderveld te Eksel

2 Archeologisch vooronderzoek Sint-Denijs-Westrem - Flanders Expo Zone 3

Rotterdamseweg 202 in Delft

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Sint-Denijs-Westrem Kortrijksesteenweg Zone 4 - Fase 1: Archeologisch vooronderzoek van 7 tot 9 juli 2008 (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen)

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

ARCHEOLOGIENOTA. WEVELGEM NIEUWSTRAAT (prov. WEST-VLAANDEREN) PROGRAMMA VAN MAATREGELEN

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

ADDENDUM 10. Werkput 5

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.)

Archeo-rapport 194 Het archeologisch vooronderzoek aan de Nachtegaalstraat te Koersel

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Archeo-rapport 197 Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

Projectnummer: C Opgesteld door: Ons kenmerk: : Kopieën aan:

Lovendegem Bredestraat Kouter archeologisch vooronderzoek maart 2013 A. De Logi & J. Hoorne. DL&H-Rapport 5

Archeologisch vooronderzoek te Mechelen - Blarenberglaan "Stephenson Plaza II"

Selectiebesluit archeologie Liesboslaan 30-32

Archeo-rapport 32 Het archeologische vooronderzoek van de verkaveling Heikantstraat/Kerkhofweg te Essen

Programma van maatregelen: Waasmunster - Schrijbergstraat

Programma van maatregelen bij Archeologienota : Uitbreiding woonzorgcentrum Meredal, Erpe-Mere, Vijverstraat 38, Oost-Vlaanderen

Archeologienota Baron Descampslaan 44 te Wijgmaal (Vlaams-Brabant).

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BORNEM INDUSTRIEWEG

Sint-Denijs-Westrem Flanders Expo Zone 3 / IKEA : Archeologisch vooronderzoek van 3 tot 21 december 2007 (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen)

Archeo-rapport 1 Archeologisch vooronderzoek van het Berkenhof te Opvelp

Het archeologische vooronderzoek aan de Karthuizersstraat te Holsbeek. Inhoudstafel p. 1. Hoofdstuk 1: Inleiding en situering p. 2

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Sint-Denijs-Westrem Flanders Expo Zone 6 Artexis archeologisch vooronderzoek maart 2015 A. De Logi, J. Hoorne, N. Heynssens & F.

Adviesdocument ten behoeve van selectiebesluit archeologie Oosterdalfsen, gemeente Dalfsen. Notitie TML520

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Advies Archeologische Monumentenzorg 2013 nr. 83

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT

Rapportage vondstmelding Koksijde, Vandammestraat

Programma van maatregelen: Turnhout - Hoveniersstraat

Archeologisch vooronderzoek met explosieve resultaten langs de Koedreef te Wetteren (O.-Vl.) maart Ruben Pede & Mieke Van de Vijver

Donderheide 22, Lier. Programma van Maatregelen. Auteur: J. Van Bavel (bureauonderzoek, projectleidster)

Plan van Aanpak. PvA A I / Johan de Wittlaan 13 te Woerden (gemeente Woerden) 1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

WWW. Damme (Sijsele) Antwerpse Heirweg 38. Frederik Roelens. Stefan Decraemer

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

Archeo-rapport 29 Het archeologische vooronderzoek aan de Bergestraat- Cruyscouter te Asse

Programma van maatregelen: Aalter Sint-Jozefstraat

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

Transcriptie:

Dagrapporten BavikhoveEerste Aardstraat Dagrapport woensdag 21092016 Personeel: Ron Bakx (Projectleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Bart van Craeyenest (Kraanmachinist) Externe condities: 22 graden, geen regen, onbewolkt en zonnig Rond 8.00 uur Franky Galle (de opdrachtgever) gebeld om wat praktische zaken te doorlopen. Franky zou in de loop van de dag langskomen. Centraal in het plangebied ligt een ondergrondse waterbuis die van de serres naar het waterreservoir loopt. De buis ligt op een diepte van meer dan 2 m, dus het risico om deze buis te raken is zeer laag. De eerste proefsleuf heeft een onderbreking door het waterreservoir. Door de hoge begroeiing rondom het waterreservoir is het niet mogelijk om door te zichten. Het oostelijk deel van de sleuf wordt daarom minder nauwkeurig uitgezet. Rond 8.45 u wordt begonnen aan de eerste sleuf. Het archeologisch vlak bevindt zich redelijk diep (ongeveer 75 cm). Na een paar meter wordt al een klein fragment van handgevormd aardewerk gevonden. Het eerste archeologisch relevant spoor laat niet lang op zich wachten. Het gaat om een paalkuil. Na ongeveer 40 m is er een grijze vlek zichtbaar. Besloten wordt om een kijkvenster aan te leggen om meer inzicht te krijgen in dit spoor. Tijdens de aanleg van het kijkvenster wordt redelijk veel handgevormd aardewerk in en rondom het spoor aangetroffen. Een deel van dit aardewerk komt uit een intacte oude cultuurlaag. Hier moet een profiel gezet worden door de bodemkundige. Het spoor blijkt een waterkuil/put te zijn. Morgen moet hierin een boring gezet worden om deze hypothese te controleren. In het oostelijk deel van WP2 was aan de rand van de sleuf een spoor (S2.008) zichtbaar. Besloten wordt om een kijkvenster rondom dit spoor aan te leggen. In het kijkvenster komt nog een ander duidelijk spoor te voorschijn. Bij het verder trekken van de sleuf worden een aantal ronde sporen zichtbaar. De sporen zijn erg uitgeloogd. Om er zeker van te zijn dat het om sporen gaat, wordt besloten om er één te couperen (S2.016). Uit de coupe blijkt dat alleen het bovenste deel van het spoor sterk uitgeloogd is. De rest van het spoor is duidelijk zichtbaar in de coupe. Besloten wordt om het kijkvenster uit te breiden, maar dan aan de zuidzijde van de sleuf. Er komen nog meer uitgeloogde sporen tevoorschijn, maar ook een duidelijk groter spoor. Er zijn nu 3 grote paalsporen zichtbaar, die op een rij liggen. Het gaat zeer waarschijnlijk om een gebouw van het type Alphen Ekeren. S2.008 hoort niet bij deze rij. Mogelijk hoort dit spoor tot een mogelijke voorganger van het gebouw?? Na opschaven is gebleken dat S2.022 verkeerd is ingekrast. Het spoor is opnieuw ingemeten. S2.028 is een spoor met redelijk veel aardewerk. De interpretatie van het spoor is niet geheel duidelijk. Morgen moet er een coupe gezet worden op het spoor of een kijkvenster aangelegd worden. Gestopt ter hoogte van het westelijk deel van het waterreservoir.

De meest noordelijk geplande proefsleuven kunnen niet aangelegd worden wegens de ligging van het waterreservoir. In het plangebied staan pikketten en vlaggetjes. De pikketten staan aan de randen en staan dus niet in de weg. De vlaggetjes staan verspreid over het plangebied. Omdat nog niet bekend is of de vlaggetjes nog belangrijk zijn voor de opdrachtgever, wordt besloten om rondom de vlaggetjes heen te werken. Dit gaat goed. Op slechts één locatie moet de proefsleuf even onderbroken worden. Langs het waterreservoir staat een dichte begroeiing (bomen, struiken). Besloten wordt om proefsleuf 2 een paar meter naar het zuiden op te schuiven, zodat de kraan beter kan werken. Na het passeren van het waterreservoir wordt weer teruggegaan naar de geplande ligging van de sleuf. Besloten wordt om geen coupe te zetten op de paalsporen behorende tot de (AlphenEkeren) structuur. Dit omdat het beter is om dit te doen tijdens het eventuele vervolgonderzoek. In de buurt van de verstoring is een elektriciteitskabel geraakt. De kabel is niet kapot. Het is niet duidelijk of de kabel nog in gebruik is. Bij de andere sleuven moet er ter hoogte van deze kabel extra voorzichtig gegraven worden (metaaldetectie). Dagrapport donderdag 22092016 Personeel: Ron Bakx (Projectleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog), Glenn (Kraanmachinist) Externe condities: 22 graden, geen regen, onbewolkt en zonnig Vandaag is Glenn de kraanmachinist, ter vervanging van Bart. Glenn heeft nog nooit voor archeologen gewerkt, dus wordt kort met hem de belangrijke punten ten aanzien van archeologisch grondwerk doorgenomen. Sander heeft een boring gezet in het spoor dat gisteren geïnterpreteerd is als waterkuil/put. Op een diepte van 1.7 is er een duidelijk overgang te zien tussen een humeuze laag en het lichtgroene Tertiaire zand. Het gaat dus inderdaad om een waterkuil/put. Net na het vinden van het bronzen object, valt de kraan in panne (rond 10.45 u). De kraan kan niet verder werken en er wordt een monteur bij gehaald.

Het bronzen object wordt eerst als dolk geïnterpreteerd wegens de smalle breedte (4 cm). Aangezien het object boven het archeologisch vlak situeert, wordt besloten om het object verder bloot te leggen en mee te nemen. Dit omdat de kans groot is dat het object bij het vervolgonderzoek beschadigd raakt bij het terug opzoeken. Bovendien is er een kans dat het object wordt gestolen door niet erkende metaaldetectoristen. Tijdens het zetten van de coupe blijkt dat het niet om een dolk gaat, maar om iets groters een zwaard! Er wordt gebeld met Tina Dyselinck om de te nemen vervolgstappen door te nemen. Tina adviseert om het zwaard in blok mee te nemen. Sander wordt naar de dichtstbijzijnde bouwmarkt gestuurd om op maat gezaagde houten planken te halen. Gelukkig hebben we plastic folie en Duck tape bij. Het blok wordt handmatig vrij gegraven. Het is redelijk lastig om de onderste plank te plaatsen. Het blok wordt handmatig gedraaid. De kraan is net op tijd gemaakt om het blok uit de proefsleuf te tillen. Het blok wordt op de achterklep van de vrachtwagen geplaatst en zo naar de auto gereden. Dagrapport vrijdag 23092016 Personeel: Ron Bakx (Projectleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog), Glenn (Kraanmachinist) Externe condities: 20 graden, geen regen, onbewolkt en zonnig Bezoek: Sam De Decker (erfgoedconsulent archeologie bij het Agentschap Onroerend Erfgoed), Tuur Galle (zoon van de opdrachtgever) Vandaag is verder gegaan met de aanleg van proefsleuf 3. Op een afstand van ongeveer 20 m van de vindplaats van het zwaard worden een aantal kleine greppeltjes waargenomen. Eerst wordt gedacht aan een mogelijk grafmonument. Om dit te controleren wordt een kijkvenster aangelegd. Hieruit blijkt dat de greppels elkaar oversnijden. Het gaat niet om een grafmonument, maar het is nog niet duidelijk hoe ze wel geïnterpreteerd moeten worden. Ter hoogte van de vijver wordt een grote verstoring aangetroffen. Aangezien er op deze locatie leidingen bevinden, worden er op regelmatige afstand handmatig kijkgaten gegraven. Op alle locaties is op een diepte van 50 cm de onderkant nog niet bereikt. Ter hoogte van het gebouw van het type AlphenEkeren wordt nog een duidelijke kuil waargenomen, maar de sporendensiteit is duidelijk lager dan in het nabijgelegen kijkvenster. In het lager gelegen deel wordt er een brandrestengraf aangetroffen (S3.016). Het graf wordt pas op een diepte van ongeveer 75 cm zichtbaar. In de buurt van het graf worden een aantal sporen aangetroffen. Er worden hiervan twee sporen gecoupeerd. Het blijkt om een mogelijke kuil en om een paalspoor te gaan.

Ter hoogte van het brandrestengraf wordt in proefsleuf 4 een laag aangesneden. Om meer duidelijkheid te krijgen wordt er machinaal een profiel gezet. In het profiel zijn verschillende lagen zichtbaar. De natuurlijke bodem situeert zich op een diepte van ongeveer 1.9 m onder het vlak. Plaatselijk wordt er in de bovenste laag redelijk veel aardewerk gevonden. Het lijkt om handgevormd aardewerk te gaan. In het vlak lijkt het om twee verschillende waterkuilen te gaan (S4.006 en S4.007), maar dit is niet helemaal zeker. Hopelijk brengt de volgende sleuf meer duidelijkheid. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet er een kijkvenster aangelegd worden. Ter hoogte van de vermoedelijke AlphenEkeren plattegrond, wordt weer een duidelijk paalspoor waargenomen en nog een brandrestengraf. Er wordt gestopt ter hoogte van de verstoring. Rond 11.45 komt Sam De Decker langs. Ik laat hem alle relevante sporen en profielen zien. In de tussentijd neemt Sander de vlakaanleg over. Op bepaalde locaties had Sander twijfels of het vlak op het goede archeologisch niveau lag (dit wegens het ontbreken van sporen). Voor de zekerheid heeft hij op deze locaties het vlak iets dieper aangelegd. Sam adviseert me om goed na te denken over het al dan niet aan leggen van een kijkvenster rondom de vondstlocatie van het zwaard. Hij adviseert om het kijkvenster in de volgende werkput aan te leggen (in de buurt van de vondstlocatie van het zwaard). Ik ga zijn advies opvolgen. Op het oostelijk einde van proefsleuf 3 staat een vlaggetje in het midden van de geplande sleuf. Besloten wordt om een plaatselijke onderbreking in de sleuf te maken, omdat nog niet duidelijk is of de vlaggetjes nog belangrijk zijn voor de opdrachtgever. Aan het eind van de dag komt de zoon van de opdrachtgever langs en die laat weten dat de vlaggetjes niet meer belangrijk zijn.

Dagrapport maandag 26092016 Personeel: Ron Bakx (Projectleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog), Bart van Craeyenest (Kraanmachinist) Externe condities: 20 graden, geen regen, onbewolkt, af en toe redelijk veel wind Er wordt verder gegaan met de aanleg van proefsleuf 4. Op de hoger gelegen delen is de bodem duidelijk anders. Er zijn op het archeologisch vlak zeer veel gleyverschijnselen waar te nemen (duidelijke ijzer en/of humus Bhorizont). Het archeologisch vlak situeert zich ook veel ondieper zodat de aanleg van de sleuven sneller gaat. Ter hoogte van de vondstlocatie van het zwaard worden in de proefsleuf een aantal sporen aangetroffen (S4.016 t/m 4.018). Met het advies van Sam De Decker in het achterhoofd, wordt meteen overgegaan op de aanleg van een tweetal kijkvensters. In één van de kijkvensters wordt een vierpalige structuur vastgesteld (waarschijnlijk een bijgebouw). In de omgeving van deze structuur worden een aantal twijfelachtige sporen aangetroffen. Een groot deel van deze twijfelachtige sporen wordt gecoupeerd. Het blijken vrijwel allemaal natuurlijke sporen te zijn. Van de structuur wordt één spoor gecoupeerd. In de coupe is het spoor moeilijk af te lijnen, waarschijnlijk omdat het een oud spoor betreft. De concentratie aan sporen in proefsleuf 5 is aanzienlijk lager. Rond een aantal sporen worden kijkvensters aangelegd, maar die leveren geen andere sporen op. Centraal in proefsleuf 5 wordt wel weer een brandrestengraf aangetroffen. Het graf is onmiddellijk onder de recente bouwvoor goed zichtbaar. Ter hoogte van de mogelijke waterkuilen wordt weer een laag aangetroffen. Het is zeer waarschijnlijk dat er een waterpoel aanwezig is. In de oostelijke delen is er een verbruiningslaag aanwezig. In deze laag worden vrijwel geen vondsten aangetroffen. In greppel S5.001 wordt een metaalslak aangetroffen. Het spoor wordt extra nauwkeurig nagelopen met de metaaldetector, maar er worden geen andere metaalslakken gedetecteerd. In het begin van proefsleuf 6 wordt er een greppel (S6.001) met een lichte vulling aangetroffen. Deze greppel is in de eerste meters van de sleuf niet herkend. Er wordt daarom met de kraan terug gegaan naar het begin van de sleuf om hier de greppel op te zoeken. Er wordt extra aandacht besteed aan het volgen van greppel S6.001. Om de 10 a 15 m wordt er haaks op de proefsleuf een klein kijkvenster van één graafbak breed aangelegd.

Dagrapport dinsdag 27092016 Personeel: Ron Bakx (Projectleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Piotr Pawelczak (aardkundige), Bart van Craeyenest (Kraanmachinist) Externe condities: 20 graden, geen regen, onbewolkt, af en toe redelijk veel wind Bezoek: Franky Galle Alvorens verder te gaan met proefsleuf 6, wordt eerst een machinale coupe gezet op S6.001. Uit het profiel wordt duidelijk dat de greppel pas duidelijk zichtbaar wordt onder de verbruiningslaag. Verderop worden dwars op de richting van de proefsleuf twee greppels aangesneden. Er wordt hier een kijkvenster aangelegd om de relatie met S6.001 te onderzoeken. Greppel S6.003 oversnijdt duidelijk greppel S6.001. Greppel S6.001 heeft hier een zijtak. In het hoekpunt situeert zich een groot spoor (S6.004), dat zeker gecoupeerd moet worden om zeker te zijn van de interpretatie. Een veertig tal meter verder werd er weer dwars op de richting van de proefsleuf een greppel aangetroffen. Hier werd ook een klein kijkvenster aangelegd. Deze greppel bleek ook greppel S6.001 te oversnijden. Een aantal meter verder werd eindelijk het hoekpunt van greppel S6.001 aangetroffen. Bij het hoekpunt liggen een aantal kleine greppels. In proefsleuf 6 worden verder weinig sporen aangetroffen. In het westelijk deel wordt weer een greppel aangetroffen. Even wordt gedacht dat het gaat om een kringgreppel, omdat de greppel die ook is aangetroffen in proefsleuf 5 en 4, een lichte kromming lijkt te hebben. Er wordt besloten om machinaal een coupe te zetten op de greppel. Dit om vorm en diepte te bepalen en om meer vondstmateriaal te verzamelen. De greppel blijkt ondieper te zijn dan verwacht. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen. Het lukt niet om proefsleuf 7 volledig aan te leggen. Er wordt aangelegd tot S7.015. Morgen neemt Olivier het project over. Telefonisch worden nog enkele zaken met hem doorgenomen. Door een vergissing is per ongeluk de GPS meegenomen naar een ander project. Besloten wordt om gewoon verder te gaan met aanleggen en morgen alles in te meten. De weersvoorspelling is goed en het aantal sporen was gisteren toch gering. Door dit alles blijft Sander vandaag op kantoor. Hij gaat alvast een deel van de vondsten wassen.

Dagrapport woensdag 28092016 Personeel: Olivier Van Remoorter (plaatsvervangend veldwerkleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog) Externe condities: maximum temperatuur 20, voormiddag bewolkt, namiddag zonnig met enkele sluierwolken. In de voormiddag werd het oostelijk gedeelte van proefsleuf 7 verder aangelegd, daarnaast werd ook het grootste gedeelte van proefsleuf 8 aangelegd. In de namiddag werd proefsleuf 8 verder afgewerkt en werd ook werkput 9 volledig aangelegd. In het uiterste zuiden van proefsleuf 7 werd een groot langwerpig spoor aangetroffen, mogelijk gaat het om een poel of een depressie (S7.021). In proefsleuf 8 werden net als in proefsleuf 7 verschillende sporen aangetroffen. Het gaat vooral om enkele kuilen en verschillende greppelsegmenten. In proefsleuf 9 werden op de kop van de heuvel een kleine concentratie paalkuilen en enkele grote kuilen aangetroffen. Alle sporen kunnen op basis van het aangetroffen aardewerk in de metaaltijden (mogelijk ijzertijd) gedateerd worden. In het westen van proefsleuven 8 en 9 werd een laag aangesneden. Het gaat om een mogelijke depressie met een uitgeloogde vulling met een centrale zwarte redelijk humeuze vulling. Net buiten deze laag werden in de moederbodem ook sporen van een fluctuerende grondwatertafel aangetroffen, mogelijk gaat het dus eerder om een natte depressie. Dagrapport donderdag 29092016 Personeel: Olivier Van Remoorter (plaatsvervangend veldwerkleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog) Externe condities: maximum temperatuur 18, hele dag bewolkt met vrij veel wind Proefsleuven 10 en 11 werden aangelegd. Dit waren de laatste proefsleuven in het westelijk gelegen perceel. Vervolgens werden in de namiddag proefsleuven 12 tot en met 15 aangelegd in het kleiner, meer zuidoostelijk geleden perceel. In proefsleuf 10 werden slechts enkele sporen aangetroffen, het betreft enkele greppels en een aantal kuilen. Meer naar het oosten toe werd wel nog een langwerpig brandrestengraf aangetroffen. Werkput 11 bevatte nauwelijks sporen, waarschijnlijk is hier de rand van de nederzetting aangesneden.

De oriëntatie van de proefsleuven op het zuidoostelijk gelegen perceel is haaks op die van de tot nu toe aangelegde sleuven (NOZW ipv NWZO). In deze proefsleuven werden weinig tot geen sporen aangetroffen. Enkel in proefsleuf 12 werd in het uiterste noorden een groot rond spoor met een drietal te onderscheiden concentrische vullingen aangesneden (S12.002). Een interpretatie als waterput was dus niet echt uit te sluiten. Er dient een morgen een boring gezet te worden op S12.002. Dagrapport vrijdag 30092016 Personeel: Olivier Van Remoorter (plaatsvervangend veldwerkleider, notulist), Charlotte Verhaeghe (archeoloog), Sander de Ketelaere (archeoloog) Externe condities: maximum temperatuur 18, hele dag bewolkt met af en toe wind, enkele korte regenbuien. Werkzaamheden: in de voormiddag werden proefsleuven 16 t/m 20 aangelegd in het zuidoostelijk gedeelte van het terrein. Daarnaast werden ook drie proefsleuven aangelegd in het gedeelte tussen de serres en de bomenrij net ten zuidoosten van deze serres. Verder werden ook in de overige werkputten nog enkele profielen geregistreerd zodat een goed beeld van heel het terrein gevormd kan worden. Ter hoogte van de Romeinse plattegrond in proefsleuf 2 en ter hoogte van de vondstlocatie van het zwaard in proefsleuf 3 werden nog twee profielen gezet en geregistreerd. In het zuidoostelijk perceel werden weinig tot geen sporen aangesneden. In de zuidelijkste proefsleuf (proefsleuf 19) werd een groot, langwerpig spoor aangesneden. Waarschijnlijk gaat het ook hier om een poel. Gezien de eerder bruine vulling kan een recentere datering gegeven worden. Echter, vondstmateriaal ontbrak, waardoor deze datering niet geheel zeker is. Het veldwerk werd vandaag afgerond. Vanaf maandag zal verder gedicht worden. Omdat er in de zones waar momenteel nog serres staan geen graafwerken meer zullen plaatsvinden, werd besloten deze zone af te schrijven voor verder vooronderzoek. Echter in de zone net ten zuidoosten van deze serres was nog een strook die verder onderzocht diende te worden. In afwijking met het vooropgestelde sleuvenplan werden de sleuven hier met een kwartslag gedraaid. Er werden in totaal drie proefsleuven aangelegd die ook een min of meer NOZW oriëntatie hadden. Echter, in deze zone werden enkel diepgaande verstoringen aangesneden. Derhalve werden in werkput 21 eerst een drietal proefputten aangelegd om de grens van deze verstoring te kunnen vaststellen. Het meest zuidelijke gedeelte van dit perceel bleek nog onverstoord. In dit gedeelte werden enkel twee greppels vastgesteld. Voor de rest werden geen sporen aangesneden.