FACULTEIT GODGELEERDHEID MARIA THERESIACOLLEGE SINT-MICHIELSSTRAAT 6 B-3000 LEUVEN VERSLAG KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN ONS KENMERK LEUVEN, IW/0203/FR03 16/12/2002 Verslag van de derde gewone vergadering van de Faculteitsraad op vrijdag 13 december 2002 Aanwezig: M. Lamberigts (decaan), K. Depoortere (vice-decaan), L. Boeve (academisch secretaris), J. Ardui, A. Berlejung, B. Dehandschutter, P. De Mey, A. Denaux, A. Depoorter, J. De Tavernier, A. Dillen, B. Doyle, F. García-Martínez, G. Gevers, F. Glorieux, J. Haers, L. Kenis, J. Lamberts, J. Leemans, L. Leijssen, A. Liégeois, J.P. Martens, E. Nathan, J. Selling, G. Van Belle, J. van de Ven, J. Verheyden, M. Vervenne, C. Weiss, I. Wouters (verslaggever) Verontschuldigd: R. Bieringer, J. Biju, B. Broeckaert, R. Burggraeve, L. Eeckman, T. Merrigan, D. Pollefeyt, J. Verstraeten Afwezig: J. Lust 1. Goedkeuring van het verslag van de tweede gewone vergadering van 15 november 2002 Het verslag wordt goedgekeurd met de volgende opmerkingen: - 2.2, lijn 2: mei 2003 i.p.v. mei 2002. - 2.5 PLOO: Kard. Danneels heeft tijdens zijn recent bezoek aan de Faculteit beloofd om bij vacatures godsdienst de aandacht te vestigen op de postdocs van de Faculteit. Er zal hiervoor aan hem een namenlijst worden bezorgd. - 5.7, lijn 8: G. Van Belle i.p.v. J. Van Belle. - 7.1, lijn 1: verklaart i.p.v. veklaart. 2. Mededelingen 2.1 Gendertraining G. Gevers licht toe dat aangezien de aankondigingen de eerste keer te laat werden verstuurd en te veel mensen niet aanwezig konden zijn, de gendertraining is verschoven naar een latere datum, nl. 24 maart 2003. Deze zal nu plaatsvinden in de Faculty Club. 2.2 Promotie opleidingen Faculteit Godgeleerdheid Aangezien het een bekommernis is van de Faculteit om de programma s aantrekkelijker te presenteren, zijn er momenteel een aantal promotiefilmpjes in de maak. De studenten hebben geklaagd over de tijdsdruk. Ze hadden graag meer voorbereidingstijd gehad. Het is echter de werkwijze van de Audiovisuele Dienst om studenten zo spontaan mogelijk voor de camera te krijgen. De decaan stelt voor dat de studenten de kans zullen krijgen om de afgewerkte filmpjes te bekijken en te beoordelen. SECRETARIAAT TEL. +32 (0)16 32 38 69 FAX +32 (0)16 32 38 58 E-mail: Ingrid.Wouters@theo.kuleuven.ac.be
2 3. Mededelingen, voorstellen en beslissingen van het Bureau van de Faculteit (Doc. 02-03/FR03/01) De Faculteit heeft een antwoord geformuleerd aan Prof. Van Gerven in verband met de voorgestelde deliberatiecriteria. De Academische Raad heeft nu echter het aan de Faculteiten voorgelegde voorstel terug ingetrokken en de Faculteiten mogen nu zelf voorstellen indienen. De Faculteit zal de bij ons gebruikte regeling als voorstel indienen. 4. Algemene aangelegenheden 4.1 Associaties (uitgenodigd: Rector A. Oosterlinck) Het ontstaan van de Associaties is te situeren binnen de volgende context: - Bolognaverklaring: streven naar uniformiteit, maar tegelijkertijd toch behoud van grote diversiteit in Europa. - Ontwerpdecreet herstructurering Hoger Onderwijs in Vlaanderen: het gaat hier nog om een ontwerpdecreet dat nog steeds niet definitief is. - Problematiek twee cycli (Universiteit Hogeschool): Hogescholen lange type gaan op termijn virtueel geïntegreerd worden in de universiteiten. - Associatievorming: het was eigenlijk de bedoeling om lokaal te laten associëren per provincie, dan zou het katholiek onderwijs overal in de minderheid zijn en op termijn verdwijnen. Leden Associatie K.U.Leuven: 11 Hogescholen en 2 Universiteiten (K.U.Leuven, K.U.B.). De structuur van de Associatie is een vzw. De Raad van Bestuur bestaat uit de 11 Algemeen Directeurs van de 11 Hogescholen en 11 leden aangeduid door de K.U.Leuven en de K.U.B. De Algemene Vergadering bestaat uit een gemeenschappelijk deel (60 %: Hogescholen 11; Universiteiten 11; Gecoöpteerde Leden 11) en een lokaal deel (40 %: 22). Het is enkel mogelijk om de statuten te wijzigen met instemming van beide delen. De Associatie is verankerd op het niveau van de vrijheid van vereniging. Initieel had de Overheid er rekening mee gehouden dat een Associatie zo n vijf jaar zou blijven bestaan, maar ondertussen is de verankering voor altijd. De K.U.Leuven is onherroepelijk verbonden met zijn partners. De Associatie heeft als opdracht de samenwerking tussen de Hogescholen en de Universiteiten en de accreditering. De prioriteiten van de Associatie K.U.Leuven zijn: - Academisering en voorbereiding accreditatie. - Creatie van vlottere overgangen tussen opleidingen in beide richtingen, bv. de overgang van kansloze universitaire eerstejaarsstudenten naar de Hogescholen. - Lerarenopleidingen: 65 % van alle leraren wordt gevormd binnen de Associatie K.U.Leuven. - Oprichting van een gezamenlijk onderzoeksplatform Kunsten vanuit de Faculteit Letteren. - Samenwerking in Brussel. Momenteel hebben veel mensen in de Hogescholen al tien of vijftien jaar niet meer aan onderzoek gedaan. Het is de bedoeling daarin verandering te brengen voor de nieuwe benoemingen. De rector wijst er op dat de verankering tussen de Universiteiten en de Hogescholen in de Associatie bestuurlijk is geregeld. Er is hier een basis gecreëerd, maar dit moet nu verder worden uitgewerkt. De decaan is blij met de aandacht voor de academisering, de lerarenopleiding, de vlotte overgang die belangrijk is voor de instroom enige kandidatuur. Hij zou graag weten hoe het geregeld is binnen de constructie wat het behoud van de christelijke identiteit betreft. De rector bevestigt dat het christelijke gedachtegoed is opgenomen in de statuten van de Associatie. Concreet zal dit echter verder moeten worden uitgewerkt, en de moderne implementatie hiervan wordt doorgeschoven naar het VVKHO en wordt ook gedeeltelijk de taak van de Faculteit Godgeleerdheid. De decaan meldt dat in het kader van de Associatie een representatief samengesteld platform is opgericht dat alle hogescholen bereikt (PLOO). Dit platform is gelokaliseerd in de Faculteit Godgeleerdheid. Vanaf volgend jaar zullen er initiatieven worden genomen om mensen van de Hogescholen bijeen te brengen en samen te laten werken. 2
3 J. De Tavernier vraagt hoe de rector de samenwerking tussen de Hogescholen en de K.U.Leuven ziet evolueren op lange termijn. Volgens de rector is het belangrijk dat ook de andere bestaande Associaties het goed doen, zodat de Overheid niet meer om de Associaties heen kan. Mocht alleen de Associatie K.U.Leuven het goed doen, zou dit wel eens tot een boycot vanwege de Overheid kunnen leiden. Het onderwijs van de Hogescholen van het lange type gaat universiteitsonderwijs moeten worden. De onderlinge uitwisseling van professoren moet leiden tot specialisering. Het onderwijs van de Hogescholen van het korte type kan niet geïntegreerd worden. De decaan had ook graag geweten hoe men denkt de internationalisering van de K.U.Leuven te kunnen verzoenen met de Associatie K.U.Leuven. De K.U.Leuven is lid van de vereniging van topuniversiteiten in Europa geworden om te kunnen lobbyen voor extra betoelaging voor o.a. onderzoek, want regeringen zijn niet geïnteresseerd in basisonderzoek, maar in bijdragen die iets kunnen betekenen voor de maatschappij. De universiteit moet dus voor een deel de gemeenschap ondersteunen. De decaan vraagt hoe het zit met de academische lerarenopleiding. De rector wijst op het feit dat de structuur algemene opleiding gevolgd door één extra jaar opleiding tot leraar is mislukt qua aantallen studenten. Volgens hem moet de opleiding tot leraar binnen het traject gebeuren en niet in de vorm van een extra jaar of half jaar. Eerst moet de student een goede theoretische basis verwerven en dan moet hij leren lesgeven. De K.U.Leuven heeft nog geen uitspraak gedaan over bv. een Master in Education na de Bachelor. De decaan bedankt de rector voor zijn komst en voor het feit dat hij een grote opportuniteit geschapen heeft om als Faculteit met de Hogescholen te kunnen gaan samenwerken. 4.2 Discussienota (uitgenodigd: M. Vervenne) M. Vervenne legt uit dat deze nota is ontstaan op basis van zowel goede als slechte ervaringen en dat het zeker niet de bedoeling is om regels op te leggen waar reeds goede afspraken bestaan, maar dat het document bedoeld is ter bescherming, om bestaande misstanden uit de wereld te helpen. Zo werd M. Vervenne bv. reeds vaak geconfronteerd met het ontbreken van enige serieuze motivering bij de aanvraag voor een verlenging of met het ontbreken van een doctoraatsproject in het 3 e of 4 de jaar van het doctoraatsprogramma omdat de student/e hier nog niet aan is toegekomen omwille van te veel dienstverlening. Deze nota is bedoeld om het doctoraatsmandaat te verbeteren, zo moet de tijdsbesteding bv. duidelijk worden omschreven in de vacature. Men stelt ook voor om de aanwezige doctoraatsexpertise in een ruimer structureel verband samen te brengen (pool) om deze dan op een faire manier in te zetten voor onderwijsondersteuning. Er zal ook een onderscheid gemaakt worden tussen onderwijs- en onderzoeksassistenten. M. Vervenne hoopt een herwerkte nota klaar te hebben tegen februari 2003. Men heeft ook het voornemen om een eenvoudige functiefiche in te voeren, zodat men enig zicht heeft op wat de assistent presteert en hem/haar indien nodig, te kunnen beschermen. J. Ardui merkt op dat het belangrijk is dat deze nota op alle niveau s wordt besproken, ook op het niveau van het ZAP. Hij wijst er ook op dat de nota vooral gericht is op het AAP, terwijl aan de Faculteit de groep BAP, bursalen en projectmedewerkers groter is dan de groep AAP. M. Vervenne verzekert dat de herwerkte nota een beleidsdocument zal zijn voor AAP en BAP. Er moet bv. ook gekeken worden hoe de competenties die men opbouwt voor onderzoek en onderwijs kunnen gehonoreerd en geïntegreerd worden in de doctoraatsopleiding. Tegelijkertijd moet men vermijden dat het AAP de dienstverlening dubbel kan gebruiken (voor het mandaat en tegelijkertijd voor de doctoraatsopleiding), iets waartoe de doctoraatsstudenten die niet behoren tot het AAP niet in staat zijn. Men speelt met de gedachte om een eenvoudig puntensysteem te introduceren, zodat een overzicht van de geleverde inspanningen mogelijk wordt. De AAP-BAP geleding is vragende partij voor gelijkheid en gelijkstelling van de statuten, zodat bv. de projectmedewerkers, bursalen en aspiranten ook terechtkomen in de pool voor onderwijsondersteuning. Dit zou veel spanningen binnen de geleding kunnen oplossen, bv. in verband met de ombudsdienst. 3
4 J. Ardui wijst er op dat dit een belangrijk signaal is vanwege de vice-rector, nl. de vrijheid om de nota te vertalen naar de manier waarop deze het beste zal werken op de Faculteit zelf. Er wordt voorgesteld dat de meeste afspraken (bv. rendement voor BAP en AAP, rendement voor de Faculteit) zouden kunnen gebeuren op afdelingsniveau, met de afdelingsvoorzitter, de promotor, en de betrokkene. Dit zou dan zorgen voor de nodige transparantie over wie wat doet. 5. Onderwijs 5.1 BaMa procedure en structuur (uitgenodigd: J. Elen) (document wordt ter vergadering uitgedeeld) J. Elen geeft aan de hand van een PowerPoint presentatie uitleg over de ontwikkeling van curricula voor Bachelor en Masteropleidingen aan de K.U.Leuven. L. Boeve vult de presentatie aan vanuit het perspectief van de Faculteit. J. Elen Achtergrond van de BaMa: eigen plaats in Europees Hoger Onderwijs en fundamenteel herdenken en optimaliseren van het bestaande onderwijs. De randvoorwaarden bestaan uit decretale bepalingen (er is echter nog geen decreet, enkel een voorontwerp) en de K.U.Leuven bepalingen. Wat de invoering van een creditsysteem betreft, de contouren van zo n systeem zijn nog niet bekend en misschien zal zo n systeem ook helemaal niet ingevoerd worden. L. Boeve: de Faculteit heeft reeds een onderwijsherprogrammering 2001-2002 doorgevoerd in functie van de BaMa-reorganisatie. Er zijn aanvragen ingediend tijdens de zomer (Bachelor GG/GDW, Master GDW, post-initiële Master GG en post-initiële Master Religiestudie) en de herfst (nieuwe aanvraag Advanced Master GG/GDW en veralgemening dubbeltitel). J. Elen Algemene Fasering: in maart 2003 moeten de dossiers Bachelor (en Master na Master) ingediend worden, in januari 2004 zal dan de eerste publicatie van het Hoger Onderwijsregister gebeuren (= totaaloverzicht van de opleidingen Hoger Onderwijs in Vlaanderen), in oktober 2004 gaan dan de eerste Bachelor (en eerste Master na Master) van start. In oktober 2006 gaan dan de eerste nieuwe opleidingen van start, maar zoals het ontwerp er nu uitziet, zal dit pas in oktober 2009 kunnen gebeuren. In oktober 2007 is er de start van de eerste initiële Masters. L. Boeve: de Faculteit zal alle dossiers inleveren vóór 15 maart 2003. Bachelor 1, Advanced Master en ManaMa Religiestudie gaan dan van start in 2004. Andere wijzigingen zullen worden ingediend als hervormingen van nog bestaande programma s en eventueel kunnen er ook nu reeds technische aanpassingen gebeuren in de huidige programma s. J. Elen: de impulsen moeten uitgaan van de POC en via brochure tabellen die beschikbaar zijn op de BaMa website, en het Campus Management (alle informatie over het onderwijs samen in één grote gegevensbank) en het BaMa-Ondersteuningsteam dat zal helpen bij de vertaling van de ideeën van de Faculteit voor de gegevensbank. Zo worden de dossiers formeel in orde gemaakt voor ze naar de Vaste Werkgroep Curriculumhervorming gaan. Van daar worden ze doorgestuurd naar de Academische Raad. L. Boeve: de Faculteit heeft al contacten gelegd met het BaMa-Ondersteuningsteam en de POC s, de Onderwijscel, de Afdelingen en het Faculteitsbureau en de Faculteitsraad zullen allen ingeschakels worden. Zo is er een extra vergadering van de Faculteitsraad voorzien op 13 maart 2003 om de dossiers die op 15 maart moeten worden ingediend na te kijken en goed te keuren. J. Elen Bouwstenen en toe te leveren informatie: voor elk opleidingsonderdeel is één POC verantwoordelijk. Een groep is elke zinvolle groepering van opleidingsonderdelen. De opleidingsonderdelen worden bepaald door de POC en ieder opleidingsonderdeel moet minstens voor drie studiepunten tellen. In de opleidingsonderdelen zitten onderwijsleeractiviteiten (hoorcollege, seminarie, oefeningen, ). Dan zijn er ook nog de evaluatieactiviteiten: idealiter één per opleidingsonderdeel. Van de Faculteiten wordt verwacht 4
5 dat ze de volgende informatie aanleveren: onderwijskundig referentiekader, omschrijving van de groepen, lijst van opleidingsonderdelen, per opleidingsonderdeel een syllabus. Een deel van deze informatie werd reeds ingestuurd en alle reeds aangebrachte informatie wordt direct ingebracht door het Ondersteuningsteam. L. Boeve: deze informatie is in principe beschikbaar, maar dient verder te worden gespecifieerd (bv. Advanced Master) en aangepast op de punten die nu nog voorwerp vormen van bespreking (bv. meesterproef en voortgezette meesterproef). J. Elen Onderwijskundig referentiekader: bestaat uit identificatie-elementen, doelen en eindtermen, onderwijsvisie, doelpubliek, toelatingsbeleid en opbouw. L. Boeve: de Faculteit moet nog werk maken van het verder omschrijven van de diverse categorieën, van het nog scherper uitwerken van het facultaire onderwijsproject. Zo moeten o.m. het Nederlandstalig toelatingsbeleid en het modeltraject gespecifieerd worden. J. Elen Omschrijving van de groepen: bestaat uit naam, verantwoordelijke POC, deelgroepen/opleidingsonderdelen, regels voor samenstelling pakket binnen de groep. L. Boeve: de Faculteit moet zorgen voor het vormen van Bachelor groepen met theologische en godsdienstwetenschappelijke componenten, met een keuzevakkenpakket en een persoonlijk werk, en voor het vormen van Master en Advanced Master groepen met majors, keuzevakken en een (voortgezette) meesterproef. J. Elen Syllabus voor elk opleidingsonderdeel: met de administratieve gegevens, de studiepunten, de doelen, de begintermen, de inhoud en met als nieuwe elementen: de onderwijsleeractiviteiten en de evaluatieactiviteit(en). L. Boeve: de Faculteit staat nu voor de taak om de actuele syllabi te checken met specifiëring van de onderwijsleeractiviteiten en de evaluatieactiviteiten. De syllabi zullen moeten worden aangepast naargelang de plaatsing van de opleidingsonderdelen in Master of Advanced Master (zeer onderzoeksspecifiek). Een Advanced Master mag normaal gezien alleen in het Engels georganiseerd worden, de Faculteit wil dit echter ook in het Nederlands aanbieden. J. Elen - Soorten programma s: academische Bachelor, initiële Master, post-initiële Master, Master in Advanced Studies (alleen in Leuven), schakelprogramma (bv. overschakeling van Bachelor Hoger Onderwijs naar universitaire Master), voorbereidingsprogramma (bv. van universitaire Bachelor naar universitaire Master). L. Boeve: de Faculteit biedt: - GGL en GDW/Theology and Religious Studies: academische Bachelor, Master (4 de jaar), Master in Advanced Studies (5 de jaar) - Religiestudie: Master na Master (verbredende Master, nu VAO) - Schakel- en voorbereidingsprogramma s voor instromende Bachelors en Masters. Ook tussen het 3 de en 4 de en 4 de en 5 de jaar worden reeds schakels ingebouwd. De decaan stelt ook even M. Clement voor die met J. Elen is meegekomen. Ze is de eerste contactpersoon binnen DUO/ICTO voor de Faculteit Godgeleerdheid. Men kan bij haar terecht met vragen over onderwijsevaluatie, curriculumontwikkeling, OOI-projecten, Haar coördinaten zijn: Mieke Clement DUO/ICTO Naamsestraat 98 Tel.: 16/32 65 51 E-mail: Mieke.Clement@duo.kuleuven.ac.be 6. Onderzoek 6.1 FWO De decaan benadrukt hoe belangrijk de onderzoeksprojecten zijn voor de Faculteit en roept de professoren op om de aspiranten bij te staan bij het opstellen van hun projecten en dat men de beste studenten moet aansporen om hun kans te wagen. Ook wijst hij op de mogelijkheid tot het aanvragen van Kredieten aan navorsers. Hij benadrukt dat de studenten over de mogelijkheden van een aspirantenmandaat moeten geïnformeerd worden en hiertoe aangespoord moeten worden. 5
6 7. Personeelsaangelegenheden 7.1 Overzicht takenpakket secretariaatsmedewerksters (Doc. 02-03/FR03/03) Alle leden van de Faculteitsraad hebben het exhaustief voorbereide takenpakket van de secretariaatsmedewerksters ontvangen. L. Boeve vraagt om er rekening mee te houden dat A. Dumoulin, die zich de afgelopen maanden intensief heeft bezig gehouden met congressen en studiedagen, zich in januari/februari 2003 hoofdzakelijk zal bezighouden met de promotie van de opleidingen. J. Selling had graag geweten wie hij nu moet contacteren voor een afspraak met de decaan aangezien meerdere medewerksters toegang tot de agenda hebben. De decaan deelt hem mee dat hij elkeen van diegenen die toegang hebben tot de agenda hiervoor mag contacteren. 8. Varia en rondvraag 8.1 Erasmus-Socrates infosessie L. Boeve wijst op het feit dat een tiental studenten de infosessie hebben bijgewoond, maar dat hier geen enkele doctoraatsstudent bij was. Op de volgende vergadering van de Doctoraatscommissie zal de noodzakelijkheid van een buitenlands verblijf voor de Nederlandstalige doctorandi besproken worden. 8.2 Evaluatie docenten J. Haers wijst op de mogelijkheid dat één van de POC s misschien zal moeten proefdraaien wat de evaluatie van de docenten betreft. Het computerprogramma is klaar en men wil de evaluatie van elke docent in verband met elk vak over de hele universiteit automatiseren. Zo n evaluatie gebeurt schriftelijk tijdens de laatste les van de cursus. 8.3 Studenten De studentenvertegenwoordigers melden dat de eucharistieviering op 18 december 2002 om 19.00 uur (i.p.v. om 18.00 uur) zal doorgaan in de Damiaankerk gevolgd door een kerstfeestje in het Damiaanzaaltje. Ingrid Wouters verslaggever Mathijs Lamberigts decaan 6