Interessante trends en ontwikkelingen in uw branche? In samenwerking met kennispartners willen wij u hiervan graag op de hoogte houden. Ketenaansprakelijkheid in het vervoer: de Wet aanpak schijnconstructies Met de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) krijgt de werknemer in de vervoerssector er een debiteur bij. De werknemer kan nu niet alleen bij zijn eigen werkgever aan de bel trekken als hij te weinig loon heeft ontvangen, maar ook bij de opdrachtgever van zijn werkgever. Het zal misschien niet direct storm lopen, maar toch zie je al beweging bij vervoerders en hun opdrachtgevers. Extra contractuele afspraken, en betere kennis van de eigen administratie en die van onderaannemers moeten ervoor zorgen dat de zakelijke relaties door de WAS niet onder druk komen te staan. Wat leest u in deze branchenieuwsbrief? 1. De actuele branchecijfers 2. Trends en ontwikkelingen: artikel Ketenaansprakelijkheid in het vervoer: de Wet aanpak schijnconstructies 3. Tips voor u Goed jaar wegvervoer, daling winstgroei totale logistieke sector Personeelskosten lopen hard op, druk op de tarieven houdt aan De logistieke sector zag de omzetgroei in 2016 versnellen naar 5,6%. Een duidelijke stijgende lijn, in 2015 bedroeg deze namelijk slechts 0,5%. Ondanks de versnelling bleef de branche achter bij het totale mkb-gemiddelde van 7,4%. Ook de winstontwikkeling was beneden gemiddeld. De winstgroei kwam uit op 6,3%, in 2015 bedroeg dit nog ruim 32%. Ook ten opzichte van het mkb-gemiddelde scoort de sector bijna 15% lager. De winstgroei is voor een groot deel geremd door een fikse stijging van de personeelskosten. De loonkosten stegen 6%, de pensioenpremies zelfs ruim 8%. Dit blijkt uit het nieuwe SRA-rapport Branches in Zicht 2017, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen.
Wegtransport bovengemiddeld De winstgroei van iets meer dan 6% was in vergelijking met eerdere jaren erg mager. In 2015 kwam er voor de logistiek nog een groei van 32,6% uit de bus, in 2014 was dit 20,8%. Het percentage van logistieke bedrijven dat de winst zag dalen, steeg van 35,5% in 2015 naar meer dan de helft in 2016. Binnen de branche liet het goederenvervoer over de weg wel een bovengemiddelde winststijging zien. Het wegtransport profiteert van de grotere binnenlandse vraag, onder meer dankzij de bloeiende huizenmarkt, en de groei van branches die erg afhankelijk zijn van de export. Sterke stijging personeelskosten De bedrijfskosten voor de logistiek namen vorig jaar per saldo met bijna 8% toe. De verkoopkosten daalden sterk, maar onder meer de personeelskosten liepen harder op dan in voorgaande jaren: in totaal met bijna 8% versus 6% gemiddeld voor het mkb. Schulden nemen weer toe Opvallend was verder dat de schulden in 2016 zijn toegenomen, waar een jaar eerder nog sprake was van een krimp. Het eigen vermogen steeg met bijna 5%. Dit was een kleinere groei dan de 25% in 2015 en het landelijk gemiddelde van bijna 12%. Gunstige vooruitzichten voor de vraag Ook in 2017 zal de vraag in de logistieke branche naar verwachting toenemen, zij het minder dan in 2016. De kaarten liggen opnieuw het gunstigst voor het goederenvervoer over de weg. Daar staat tegenover dat de kosten in de branche waarschijnlijk verder zullen stijgen en
dat de tarieven onder druk zullen blijven staan. Logistieke ondernemers zullen daarom moeten vernieuwen en efficiënter samenwerken. Het SRA-rapport Branches in Zicht 2017; de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen, bevat de belangrijkste financiële kengetallen van het mkb. Het zijn unieke cijfers, gebaseerd op een grootschalige cijferanalyse uit de SRA-Benchmarkdatabase, genaamd Branche in Zicht. In de volgende branchenieuwsbrief krijgt u naar verwachting de cijfers onderverdeeld in subbranches. Ketenaansprakelijkheid in het vervoer: de Wet aanpak schijnconstructies Met de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) krijgt de werknemer in de vervoerssector er een debiteur bij. De werknemer kan nu niet alleen bij zijn eigen werkgever aan de bel trekken als hij te weinig loon heeft ontvangen, maar ook bij de opdrachtgever van zijn werkgever. Het zal misschien niet direct storm lopen, maar toch zie je al beweging bij vervoerders en hun opdrachtgevers. Extra contractuele afspraken, en betere kennis van de eigen administratie en die van onderaannemers moeten ervoor zorgen dat de zakelijke relaties door de WAS niet onder druk komen te staan. Stel, je bent chauffeur bij een Nederlandse vervoerder die goederen vervoert van een opdrachtgever, bijvoorbeeld een grote supermarktketen. Aan het eind van de maand blijkt dat je niet het juiste loon hebt ontvangen. Wat het juiste loon wel is, daar is al andere wetgeving voor. Maar met de Wet aanpak schijnconstructies heeft die chauffeur nu ineens drie opties. Waar hij sinds mensenheugenis simpelweg bij zijn werkgever, de vervoerder zijn beklag kon doen, kan hij nu ook die supermarkt benaderen. Of twee brieven de deur uitdoen: één naar de werkgever en één naar de opdrachtgever. Met het idee dat die dan maar onderling uit moeten zoeken hoe hij wél het juiste loon kan krijgen. Moldavische chauffeur Of, wat ingewikkelder, neem een Nederlandse vervoerder die een Hongaarse onderaannemer inschakelt, die op zijn beurt weer een Moldavische chauffeur het vervoer van de Nederlandse partij laat doen. Die chauffeur kan vaststellen dat hij niet het juiste salaris van zijn Hongaarse werkgever krijgt. En als hij kan aantonen dat hij voor deze opdracht een fysieke binding met Nederland heeft gehad, kan hij zelfs recht hebben op Nederlands loon. Dat geldt bijvoorbeeld als hij in Den Helder goederen laadt en die naar Maastricht vervoert. Gaat hij van Keulen via Nederlands grondgebied naar Antwerpen, dan zal de rechter zijn claim op Nederlands loon weer niet honoreren. Wat dat betreft is het in het vervoer, dat vaak over de grens gaat, een stuk lastiger dan bijvoorbeeld met buitenlanders die in de Westlandse kassen werken. Hoe dan ook, die Moldavische chauffeur kan bij de Hongaarse werkgever, de Nederlandse vervoerder én de opdrachtgever van die vervoerder zijn rechtmatige loon gaan afdwingen. Doordat de wet deze ketenaansprakelijkheid regelt, lijkt het een uitstekend middel om schijnconstructies tegen te gaan, waarbij vervoerders de hoge Nederlandse loonkosten ontduiken door bijvoorbeeld buitenlandse chauffeurs in te zetten.
Preventieve bedoeling Vooralsnog zal de WAS niet direct leiden tot vele claims en rechtszaken. De wet lijkt vooral een preventieve bedoeling te hebben en werkgevers aan te sporen de zaken netjes te regelen. En er is ook al beweging waar te nemen. Dat spreekt voor zich: de opdrachtgever, die supermarktketen, heeft helemaal geen zin in gedoe over lonen die hij zelf normaal gesproken niet uitbetaalt. En de vervoerder wil zijn goede relatie met die opdrachtgever in tact houden. Dat zou wel eens lastig kunnen worden als een chauffeur plotseling bij die opdrachtgever op de stoep staat. De grote supermarktketen kan dan tegen de vervoerder zeggen: Ik word ineens in verband gebracht met onderbetaling. Zorg maar dat het in orde komt, want anders ga ik met een andere partij werken. Om dat te voorkomen, kan de eigenaar van het transportbedrijf allereerst nagaan of hij zelf het juiste loon aan zijn werknemers betaalt. Dat zal in Nederland, met een duidelijke vervoers-cao meestal wel het geval zijn. Een vervoerder zal zelf ook vrijwel altijd weten dat hij het goed doet. Hooguit kan er door toeslagen en onregelmatige werktijden soms iets fout gaan. Maar daar zal de WAS niet voor van stal worden gehaald. En chauffeurs die per ongeluk tien euro te weinig krijgen zullen ook niet direct massaal de opdrachtgever van hun werkgevers aan gaan schrijven. Accountant inschakelen Anders is het als de vervoerder met onderaannemers en zelfs buitenlandse charters en chauffeurs werkt. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar je verliest daarmee wel een deel van de controle. Die kun je weer gedeeltelijk terugkrijgen door van die buitenlandse charter bijvoorbeeld te eisen dat hij maandelijks de gehele salarisadministratie overlegt. Maar daar moet je dan zelf ook weer mensen voor aannemen om de controle te doen. De Nederlandse vervoerder kan dus beter tegen de buitenlandse werkgever zeggen: Als ik erom vraag, dan wil ik dat jij een accountant inschakelt, die controleert of het goed gaat met de loonbetaling en daar een verklaring over aflegt. Dan kan het nog steeds misgaan, maar als vervoerder kun je dan stellen dat jou geen verwijt kan worden gemaakt. Je hebt immers die accountantsverklaring. Wat zou je nog meer kunnen doen? Naar Hongarije afreizen om daar de boel te bekijken? Overigens kan zo n Nederlandse vervoerder wel heel simpel even googlen op het buitenlandse bedrijf. Dat kan ook al de nodige informatie opleveren over de kwaliteit van het bedrijf. En als er uiteindelijk ondanks de extra controle van onderbetaling sprake is, kan de Nederlandse vervoerder erop staan dat de buitenlandse werkgever de situatie gaat verbeteren. Opdrachtgever vrijwaren Aan de andere kant kan het vervoersbedrijf zorgen bij de opdrachtgever wegnemen. Strakkere contractuele afspraken zijn dan nodig, waarmee de vervoerder duidelijk maakt dat de opdrachtgever gevrijwaard blijft van aanspraken van de betrokken chauffeurs. Die grote supermarktketen kan ook eisen dat de vervoerder accountantsverklaringen overlegt en procedures instelt waardoor klachten die bij de vervoerder binnenkomen ook direct aan de opdrachtgever doorgegeven worden. Met al die contractuele afspraken kan de opdrachtgever laten zien dat er alles aan gedaan is om correcte loonbetaling te garanderen.
Samengevat: betaal zelf het juiste loon, check je onderaannemer en zorg ervoor dat je opdrachtgever geen gedoe krijgt. Dat is niet alleen handig vanwege die nieuwe wet, het komt de steeds complexere vervoerssector sowieso ten goede als er meer controle is. Dat vervoerders zich beter bewust worden van de risico s. En dat schijnconstructies en oneerlijke concurrentie minder voorkomen. Wat dat betreft kan de WAS een gunstige uitwerking hebben voor de gehele branche. Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Jeroen van Velzen, juridisch adviseur van TLN.
TIPS VOOR U TIP 1: Verblijfskosten eigen rijders Transportondernemers die meerdaagse internationale ritten maken, kunnen gebruikmaken van de regeling voor aftrek van verblijfskosten. Zij mogen dan per gereden dag een vast bedrag aan verblijfskosten aftrekken. Maakt u gebruik van deze regeling, dan hoeft u van uw kosten geen bewijsstukken te bewaren. Hoeveel aftrek? Het bedrag aan aftrek is dit jaar vastgesteld op 35,50 per dag. Vorig jaar was dit nog 35. Voorwaarden De regeling kent de volgende voorwaarden De rit moet langer duren dan 24 uur. De verste bestemming mag niet in Nederland liggen. Er is geen maximum afstand. De regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar. U moet het aantal gereden dagen kunnen aantonen met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten. De vertrek- en terugkomstdag tellen elk mee voor een halve dag. Keuze jaarlijks herzien U kunt uw keuze om al dan niet van de regeling gebruik te maken, jaarlijks herzien. Bijvoorbeeld omdat u dit jaar meer kosten maakt vanwege duurdere hotels. De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer, ook als deze korter duren dan 24 uur. Hierbij gelden de volgende twee voorwaarden: Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen (eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft). Het traject van elke rit bevindt zich geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de transportondernemer. Aftrek werkelijke verblijfskosten? U kunt er ook voor kiezen om de werkelijke verblijfskosten af te trekken. U moet dan wel aannemelijk kunnen maken dat uw werkelijke verblijfskosten in het betreffende jaar hoger zijn dan het vaste bedrag per gereden dag. Bewijsstukken van de verblijfskosten moet u in dat geval dus wel bewaren. Let op! U moet ook rekening houden met een aftrekbeperking. Zo zijn bijvoorbeeld de kosten van voedsel en drank voor ondernemers in de inkomstenbelasting in 2017 slechts voor 80% aftrekbaar.
TIP 2: Vraag tijdig uw buitenlandse btw terug Als uw chauffeurs regelmatig in het buitenland vertoeven, betalen ze daar ook btw. Bijvoorbeeld wanneer ze tanken of hun truck moeten laten repareren. Die btw kunt u terug krijgen, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Deadline voor in 2016 betaalde btw Alle btw die u in de EU in 2016 betaald heeft, kunt u tot 1 oktober van dit jaar terug vragen. Houd deze deadline in de gaten, want te laat is fataal! Digitaal Het terugvragen van uw in de EU betaalde btw gaat digitaal. U doet dit via de site. Hiervoor heeft u inloggegevens nodig. Heeft u in voorgaande jaren ook al btw terug gevraagd, dan kunt u deze inloggegevens gebruiken. Vraagt u voor het eerst btw uit de EU terug, dan moet u de inloggegevens aanvragen. Inloggegevens De inloggegevens kunt u ook digitaal aanvragen via deze site. Het toezenden van de gegevens kan tot vier weken duren. Tip: Vraag dus op tijd inloggegevens aan, zodat u de deadline niet overschrijdt. Verzoek indienen Nadat u bent ingelogd, kunt u uw verzoek indienen om uw btw terug te krijgen. De btw moet u per EU-land specificeren. Van de aangeschafte goederen en diensten moet u onder meer de factuurdatum en het factuurnummer invullen. Let op! Sommige landen eisen dat u de factuur meestuurt. U moet deze dan scannen, want verzoeken om btw terug te krijgen kunt u alleen digitaal indienen. Benzinebonnen meesturen moet vanaf 250 ex btw, voor andere facturen is het bedrag 1.000 ex btw of een vergelijkbaar bedrag als een land niet de euro hanteert. Minimumbedragen Uw verzoek om teruggave moet per land minstens 50 aan btw betreffen. Haalt u dit niet, dan beslist het betreffende land zelf of ze uw btw terugbetaalt. Zitten uw werknemers veel in het buitenland en heeft u grotere bedragen terug te vragen, dan kan dit ook al in de loop van het kalenderjaar. Het moet dan gaan om een bedrag van minstens 400 per kwartaal. Wilt u naar aanleiding van deze branchenieuwsbrief contact met ons opnemen? Bel ons, wij helpen u graag.