3. Ende wie dair porter wesen sal, die sal dair wesen met alre woenste, uutghenomen zes weken lenten ende zes weken oechste, sonder argheliste.

Vergelijkbare documenten
Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

In den naam Gods amen.

1398Albrecht, na 24 augustus Schwarzenberg Pag Albrecht geeft Friesland een Hollands landrecht.

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang


Noertich s stederecht.

Het Huis. en de Heerlijkheid

Charters welke betrekking hebben op Schoonhoven en omgeving,

St. Catharina Gasthuis te Leiden. Inventaris nummer 455. Cartularium A. Registers van alle brieven die het. St. Catharina gasthuis toebehoren

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

Goede voorgangers van de Juridische faculteit.

[C5v] Hoe Floris metten korve vol bloemen opten toren ghedraghen wert. [6]

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

(vervolg van Vlaamse Stam, nov. 1981, blz. 509 tot 518)

Hof van Cassatie van België

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Uit het Peperhuis, 2e serie (sep 1957) nr. 2-3, pag

Die coninc vraecht: Hoe comt dat men wint gevoelt ende niene sien en mach?

Het Kennemer landrecht van 1274 tot het begin van de Republiek Tekst van het handvest van 1292 met hertaling en toelichting

Rosita Autar 1. De doodslag op Aloud van Yrseke. Inleiding

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Het stadsrecht van Goedereede

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Archief van de Graven van Blois Nationaal Archief, Den Haag, nummer toegang

4.9. Boekverslag door een scholier 2127 woorden 2 juli keer beoordeeld. Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1300 Nederlands

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

Heer, ik verlang heel dicht bij U te zijn. Alles in mij smacht naar U Mijn ziel is onrustig, mijn hart vol verdriet Mijn God- verlaat mij niet.

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Inventaris van het archief van de Hoge Vierschaar van het Land van Zuid-Voorne,

hertaling Albert Verwey (soms iets herschikt) [of een eigen variante] Hadewijch s 7e visioen

Den Twaalfden Augustus Achttienhonderd vijftien zijn voor ons President officier van den Burgerlijken Stant der Gemeente van Hendrik Ido Ambacht

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

SR : op een stede met huys, hove gest(aen) ende gel(egen) teekeren bide plaetse inde Steenstrate.

Stedelijke autonomie. Keurrecht voor Schoonhoven, gegeven door Jan van Beaumont met de stadsrechtoorkonde van 4 juli 1322.

De oudste preken in het Nederlands

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

De borgtochten van heer Jacob van den

Hof van Cassatie van België

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

oe Namels van Bavier hoorde [162] Karels redene ende sine woorde wart hi van herten seere gram.

Uw rechten en plichten als 18-jarige

G E D REVEN DO OR DE GEEST

Publicatie : Numac :

Overeenkomst uit de XVe eeuw betreffende het onderhoud van een krankzinnige in Haskerconvent,

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

tekst: Mariken van Nieumeghen fragment: Hoe Emmeken haer sondich leven een luttel beclaecht

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

Hof van Cassatie van België

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. F. van Roest (Zeist)

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

Hof van Cassatie van België

Melding van voorgenomen geregistreerd partnerschap

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

HOOFDSTUK XII DE PRESIDENT EERSTE AFDELING ALGEMEEN

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3).

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

De eigenaars van de scherven: reactie op de opgravingen aan het Kristus-Koningplein.

Hof van Cassatie van België

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

- 1 - Christus. Maar ook een apostel en dat betekent: een gezondene van Jezus Christus. Goddelijke natuur 2 Petrus 1

DE DIENST VAN 6 MEI 2018 IN DE HOEKSTEEN. - Lied voor de dienst, Johannes de Heer, 446: 1,3,5

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Ik wil juichen voor U, mijn Heer, met blijdschap in mijn hart. Ik wil jubelen voor U, Heer, mijn hart is vol ontzag.

1207Langewold. naar OGD 45.

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Archief van de schepenbank, laathof Berentrode en dorpsbestuur van Bonheiden

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

De correctionele rechtbank

Hof van Cassatie van België

HERVORMDE KERK HOOGBLOKLAND

3,2. Boekverslag door P woorden 25 juni keer beoordeeld. Toneelstuk, Middeleeuws verhaal Eerste uitgave 1500 Nederlands.

Werkblad Bestuur. Vrede van Utrecht VO Werkblad verdieping 1: Bestuur: Waarom kon de Republiek geen vuist maken?

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Hof van Cassatie van België

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

SCHADUW OVER HET EVANGELIE. 26 juni :30 10:30

Hs. Stockholm KB A 159 (26vb-28ra) Hs. Amsterdam Universiteitsbibliotheek VI B 14 (40rb-42rb) Vanden onnoselen kinderen. Wat de name bediet

Dit is de dag. We gaan naar Psalm 118:24 waar staat: Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen.

Organisatie van de rechtspraak - België

worden beschreven in de verzen 1 t/m Petrus 1 De Goddelijke natuur

Heerlijkheid ter Hoyen in Markegem

De jeeste van Walewein

Vanden sacramente van Aemsterdam.

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

APOCALYPS EN ESCHATOLOGIE IN DE VEERTIENDE EEUW

De grote brand van Ekeren in 1492 of hoe een bierpruver zijn dorp in brand stak.

BERG VAN BARMHARTIGHEID

Welkom in deze dienst

==================================================================== Artikel 1

Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht God, laat mij voor uw aangezicht geheel van U vervuld en rein naar lijf en ziel herboren zijn

Lezen : Jacobus 4. PvN 84 Gezang 160 Opwekking 733 Gezang 161 Opwekking 614 Opwekking 430 Opwekking 544 Gezang 165 Gezang 10

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

Hof van Cassatie van België

Tussen Vecht en Eem. Tijdschrift voor regionale geschiedenis. n m

Transcriptie:

STADSRECHT ROTTERDAM (7 JUNI 1340) (originele tekst cursief) In die name des Vaders, des Zoons ende des Heylighees.. Willem grave van Heynnegouwen, van Holland, van Zelant ende here van Vriesland, maken cont allen luden, dat wi ghegheven hebben ende gheven onsen ghemenen porters van Rotterdamme alsulke vriheyden, als hier na bescreven staen. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.. [Wij] Willem, graaf van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en heer van Friesland, maken bekend aan alle mensen dat wij aan onze gezamenlijke burgers van Rotterdam hebben gegeven de hierna omschreven voorrechten en vrijheden. 1. Inden ersten: van Gillis ambocht van Cralinghe streckende westwaerts alsoe verre als onze ambocht gaet, nortwaerts of lopende ane die vaert, streckende over die Rotte dwers ane Gillys ambocht voirghenoemt, van den dike uutghemeten vijftich ghaerden ten diepen waerts overdwers an onze nieuwelant ende dat dair binnen. Ten eerste: van het ambacht van Kralingen van Gillis strekt [het stadsgebied] zich in westelijke richting uit tot aan het einde van ons ambacht, vandaar loopt de grens in noordelijke richting naar de vaart, en over de Rotte zijdelings langs het eerder genoemde ambacht van Gillis; vanuit de dijk gemeten vijfig gaarden diep en in de breedte om ons nieuweland heen. 2. So wie nu binnen Rotterdamme woent of dair binnen quame wonen ende porter worde, di sal tollen vri varen voir bi onsen tollen met al sinen goede, dat hi voert, duer onze graefscep van Hollant, van Zelant ende van Vrieslant. Wie nu in Rotterdam woont of daar komt wonen en er burger wordt, hoeft voor al zijn goederen die hij vervoert door ons graafschap van Holland, Zeeland en Friesland, bij onze tollen geen tol te betalen. 3. Ende wie dair porter wesen sal, die sal dair wesen met alre woenste, uutghenomen zes weken lenten ende zes weken oechste, sonder argheliste. Wie daar [in Rotterdam] burger is, moet daar ook wonen met zijn hele inboedel, met uitzondering van zes weken in de lente en zes weken tijdens de oogst, dit te goeder trouw. 4. Vort en sal men onsen porters nerghent besetten moeghen van onverploghender scout. Mer van verploghender scout of van broke, die zy jeghens ons misdaden, sullen sy te rechte staen binnen den ambochte, dairt ghevallet. Verder mogen onze burgers nergens worden gearresteerd in verband met een schuld die niet officieel erkend is. Maar als het gaat om officieel erkende schuld of om een vergrijp of misdrijf dat zij tegen ons begingen, dan moeten zij terechtstaan in het ambacht waar dat plaatsgreep. 5. Vort en sel men onsen porters nerghent campen binnen onsen lande, en ware dat sijt selve verwilcoerden voir wittachtighe lude. Verder mag men nergens in onze landen onze burgers tot een tweekamp uitdagen, tenzij dat zij er zelf in toestemmen ten overstaan van wettige getuigen. 6. So wie niewelix porter wort, alsulke broke als hi misdaen hadde, eer hi porter wart, ende men ter warheide vinden mochte, die mach die bailiu of die daghelijx rechter, dair hi onder misdaen hadde, rechten binnen den ersten jaere, ghelike of hi gheen porter en ware. 1

Als men er door getuigen of getuigenissen in slaagt om te bewijzen dat iemand die kort tevoren burger is geworden, vergrijpen of misdrijven heeft gepleegd voordat hij burger werd, dan mag de baljuw of schout van het rechtsgebied waar dat gebeurde hem binnen het eerste jaar berechten, alsof hij geen burger was. 7. Deze porte sal hebben zeven scepen, die zullen wi of onze bailiu jaerlix verkiesen ende vernieuwen upten ersten meyedach. Deze stad zal zeven schepenen hebben voor wie wij of onze baljuw jaarlijks op de eerste dag van mei anderen zullen kiezen. 8. Ende wi of onse bailiu sullen kiesen twe raetsman ter porte orbaire ende der onser upten meyedach. Op de [eerste] meidag zullen wij of onze baljuw twee raadslieden aanstellen tot nut van de stad en tot nut van ons. 9. So wat kueren dese scepen metten bailiu of metten ghewaerden rechter maken binnen der vriheide omme der porte oerbaren, die zullen ghestade bliven dat jaer duere ende niet langher op zelke boeten, alse sy dair up legghen, die sal onse rechter mit scrifte behouden, dat hi dair bi rechte moeghe. Ende die bailiu of die ghewaerde rechter zellen rechte voirt up dien selven dach of des anderen daghes dair na kueren legghen alse voirscreven is metten scepen. De keuren die deze schepenen met de baljuw of met de schout maken binnen de jurisdictie tot nut van de stad zullen een jaar van kracht blijven en niet langer, op een boete die zij daar op stellen en die door onze schout schriftelijk zal worden vastgelegd, zodat hij daar naar recht kan doen. De baljuw of de schout zullen op dezelfde dag of op de dag erna met de schepenen keuren vaststellen zoals hiervoor omschreven. 10. Ende wat vonnisse scepene wisen, dat willen wi, dat ghestade blive. Ende wie scepene wederzeide, die verbuerde vijftien pond hollansche, ons dair of tien pond ende den scepen vijf pond. Wij willen dat de vonnissen die schepenen wijzen van kracht blijven. Wie tegen schepenen bezwaren inbrengt, die verbeurt vijftien pond hollands, waarvan tien pond voor ons en vijf pond voor de schepenen. 11. Ende onze porters vorgheseid nemen wi in onze sonderlinghe bescermte. Onze bovengenoemde burgers nemen wij in onze bijzondere bescherming. 12. So wie enen man dootsloeghe binnen der porte, die verbuerde lijf ende goed. Meer deet een porter, die bailiu of die rechter souder die hant ane slaen ende bortucht dair of nemen bi onsen rechter ende scepen, dat hem weselike dochte, alsoe langhe alse die ghewonde man levede, dair men verzekert an ware. Wie iemand doodslaat binnen de stad verbeurt zijn leven en bezittingen. Maar als de dader een burger is, zullen de baljuw of de schout hem aanhouden en zullen onze schout en schepenen een gepaste borgtocht stellen, zo lang als de gewonde man voor wiens veiligheid men instaat, in leven is. 13. So wie een vrede breket, die verbuert lijf ende goed. So wie vrede weigherde den bailiu of den rechter of een scepen of een raed of onsen cnape of des bailius cnape van sinen clederen, verbuerde telken tien pond, alsoe dicke als hijs hem vermaende, te driewarven toe, dair men of betughen mochte met 2

twien porters. Ende dair tenden hant ane te slane ende vrede bieden, te houden op sijn lijf ende op sijn goed. Wie de stadsvrede verbreekt door te vechten, verbeurt zijn leven en bezittingen. Wie weigert van de baljuw, de schout, een schepen, een raadsman, onze dienaar, of van een dienaar van de baljuw de stadsvrede aan te nemen, verbeurt telkens tien pond, zo vaak als hij daartoe wordt gemaand, tot driemaal toe, met twee burgers als getuigen. Daarna wordt hij aangehouden en moet hij op straffe van verlies van zijn leven en bezittingen de stadsvrede aannemen. 14. Worde yement binnen der porte dootgesleghen of verleemt, dat souden wi of onse bailiu tenden den eersten jaere moeghen verzonen met onsen scepenen. Ende dair sal onse rechter ende onse scepen sekerhede of nemen van uuthemschen luden, alsoe verre als zy moeghen van beiden partyen, als sy dair binnen sijn of comen. Wordt iemand binnen de stad doodgeslagen of verminkt, dan mogen wij of onze baljuw binnen een jaar met onze schepenen dit berechten. Onze schout en schepenen zullen borg vragen van vreemdelingen, zo veel als zij kunnen van beide partijen als zij in de stad zijn of komen. 15. Quame onse rechter of onse scepen of onse raed ennich in veeten jeghens iement omme voenesse, die zy ghewijst hadden of omme onze rechte te bewaren, dat sellen wi hem of nemen. Wanneer onze schout of onze schepenen of onze raadslieden met iemand onenigheid krijgen om vonnissen die zij gewezen hadden om het recht te handhaven, dan zullen wij hem in bescherming nemen. 16. Wie binnen der porte misdoet, hi selt dair beteren bi den rechter ende bi scepen als vorscreven is, tot selken daghe, als men hem leid, sonder argheliste. Ende wie tote dien daghe niet en quame, die verbuerde tien pond, nochtan soude die zoene voirtgaen ende houden op haer lijf ende op haer goed. Wie zich binnen de stad misdraagt zal daarvoor boeten bij de schout en bij de schepenen zoals voorgeschreven is wanneer hij wordt gedagvaard. Wie op die dag niet verschijnt, verbeurt tien pond, voor het gerecht te verhalen op straffe van verlies van zijn leven en bezittingen. 17. Van vredebrake, van berufter diefte, die men driven noch draghen en vonde, van moerde, van crafte van vrouwen, van alre overdaet ende fayte houden wi ane ons selven of wien wijt bevelen die warheide dair of te besittene metten scepenen, die dair ghene partye in en draghen ende metter warheide te berechten, zien sy van binnen of van buten. Stadsvredebreuk, diefstalverdenking, moord, vrouwenverkrachting en vergelijkbare misdaden zullen wij zelf berechten of anderen die wij belasten met het gerechtelijk onderzoek, met schepenen van binnen of buiten de stad die daarin geen partij zijn. 18. Ende wat lande onse porters nu hebben, dat sal vri wesen. Ende wat lande dat sy copen, dat scotvri is, dat sal scotvri bliven. Mer isset scotbaer, het sal scot gheven binne den ambochte dairt ghelegen is, ten ware welgheboren lude; nochtan selt rechts pleghen binnen den ambochte, dairt ghelegen is. Het land dat onze burgers nu bezitten is vrij van grafelijke lasten. Het land dat zij kopen en vrij van landbelasting is, zal belastingvrij blijven. Maar als het land belastingplichtig is, dan moet er belasting over worden betaald in het ambacht waarin dat land ligt, tenzij de eigenaar van vrije afkomst is; toch is het land onderworpen aan het geldende recht binnen het ambacht. 19. Ende alle sticken, die binnen der port ghescien, die sullen die scepene sceiden bi der hantvesten ende na haren kueren. Ende dairt die hantvesten ende kueren niet en sceiden, dair sullent die scepene sceiden bi hare zielen na haer wetentheyt met onsen rechtere. 3

Over alle zaken die binnen de stad plaatsvinden zullen de schepenen beslissen volgens de handvesten en keuren. Wanneer de handvesten en keuren voor bepaalde zaken geen oplossing bieden, dan zullen onze schout en de schepenen naar eer en geweten een beslissing nemen. 20. Ende gheen uuthemsche man en sal moghen tughen over enen porter van zaken, die binnen der port ghescien. Vreemdelingen zullen niet tegen een burger mogen getuigen in zaken die binnen het stadsgebied zijn voorgevallen. 21. Wat erve dat yement copet voir scepen, dat binnen der porte ghelegen is, ende jaer ende dach besittet onbecroent, die en is van dien erve niet sculdich te antworden, uutghenomen onbejaerde kindere ende lude, die buten marke sijn sonder argheliste, die moeghen binnen den ersten jaere, dat sy hair daghe hebben of te lande comen, recht spreken an dat erve. Een binnen de stad gelegen erf dat met schepenen als getuigen door iemand gekocht is en meer dan een jaar in zijn bezit is zonder zich daarover voor het gerecht te moeten verantwoorden, hoeft over dat erf aan niemand rekenschap meer af te leggen, behalve aan minderjarige kinderen of personen die met goede reden in het buitenland zijn; zij mogen in het eerste jaar dat zij meerderjarig zijn, of wanneer zij weer in het land zijn, aanspraak doen gelden op dat erf. 22. Die over besettinghe uutter porte wech voere, die verbuerde jeghens ons tien pond ende jeghens die porte vijf pond ende nochtan weder binnen te comen ende rechts te pleghen van der sake, alsoe verre als hi binnen onsen lande wonende is of ghegoed. Ende dat sal hi uut doen panden den rechter, dair sijn goed ghelegen is. Wie gearresteerd is voor schuld en toch de stad verlaat verbeurt tien pond aan ons en vijf pond aan de stad en zal bij terugkomst onderworpen zijn aan de uitspraak van het gerecht in de zaak waarvoor hij gearresteerd was, voor zover hij in ons land woont of bezittingen heeft. De rechter in het gebied waar hij bezittingen heeft zal de schuld door beslaglegging innen. 23. Ende en gheen voennisse te steden langher dan zes weken, ten ware bi consente van beiden partyen. Ende uten sijt danne niet, elc scepen sal verbueren jeghens ons alle daghe viertigh scelinghen ter tijt toe, dat sijt uten. Vonnissen zullen niet langer dan zes weken worden uitgesteld, tenzij met toestemming van beide partijen. Wijzen schepenen het vonnis niet binnen die termijn, dan verbeurt elke schepen aan ons veertig schellingen per dag totdat zij vonnis gewezen hebben. 24. Ende waer vier scepene sijn of meer, dair mach men vol gherechte doen. Waar vier of meer schepenen zijn, mag recht worden gesproken. 25. Vort sullen sy ons dienen in onse heervaert met enen cogghe van vive ende twintich manne. Verder zullen zij ons op onze krijgstochten dienen met een koggeschip en vijfentwintig mannen. 26. Vort sullen sy ons gheven alle jaere vor onze bede ende bottinghe twintigh pond, die ene helfte te Voirscoter marct ende die ander helfte tot sente Martins messe in den winter. Ende des ghelike zellen sy ons gheven, alse wi of onse sone ridder worden of wive nemen of dochteren doen huwen of tots coninghes van Almaengen of des keysers hove varen. 4

Verder zullen zij ons elk jaar twintig pond aan bede- en bottingbelasting betalen, de ene helft te voldoen op de Voorschotermarkt [= 7 augustus] en de andere helft op St. Martijnsmis [= 11 november] in de winter. Hetzelfde zullen zij ons geven wanneer wij of onze zonen ridder worden of trouwen of wanneer onze dochters trouwen, of wanneer wij naar het hof van de koning van Duitsland of naar het hof van de keizer reizen. 27. Ende so wat goede dat enich porter van ons of van anderen heren houden, dair sullen sy of dienen ghelike anderen welgheboren luden ende mannen, alsoe verre als zij willen, onverseid van der porte. Goederen die een poorter van ons of van andere heren in leen houdt zullen zij gebruiken net zoals andere welgeboren lieden en leenmannen, zoals hij wil, daarin niet gehinderd door de stad. 28. Ende niement en sal hebben van enen porter anders danne scepen vonnisse van zaken, die binnen der vriheid ghescieden, ende si van punten, die die hantveste sceidet. Voor zaken die binnen de stadsvrijheid voorvallen en poorters aangaan, gelden uitsluitend schepenvonnissen, met uitzondering van zaken waarover het handvest beslist. 29. Ende van allen kuerboeten, die scepene kueren sullen, ende van allen vechters boeten sullen wi hebben die twiedeel ende die porte dat derendeel, uutghenomen dootslaech, leemte, crafte, welt ende anders saken, die wi ane ons houden, als vorscreven is. Van alle door schepenen vastgestelde boeten en van alle boeten opgelegd aan betrokkenen bij een vechtpartij ontvangen wij tweederde en de stad eenderde, met uitzondering van doodslag, verminking, gewelddaad, geweldpleging en andere zaken die aan ons voorbehouden zijn zoals voorgeschreven is. 30. Ende wi sullen behouden binnen onser voernoemder porte onse gruyte, onse tollene, onse waghe, onse mate, onsen wint ende alle onse renten, die wi nu ter tijt der in hebben, in sulken manieren, als wise te haer toe ghehad hebben. Binnen onze voornoemde stad houden wij ons gruitrecht, ons tolrecht, ons waagrecht, ons maatrecht, ons windrecht en al onze renten die wij daar nu hebben, zoals wij ze tot op dit ogenblik gehad hebben. 31. Voirt hebben wi hem ghegheven twe jaermaertcten te legghen alse hem nuttelike ende orbairlijc is, elke van achte daghen. Verder hebben wij hen toestemming gegeven om naar eigen goeddunken twee jaarmarkten van elk acht dagen te houden. 32. Voirt so sullen onse scepene bezeghelen onser Lombarde brieve van Rotterdam van vorwerden, die vor hem ghescien. Verder zullen onze schepenen de schriftelijke akten van Rotterdamse lombarden inzake overeenkomsten die voor hen zijn aangegaan, met hun zegel bekrachtigen. 33. Ende alle dese vorscreven punten sullen wesen behouden onsen ouden brieven, die wi of onse vorvorders ghegheven hebben onsen landen ende onsen steden. Ende omme dat wi willen, dat alle dese vorscreven punten ende vriheden den vorseiden porters van Rotterdamme ende hueren nacomelinghen ewelike vaste ende ghestade ghehouden bliven van ons ende van onsen nacomelinghen, so hebben wi desen brief bezeghelt met onsen groten zeghele. Ghegheven tote Bergen in Heynnegouwen des Woensdaghes na Pinxter dach int jaer ons Heren dusent drie hondert ende viertich. 5

Iussu domini comitis Presentibus dominis de Bellemonte et de Horne S. R. Vlec S. F. de Haemsteden En al deze voorgaande punten zijn van kracht met behoud van onze oude brieven, die wij of onze voorvaderen aan ons land en aan onze steden hebben gegeven. En omdat wij willen, dat alle voorgaande punten en vrijheden voor de voornoemde poorters van Rotterdam en hun nakomelingen voor eeuwig van kracht zullen blijven en door ons en onze nakomelingen zullen worden nagekomen, hebben wij deze schriftelijke akte met ons grootzegel gezegeld. Gegeven te Bergen in Henegouwen op woensdag na Pinksteren in het jaar onzes Heren duizend driehonderd en veertig. Uitgevaardigd op bevel van de heer graaf In tegenwoordigheid van de heren van Beaumont en van Hoorn S. [Scripsit=geschreven door] R. [Richard] Vlec S.[Sigillavit=gezegeld door] F. [Florens] van Haamstede 6