Concept bouwvergunning 1 e fase Aan Wonen Centraal t.a.v. de heer D. Dullemond Concertweg 33 2402 JG ALPHEN AAN DEN RIJN Bewoners Stadhuisplein 1 Postbus 13 2400 AA Alphen aan den Rijn Telefoon: 0900 4811111 Fax: 0172 465564 E-mail: gemeente@alphenaandenrijn.nl Website: www.alphenaandenrijn.nl Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum B2010/144 Inlichtingen bij Doorkiesnummer Afdeling Onderwerp: Bouwvergunnin ouwvergunning 1 e fase/projectbesluit Tel (0172) 465 Fax (0172) 465710 SCA unit Vergunningen Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn, beschikkende op uw verzoek om bouwvergunning eerste fase voor: het bouwen van 20 appartementen en 7 grondgebonden woningen. dat is ingekomen op 08-04-2010 en waarvan de bouwkosten zijn vastgesteld op: 2.500.000,00 plaatselijk bekend: Buitendorpstraat 7-29b 7 Zwammerdam kadastraal bekend: Gemeente: Alphen aan den Rijn Sectie: F Nr(s): 03814 besluiten, gelet op artikel 8 lid 3, jo. artikel 40 lid 1 en artikel 46 lid 3 van de Woningwet, het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning, het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken en de artikelen 3.10 en 3.11 van de Wet ruimtelijke ordening behoudens rechten van derden, - het projectbesluit 2010/144 vast te stellen; - geen exploitatieplan vast te stellen; - de bouwvergunning eerste fase te verlenen onder de bijgevoegde voorwaarden, overeenkomstig de bij dit besluit behorende, gewaarmerkte bescheiden. Met vriendelijke groet,
Nr. B2010/144 2 burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, namens dezen, de unitleider van de unit Vergunningen, mw. mr. A. Habets-Brunt BEHOORT BIJ BOUWVERGUNNING NR.: B2010/144 PROJECTBESLUIT Voor het bouwplan is een projectbesluit genomen. Zie besluitformulier 2010/p.m. en de daarbij behorende stukken, met name de planverbeelding en de ruimtelijke onderbouwing. EXPLOITATIEPLAN Bij besluit van p.m. heeft de gemeenteraad besloten geen exploitatieplan vast te stellen omdat op andere wijze in kostenverhaal is voorzien. DOORBREKEN AANHOUDING Ingevolge artikel 50, eerste lid Woningwet geldt een aanhoudingsbesluit. Het bouwplan heeft geen negatieve planologische gevolgen op het toekomstig regime. Op grond van artikel 50, derde lid Woningwet is de aanhouding doorbroken. INWERKINGTREDING Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt (artikel 3.11 jo. 3.8 lid 5 Wro). Dit heeft in ieder geval tot gevolg dat niet eerder van de bouwvergunning gebruik kan worden gemaakt en derhalve pas na afloop van deze termijn met de bouw kan worden gestart. BEROEP Belanghebbenden, die een zienswijze tegen het ontwerp-besluit hebben ingediend, dan wel belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij tijdens de terinzageleggingstermijn hier redelijkerwijze niet toe in staat waren geweest, kunnen in beroep gaan tegen dit besluit. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is 6 weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd (art 6:8 lid 4 Awb). De terinzagelegging van het besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant, het Witte Weekblad en op de gemeentelijke website (http://www.alphenaandenrijn.nl).
Nr. B2010/144 3 Het beroepschrift dient gericht te worden aan de rechtbank `s-gravenhage, sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH te `s-gravenhage. Voor het in behandeling nemen van het beroepschrift door de rechtbank worden u griffiekosten in rekening gebracht. VOORWAARDEN Het bouwen moet krachtens de Woningwet plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening 1992 en krachtens de op grond daarvan gestelde nadere regelen. De houder van de bouwvergunning moet ervoor zorgdragen, dat de bouwvergunning met de gewaarmerkte tekeningen te allen tijde op het werk aanwezig is en op eerste aanvrage aan het Bouwtoezicht ter inzage wordt gegeven. Aan de afdeling Stadsbeheer moet kennis worden gegeven van: a. verandering van het adres van degene onder wiens leiding het werk wordt uitgevoerd; b. het gereed zijn voor ingebruikgeving of -neming van het bouwwerk of een gedeelte daarvan O V E R I G E V O O R W A A R D E N Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 1. De bouwwerkzaamheden dienen binnen een termijn van 6 maanden na dagtekening van de vergunning te worden aangevangen. 2. De volgende werkzaamheden dienen tenminste 2 werkdagen voor de aanvang te worden gemeld aan de afdeling Stadsbeheer unit Inspectie: de aanvang van de werkzaamheden; het inbrengen van de funderingspalen; het storten van beton; het gereedkomen van de werkzaamheden; gegevens van degene die de bouwwerkzaamheden zal uitvoeren. Kennisgeving dient telefonisch 0900 4811111, per fax (0172) 465649 of met de bijgevoegde formulieren te geschieden.
Nr. B2010/144 4 3. Werkzaamheden dienen op een zodanige wijze te worden uitgevoerd dat overmatige geluidshinder voor de omwonenden zoveel mogelijk beperkt wordt. Werkzaamheden die geluidshinder voor de directe omgeving veroorzaken, mogen uitsluitend verricht worden op maandag t/m vrijdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur. 4. De volgende aan te leveren gegevens en bescheiden moeten minimaal drie weken voor aanvang van de desbetreffende bouwwerkzaamheden ter toetsing aan de afdeling SCA, unit Vergunningen worden voorgelegd: gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte, stijfheid en stabiliteit) van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk zelf, voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft. Constructie tekeningen en berekeningen. 5. Ten behoeve van betreden van het terrein/gebouw door de brandweer moet een sleutelbuis worden aangebracht. Deze buis moet in overleg met de brandweer worden aangebracht conform het gestelde in de publicatie Brand beveiligingsinstallaties, uitgave NVBR september 2002, hfd. 18. 6. Artikel 2.6.1 Bouwverordening; NEN 2535: In het gebouw moet een gecertificeerde brandmeldinstallatie worden aangebracht. De omvang, gedeeltelijke bewaking met doormelding, van de installatie dient te voldoen aan het gestelde in bijlage 10, tabel 2.6.1. van de bouwverordening. Ter certificering moet het Programma van Eisen (PVE) in tweevoud ter goedkeuring te worden ingediend bij de commandant van de brandweer. 7. Artikel 2.6.5 Bouwverordening; NEN 2575: In het gebouw moet een ontruimingsinstallatie worden aangebracht. De omvang van de installatie dient te voldoen aan het gestelde in bijlage 11, tabel 2.6.5. van de bouwverordening. 8. Artikel 2.6.9 Bouwverordening: Een gebruiksfunctie dient te zijn voorzien van een vluchtrouteaanduiding in verlichte uitvoering, als bedoeld in NEN 6088, uitgave 1995, en NEN 6088/A1, uitgave 1997. 9. Artikel 2.5.3 lid 4 Bouwverordening: Nabij het object moeten zodanige opstelplaatsen voor brandweervoertuigen aanwezig zijn, dat een doeltreffende verbinding tussen de voertuigen en de bluswatervoorziening (brandkraan) kan worden gelegd. De afstand van de brandkraan tot aan de hoofdtoegang van het object dient maximaal 40 meter te bedragen. 10. De bluswatervoorziening aan de Drietaktweg dient verplaatst te worden. Deze voorziening dient dichter naar de weg te liggen, maximaal 6 m van af de opstelplaats. De bluswatervoorziening dient te worden uitgevoerd met een capaciteit van minimaal 60 m3/h.
Nr. B2010/144 5 11. Gebruiksbesluit: Voor de inrichting van het bouwwerk is een gebruiksvergunning vereist (meer dan 50 personen aanwezig). Hiervoor dient het aanvraagformulier Brandveilig gebruik bouwwerken volledig in te vullen en een aanvraag om vergunning in te dienen. Op de bijbehorende plattegrondtekeningen dient duidelijk en volledig de vluchtrouteaanduiding te zijn aangegeven. (Een aanvraagformulier is te downloaden vanaf www.brandweer.alphenaandenrijn.nl) Hoofdstuk 2. Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid Afdeling 2.1. Algemene sterkte van de bouwconstructie Artikel 2.1 Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die gedurende de in NEN 6700 bedoelde referentieperiode voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten. Hoofdstuk 3. Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid Afdeling 3.2. Bescherming tegen geluid van installaties, nieuwbouw Artikel 3.6 Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluid van installaties. Artikel 3.8 zelfde perceel Lid 3. Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor verhoging van waterdruk of een lift veroorzaakt in een verblijfsgebied van een op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek geluidsniveau van ten hoogste 30 db(a). Afdeling 3.8. Afvoer van afvalwater en fecaliën Artikel 3.31
Nr. B2010/144 6 Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën dat een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. Artikel 3.33 aansluitingen Een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën heeft een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het openbaar riool. Artikel 3.34 capaciteit Een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën heeft een volgens NEN 3215 bepaalde capaciteit die niet kleiner is dan de volgens NEN 3215 bepaalde belasting van die voorziening. Artikel 3.35 lucht/waterdicht Een voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën is, bepaald volgens NEN 3215, lucht- en waterdicht. Afdeling 3.9. Afvoer van hemelwater, nieuwbouw Artikel 3.41 Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater dat een voor de gezondheid nadelige situatie wordt voorkomen. Artikel 3.43 aansluitingen Een voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater, als bedoeld in artikel 3.42, heeft een aansluitmogelijkheid voor aansluiting op het openbaar riool. Artikel 3.44 capaciteit Een voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater, als bedoeld in artikel 3.42, of een samengevoegde voorziening, als bedoeld in artikel 3.43, tweede lid, heeft een volgens NEN 3215 bepaalde capaciteit die ten minste gelijk is aan de volgens NEN 3215 bepaalde belasting van die voorziening. Artikel 3.45 lucht/waterdicht Een voorziening voor de opvang en afvoer van hemelwater, als bedoeld in artikel 3.42, die binnen een gebouw ligt, is, bepaald volgens NEN 3215, lucht- en waterdicht.
Nr. B2010/144 7 Afdeling 3.12. Luchtverversing van overige ruimten Artikel 3.67 Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor luchtverversing voor een meterruimte voor een voorziening voor gas, dat het ontstaan van een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht voldoende wordt beperkt. Artikel 3.68 aanwezigheid Een meterruimte voor een voorziening voor gas heeft een voorziening voor luchtverversing, bestaande uit een component voor toevoer van verse lucht en een component voor afvoer van binnenlucht. Artikel 3.69 capaciteit Lid 2. Een voorziening voor luchtverversing van een meterruimte voor een voorziening voor gas heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 2 dm³/s per m³ netto-inhoud van de meterruimte, met een minimum van 2 dm³/s. Artikel 3.70 regelbaarheid Een opening van een voorziening voor luchtverversing van een meterruimte voor een voorziening voor gas, een liftschacht of een gemeenschappelijke verkeersruimte is niet afsluitbaar. Hoofdstuk 4. Voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid Afdeling 4.12. Meterruimte Artikel 4.65 Een te bouwen bouwwerk waarin zich een voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming bevindt, heeft een meterruimte waarin de centrale schakel-, verdeel- en meetapparatuur voor die voorziening kan worden geplaatst. Artikel 4.66 aanwezigheid
Nr. B2010/144 8 Een gebruiksfunctie met een voorziening voor elektriciteit, gas, drinkwater of verwarming, die een aansluitmogelijkheid heeft op het desbetreffende openbare net, heeft een al dan niet gemeenschappelijke meterruimte. Artikel 4.67 afmetingen Lid 3. Een meterruimte als bedoeld in artikel 4.66, eerste lid, heeft afmeting, en een indeling, die zijn afgestemd op de in de meterruimte te plaatsen apparatuur.