Resultaten Q2 2005 Ahold levert stabiele prestaties in een concurrerende omgeving Anders Moberg, President & CEO van Ahold Netto-omzet 10,4 miljard 10,5 miljard Netto-omzetdaling (0,9%) Netto-omzetgroei exclusief wisselkoerseffecten* 0,5% Q2 2005 Q2 2004 (12 weken) (12 weken) Bedrijfsresultaat 248 miljoen 217 miljoen Nettoresultaat 130 miljoen (28) miljoen Nettokasstroom uit operationele activiteiten 336 miljoen 151 miljoen Nettoresultaat 0,08 (0,02) per aandeel 17 juli 2005 24 april 2005 Nettoschuld* 6,1 miljard 6,5 miljard Hoofdpunten: Operationele prestaties weerspiegelen concurrerende omgeving en herstructureringseffecten Invoering retailmodel en herpositioneringsstrategie dragen bij aan omzet in Europa Stroomlijning van Amerikaanse winkelportefeuille gecontinueerd Solide voortgang bij U.S. Foodservice: bekendmaking strategisch plan in november 2005 Versterking balans door verlaging schulden Desinvesteringsprogramma nagenoeg afgerond: bruto-opbrengsten tot op heden EUR 2,7 miljard Financiële hoofdpunten Q2 2005 Netto-omzet Q2 2005 van EUR 10,4 miljard, een daling van 0,9% vergeleken met Q2 2004. Exclusief wisselkoerseffecten stijging van netto-omzet met 0,5% Bedrijfsresultaat Q2 2005 van EUR 248 miljoen (Q2 2004: EUR 217 miljoen) Nettowinst Q2 2005 van EUR 130 miljoen (nettoverlies Q2 2004: EUR 28 miljoen) Nettokasstroom uit operationele activiteiten Q2 2005 van EUR 336 miljoen (Q2 2004: EUR 151 miljoen) Verlaging van nettoschuld met EUR 0,4 miljard ofwel 5,6% Hoofdprioriteiten voor 2005 Succesvolle uitvoering van onze Road to Recoverystrategie inclusief afronding van ons desinvesteringsprogramma Implementatie van ons retailmodel om de afzet voor de gehele onderneming te stimuleren Verdere verbetering van operationele prestaties bij U.S. Foodservice Afronding van onze strategie 2006+ volgend op de Road to Recovery Financiële kalender Resultaten Q3 2005 op 29 november 2005 Publicatie jaarresultaten op 29 maart 2006 2005030 * Zoals gedefinieerd onder Overige informatie. 7 september 2005 Albert Heijnweg 1, Zaandam Postbus 3050, 1500 HB Zaandam Tel (075) 659 5720 De in dit persbericht vermelde gegevens zijn niet aan accountantscontrole onderworpen. De financiële verslaggeving is gebaseerd op IFRS, zoals deze naar verwachting ultimo 2005 van kracht zal zijn, tenzij anders weergegeven. Voor nadere informatie zie de Toelichting op de geconsolideerde tussentijdse financiële overzichten. Dit persbericht bevat bepaalde alternatieve financiële prestatie-indicatoren, zoals de nettoschuld, die verder worden besproken onder Overige informatie. Pagina 1 van 29
Ahold levert stabiele prestaties in een concurrerende omgeving Ahold heeft in Q2 2005 stabiele prestaties laten zien en de winstgevendheid verbeterd, ondanks de toegenomen concurrentie. Het nettoresultaat is omgeslagen in een nettowinst van EUR 130 miljoen, van een nettoverlies van EUR 28 miljoen in Q2 2004. De invoering van Aholds retailmodel en de herpositioneringsstrategie hebben bijgedragen aan de omzetgroei, exclusief wisselkoerseffecten. Tegelijkertijd weerspiegelt het bedrijfsresultaat de concurrentiedruk en de effecten van de wijzigingen die we momenteel in onze bedrijfsvoering aan het doorvoeren zijn. Aan de uitvoering van onze herpositionerings- en herstructureringsprogramma s wordt hard gewerkt. Ons desinvesteringsprogramma is nagenoeg afgerond, de schuld is verder verlaagd en we hebben onze investeringen in nieuwe en gemoderniseerde winkels opgevoerd. Strategie tot herpositionering van onze waardepropositie genereert omzet De omzetgroei van onze Europese retailactiviteiten is in Q2 2005 verbeterd dankzij de herpositionering van onze waardepropositie in lijn met Aholds retailmodel. In de teruglopende Nederlandse foodretailmarkt werd dankzij Albert Heijns lagere prijzen en strikte kostenbeheersing een netto-omzetgroei voor Albert Heijn van ruim 5% gerealiseerd, waarbij het bedrijfsresultaat zich positief ontwikkelde. Centraal-Europa, Schuitema en ICA hebben hun eigen marktstrategie gecontinueerd. In deze fase, waarin het kostenniveau wordt afgestemd op een aantrekkelijker prijsniveau voor de klant, was de brutomargeontwikkeling conform onze verwachtingen. De gecentraliseerde inkoop van Centraal-Europa levert duidelijke voordelen op en onlangs hebben we plannen aangekondigd om maximaal 67 Julius Meinl-winkels te verwerven om de marktkansen van de Arena te versterken. Herstructurering en herinvesteringen bij Stop & Shop/Giant-Landover In de Verenigde Staten opereren Stop & Shop en Giant-Landover nog steeds in een uitdagende concurrerende omgeving. De identieke winkelomzet van Stop & Shop steeg licht, terwijl deze bij Giant-Landover daalde met 4,7%, voornamelijk door concurrentiedruk. Het bedrijfsresultaat werd gedrukt door gestegen kosten van versproducten en gecontinueerde promotieactiviteiten. De procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de netto-omzet van de Arena verbeterde ten opzichte van Q2 2004, ondanks een herstructureringsvoorziening van USD 20 miljoen voor de verdere stroomlijning van de logistieke keten en winkelsluitingen bij Giant-Landover. Een omvangrijk tweejarig programma voor de modernisering van Giant-Landover-winkels zal worden versneld. Hiermee wordt opnieuw in onze marktleiderspositie geïnvesteerd. Effectiviteit marktbenadering en stroomlijning portefeuille bij Giant-Carlisle/Tops Giant-Carlisle heeft haar succesvolle marktstrategie gecontinueerd, resulterend in een identieke-omzetgroei van 3,6% en een gestegen marktaandeel. Hoewel de identieke omzet bij Tops met 4,1% daalde, is de winkelproductiviteit via diverse initiatieven verbeterd. De kernmarkt van Tops wordt momenteel opnieuw gedefinieerd als onderdeel van de voortdurende stroomlijning van onze winkelportefeuille. Dit heeft reeds geresulteerd in acht winkelsluitingen dit jaar bovenop het besluit om dit en volgend jaar 31 winkels te verkopen. In Q2 2005 hebben we ook de desinvestering van onze divisie van 198 gemakswinkels afgerond. De brutomarge van de Arena werd positief beïnvloed door een verbeterde verkoopmix, merchandising en operationele besparingen. Het bedrijfsresultaat steeg als gevolg van boekwinsten op afgestoten materiële vaste activa. Solide voortgang bij U.S. Foodservice U.S. Foodservice heeft de solide vooruitgang gecontinueerd bij de verbetering van de klantenmix en de street -verkoopstrategie en bij de toepassing van een effectiever inkoopproces. Twee derde van de geplande brutomargeverbetering gedurende de Road to Recovery is inmiddels gerealiseerd, en daarmee is de brutomarge over het eerste halfjaar van 2005 met circa 100 basispunten gestegen vergeleken met het boekjaar 2003. Ondanks gestegen brandstof- en advieskosten zijn de bedrijfskosten over het eerste halfjaar van 2005 met circa tien basispunten gedaald vergeleken met het boekjaar 2003, dankzij diverse operationele verbeteringen geïnitieerd om bij te dragen aan toekomstige winstgroei. Groeiende waardering voor Aholds verbeterde financiële positie Aholds financiële positie is gedurende het kwartaal verder verbeterd dankzij een reductie van de brutoschuld met EUR 1,2 miljard en van de nettoschuld met EUR 0,4 miljard. S&P s recente opwaardering van onze kredietrating en de succesvolle afronding van een nieuwe ongedekte kredietfaciliteit van EUR 2 miljard tegen gunstiger voorwaarden onderstrepen de vooruitgang die Ahold heeft geboekt wat betreft haar doelstelling de investment grade -rating terug te krijgen. Ze weerspiegelen ook het gegroeide vertrouwen van de financiële gemeenschap in Ahold. Road to Recovery: het jaar van de uitvoering We zullen ons blijven richten op de versterking van de vermogenspositie, onder meer door de brutoschuld verder af te bouwen. Aan het einde van Q2 2005 hadden we EUR 2,7 miljard aan bruto-opbrengsten uit desinvesteringen gerealiseerd, waarmee onze Road to Recovery-doelstelling is overtroffen. We zijn halverwege onze doelstelling om tegen het einde van 2006 EUR 600 miljoen aan nettoretailkosten te besparen, en we investeren momenteel opnieuw in onze marktleidersposities. Op dit moment werken we hard aan de realisatie van de operationele doelstellingen voor onze foodretailactiviteiten voor het boekjaar 2006, te weten een netto-omzetgroei van 5%, een operationele marge van 5% en een rendement op de nettoactiva van 14%, ondanks het feit dat deze doelstellingen in het huidige macro-economische klimaat steeds uitdagender worden. Tevens verwachten we dat de operationele marge van U.S. Foodservice vóór bijzondere waardeverminderingen van goodwill uiterlijk in 2006 meer dan 1,7% zal bedragen. In lijn met Aholds verbondenheid met U.S. Foodservice zullen we in november 2005 details bekendmaken over de toekomststrategie van deze onderneming. Anders C. Moberg Namens de Raad van Bestuur Zaandam, 7 september 2005 Pagina 2 van 29
Ahold Groep Verkorte winst- en verliesrekening Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Netto-omzet 10.447 10.542 (0,9%) Bedrijfsresultaat 248 217 14,3% als % van de netto-omzet 2,4% 2,1% Financiële baten en lasten (117) (263) 55,5% Belasting resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (18) (25) 28,0% Aandeel in resultaat JV's en deelnemingen 26 48 (45,8%) Aandeel van derden in groepsresultaat (11) (4) (175,0%) Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 2 (1) 300,0% Nettoresultaat 130 (28) 564,3% Nettoresultaat per aandeel (in EUR) -gewoon 0,08 (0,02) -verwaterd 0,08 (0,02) Hoofdpunten Nettoresultaat De netto-omzet werd negatief beïnvloed door de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar. De netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten steeg in Q2 2005 met 0,5% vergeleken met Q2 2004. Het bedrijfsresultaat weerspiegelde een lagere netto-omzet maar een hogere brutomarge. De hogere verkoop- en algemene beheerskosten werden gecompenseerd door boekwinsten op de verkoop van materiële vaste activa en lagere bijzonderewaardeverminderingslasten. Het bedrijfsresultaat over Q2 2004 werd negatief beïnvloed door een afwikkeling (per saldo EUR 44 miljoen) met betrekking tot een AIG-verzekeringspolis. Het saldo van de financiële baten en lasten daalde, voornamelijk als gevolg van de negatieve reële-waardeverandering van de ICA-putoptie in Q2 2004 en een daling van de nettorentelasten in Q2 2005. Daarnaast werd per saldo een valutakoerswinst opgenomen in Q2 2005 die de reële-waardeveranderingen van derivaten omvatte. In Q2 2005 werd over het resultaat vóór belastingen van EUR 131 miljoen een belastinglast opgenomen van EUR 18 miljoen, wat neerkomt op een effectieve belastingdruk van 13,7% (Q2 2004: (54,3%)). Het aandeel in het resultaat van joint ventures en deelnemingen daalde, voornamelijk door lagere resultaten bij ICA en JMR. Q2 2004 werd positief beïnvloed door desinvesteringen binnen ICA. De toename van het aandeel van derden betrof voornamelijk het minderheidsbelang van een joint-venturepartner in een boekwinst op de verkoop van een winkelcentrum in Tsjechië. Het resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bevatte de positieve bedrijfsresultaten van Deli XL. Financiële baten en lasten Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Rentebaten 20 17 17,6% Rentelasten (157) (197) 20,3% Nettorentelasten (137) (180) 23,9% Valutakoersverschillen 20 (3) 766,7% Overige financiële baten en lasten - (80) 100,0% Totaal financiële baten en lasten (117) (263) 55,5% Financiële baten en lasten De daling van de nettorentelasten is vooral toe te schrijven aan de netto-invloed van de lagere financieringskosten en de lagere brutoschuld, hoofdzakelijk als gevolg van de aflossing van een obligatielening van EUR 1,5 miljard op 8 juni 2005, de vervroegde aflossing van de achtergestelde obligatielening van EUR 920 miljoen in Q2 2004 en de vervanging van de kredietfaciliteit van december 2003 door de kredietfaciliteit van mei 2005 die gunstiger voorwaarden kent. De valutakoersverschillen in Q2 2005 omvatten de reëlewaardeverandering van derivaten die niet in aanmerking kwamen voor hedge accounting en de overeenkomstige valutakoerswinst op deze afgedekte posten. De belangrijke verbetering van de overige financiële baten en lasten hangt samen met de last in Q2 2004 met betrekking tot de reële-waardeverandering van de ICAputoptie (last van EUR 80 miljoen). Pagina 3 van 29
Ahold Groep Nettoschuld 17 juli 2005 24 april 2005 Mutatie in % Leningen 5.592 5.416 Financiële-leaseverplichtingen 1.708 1.592 Cumulatief preferente financieringsaandelen 666 666 Totale langlopende schuld 7.966 7.674 Kortlopende leningen 703 660 Kortlopend deel van leningen 205 1.748 Kortlopend deel van financiële-leaseverplichtingen 94 97 Brutoschuld 8.968 10.179 (11,9%) Hoofdpunten Nettoschuld De daling van de nettoschuld van EUR 6,5 miljard aan het einde van Q1 2005 tot EUR 6,1 miljard ultimo Q2 2005 hangt voornamelijk samen met de aflossing van de obligatielening van EUR 1,5 miljard op 8 juni 2005. Door een eerder afgesloten swapovereenkomst was deze verplichting in euro s omgezet in een verplichting van USD 1,4 miljard. Op basis van de USD/EURwisselkoers op de aflossingsdatum bedroeg de feitelijke uitgaande kasstroom EUR 1,2 miljard. De nettoschuld werd negatief beïnvloed door de ontwikkeling van de USD/EURwisselkoers vergeleken met Q1 2005. Overige liquide middelen* 2.836 3.686 (23,1%) Nettoschuld 6.132 6.493 (5,6%) *Liquide middelen exclusief kassaldo: Liquide middelen 3.107 3.947 Kassaldo 271 261 Overige liquide middelen 2.836 3.686 Nettokasstroom Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Nettokasstroom uit operationele activiteiten 336 151 122,5% Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (166) (220) 24,5% Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (1.164) (918) (26,8%) Nettokasstroom uit operationele, investeringsen financieringsactiviteiten (994) (987) (0,7%) Nettokasstroom De nettokasstroom uit operationele activiteiten liet een stijging zien van EUR 185 miljoen, voornamelijk als gevolg van gunstige mutaties in het werkkapitaal en lagere uitgaven voor winstbelastingen. De nettokasstroom uit investeringsactiviteiten verbeterde, waarbij de netto-uitstroom met EUR 54 miljoen daalde, vooral door hogere kasontvangsten uit hoofde van de verkoop van materiële vaste activa en de aflossing van leningen u/g, die hogere investeringen in immateriële en materiële vaste activa gedeeltelijk tenietdeden. De nettokasstroom uit financieringsactiviteiten weerspiegelde voornamelijk hogere aflossingen van schulden in Q2 2005 vergeleken met Q2 2004. Pagina 4 van 29
Ahold Groep Netto-omzet per segment Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Stop & Shop/Giant-Landover Arena 3.090 3.042 1,6% Giant-Carlisle/Tops Arena 1.191 1.238 (3,8%) Albert Heijn Arena 1.527 1.455 4,9% Centraal-Europa Arena 412 404 2,0% Schuitema 735 730 0,7% Totaal retail 6.955 6.869 1,3% U.S. Foodservice 3.492 3.673 (4,9%) Ahold Groep 10.447 10.542 (0,9%) Groei van de netto-omzet exclusief w isselkoerseffecten 0,5% Samenvatting per segment Netto-omzet per segment De geconsolideerde netto-omzet is met terugwerkende kracht aangepast voor de netto-omzet van beëindigde bedrijfsactiviteiten. Laatstgenoemde netto-omzet is derhalve niet opgenomen in de nettoomzet per segment. De netto-omzet van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena steeg met 1,6%. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars steeg de nettoomzet met 4,0% vergeleken met Q2 2004. De netto-omzet over het tweede kwartaal van 2005 bevatte voor USD 23,5 miljoen aan netto-omzet van de American Sales Company aan BI-LO en Bruno's, die vóór de desinvestering van deze ondernemingen in het eerste kwartaal van 2005, werd geëlimineerd als intercompany-omzet. Exclusief deze USD 23,5 miljoen zou de netto-omzet zijn gestegen met 3,4% ten opzichte van Q2 2004. De netto-omzet van de Giant-Carlisle/Tops Arena daalde met 3,8%. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars daalde de netto-omzet met 1,6% ten opzichte van Q2 2004. Dankzij onze klantenloyaliteitsprogramma s, het effectieve prijsbeleid en promotieactiviteiten heeft ons marktaandeel in de Giant-Carlislegebieden zich, net zoals in het voorgaande kwartaal, positief ontwikkeld. De daling van de netto-omzet in onze Tops-gebieden was voornamelijk toe te schrijven aan de desinvestering van onze gemakswinkels en andere winkelsluitingen. De netto-omzet van de Albert Heijn Arena steeg met 4,9%. De netto-omzet van Albert Heijn steeg met 5,5%, voornamelijk dankzij gestegen verkoopvolumes. De netto-omzetgroei van onze Centraal-Europa Arena bedroeg 2,0%. Exclusief wisselkoerseffecten daalde de netto-omzet met 5,6%. De netto-omzet van Schuitema nam toe met 0,7%. De netto-omzet van U.S. Foodservice daalde met 4,9% als gevolg van de lagere USD/EUR-wisselkoers. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars daalde de netto-omzet met 2,7%. De invloed van het besluit van de onderneming om bepaalde activiteiten te discontinueren, bedroeg in het tweede kwartaal circa 3%. Pagina 5 van 29
Ahold Groep Samenvatting per segment Bedrijfsresultaat per segment Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Stop & Shop/Giant-Landover Arena 150 164 (8,5%) Giant-Carlisle/Tops Arena 44 40 10,0% Albert Heijn Arena 67 67 0,0% Centraal-Europa Arena (2) (9) 77,8% Schuitema 13 18 (27,8%) Totaal retail 272 280 (2,9%) U.S. Foodservice 35 32 9,4% Group Support Office (59) (95) 37,9% Ahold Groep 248 217 14,3% Bedrijfsresultaat per segment Het geconsolideerde bedrijfsresultaat is met terugwerkende kracht aangepast voor het bedrijfsresultaat van beëindigde bedrijfsactiviteiten. Laatstgenoemd bedrijfsresultaat is derhalve niet opgenomen in het bedrijfsresultaat per segment. Het bedrijfsresultaat van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena daalde met 8,5%. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars bedroeg de daling van het bedrijfsresultaat 6,5%. Het lagere bedrijfsresultaat van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena vloeide voornamelijk voort uit een lagere brutomarge en een herstructureringsvoorziening van USD 20 miljoen met betrekking tot de logistieke keten van Giant-Landover en winkelsluitingen. Het bedrijfsresultaat over Q2 2004 bevatte een kostenpost van USD 14 miljoen voor de integratie van Stop & Shop/Giant Landover en bijzonderewaardeverminderingslasten bij een ondersteunende onderneming. Het bedrijfsresultaat van de Giant-Carlisle/Tops Arena steeg met 10,0%. Uitgedrukt in Amerikaanse dollars steeg het bedrijfsresultaat met 12,5% ten opzichte van Q2 2004. Dit is vooral toe te schrijven aan de positieve invloed van boekwinsten van USD 15 miljoen op de verkoop van materiële vaste activa en hogere brutomarges, deels tenietgedaan door hogere bedrijfskosten. Het bedrijfsresultaat van de Albert Heijn Arena was onveranderd in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het negatieve bedrijfsresultaat van de Centraal-Europa Arena bedroeg EUR 2 miljoen, een verbetering van EUR 7 miljoen. Het negatieve bedrijfsresultaat werd in positieve zin beïnvloed door een boekwinst op de verkoop van vastgoed, deels tenietgedaan door een bijzondere waardevermindering (netto-invloed EUR 12 miljoen). De daling van het bedrijfsresultaat van Schuitema was hoofdzakelijk het gevolg van lagere brutomarges. Ondanks de lagere USD/EUR-wisselkoers liet het bedrijfsresultaat van U.S. Foodservice een verbetering zien, voornamelijk door een stijging van de brutomarge, die deels werd tenietgedaan door gestegen brandstofkosten, hogere vaste divisiekosten en hogere kosten voor organisatorische verbeteringen en de integratie van systemen. De bedrijfskosten bij het Group Support Office (GSO) waren lager, voornamelijk als gevolg van de afwikkeling (per saldo EUR 44 miljoen) in Q2 2004 met betrekking tot een AIG-verzekeringspolis. Pagina 6 van 29
Stop & Shop/Giant-Landover Arena Stop & Shop/Giant-Landover Arena - kerncijfers per kwartaal in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 3.823 3.676 4,0% Identieke-omzetgroei (0,9%) Vergelijkbare-omzetgroei (0,4%) Bedrijfsresultaat 186 199 (6,5%) Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 4,9% 5,4% (0,5%-pt) Aantal winkels 567 546 3,8% 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 8.0% 6.0% 4.0% 2.0% 0.0% Analyse Operationele hoofdpunten Stop & Shop en Giant-Landover opereren in een aanhoudend uitdagende omgeving. Gecontinueerde promotieactiviteiten en de gestegen kosten van versproducten, die niet volledig aan de klanten werden doorberekend, drukken de brutomarge. Het marktaandeel van de Stop & Shop/Giant-Landover Arena ontwikkelde zich positief, voornamelijk als gevolg van de gunstige ontwikkeling van het marktaandeel van Stop & Shop. De Arena heeft drie winkels geopend, waaronder twee nieuwe modelwinkels op Staten Island (NY) en de vervanging van een verouderde winkel in Washington DC. Ook werden vijf winkels in het marktgebied van Stop & Shop gemoderniseerd. Er is een plan gereed voor Giant-Landover ter versnelling van het winkelmoderniseringsprogramma gedurende de komende twee jaar. In deze fase van het plan worden achttien winkels vervangen/gemoderniseerd. De herstructurering van de logistieke keten van Giant-Landover en de sluiting van vier Super G-winkels resulteerde in Q2 2005 in een herstructureringsvoorziening van USD 20 miljoen. Als onderdeel van de herstructurering van Giant-Landover gaan in augustus en september acht Giant-Landover-winkels in New Jersey, opererend onder de merknaam Super G, over naar de merknaam Stop & Shop. Onze activiteiten in de Metro/New York-markt blijven groeien, en bieden verdere mogelijkheden. Netto-omzet De netto-omzet over Q2 2005 steeg met 4,0% ten opzichte van Q2 2004. De netto-omzet over Q2 2005 omvatte USD 23,5 miljoen aan netto-omzet van de American Sales Company aan BI-LO en Bruno's, die vóór hun desinvestering in Q1 2005 werd geëlimineerd als intercompany-omzet. Exclusief deze USD 23,5 miljoen zou de netto-omzet met 3,4% zijn gestegen ten opzichte van Q2 2004. De identieke omzet van Stop & Shop steeg met 0,8%, een toename van 1,0 procentpunt vergeleken met het voorgaande kwartaal. Daarentegen daalde de identieke omzet van Giant- Landover met 4,7% vergeleken met Q2 2004, voornamelijk onder invloed van concurrentiedruk. De vergelijkbare omzet van Stop & Shop steeg met 1,3%, terwijl de vergelijkbare omzet van Giant-Landover met 4,1% daalde. De netto-omzet van Peapod blijft sterk groeien, dankzij meer klanten, een hogere gemiddelde waarde per bestelling en meer bestellingen. Bedrijfsresultaat Q2 2005 gaf een daling te zien van de brutomarge van de Arena vergeleken met Q2 2004, voornamelijk als gevolg van de hogere kosten van versproducten, die niet volledig aan onze klanten werden doorberekend, en gecontinueerde promotieactiviteiten. De procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de nettoomzet was over Q2 2005 lager dan over Q2 2004, voornamelijk als gevolg van verdere besparingen op beheerskosten. Dit effect werd gedeeltelijk tenietgedaan door de herstructureringskosten voor Giant-Landover (USD 20 miljoen) en hogere kosten van nutsbedrijven en verzekeringen. Q2 2004 bevatte integratiekosten van USD 14 miljoen. Over Q2 2005 werden bijzondere waardeverminderingen van vaste activa opgenomen van USD 5 miljoen (Q2 2004: USD 22 miljoen). Er waren geen boekresultaten op de verkoop van vastgoed (Q2 2004: boekwinst van USD 4 miljoen). Het bedrijfsresultaat over Q2 2005 was USD 13 miljoen lager als gevolg van de lagere brutomarge. Pagina 7 van 29
Giant-Carlisle/Tops Arena Giant-Carlisle/Tops Arena - kerncijfers per kwartaal in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 1.472 1.496 (1,6%) Identieke-omzetgroei (0,1%) Vergelijkbare-omzetgroei 0,9% Bedrijfsresultaat 54 48 12,5% Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 3,7% 3,2% 0,5%-pt Aantal winkels 275 480 (42,7%) 2500 2000 1500 1000 500 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 5.0% Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 0.0% -1.0% Analyse Operationele hoofdpunten De positieve ontwikkeling van het marktaandeel van Giant- Carlisle hield aan, terwijl het marktaandeel van Tops daalde, voornamelijk als gevolg van acht winkelsluitingen tot op heden dit jaar. Giant-Carlisle heeft haar marktstrategie gecontinueerd. Dankzij de klantenloyaliteitsprogramma s, een effectief prijsbeleid en promotieactiviteiten steeg de gemiddelde waarde per boodschappenmand. Bovendien werd in het tweede kwartaal van 2005 één nieuwe winkel geopend en werd één winkel verplaatst. De Giant-Carlisle/Tops Arena heeft met succes de verkoop afgerond van de keten van 198 gemakswinkels onder de merknamen Wilson Farms en Sugarcreek. Ten behoeve van onze langetermijnplannen wordt de kernmarkt van Tops momenteel opnieuw gedefinieerd. Er is een plan aangekondigd om in 2005 en 2006 31 Tops-winkels in de regio New York State te verkopen. Bovendien is de winkelproductiviteit bij Tops verbeterd door diverse initiatieven, zoals de introductie van voorverpakt vlees en de uitbesteding van bakkerijafdelingen in de regio Northeast Ohio. Tevens zijn voorverpakte fruits de mer geïntroduceerd en is het gebruik van systemen waarbij de klant zelf kan afrekenen, uitgebreid. Netto-omzet De netto-omzet van de Giant-Carlisle/Tops Arena over het tweede kwartaal van 2005 daalde met 1,6%. Exclusief de 198 gemakswinkels die in het tweede kwartaal werden gedesinvesteerd, zou de netto-omzet op hetzelfde niveau liggen als vorig jaar. De identieke omzet van Giant-Carlisle steeg met 3,6%, voornamelijk door de aanhoudende groei van de netto-omzet per klant, als gevolg van de succesvolle klantenloyaliteitsprogramma s en een effectief prijsbeleid in een zeer concurrerende markt. De identieke omzet van Tops daalde met 4,1%, voornamelijk onder invloed van het lagere aantal klanten op identieke basis, vooral in de regio Northeast Ohio. De vergelijkbare omzet van Giant-Carlisle steeg met 4,6%, terwijl de vergelijkbare omzet van Tops met 2,9% daalde. Bedrijfsresultaat Evenals in het eerste kwartaal van 2005 verbeterde de brutomarge als gevolg van de voortdurende verbetering van de verkoopmix, merchandising en operationele besparingen. De procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de nettoomzet over Q2 2005 was hoger dan die over Q2 2004, voornamelijk als gevolg van hogere IT- en advieskosten. Dit effect werd deels tenietgedaan door verbeteringen in de winkelproductiviteit. Het bedrijfsresultaat over Q2 2005 werd positief beïnvloed door boekwinsten van USD 15 miljoen op de verkoop van materiële vaste activa en hogere brutomarges, deels tenietgedaan door hogere bedrijfskosten. Daarnaast was er in beide kwartalen sprake van bijzondere-waardeverminderingslasten van USD 3 miljoen. Pagina 8 van 29
Albert Heijn Arena Albert Heijn Arena - kerncijfers per kwartaal Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 1.527 1.455 4,9% Identieke-omzetgroei 4,2% Vergelijkbare-omzetgroei 4,6% Bedrijfsresultaat 67 67 0,0% Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 4,4% 4,6% (0,2%-pt) Aantal winkels 1.628 1.621 0,4% 2500 2000 1500 1000 500 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 8.0% 7.0% 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 0.0% Analyse Operationele hoofdpunten Albert Heijn heeft in Q2 2005 een sterke netto-omzetgroei laten zien, dankzij de voortzetting van de strategie tot herpositionering van haar waardepropositie. Uit een recent marktonderzoek kwam naar voren dat het prijsniveau, de kwaliteit en de service van Albert Heijn door de klant nog nooit zo goed waren beoordeeld. Het stijgende aantal klantenbezoeken resulteerde in hogere volumes in een markt die als gevolg van prijsverlagingen licht kromp. Als gevolg van stringente kostenbeheersing bleef het kostenniveau van Albert Heijn gelijk, zelfs bij de hogere omzetniveaus. De totale omzet van de Nederlandse drogisterijmarkt is sterk aan het dalen. Er is bovendien sprake van hevige concurrentie. Etos heeft gedurende Q2 2005 een vernieuwde commerciële strategie gelanceerd, waarbij de nadruk ligt op concurrerende prijzen en tegelijkertijd op verbetering van de kwaliteit en service. Albert Heijn heeft gedurende het tweede kwartaal van 2005 één winkel geopend, acht winkels gemoderniseerd en vier winkels verplaatst. Netto-omzet De netto-omzet van de Albert Heijn Arena over het tweede kwartaal van 2005 steeg met 4,9 %. De netto-omzet van Albert Heijn groeide met 5,5% tot EUR 1,4 miljard (Q2 2004: EUR 1,3 miljard), toe te schrijven aan een sterke identieke-omzetontwikkeling, als gevolg van het herpositioneringsprogramma. De identieke omzet van Albert Heijn steeg met 4,8% als gevolg van belangrijk hogere volumes in een deflatoire markt. De groei van de klantenaantallen op identieke basis bleef sterk en gunstig. De netto-omzet van Etos was 1,4% lager dan vorig jaar. Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat van de Arena over het tweede kwartaal van 2005 was onveranderd ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het bedrijfsresultaat van Albert Heijn werd in positieve zin beïnvloed door de sterke omzetgroei. Als gevolg van de lagere prijzen daalde de brutomarge van Albert Heijn vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Het verbeterde bedrijfsresultaat werd gerealiseerd dankzij de sterke identieke-omzetontwikkeling, een lager kostenniveau als percentage van de netto-omzet en lagere bijzonderewaardeverminderingslasten. Het bedrijfsresultaat werd in negatieve zin beïnvloed door hogere pensioenlasten (EUR 4 miljoen) vergeleken met Q2 2004. Vergeleken met Q2 2004 werd het bedrijfsresultaat over Q2 2005 gunstig beïnvloed door hogere boekwinsten op vastgoed (EUR 2 miljoen) en lagere bijzondere-waardeverminderingslasten op vaste activa (EUR 4 miljoen). Pagina 9 van 29
Centraal-Europa Arena Centraal-Europa Arena - kerncijfers per kwartaal Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 412 404 2,0% Identieke-omzetgroei (5,1%) Vergelijkbare-omzetgroei (5,1%) Bedrijfsresultaat (2) (9) 77,8% Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet (0,6%) (2,3%) 1,7%-pt Aantal winkels 439 432 1,6% 600 500 400 300 200 100 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 4.0% 2.0% 0.0% -2.0% -4.0% -6.0% -8.0% Analyse Operationele hoofdpunten Op 1 augustus 2005 werd overeenstemming bereikt met Julius Meinl over de aankoop van maximaal 67 Julius Meinlsupermarkten in Tsjechië. Deze supermarkten zullen naar verwachting vanaf 1 oktober 2005 onder de merknaam Albert gaan opereren. Sinds Q2 2004 heeft de Centraal-Europa Arena 30 nieuwe winkels geopend en tien verlieslatende kleine winkels gesloten en dertien grote Poolse hypermarkten verkocht. Netto-omzet De netto-omzet van de Centraal-Europa Arena over het tweede kwartaal van 2005 nam toe met 2,0%. Exclusief wisselkoerseffecten liet de netto-omzet een daling zien van 5,6%. Exclusief de gedesinvesteerde Poolse hypermarkten zou de netto-omzetgroei exclusief wisselkoerseffecten 4,0% hebben bedragen. De identieke omzet van de Centraal-Europa Arena daalde met 5,1% als gevolg van een belangrijk lagere gemiddelde waarde van de boodschappenmand, die deels werd gecompenseerd door een stijging van het aantal klanten. De lagere gemiddelde waarde van de boodschappenmand was het gevolg van de hevige prijsconcurrentie en een sterke belangstelling van klanten voor afgeprijsde artikelen. Bedrijfsresultaat De brutomarge van de Centraal-Europa Arena is ondanks de hevige prijsconcurrentie gestegen, voornamelijk als gevolg van de meer gecentraliseerde inkoop. De procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de nettoomzet over Q2 2005 was hoger dan die over Q2 2004, als gevolg van de identieke-omzetdaling, projectkosten met betrekking tot het opstarten van een nieuw administratief centrum en de naleving van de Sarbanes-Oxley-vereisten en incidentele kosten betreffende de verkoop van vastgoed. Het negatieve bedrijfsresultaat werd in positieve zin beïnvloed door een boekwinst op vastgoed, deels tenietgedaan door een bijzondere waardevermindering (netto-invloed EUR 12 miljoen). Pagina 10 van 29
Schuitema Schuitema - kerncijfers per kwartaal Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 735 730 0,7% Bedrijfsresultaat 13 18 (27,8%) Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 1,8% 2,4% (0,6%-pt) Aantal winkels 471 476 (1,1%) 1000 800 600 400 200 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 3.5% 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 1.0% 0.5% 0.0% Analyse Operationele hoofdpunten Schuitema is erin geslaagd de omzet te verhogen in een concurrerende markt die wordt gekenmerkt door lagere consumentenprijzen en een over het geheel genomen krimpende Nederlandse foodretailmarkt. Ondanks de moeilijke marktomstandigheden was Schuitema in staat om het marktaandeel te verhogen. Schuitema heeft meer uitgaven gedaan ter ondersteuning van de commerciële activiteiten. Schuitema heeft de kortlopende en de langlopende schuld geherfinancierd, wat heeft geresulteerd in een afname van de kortlopende schuld en een toename van de langlopendeschuldpositie. Schuitema heeft in het eerste halfjaar van 2005 één winkel geopend, één gesloten en zeventien winkels gemoderniseerd. Netto-omzet De netto-omzet van Schuitema over het tweede kwartaal van 2005 nam toe met 0,7% tot EUR 735 miljoen (Q2 2004: EUR 730 miljoen). Schuitema is er in een deflatoire markt in geslaagd de nettoomzet te verhogen, vooral door hogere volumes te realiseren. Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat daalde voornamelijk als gevolg van lagere brutomarges. De gestegen uitgaven voor commerciële activiteiten werden gecompenseerd door verdere kostenbesparingen in de logistiek. Het bedrijfsresultaat bevatte voor EUR 4 miljoen aan bijzonderewaardeverminderingslasten (Q2 2004: EUR 1 miljoen). Pagina 11 van 29
U.S. Foodservice Analyse U.S. Foodservice - kerncijfers per kwartaal in miljoenen dollars, tenzij anders vermeld Mutatie Q2 2005 Q2 2004 in % Netto-omzet 4.319 4.438 (2,7%) Bedrijfsresultaat 43 39 10,3% Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet 1,0% 0,9% 0,1%-pt 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Netto-omzet Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 1.5% 1.0% 0.5% 0.0% Operationele hoofdpunten U.S. Foodservice blijft zich in de bedrijfsvoering richten op het realiseren van de financiële langetermijndoelstellingen. In november 2005 zal de onderneming haar strategisch plan aankondigen. U.S. Foodservice heeft in Q2 2005 solide voortgang gemaakt met initiatieven ter verbetering van de brutomarge. De onderneming heeft de systematische beoordeling van leveranciers en hun voorwaarden gecontinueerd met het oog op het overeenkomen van de beste leveringsvoorwaarden. Daarnaast heeft de onderneming verder gewerkt aan de rationalisatie van de productportefeuille en heeft ze de street -verkoopstrategieën verbeterd die zijn gericht op het verbeteren van de verkoopmix. In augustus kondigde U.S. Foodservice aan dat de onderneming overeenstemming had bereikt over de verkoop van de Sofcodivisie, een gespecialiseerde distributeur van non-food artikelen. Deze transactie is op 3 september 2005 afgerond. Netto-omzet De netto-omzet daalde met 2,7% vergeleken met het tweede kwartaal van 2004, voornamelijk als gevolg van het besluit van de onderneming om bepaalde activiteiten te discontinueren (de invloed van de discontinuering op de netto-omzet bedroeg voor het tweede kwartaal circa 3,0%). De invloed van prijsstijgingen van voedingsmiddelen op de netto-omzet was minimaal. Bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat is ten opzichte van Q2 2004 met USD 4 miljoen en ten opzichte van Q1 2005 met USD 21 miljoen gestegen. De verbeteringen zijn voornamelijk toe te schrijven aan een hogere brutomarge, die gedeeltelijk werd tenietgedaan door een stijging van bepaalde bedrijfskosten. In het tweede kwartaal liet U.S. Foodservice gelijkblijvende verkopen zien bij onafhankelijke street -restaurants, ondanks een uitdagende macro-economische omgeving. De brutomarge over het eerste halfjaar van 2005 is met circa 100 basispunten gestegen vergeleken met het boekjaar 2003, wat ruwweg overeenkomt met twee derde van de geplande verbetering in het kader van de Road to Recovery. De bedrijfskosten over Q2 2005 werden ongunstig beïnvloed door hogere brandstofkosten. Hierdoor steeg de procentuele verhouding tussen de bedrijfskosten en de netto-omzet met circa veertien basispunten vergeleken met Q2 2004. In Q2 2005 werden ook hogere advieskosten gemaakt, voornamelijk met betrekking tot de integratie van systemen en infrastructurele en organisatorische verbeteringen. De bedrijfskosten over het eerste halfjaar van 2005 zijn met circa tien basispunten gedaald vergeleken met het boekjaar 2003, dankzij diverse operationele verbeteringen geïnitieerd om bij te dragen aan toekomstige winstgroei. Pagina 12 van 29
ICA niet-geconsolideerde joint venture Analyse ICA - kerncijfers per kwartaal De in deze tabel opgenomen bedragen gelden voor ICA AB als geheel. Ahold heeft momenteel een belang van 60% in ICA AB. Q2 2005 Q2 2004 Mutatie in % Netto-omzet 1.944 1.981 (1,9%) Nettoresultaat 18 32 (43,8%) 2500 2000 1500 1000 500 0 Netto-omzet Q2 2004 Q3 2004 Q4 2004 Q1 2005 Q2 2005 Operationele hoofdpunten Op 1 juni 2005 werd een vereenvoudigde en geïntegreerde organisatiestructuur ingevoerd. De personeels- en kostenreductie verloopt volgens plan en zal gedurende 2005-06 voortduren. Het prijsverlagingsprogramma in Zweden, geïntroduceerd in maart, heeft elke maand daarna geresulteerd in een volumegroei boven de marktgroei. ICA Noorwegen heeft in mei een prijsverlagingsprogramma geïmplementeerd bij de RIMI-winkels en hierdoor de prijsafstand met de concurrentie verkleind. RIMI Baltics, de joint venture met de Finse retailer Kesko, liet wederom een sterke netto-omzetontwikkeling zien in een snel groeiende markt. Gedurende het eerste halfjaar van 2005 werden in Zweden vijf nieuwe winkels geopend. In Noorwegen werden drie nieuwe winkels geopend. Netto-omzet De netto-omzet daalde met 1,3% naar SEK 17,9 miljard (Q2 2004: SEK 18,1 miljard). Gecorrigeerd voor de invloed van de deconsolidatie van de joint venture in de Baltische staten en de desinvestering van de Deense activiteiten zou de netto-omzet zijn gestegen met 5,7%. ICA Zweden realiseerde een sterke netto-omzetgroei als gevolg van gestegen verkoopvolumes. De ontwikkeling van de netto-omzet in Noorwegen verslechterde vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar, voornamelijk door een geringer aantal winkels (conversie naar franchisewinkels) en sterke concurrentie. De stijging van de netto-omzet van ICA Meny ten opzichte van vorig jaar heeft aangehouden, als gevolg van nieuwe klanten. Nettoresultaat Het bedrijfsresultaat van ICA werd positief beïnvloed door de deconsolidatie van de joint venture in de Baltische staten en de gedesinvesteerde Deense activiteiten, die de lagere boekwinsten op de verkoop van vastgoed compenseerden. In Zweden werd het bedrijfsresultaat negatief beïnvloed door het tijdstip van besparingen en kosten naar aanleiding van het prijsverlagingsprogramma. In Noorwegen was het bedrijfsresultaat meer in lijn met hetzelfde kwartaal vorig jaar. Er was sprake van een verbetering na een zwak eerste kwartaal dankzij voortgezette succesvolle kostenbesparingsprogramma s. De positieve omzetontwikkeling bij ICA Meny in relatie tot de bedrijfskosten was de belangrijkste drijvende kracht achter de verbetering van het bedrijfsresultaat. Bij ICA Banken resulteerden meer (nieuwe) klantenkaarthouders en stringente kostenbeheersing in een sterk gereduceerd negatief bedrijfsresultaat. Het nettoresultaat bij ICA werd positief beïnvloed door lagere belastinglasten. De nettowinst over Q2 2005 zou hoger zijn geweest dan over Q2 2004 zonder de boekwinst op de gedesinvesteerde joint venture Statoil Detaljhandel, die in het tweede kwartaal van 2004 was opgenomen. Pagina 13 van 29
Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening (Q2) IFRS IFRS Herrubricering IFRS NL GAAP Mutatie in miljoenen euro's, behalve gegevens per aandeel of tenzij anders vermeld Q2 2005 Q2 2004 beëindigde aanpassing Q2 2004 in % bedrijfsactiviteiten volgens IFRS Netto-omzet 10.447 10.542 (1.788) 13 12.317 (0,9%) Kostprijs van de omzet (8.295) (8.384) 1.360 - (9.744) 1,1% Bruto-omzetresultaat 2.152 2.158 (428) 13 2.573 (0,3%) Bedrijfskosten Verkoopkosten (1.528) (1.498) 324 23 (1.845) (2,0%) Algemene beheerskosten (356) (379) 65 2 (446) 6,1% Afschrijving immateriële vaste activa (34) (37) - 37 (74) 8,1% Bijzondere waardevermindering immateriële en materiële vaste activa (12) (26) 21 (3) (44) 53,8% Boekwinst op verkoop materiële vaste activa 26 (1) (3) (3) 5 Boekverlies op desinvesteringen - - - - - 0,0% Totaal bedrijfskosten (1.904) (1.941) 407 56 (2.404) 1,9% Bedrijfsresultaat 248 217 (21) 69 169 14,3% Financiële baten en lasten Rentebaten 20 17 - - 17 17,6% Rentelasten (157) (197) 14 (28) (183) 20,3% Valutakoersverschillen 20 (3) - - (3) 766,7% Overige financiële baten en lasten - (80) - (80) - 100,0% Totaal financiële baten en lasten (117) (263) 14 (108) (169) 55,5% Resultaat vóór belastingen 131 (46) (7) (39) - 384,8% Belastingen (18) (25) 8 (22) (11) 28,0% Resultaat na belastingen 113 (71) 1 (61) (11) 259,2% Aandeel in resultaat joint ventures en deelnemingen 26 48-1 47 (45,8%) Aandeel van derden (11) (4) - - (4) (175,0%) Nettoresultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 128 (27) 1 (60) 32 574,1% Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 2 (1) (1) - - 300,0% Nettoresultaat 130 (28) - (60) 32 564,3% Nettoresultaat per gewoon aandeel (in EUR) 0,08 (0,02) - gewoon Nettoresultaat per gewoon aandeel (in EUR) 0,08 (0,02) - verwaterd Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen (x 1.000) - gewoon 1.554.366 1.552.610 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen (x 1.000) - verwaterd 1.555.091 1.552.610 Gemiddelde valutakoers USD (USD 1 = EUR) 0,8085 0,8277 Pagina 14 van 29
Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening (halfjaar) IFRS IFRS Herrubricering IFRS NL GAAP Mutatie in miljoenen euro's, behalve gegevens per aandeel of tenzij anders vermeld Eerste halfjaar Eerste halfjaar beëindigde aanpassing Eerste halfjaar in % 2005 2004 bedrijfsactiviteiten 2004 volgens IFRS Netto-omzet 23.415 23.634 (4.066) 13 27.687 (0,9%) Kostprijs van de omzet (18.576) (18.800) 3.104 2 (21.906) 1,2% Bruto-omzetresultaat 4.839 4.834 (962) 15 5.781 0,1% Bedrijfskosten Verkoopkosten (3.427) (3.369) 752 38 (4.159) (1,7%) Algemene beheerskosten (753) (778) 155 (3) (930) 3,2% Afschrijving immateriële vaste activa (77) (80) 5 84 (169) 3,8% Bijzondere waardevermindering immateriële en materiële vaste activa (24) (34) 22 (8) (48) 29,4% Boekwinst op verkoop materiële vaste activa 36 (6) (2) (3) (1) 700,0% Boekverlies op desinvesteringen - - (80) 530 (450) 0,0% Totaal bedrijfskosten (4.245) (4.267) 852 638 (5.757) 0,5% Bedrijfsresultaat 594 567 (110) 653 24 4,8% Financiële baten en lasten Rentebaten 49 37 (3) - 40 32,4% Rentelasten (379) (432) 37 (40) (429) 12,3% Valutakoersverschillen 1 2 - - 2 (50,0%) Overige financiële baten en lasten - 61-61 - (100,0%) Totaal financiële baten en lasten (329) (332) 34 21 (387) 0,9% Resultaat vóór belastingen 265 235 (76) 674 (363) 12,8% Belastingen (53) (95) 8 (34) (69) 44,2% Resultaat na belastingen 212 140 (68) 640 (432) 51,4% Aandeel in resultaat joint ventures en deelnemingen 56 71-3 68 (21,1%) Aandeel van derden (16) (9) - - (9) (77,8%) Nettoresultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 252 202 (68) 643 (373) 24,8% Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 12 68 68 - - (82,4%) Nettoresultaat 264 270-643 (373) (2,2%) Nettoresultaat per gewoon aandeel (in EUR) - gewoon 0,17 0,17 Nettoresultaat per gewoon aandeel (in EUR) - verwaterd 0,17 0,17 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen (x 1.000) - gewoon 1.554.308 1.552.606 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen (x 1.000) - verwaterd 1.555.187 1.553.660 Gemiddelde valutakoers USD (USD 1 = EUR) 0,7837 0,8148 Pagina 15 van 29
Verkorte geconsolideerde balans IFRS IFRS IFRS 17 juli 2005 24 april 2005 2 januari 2005 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Goodwill 2.189 2.014 1.942 Overige immateriële vaste activa 529 510 486 Totaal immateriële vaste activa 2.718 2.524 2.428 Materiële vaste activa 7.593 7.131 6.972 Financiële vaste activa Joint ventures en deelnemingen 832 844 828 Latente belastingvorderingen 755 724 629 Overige financiële vaste activa 515 614 762 Totaal financiële vaste activa 2.102 2.182 2.219 Totaal vaste activa 12.413 11.837 11.619 Vlottende activa Voorraden 2.234 2.186 2.185 Vorderingen 2.127 2.026 2.164 Overige vlottende activa 168 595 641 Liquide middelen 3.107 3.947 3.204 Voor verkoop aangehouden activa 377 305 1.583 Totaal vlottende activa 8.013 9.059 9.777 TOTAAL ACTIVA 20.426 20.896 21.396 PASSIVA Groepsvermogen 4.730 4.247 3.961 Voorzieningen Pensioenen en overige vergoedingen na pensionering 713 665 747 Latente belastingverplichtingen 145 185 69 Herstructureringsvoorzieningen 24 24 37 Overige voorzieningen 880 806 659 Totaal voorzieningen 1.762 1.680 1.512 Langlopende verplichtingen Leningen 5.592 5.416 5.360 Financiële-leaseverplichtingen 1.708 1.592 1.538 Cumulatief preferente financieringsaandelen 666 666 666 Overige langlopende verplichtingen 366 338 357 Totaal langlopende schulden 8.332 8.012 7.921 Kortlopende verplichtingen Kortlopende leningen en kortlopend deel van leningen en financiële-leaseverplichtingen 1.002 2.505 2.478 Vennootschapsbelasting 142 103 295 Overige belastingen en premies sociale verzekeringen 184 213 173 Crediteuren 2.864 2.605 2.743 Overige kortlopende verplichtingen 1.255 1.383 1.407 Verplichtingen betreffende voor verkoop aangehouden activa 155 148 906 Totaal kortlopende schulden 5.602 6.957 8.002 TOTAAL PASSIVA 20.426 20.896 21.396 Wisselkoers Amerikaanse dollar ultimo (USD 1 = EUR) 0,8309 0,7653 0,7375 Pagina 16 van 29
Verkort geconsolideerd overzicht van het groepsvermogen Eerste halfjaar Eerste halfjaar 2005 2004 Eigen vermogen begin verslagperiode 3.898 3.284 Beginsaldo aandeel van derden 63 67 Groepsvermogen begin verslagperiode 3.961 3.351 Nettoresultaat 264 270 Reële waardeveranderingen inzake financiële instrumenten en kasstroomafdekkingen (39) - Uitoefening optierechten 3 - Op aandelen gebaseerde betalingen 12 10 Verwerking cumulatieve omrekeningsverschillen op desinvesteringen in winst- en verliesrekening 24 1 Valutaomrekeningsverschillen op buitenlandse belangen 514 (1) Overige reserves - 5 Aandeel van derden (9) 1 Groepsvermogen einde verslagperiode 4.730 3.637 Pagina 17 van 29
Verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht * Q2 2005 Q2 2004 Eerste halfjaar Eerste halfjaar 2005 2004 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat vóór belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 131 (45) 265 235 Resultaat vóór belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten 6 7 14 (4) Resultaat vóór belastingen inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten 137 (38) 279 231 Aanpassingen voor: Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 224 287 525 631 Boekwinst op verkoop materiële vaste activa (26) (2) (37) 4 Valutakoersverschillen (43) - (47) - Derivaten 24 80 44 (61) Kasstroom uit operationele activiteiten vóór mutaties werkkapitaal 316 327 764 805 Mutaties werkkapitaal: Vorderingen 33 (59) 26 61 Overige vlottende activa 27 12 65 (22) Voorraden 98 42 163 156 Crediteuren 113 56 (88) (379) Overige kortlopende schulden (220) (153) (311) (168) Totaal mutaties werkkapitaal 51 (102) (145) (352) Mutatie overige vaste activa (2) 5 34 11 Mutatie overige voorzieningen 21 17 33 17 Betaalde belastingen over het resultaat (40) (110) (88) (134) Mutatie overige langlopende schulden (10) 14 (15) 4 Nettokasstroom uit operationele activiteiten 336 151 583 351 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen immateriële en materiële vaste activa (342) (303) (560) (552) Desinvesteringen immateriële en materiële vaste activa 111 37 156 138 Acquisities van geconsolideerde dochterondernemingen - - - (9) Acquisities van joint ventures en deelnemingen (3) (1) (7) (2) Dividenden van joint ventures en deelnemingen 45 40 67 56 Verkopen van geconsolideerde dochterondernemingen 1-676 380 Verkopen van joint ventures en deelnemingen 6 4 6 5 Verstrekkingen en aflossingen van leningen u/g 16 3 25 26 Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten (166) (220) 363 42 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie in aandeel van derden (19) - (26) (8) Opname en aflossingen van langlopende leningen o/g (1.477) (869) (1.510) (948) Mutatie derivaten 364 (7) 369 1 Betalingen uit hoofde van financiële-leaseverplichtingen (39) (26) (64) (49) Mutatie in kortlopende leningen o/g (3) (15) 27 68 Overige vermogensmutaties 10 (1) 15 8 Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten (1.164) (918) (1.189) (928) Nettokasstroom uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten (994) (987) (243) (535) Liquide middelen van voortgezette bedrijfsactiviteiten begin periode 3.947 3.735 3.204 3.210 Liquide middelen van beëindigde bedrijfsactiviteiten begin periode 4 92 66 130 Liquide middelen begin periode, inclusief beëindigde bedrijfsactiviteiten 3.951 3.827 3.270 3.340 Nettokasstroom uit operationele, investerings- en financierings activiteiten (994) (987) (243) (535) Liquide middelen in verkochte dochterondernemingen - - (61) (13) Valutakoers- en omrekeningsverschillen met betrekking tot liquide middelen 159 (63) 150 (15) Liquide middelen einde periode 3.116 2.777 3.116 2.777 Liquide middelen van voortgezette bedrijfsactiviteiten einde periode 3.107 2.684 3.107 2.684 Liquide middelen van beëindigde bedrijfsactiviteiten einde periode 9 93 9 93 Liquide middelen einde periode 3.116 2.777 3.116 2.777 *Het kasstroomoverzicht bevat de kasstromen van zowel voortgezette als beëindigde bedrijfsactiviteiten. Voor het kasstroomoverzicht van de beëindigde bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde tussentijdse financiële overzichten. Pagina 18 van 29
Toelichting op de geconsolideerde tussentijdse financiële overzichten Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de financiële overzichten Koninklijke Ahold N.V. (hierna: Ahold) dient met ingang van 2005 haar geconsolideerde financiële overzichten op te stellen in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS). Deze wijziging geldt voor alle financiële verslaggeving over verslagperioden die op of na 1 januari 2005 beginnen. Op grond van IFRS dient in de jaarrekening vergelijkende informatie te worden opgenomen voor één jaar. In verband hiermee is de overgangsdatum van Ahold op IFRS 29 december 2003, het begin van het boekjaar 2004. De niet aan accountantscontrole onderworpen geconsolideerde tussentijdse financiële informatie in dit persbericht is opgesteld in overeenstemming met IFRS, zoals deze naar verwachting ultimo 2005 van kracht zal zijn. De standaarden zijn onderhevig aan de beoordeling en goedkeuring door de Europese Unie (EU) en mogelijke veranderingen als gevolg van leidraden van de International Accounting Standards Board (IASB) voor de interpretatie van de standaarden, en kunnen derhalve vóór het einde van 2005 wijzigingen ondergaan. Alle bestaande, door de IASB uitgegeven standaarden zijn volledig goedgekeurd door de EU, behalve IAS 39 Financiële instrumenten: opname en waardering (IAS 39). De EU heeft een herziene versie van IAS 39 uitgegeven en deze versie goedgekeurd in plaats van de volledige IASB-standaard. Ahold heeft per de overgangsdatum de volledige IASB-standaard toegepast. De EU-wijzigingen in IAS 39 zijn niet van invloed op Aholds financiële verslaggeving volgens IFRS. In dit persbericht is een aansluiting opgenomen van de winst- en verliesrekening, het nettoresultaat en groepsvermogen tussen NL GAAP (zoals eerder gerapporteerd) en IFRS. Voor meer informatie over de implementatie van IFRS, met inbegrip van belangrijke wijzigingen in de grondslagen van de financiële verslaggeving ten opzichte van het jaarverslag 2004, wordt verwezen naar Aholds persbericht van 17 mei 2005 en het IFRS Technical Conversion Memo op Aholds website (www.ahold.nl). Vergeleken met de IFRS-aanpassingen vermeld in het IFRS Technical Conversion Memo zijn bepaalde insignificante wijzigingen aangebracht in de in dit persbericht opgenomen aansluitingen, die leiden tot een verlaging van het groepsvermogen per 2 januari 2005 met EUR 2 miljoen. Deze wijzigingen hadden geen invloed op het nettoresultaat over Q2 2004 en het eerste halfjaar van 2004. IFRS verschilt in bepaalde materiële aspecten van de algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving in de Verenigde Staten (US GAAP). In dit persbericht is geen US-GAAP-informatie opgenomen. Een aansluiting tussen IFRS en US GAAP wordt opgenomen in Aholds jaarverslag over 2005. Aholds verslaggevingskalender is gebaseerd op 13 perioden van vier weken. Het boekjaar van Aholds activiteiten in Centraal-Europa is gelijk aan het kalenderjaar en eindigt op 31 december. De kwartalen waarover deze entiteiten tussentijds rapporteren, eindigen op 31 maart, 30 juni en 30 september. De eerste twee kwartalen waarover in dit tussentijdse financiële verslag wordt gerapporteerd, bevatten zeven perioden van vier weken (28 weken). De verslaggevingskalender van U.S. Foodservice kent vier kwartalen, echter elk bestaande uit drie perioden van achtereenvolgens vijf, vier en vier weken (13 weken). Om in dit tussentijdse financiële verslag ook voor U.S. Foodservice de financiële informatie over 28 weken in de geconsolideerde cijfers over het eerste halfjaar op te nemen zijn de door U.S. Foodservice over het eerste halfjaar gerapporteerde cijfers aangepast met een evenredig deel (2/5) van de door U.S. Foodservice gerapporteerde resultaten over haar periode zeven. Presentatiewijzigingen Met ingang van Q2 2005 worden reële-waardeveranderingen van derivaten die niet in aanmerking komen voor hedge accounting gerapporteerd onder valutakoersverschillen. Dit geldt ook voor de halfjaarcijfers. In Q1 2005 werden deze gerapporteerd als overige financiële baten en lasten. Gesegmenteerde informatie Ahold is actief in twee bedrijfstakken (retail en foodservice) bestaande uit tien bedrijfssegmenten, waaronder Aholds Group Support Office, dat als afzonderlijk segment is opgenomen. De segmenten zijn vastgesteld op basis van de interne rapportagestructuur en de wijze waarop het management van Ahold de resultaten van de activiteiten beoordeelt en financiële middelen toekent. Ahold heeft in het eerste kwartaal van 2005 haar verslaggeving over segmenten herzien als gevolg van de invloed van het desinvesteringsprogramma op de organisatiestructuur. De joint ventures JMR en ICA zijn overgebracht van Overig Europa naar de Rest van de wereld. Daarnaast zijn de namen van deze segmenten gewijzigd in respectievelijk Schuitema en Overig retail. De gepresenteerde gesegmenteerde informatie over vorige perioden is voor vergelijkingsdoeleinden dienovereenkomstig aangepast. Voor de verslaggeving over segmenten worden de grondslagen van de financiële verslaggeving toegepast die naar verwachting zullen worden gebruikt voor de geconsolideerde jaarrekening over 2005. Derhalve worden de netto-omzet en het bedrijfsresultaat van joint ventures en deelnemingen en beëindigde bedrijfsactiviteiten niet opgenomen in de gesegmenteerde financiële informatie, aangezien deze niet zijn opgenomen in de geconsolideerde netto-omzet en het geconsolideerde bedrijfsresultaat van Ahold. Het aandeel in het resultaat van joint ventures en deelnemingen heeft voornamelijk betrekking op Aholds aandeel in het resultaat van joint ventures in het segment Overig retail. Pagina 19 van 29