rv 183 Premieverordening Wet werk en bijstand. Inleiding Huidige situatie (tot 1 januari 2004) Nieuwe situatie (per 1 januari 2004)

Vergelijkbare documenten
Premieverordening Wet werk en bijstand

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Premieverordening 2012

Wijziging van de verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten.

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

BURGEMEESTER E WETHOUDERS VA ROERMO D, Overwegende dat;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2003, nummer 126;

Gemeenteraad 28 maart 2002

Beleidsregels activeringspremies gemeente Best. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels arrangement alleenstaande ouders

gelet op artikel(en) 15, vijfde lid, 17 en 27 van de Re-integratieverordening WWB, IOAW, IOAZ en WIJ gemeente Overbetuwe 2010;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Vaststelling Verordening premiebeleid (incentivebeleid) en vrijlating van inkomsten.

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Premie verordening WWB, IOAW-Z Premie verordening WWB, IOAW/Z 2012

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

en tot intrekking van: 1. de Verordening Wet investeren in Jongeren 2. Re-integratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 13 Datum :

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 9 Datum :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

re-integratieverordening WWB, Ioaw en Ioaz 2012

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Gezien het voorstel inzake Gewijzigde WWB-verordeningen na aanscherping WWB (Gem. blad Afd. A 2012, no. );

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

Overgangsverordening loonkostensubsidie In- en Doorstroombanen, gemeente Oosterhout

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand.

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

voor de dienstbetrekking of arbeidsovereenkomst.

B&W-Aanbiedingsformulier

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Re-integratieverordening wet werk en bijstand Gouda 2010

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Voorstel van het college inzake wijziging van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld BESLUIT. vast te stellen het Uitvoeringsbesluit re-integratie/werkleeraanbod

5. De algemene inkomstenvrijlating wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2011;

Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, Ioaw en Ioaz

Beleidsregels Reïntegratie WWB. Met intrekking van de bepalingen 2.2. en 2.3. per 1 juli 2008

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011.

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Beleidsregel inkomstenvrijlating WWB, IOAW en IOAZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2010;

dienst SZW Den Haag,...oktober 2003 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

De Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Vrijlating inkomsten uit arbeid en vrijlating kostenvergoeding vrijwilligerswerk Participatiewet, IOAW en IOAZ

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Beleidsregels uit beleidsplan re-integratie en voorzieningen. I. Doelgroepen

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Verordening minimabeleid en activering Participatiewet, Ioaw, Ioaz ISD Bollenstreek 2015

VERORDENING RE-INTEGRATIE WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/8

vast te stellen de: Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand.

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

Invoering van de Wet werk en bijstand (Invoeringswet Wet werk en bijstand)

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Verordening loonkostensubsidie werkervaringsplaatsen op basis van de reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Dongen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Re-integratieverordening Participatiewet

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet 2015

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Uitvoeringsregels premiebeleid WWB maart 2010

Tijdelijke regels aanscherping W et werk en bijstand 201 2

Wet werk en bijstand. Re-integratieverordening 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Een onderzoek naar de verordeningen inzake vrijlatingsbepalingen en premiebeleid van vijftig gemeenten. Vrijlatingsbepalingen en premiebeleid

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 17 november 2015

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten Toelichting

GEMEENTE VA LKEN SWAARD. De Raad van de gemeente Valkenswaard,

Uitvoeringsbesluit reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente

*Z C* Beslispunten 1. Aan u wordt voorgesteld de Reintegratieverordening Goeree-Overflakkee met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renswoude;

Transcriptie:

rv 183 Dienst Sociale Zaken en werkgelegenheidsprojecten nr. BSW/2003.483 RIS 109227_031021 RIS109227_21-10-2003 Gemeente Den Haag Den Haag, 7 oktober 2003 Aan de gemeenteraad Premieverordening Wet werk en bijstand. Inleiding Met de komst van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb), die inmiddels door het parlement is aangenomen en op 1 januari 2004 in werking zal treden, is een stelsel gecreëerd waarin de nadruk ligt op werk boven inkomen, met een aangescherpt model van rechten en plichten. De Wwb kent een aanzienlijk beperkter aantal artikelen dan de Algemene bijstandswet, bevat veel facultatieve bepalingen en legt de beleidsmatige en de financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering meer dan tot nu toe in handen van de gemeente. Er is een vast budget voor de bijstandsuitgaven (het inkomensdeel) en voor het reïntegratieinstrumentarium (het werkdeel). Uit dit laatste budget dienen alle in te zetten reïntegratiemiddelen te worden bekostigd. In vergelijking met het jaar 2002 is op het reïntegratiebudget voor de komende jaren fors bezuinigd. Eén van de instrumenten die kan worden ingezet om uit-stroom uit de uitkering te bevorderen, is het verstrekken van premies. De gemeente is vrij te bepalen of van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. De huidige verordening Premiebeleid en vrijlating van inkomsten kent een gedifferentieerd stelsel van premies en vrijlatingen bij samenloop van in-komsten uit arbeid en uitkering. Deze verordening is gebaseerd op de Wet inschakeling werklozen (Wiw). Met de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand vervalt de Wiw, waardoor een nieuwe verordening wenselijk is geworden. Daarnaast is de huidige verordening strijdig met de bepalingen van de Wwb. Daarom wordt voorgesteld over te gaan tot het vaststellen van een nieuwe premieverordening. Huidige situatie (tot 1 januari 2004) De huidige premieverordening kent zowel premies als vrijlatingen. Het betreft: a. vrijlating deeltijdarbeid: voor groepen uitkeringsgerechtigden die op basis van medische of sociale gronden zijn aangewezen op deeltijdarbeid; b. premie deeltijdarbeid: voor alleenstaande ouders met kinderen tussen de 5 en 12 jaar die zijn aangewezen op deeltijdarbeid; c. scholingspremie: voor uitkeringsgerechtigden die minimaal een scholingstraject van 3 maanden volgen; d. uitstroompremie: voor uitkeringsgerechtigden die volledig uitstromen naar gesubsidieerde arbeid; e. doorstroompremie: voor mensen die vanuit een Wiw-baan een I/D-baan accepteren; f. onkostenvergoeding sociale activering: voor uitkeringsgerechtigden die activiteiten volgen in het kader van de sociale activering. De huidige verordening kent geen premie voor uitkeringsgerechtigden die volledig uitstromen uit de uitkering naar arbeid in loondienst. Deze bestond aanvankelijk wel maar is in 2001 vervangen door een landelijk uitstroominstrument, de werkaanvaardingspremie, die van 1 april 2001 tot en met 31 december 2001 van kracht is geweest. Deze werkaanvaardingspremie is op haar beurt vervangen door de fiscale toetrederskorting. Deze regeling is per 1 januari 2003 afgeschaft. Thans resteert alleen nog de fiscale prikkel van de verhoogde arbeidskorting. Nieuwe situatie (per 1 januari 2004) In de nieuwe Wwb mogen geen periodieke premies meer worden verstrekt. Uitsluitend éénmalige premies zijn nog toegestaan. Gelet daarop, alsmede de veranderende economische omstandigheden en de wijzigingen in de financiering van de bijstand, zijn wij van oordeel dat de bevordering van uitstroom naar arbeid in loondienst prioriteit moet hebben. Daarom wordt voorgesteld de uitstroompremie vol-tijd in ere te herstellen, zij het in sobere vorm. Aan degene die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee volledig in het eigen onderhoud kan worden voorzien, wordt éénmalig een premie toegekend van 500. Dezelfde premie geldt voor degene die in Wiw - of ID - verband werkt en vervolgens een dienstbetrekking (zoals beschreven in artikel 1, sub h van deze verordening) aanvaardt. De huidige doorstroompremie komt hiermee te vervallen. Gezien het éénmalige karakter is de uitstoompremie niet fiscaal en werkt deze niet door in inkomensafhankelijke regelingen. Om het belang van Raadsvoorstellen 2003 1

gedeeltelijke werkaanvaarding te onderstrepen wordt een soortgelijke premie verstrekt aan degene die vanuit een uitkeringssituatie deeltijdarbeid aanvaardt. In dat geval wordt een premie deeltijdarbeid verstrekt van 250. Hierbij is van belang dat de uitkeringsgerechtigde alleen recht heeft op een pre-mie deeltijdarbeid als hij geen recht kan doen gelden op de wettelijke vrijlating van inkomsten uit deeltijd arbeid, zoals omschreven in artikel 31, tweede lid onder o van de Wwb (zie verder het anti-cumulatiebeding). Situatie vanaf 1 januari 2005 Per 1 januari 2005 treedt de volledige Wet werk en bijstand in werking. Hierdoor moet de gemeente Den Haag vanaf die datum een Reïntegratieverordening hebben. De zelfstandige premieverordening zal daarom per 1 januari 2005 worden ingetrokken en opgenomen in de Reïntegratieverordening. De nu voorgestelde premieverordening gaat in per 1 januari 2004. Omdat niet bekend is wat het effect is van de premieverordening op de uitstroom uit de bijstand wordt de regeling na 1 jaar geëvalueerd. Het nu voorgestelde premiebeleid loopt daarom door tot 1 juli 2005. Op basis van de evaluatie worden voorstellen gedaan voor het premiebeleid dat ingaat vanaf 1 juli 2005. Toekenningscriteria Om als uitkeringsgerechtigde voor een premie in aanmerking te komen, dient men onmiddellijk voorafgaande aan de dienstbetrekking tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering te hebben ontvangen. Het moet immers een financiele stimulans zijn voor uitkeringsgerechtigden met een zekere mate van afstand tot de arbeidsmarkt. De premie wordt ambtshalve, direct bij indiensttreding, toegekend na overlegging van het arbeidscontract dat tenminste een duur van zes maanden heeft. De premie wordt slechts eenmaal gedurende een uitkeringsperiode verleend. Het is denkbaar dat een uitkeringsgerechtigde langer dan een jaar inkomsten uit deeltijd arbeid ontvangt naast de uitkering: toch bestaat dan maar éénmalig recht op een premie deeltijdarbeid. Inkomstenvrijlating Wwb Bij amendement is artikel 31, eerste lid onder o toegevoegd aan de Wwb. Hierdoor is een wettelijke vrijlating bij deeltijdarbeid voor een beperkte duur mogelijk gemaakt. Het gaat hier derhalve niet om een premie op basis van gemeentelijk beleid. De kosten van de vrijlating worden uit het Wwb-budget voor de bijstandsuitgaven, het zogenaamde I-deel, betaald. Deze vrijlating van 25% van de inkomsten met een maximum van 163 per maand, geldt voor ten hoogste 6 aaneengesloten maanden en mag alleen worden toegekend indien dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan volledige uitstroom van de uitkeringsgerechtigde. Overgangsrecht Inkomstenvrijlating Abw In de huidige Algemene bijstandswet is vastgelegd dat alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar en bijstandsgerechtigden van 57 ½ jaar en ouder die arbeid in deeltijd aanvaarden, maandelijks een gedeelte van hun inkomsten mogen behouden. Dat gedeelte is aan een maximum gebonden. Tevens is bepaald dat het college groepen van uitkeringsgerechtigden kan aanwijzen voor wie een dergelijke vrijlating eveneens geldt. Van deze mogelijkheid heeft Den Haag gebruik gemaakt. In de premieverordening is aan 3 categorieën uitkeringsgerechtigden eenzelfde vrijlating gegund, te weten die: a. Op medische gronden gedeeltelijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt; b. Een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben; c. Om medische of sociale redenen een gedeeltelijke Wiw dienstbetrekking hebben. Op grond van de Wwb is het niet meer mogelijk voor deze categorieën uitkeringsgerechtigden een vrijlatingsbepaling op te nemen in de verordening. In artikel 9 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand is wel voorzien in overgangsrecht. De vrijlatingen worden in het jaar 2004 kwartaalsgewijs afgebouwd. In het tweede, derde en vierde kwartaal wordt respectievelijk nog 75, 50 en 25% van de ontvangen inkomsten vrijgelaten. Per 1 januari 2005 bestaan er dus geen oude vrijlatingen meer op grond van de Abw. Intrekken huidige premies Met betrekking tot de huidige periodieke premies (scholingspremie, de onkostenvergoeding sociale activering en de premie deeltijdarbeid) is door de wetgever geen overgangsrecht opgesteld. De ge-meente kan voor deze premies dan ook geen overgangsrechtbepalingen in de verordening opnemen. Derhalve moeten deze premies en vergoedingen met ingang van 1 januari 2004 ingetrokken worden. De uitkeringsgerechtigden die het betreft zullen daaromtrent individueel worden geïnformeerd. Cliënten kunnen voor (bijzondere) noodzakelijke kosten in hun traject sociale activering en bij scholing wel een individueel beroep op de Bijzondere bijstand doen. Anti-cumulatie 2 Raadsvoorstellen 2003

Bij aanvaarding van deeltijd arbeid in loondienst zal vanaf 1 januari 2004 bepaald moeten worden of recht bestaat op een wettelijke vrijlating, dan wel de nieuwe premie deeltijdarbeid. Het is uit financieel oogpunt niet wenselijk als recht ontstaat op beide voorzieningen. Dit zou tevens de bedoeling van de wettelijke vrijlating, te weten volledige uitstroom uit de bijstand, doorkruisen aangezien de armoedeval in dat geval groter wordt. Gelijktijdige toekenning van een vrijlating en premie is derhalve ongewenst, net als toekenning van een premie na afloop van de wettelijke vrijlating. Daarom is in deze verordening een bepaling opgenomen, die aan toekenning van premie in geval van toekenning van een wettelijke vrijlating in de weg staat. Op grond van het hierboven genoemde overgangsrecht over de Abw-vrijlating bestaat in 2004 voor lopende bijstandsgerechtigden nog deels recht op een wettelijke vrijlating als bedoeld in de Abw. Eveneens om financiële redenen en om de bedoeling van de wetgever niet te ondergraven, wordt voorgesteld in dat geval daarnaast geen premie deeltijdarbeid toe te kennen. Financiering De voorgestelde premies worden geheel gefinancierd uit het werkdeel van het Wwb-budget. Op basis van ervaringsgegevens de volgende inschatting te maken: De uitstroompremie zal in 2004 naar verwachting aan 1.600 personen worden verstrekt. Bij de premie deeltijdarbeid zal het gaan om 1.200 personen. Dit komt neer op de volgende kosten: - uitstroompremie: 800.000 - premie deeltijdarbeid: 300.000 Totaal: 1.100.000 Er zijn enige additionele uitvoeringskosten voor de dienst SZW verbonden aan het beoordelen of deeltijdarbeid een bijdrage levert aan de volledige uitstroom van de cliënt. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Het begrippenkader spreekt voor zich. Hoewel de Abw, Wiw en ID met ingang van 1 januari 2004 worden ingetrokken, is het toch nodig deze op te nemen in verband met het overgangsrecht en meer in algemene zin als referentie. Bovendien zullen naar verwachting bepaalde artikelen van dit wettelijk kader vooralsnog hun gelding behouden. Artikel 2 De premie die hier wordt geregeld, ziet op volledige uitstroom uit de uitkering of gesubsidieerde arbeid. Voor wie uitkering ontving is de voorwaarde van toepassing dat tenminste 6 maanden aaneengesloten uitkering moet zijn ontvangen, dan wel dat een dienstverband krachtens de Wiw/Besluit ID bestaat, alvorens uitstroom tot premietoekenning leidt. Als gedurende die 6 maanden inkomsten uit deeltijdarbeid zijn ontvangen, staat dat de verlening van een uitstroompremie niet in de weg. Artikel 3 Bij dit artikel gaat het om gedeeltelijke uitstroom door het aanvaarden van deeltijdarbeid. Het ontvangen van een uitkering blijft dus nog noodzakelijk. Het betreft hier uitsluitend uitkeringsgerechtigden met een uitkering krachtens de Abw, Ioaw of Ioaz. Is 6 maanden aaneengesloten een uitkering ontvangen, dan kan een premie worden toegekend. Een premie is niet aan de orde als voorafgaand aan de werkaanvaarding een dienstverband krachtens de Wiw/Besluit ID bestond. Artikel 4 Regelt de voorwaarden rond de premieverstrekking. Er moet sprake zijn van een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden. De toekenning geschiedt ambtshalve, zodat de toekenning van de premie is gewaarborgd. Artikel 5 en 6 Een samenloop van de wettelijke Abw-vrijlating uit het overgangsrecht en de wettelijke vrijlating uit de Wwb met de premie deeltijdarbeid is ongewenst, zowel uit financieel oogpunt als gelet op het ge-zamenlijke doel van beide voorzieningen, te weten het op termijn bereiken van volledige uitkeringsonafhankelijkheid. Tevens zou hierdoor de bedoeling van de wetgever worden doorkruist. Raadsvoorstellen 2003 3

Artikel 7 en 8 Het ligt voor de hand dat voor het geval zich in de praktijk onduidelijke situaties voordoen, waarvoor de tekst van de verordening niet direct uitkomst biedt, het college een besluit kan nemen overeenkomstig de strekking van de verordening. De huidige verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten kan worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2004. De beperkte geldigheid van deze verordening houdt verband met de volledige inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand op 1 januari 2005 Gemeenten zijn verplicht vanaf die datum een Reïntegratieverordening te hebben. In deze verordening zal het premiebeleid worden opgenomen. Voorstel Gelet op het belang de uitstroom uit de uitkering te bevorderen door het aanvaarden van werk in loondienst, al dan niet in deeltijd, is het voorstel ingaande 1 januari 2004 de Premieverordening Wet werk en bijstand in te voeren, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening premiebeleid en vrijlating. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit: vast te stellen de volgende verordening: PREMIEVERORDENING wet werk en bijstand HOOFDSTUK 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. wet: de Wet werk en bijstand; b. invoeringswet: de Invoeringswet wet werk en bijstand; c. Abw: Algemene bijstandswet; d. Wiw: Wet inschakeling werkzoekenden; e. ID: Besluit in- en doorstroombanen; f. uitkeringsgerechtigde: degene die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de wet, de Ioaw of de Ioaz; g. premie: een subsidie die op grond van artikelen 7 en 8 van de wet kan worden verstrekt; h. dienstbetrekking: een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek dan wel een aanstelling als ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Ambtenarenwet, uitgezonderd arbeidsovereenkomsten krachtens de Wiw, het besluit ID en die worden gesubsidieerd op grond van de Wet en de Wet sociale werkvoorziening. HOOFDSTUK 2 Premies Artikel 2 Uitstroompremie voltijd 1. De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien en die onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de wet, de Abw, de Ioaw of de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van i 500. 2. De éénmalige premie als bedoeld in het vorige lid wordt eveneens verstrekt aan degene die gesubsidieerde arbeid verricht in het kader van de Wiw of het Besluit ID en die aansluitend arbeid in dienstbetrekking aanvaardt, waarmee volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien. 4 Raadsvoorstellen 2003

Artikel 3 Premie deeltijdarbeid De uitkeringsgerechtigde die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt waarmee niet volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien en die niet in aanmerking komt voor een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31, tweede lid onder o van de wet en onmiddellijk voorafgaand aan zijn indiensttreding tenminste 6 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de wet, de Abw, de Ioaw of de Ioaz, ontvangt een éénmalige premie van i 250. Artikel 4 Voorwaarden premies De in artikel 2 en 3 genoemde premie wordt slechts eenmaal gedurende of na afloop van een uitkeringsperiode toegekend en wel bij aanvang van de dienstbetrekking, onder overlegging van een af-schrift van de arbeidsovereenkomst, waaruit dient te blijken dat deze voor tenminste 6 maanden is aangegaan. De toekenning van de premie geschiedt ambtshalve. Artikel 5 Cumulatie van wettelijke vrijlating van inkomsten en premie De uitkeringsgerechtigde die naar het oordeel van het college recht heeft op een vrijlating van inkomsten als bedoeld in artikel 31, tweede lid onder o, heeft niet gelijktijdig noch aansluitend recht op een premie deeltijdarbeid als bedoeld in artikel 3 van deze verordening. Artikel 6 Cumulatie van Abw-vrijlating en premie De uitkeringsgerechtigde die op grond van artikel 9 van de invoeringswet recht heeft op vrijlating van arbeidsinkomsten heeft niet gelijktijdig noch aansluitend recht op een premie deeltijdarbeid als bedoeld in artikel 3 van deze verordening. HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding Deze verordening kan worden aangehaald als Premieverordening Wet werk en bijstand en treedt in werking met ingang van 1 januari 2004, onder gelijktijdige intrekking van de verordening Premiebeleid en vrijlating inkomsten Den Haag. Deze verordening vervalt met de inwerkingtreding van de Reïntegratieverordening per 1 januari 2005. Raadsvoorstellen 2003 5