Beëindiging van het huwelijk

Vergelijkbare documenten
Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Burgerlijk wetboek, Boek 1

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

Scheiden en Alimentatie

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen


ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, /FA RK ; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handleiding bij scheiding

LIESVELD ADVOCATEN. Personen- en Familierecht en Echtscheiding

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten

Mediation bij en na scheiding

In werking getreden op 1 april Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004.

10 stappenplan (echt)scheiding

Artikelen. Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in Arno Sprangers en Nic Steenbrink

Als ouders uit elkaar gaan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Als ouders uit elkaar gaan

Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBOVE:2015:3739

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:RBDHA:2016:1836

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

NDERLANDS OPDE VAN ADVOCATEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Als u getrouwd bent maar niet langer bij uw partner wilt blijven, kunt u in Nederland om een echtscheiding of een scheiding van tafel

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Memorie van Toelichting. Algemeen

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

1. Echtscheidingsrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

Protocol omgang met gescheiden ouders

Voorbeeld ouderschapsplan

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluit College van BenW

1. Echtscheidingsrecht

BELEIDSREGELS VERHAAL

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

Als ouders gaan scheiden

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS DE GOUW

In paragraaf 1.5 gaan we kort in op de gefinancierde rechtshulp, waarna we in paragraaf 1.6 afsluiten met een samenvatting.

Wettenbundel Verzekeringen INKIJKEXEMPLAAR

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding

OUDERSCHAPSPLAN. b. Uit het huwelijk is het volgende minderjarige kind / zijn de volgende minderjarige kinderen geboren:

ECLI:NL:RBDOR:2012:BW9587

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De rechten van grootouders

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

Beleid Informatieverstrekking en beslissingsrecht gescheiden ouders

Instituut Financieel Management

Procesreglement Bijstandsverhaal

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

ECLI:NL:RBAMS:2017:2967

Beoordeling. h2>klacht

Echtscheidingsbrochure

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Echtscheiding in gemeen akkoord. Copyright and disclaimer

Transcriptie:

HOOFDSTUK 1 Beëindiging van het huwelijk 1.1 Feitelijk uit elkaar gaan met en zonder afspraken Er zullen weinig mensen zijn die, staande voor de ambtenaar van de burgerlijke stand op het stadhuis bij het voltrekken van het huwelijk, of het aangaan van een geregistreerd partnerschap, het gevoel hebben dat dit huwelijk c.q. geregistreerd partnerschap wel eens zou kunnen eindigen (waar in deze paragraaf 1.1 wordt gesproken over huwelijk gelden alle opmerkingen, voor zover niet anders aangegeven, ook voor de beëindiging van het geregistreerd partnerschap). Toch moet helaas geconstateerd worden, dat vele huwelijken, soms snel, soms na lange tijd, stranden. In dit boek zullen wij niet de oorzaken, doch de gevolgen van de beëindiging bespreken. Als u en uw partner van mening zijn, dat uw beider huwelijk maar beter beëindigd kan worden, dan zijn daarvoor vele mogelijkheden. Helaas komt het nogal vaak voor, dat een van de twee partners het huwelijk wil beëindigen, terwijl dit onderwerp voor de andere partner onbespreekbaar is of slechts besproken kan worden met grote ruzies. Het huwelijk dient beschouwd te worden als een contract tussen twee partners en als dat contract niet kan worden voortgezet, dan is het het beste, daarover onderhandelingen te voeren, die wellicht tot afspraken leiden voor de eerste tijd. Het verdient de voorkeur zo spoedig mogelijk een advocaat in te schakelen, die de basisafspraken kan vastleggen en voorbereidingen kan treffen voor een procedure. Het kan voorkomen, dat er tussen de huwelijkspartners geen afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld omdat een van de twee de echtelijke woning heeft verlaten, zonder mede te delen, waar hij of zij verblijft. Ook dan verdient het aanbeveling om met een advocaat contact op te nemen. De ideale situatie ontstaat als beide partners zich zo zakelijk kunnen opstellen, dat door de advocaat die voor een van hen of voor beiden optreedt, of door twee advocaten, die ieder een partij vertegenwoordigen, een overeenkomst kan worden opgesteld, die alle gevolgen van de echtscheiding regelt. Zo n overeenkomst, ook wel een echtscheidingsconvenant genoemd, voorkomt veel emoties en ergernis en dient bij voorkeur te worden nagestreefd, zowel door partijen als door de advocaten. 15

1.2 HOOFDSTUK 1 / Beëindiging van het huwelijk Mediation of bemiddeling kan zich verheugen in de warme belangstelling van de politiek. Rechtbanken en hoven worden getraind in het verwijzen naar een mediator. Er zijn zelfs plannen om mediation verplicht te stellen. Mediation houdt in dat partijen onder leiding van een onpartijdige derde, de mediator, een oplossing proberen te vinden voor hun geschillen. Het Nederlands Mediation Instituut (NMI) stimuleert mediation en houdt toezicht op de kwaliteit van geregistreerde mediators. Sinds 1 maart 2009 zijn ouders van minderjarige kinderen verplicht bij het echtscheidingsverzoek een ouderschapsplan over te leggen. Het ouderschapsplan bevat afspraken over a. de wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen, of het recht en de verplichting tot omgang regelen; b. de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen; c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen. Het verzoekschrift moet vermelden over welke van de gevraagde voorzieningen overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een verschil van mening bestaat met de gronden daarvoor. Tevens vermeldt het verzoekschrift op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. Nu na echtscheiding in de regel het gezag blijft doorlopen, wordt niet meer gesproken over een omgangsregeling met de ouder bij wie het kind niet verblijft, maar over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken (kort gezegd: de zorgregeling). In het uitzonderlijke geval dat een ouder niet het gezag heeft, wordt wel nog steeds gesproken van omgang. 1.2 Scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk Het huwelijk kan eindigen door een echtscheiding, of door ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Een scheiding van tafel en bed wordt veelal verzocht door mensen die om geloofsredenen niet willen scheiden. Ook hier geldt als grond dat het huwelijk duurzaam ontwricht moet zijn. Bij een scheiding van tafel en bed blijft het huwelijk in stand. In haar praktische uitwerking komt een scheiding van tafel en bed op hetzelfde neer als een echtscheiding met dien verstande dat nu het huwelijk in stand blijft een huwelijk met een ander niet mogelijk is en dat de scheiding van tafel en bed eindigt op informele wijze, namelijk door verzoening van de echtgenoten. Wel moeten partijen de verzoening laten inschrijven in het huwelijksgoederenregister. Op dat moment herleven alle gevolgen van het huwelijk van rechtswege alsof er geen scheiding van tafel en bed heeft plaatsgehad. Door de scheiding van tafel en 16

HOOFDSTUK 1 / Beëindiging van het huwelijk 1.3 bed wordt een tussen de echtgenoten bestaande huwelijksgoederengemeenschap ontbonden. In het algemeen kan drie jaar, nadat de scheiding van tafel en bed door de rechter is uitgesproken, de ontbinding van het huwelijk aan de rechter worden gevraagd door een der huwelijkspartners, zonder medewerking van de ander. De ontbinding kan ook sneller tot stand komen, als beide partners dit wensen, of als een van de echtgenoten zich schuldig maakt aan zodanig gedrag dat van de andere echtgenoot niet langer kan worden gevergd dat het huwelijk blijft voortbestaan. In dat laatste geval kan de termijn van drie jaar worden bekort tot een jaar. De ontbinding van het huwelijk komt tot stand door de inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand. De scheiding van tafel en bed komt tot stand door de inschrijving van de beschikking waarbij de scheiding van tafel en bed wordt uitgesproken in het huwelijksgoederenregister. Een van de partijen moet binnen zes maanden na de dag waarop de beschikking onherroepelijk is geworden (dit wil zeggen dat geen beroep of cassatie meer mogelijk is) verzoeken de beschikking in te schrijven, zo niet dan verliest de beschikking haar kracht en moet er dus opnieuw geprocedeerd worden. Voor de heffing van de inkomstenbelasting en de loonbelasting, maar ook voor de toepassing van de sociale verzekeringswetten worden mensen die van tafel en bed gescheiden zijn als ongehuwden aangemerkt. Ook in geval van een scheiding van tafel en bed kan er een onderhoudsverplichting (alimentatie) door de rechter worden opgelegd en zijn de artikelen over de pensioenverevening van overeenkomstige toepassing. 1.3 Echtscheiding De echtscheiding is door de wetgever geregeld in twee wetboeken. In het Burgerlijk Wetboek staat de inhoudelijke kant van de echtscheiding beschreven. Wat er allemaal geregeld moet worden bij een echtscheiding (Boek I, artikelen 150 tot en met 166). In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat beschreven, hoe er geprocedeerd moet worden (Boek III, artikelen 815 tot en met 827). De echtscheidingsprocedure kan op twee manieren worden gevoerd: a. Een der huwelijkspartners de verzoekende partij laat een afschrift van het verzoekschrift dat hij bij de rechtbank heeft ingediend aan de ander de verwerende partij betekenen, waarvoor de tussenkomst van een deurwaarder nodig is. b. De partners vragen tezamen de echtscheiding aan op gemeenschappelijk verzoek. In geval a kan de verzoekende partij slechts optreden voor de rechtbank via een advocaat, die ook het verzoekschrift opstelt. De verweerder kan een advocaat nemen, maar dit is niet nodig als de gevraagde echtscheiding en de nevenvoorzieningen zoals 17

1.3 HOOFDSTUK 1 / Beëindiging van het huwelijk gezag, zorgregeling, verblijfplaats van de kinderen, alimentatie, boedelverdeling niet op bezwaren stuiten. Op dit moment is het niet mogelijk om zonder advocaat te procederen. Is de verweerder het oneens met (delen van) het verzoekschrift, dan kan hij een verweerschrift indienen maar daarvoor dient ook hij een advocaat in te schakelen. In geval b wordt via een advocaat een gemeenschappelijk verzoekschrift bij de rechtbank ingediend. De deurwaarder komt er dan niet aan te pas. De partijen ondertekenen een door een advocaat opgemaakt verzoekschrift. Indien beiden een advocaat hebben, dan zullen deze advocaten na enig overleg met partijen zo n gemeenschappelijk verzoekschrift opstellen. Dit verzoekschrift dient eveneens ondertekend te worden door de beide advocaten. Een initiatiefwetsvoorstel van het Tweede Kamerlid Luchtenveld om het voor ouders zonder kinderen mogelijk te maken om administratief te scheiden, heeft het niet gehaald. Wel is nu bij de Tweede Kamer aanhangig Wetsvoorstel 31.714 (ingediend 24 september 2008) waarin wordt voorgesteld de echtscheidingsprocedure te vereenvoudigen door behalve de advocaat ook de notaris bevoegd te maken tot de indiening van gemeenschappelijke verzoekschriften tot echtscheiding en tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap. De notaris wordt in het wetsvoorstel alleen ingeschakeld indien het om verzoeken gaat waarover de betrokkenen het eens zijn en waarbij zij niet de verplichting hebben tot het opstellen van een ouderschapsplan, met andere woorden als er geen minderjarige kinderen zijn. Met name in die situatie is er volgens de toelichting geen goede reden om de notaris uit te sluiten als betrokkenen toch al bij de notaris moeten zijn,voor bijvoorbeeld het opstellen van de akte van levering van de echtelijke woning of van aandelen in een onderneming; juist in zo n situatie zal dan ook van vereenvoudiging en kostenbesparing sprake kunnen zijn indien de notaris ook het echtscheidingsverzoek kan indienen. Ook over onderwerpen als alimentatie en pensioenverevening kan de notaris betrokkenen op adequate wijze voorlichting verschaffen en doet hij dit ook thans reeds. Ook de notaris is bekend met aangelegenheden als het doen van verzoeken aan rechtbanken, procesreglementen e.d. In het vorenstaande is er steeds van uitgegaan, dat de huwelijkspartners beiden Nederlanders zijn en ook in Nederland wonen. Het kan echter ook voorkomen, dat bijvoorbeeld een Nederlandse vrouw en een Marokkaanse man willen scheiden. In de navolgende gevallen mag de Nederlandse rechter een echtscheiding uitspreken: a. als beide partijen Nederlanders zijn, onafhankelijk waar ze wonen; b. als de echtgenoten hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben; c. als de echtgenoten in Nederland hebben gewoond en een van hen hier nog verblijft; d. als de verweerder (= de andere echtgenoot) in Nederland woont; 18

HOOFDSTUK 1 / Beëindiging van het huwelijk 1.3 e. f. g. als een der partijen in Nederland woont en het een gemeenschappelijk verzoek betreft; als de verzoeker Nederlander is en gedurende zes maanden in Nederland woont; als een buitenlandse verzoeker twaalf maanden in Nederland woont. Met het bovenstaande overzicht is nog niet uitgemaakt op grond van welk recht de Nederlandse rechter een uitspraak zal doen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn, dat de rechtbank in Arnhem de echtscheiding uitspreekt van een in Arnhem woonachtig Frans echtpaar, met toepassing van Frans recht. Volgens bepaalde regels wordt een keuze gemaakt voor het toe te passen rechtsstelsel. Als duidelijk is dat de Nederlandse rechter bevoegd is om de echtscheiding uit te spreken, dient nog uitgezocht te worden welke Nederlandse rechter dat moet zijn. Alleen een rechtbank is bevoegd van het verzoek tot echtscheiding kennis te nemen. Er zijn negentien rechtbanken in Nederland, verdeeld over evenzoveel arrondissementen, welke qua omvang soms gelijk zijn aan de provincies. In de regel zijn de arrondissementen echter kleiner dan de provincies, hetgeen ertoe leidt dat met uitzondering van de provincies Groningen, Friesland, Drente, Utrecht en Zeeland, in één provincie meerdere rechtbanken gelegen zijn. In verzoekschriftprocedures is bevoegd de rechter van de woonplaats of van het werkelijk verblijf in Nederland van een der partijen. Partijen kunnen in echtscheidingszaken tegenwoordig als zij het daarover eens zijn kiezen voor welke rechtbank zij willen scheiden. Zijn zij het daar niet over eens dan is bevoegd de rechter van de woonplaats van een van hen. Is er geen bevoegde rechter, dan is de rechtbank in Den Haag bevoegd. In hoofdstuk 2 en 3 wordt verder uitgewerkt, wat in een procedure allemaal verzocht kan worden. Al deze verzoeken worden meestal in het verzoekschrift opgenomen. 19

HOOFDSTUK 2 De voorlopige voorzieningen Indien een der partijen niet meewerkt en/of indien het een ingewikkelde echtscheiding betreft, kan een procedure wel eens wat langer duren dan men zou willen. Ook maakt het verschil voor welke rechtbank men procedeert, omdat de ene rechtbank sneller een beschikking afgeeft dan de andere. In al deze en andere gevallen kan het noodzakelijk zijn dat een soort noodverband wordt gelegd om de tijd te overbruggen tussen het verzoekschrift en de echtscheidingsbeschikking. Als bijvoorbeeld partijen nog in de echtelijke woning verblijven, zonder dat een van hen vrijwillig wil vertrekken, kan een voorlopige voorziening noodzakelijk zijn, zeker als de situatie in huis explosief is of dreigt te worden en er kinderen bij betrokken zijn. Voorlopige voorzieningen zullen in de regel slechts verzocht worden door de verzoeker, maar ook de verweerder heeft die bevoegdheid, mits deze een advocaat heeft. De voorlopige voorzieningen kunnen op elk moment gevraagd worden, vóór de echtscheidingsbeschikking definitief geworden is. Het komt echter regelmatig voor, dat voorlopige voorzieningen gevraagd worden voordat de echtscheidingsprocedure begint. Een voorbeeld Een vrouw die regelmatig geslagen wordt door haar dronken echtgenoot, vlucht in wanhoop de echtelijke woning uit en gaat tijdelijk bij haar ouders wonen, al dan niet met medeneming van haar (kleine) kinderen. In zo n geval kan zij haar inmiddels ingeschakelde advocaat vragen, een verzoekschrift bij de rechtbank in te dienen om voorlopige voorzieningen te verkrijgen. In het verzoekschrift staat dan vermeld dat de vrouw voornemens is een echtscheidingsprocedure te beginnen, doch dat zij het nu al noodzakelijk acht dat, spoedheidshalve, voorzieningen worden getroffen. In dit voorbeeld zal zij dan kunnen vragen, dat zij gedurende de echtscheidingsprocedure in de echtelijke woning mag verblijven, terwijl de man deze woning onmiddellijk dient te verlaten. De kinderen kunnen voorlopig aan haar worden toegewezen, zodat deze eveneens terug kunnen keren naar de 21

HOOFDSTUK 2 / De voorlopige voorzieningen echtelijke woning. Voorts zal deze vrouw zich financieel moeten kunnen redden, zodat zij om een voorlopige alimentatie kan verzoeken, ten behoeve van haarzelf en van de kinderen. Het verzoekschrift wordt zo spoedig mogelijk voor de rechtbank behandeld, in ieder geval binnen drie weken nadat de voorlopige voorzieningen gevraagd zijn. De vrouw zal dan met haar advocaat verschijnen, om een en ander toe te lichten. De man, die dan al kennis heeft kunnen nemen van het verzoekschrift, verschijnt meestal, vaak vergezeld door een advocaat om de gevraagde voorlopige voorzieningen te betwisten. De rechter zal ofwel direct, of korte tijd na de behandeling, een schriftelijke uitspraak doen in de vorm van een beschikking, die meestal onmiddellijk in werking treedt. Binnen vier weken na de beschikking moet wel een verzoek tot echtscheiding zijn ingediend anders verliest de beschikking voorlopige voorzieningen haar kracht. Als de situatie wat minder spoedeisend is, doch als er wel voorlopige voorzieningen gewenst zijn, kunnen deze ook verzocht worden door opneming daarvan in het verzoekschrift tot echtscheiding. De behandeling vindt op dezelfde wijze plaats als hiervoor vermeld is, maar de indiening van een apart verzoekschrift wordt dan voorkomen. Hoewel de wet toelaat dat voorlopige voorzieningen worden gevraagd in het inleidende verzoekschrift tot echtscheiding is in het procesreglement,dat is opgesteld door de voorzitters van de familiesectoren van de rechtbanken en geldt voor alle rechtbanken, bepaald dat voorlopige voorzieningen bij afzonderlijke verzoekschrift worden gevraagd. Dit verdient, gelet op het feit dat voor de behandeling van een dergelijk verzoek afzonderlijke processuele regels gelden, inderdaad de voorkeur. Het verzoekschrift moet in tweevoud worden ingediend. Ingeval de verweerder (nog) geen advocaat heeft, wordt de oproep voor de behandeling (+ een afschrift van het verzoekschrift) door de griffier aangetekend verzonden naar verweerder. Wat zijn verweerschrift betreft dat kan via een advocaat worden ingediend tot de aanvang van de behandeling en zelfs met toestemming van de rechter tijdens de zitting. De tekst van het Procesreglement Scheidingsprocedure is te vinden op internet: www.rechtspraak.nl. De beschikking van de rechtbank, waarbij een voorlopige voorziening wordt getroffen, blijft van kracht totdat definitief is beslist over de nevenvoorzieningen. Dit kan bij de echtscheidingsbeschikking zijn, maar ook later als het gaat om ingewikkelde alimentatie berekeningen, verrekeningen of verdelingen. Wordt een verzoek tot echtscheiding ingetrokken, dan verliezen de voorlopige voorzieningen ook hun kracht. Dit kan belangrijke consequenties hebben. Van een beschikking voorlopige voorzieningen is geen hoger beroep mogelijk. Wel kan aan de rechter die de voorlopige voorzieningen heeft gegeven wijziging worden gevraagd, maar dan moet er sprake zijn van een ingrijpende wijziging van omstandigheden of moeten er onjuiste of onvolledige gegevens zijn gebruikt ten tijde van het vaststellen van de voorlopige voorzieningen. 22

HOOFDSTUK 2 / De voorlopige voorzieningen 2.1 2.1 Gebruik van de echtelijke woning Zowel bij een in eigendom verworven woning als bij een huurwoning kan de situatie zich voordoen, dat een der partijen het alleen-gebruik verzoekt van die woning gedurende de procedure. Bij toewijzing van het verzoek is de andere partij verplicht de woning te verlaten en gebeurt dat niet, dan kan de beslissing van de rechtbank worden afgedwongen, door inschakeling van een deurwaarder, die er in het algemeen voor zorgt dat rechterlijke beslissingen uitgevoerd kunnen worden. In financiële kwesties, zoals bij alimentatie, heeft hij het executiemiddel van beslag op bijvoorbeeld loon. Indien nodig kan hij om assistentie verzoeken van de plaatselijke politie. De hulp van de sterke arm is echter alleen mogelijk, als de rechtbank dit uitdrukkelijk heeft uitgesproken. Belangrijk is nog te weten dat als men de woning is uitgezet en toch weer terugkomt dit huisvredebreuk oplevert, hetgeen een strafbaar feit is. Indien de woning voorlopig aan een der partijen wordt toegewezen, wordt tevens onder gebruik van die woning begrepen het voorlopig gebruik van de inboedel. Een probleem bij de toewijzing van de woning is vaak, wie van de partijen de huur dan wel de rente en aflossing dient te betalen. Dit speelt met name een rol als de achterblijvende bewoner niet over voldoende geldmiddelen beschikt. Betreft het een eigen woning, dan zal de rechter in de regel bepalen, dat de rente en aflossing gedurende de echtscheidingsprocedure door de andere partner doorbetaald dienen te worden. Het zal duidelijk zijn, dat daardoor minder ruimte voor de betaling van alimentatie overblijft. Gaat het om een huurwoning, dan wordt de huur meestal voldaan door de partij die voorlopig de woning toegewezen heeft gekregen. In de praktijk komt het overigens veel voor, dat deze partij na de echtscheiding de huur voortzet. Doordat veelal alimentatie aan die partij wordt betaald en bovendien van overheidswege huursubsidie kan worden toegekend, stuit de betaling van de huur voor de achterblijvende bewoner meestal niet op grote bezwaren. 2.2 Afgifte van de goederen, strekkende tot het dagelijks gebruik Indien een der partijen de echtelijke woning moet verlaten op grond van een rechterlijke uitspraak, zal deze zo spoedig mogelijk elders onderdak moeten zien te vinden. Zoals hiervoor reeds werd opgemerkt, behoort bij het gebruiksrecht van de echtelijke woning het gebruik van de inboedel. De partij die de woning verlaat, kan echter vorderen dat de persoonlijke gebruiksgoederen meegenomen mogen worden. Bedoeld wordt dan o.a. kleding, toiletartikelen, beddengoed e.d. 23

2.3 HOOFDSTUK 2 / De voorlopige voorzieningen 2.3 Regelingen met betrekking tot de kinderen Zolang niet definitief beslist is wie de zorg voor de kinderen op zich zal nemen, is het raadzaam een voorlopige voorziening te treffen, waardoor de kinderen aan een der partijen worden toevertrouwd. Dit betekent dat die partij tijdelijk met de dagelijkse verzorging en opvoeding van de kinderen wordt belast. De met deze tijdelijke voorziening samenhangende behandeling geeft vaak aanleiding tot heftige emoties, omdat het veelvuldig voorkomt dat de ene ouder meent dat de andere ouder absoluut ongeschikt is om tijdelijk voor de kinderen te kunnen zorgen. Daarbij worden helaas vaak de huwelijksproblemen gebruikt als motief voor deze opstelling. Immers in de visie van de ene ouder mag de ander, die wellicht reeds een andere partner heeft, niet voor de kinderen zorgen. Indien partijen het samen niet eens worden, zal de rechtbank de in haar ogen beste oplossing moeten kiezen. Dit is in de praktijk nogal moeilijk, omdat de ouders eenmaal of enkele malen zonder kinderen voor de rechtbank verschijnen, zodat het voor de rechtbank uitermate moeilijk is om een beslissing te nemen zonder de feitelijke situatie goed te kennen. Doet zo n geval zich voor, dan kan de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken spoedheidshalve een onderzoek in te stellen om zodoende een weloverwogen advies te verkrijgen. De Raad zal een bij haar werkzaam zijnde maatschappelijk werker verzoeken een rapport op te maken. Daartoe is informatie nodig, die verkregen kan worden van de ouders, grootouders, de kinderen zelf, onderwijzers, artsen, geestelijken e.d. In de praktijk wordt vaak aan minderjarigen in de leeftijdscategorie van 16-18 jaar de keuze zelf overgelaten. Bij haar beslissing hoeft de rechtbank niet meer te bepalen dat de afgifte van kinderen kan geschieden met behulp van de sterke arm. Dit recht heeft men al ingevolge een wettelijke bepaling (art. 812 Rv). Als deze voorlopige maatregel is getroffen, heeft dit tot gevolg dat die partij aan wie de kinderen niet zijn toevertrouwd, de kinderen niet automatisch meer kan zien. Het kan zijn dat de kinderen zelf een afspraak maken omtrent het contact of de omgang met die ouder en het komt ook wel voor dat partijen dat tezamen doen, al dan niet in overleg met de kinderen. Dat is echter helaas niet altijd mogelijk, zodat dan aan de rechtbank verzocht kan worden een voorlopige verdeling van de zorgen opvoedingstaken of de omgangsregeling op te leggen. Ook voor deze beslissing is soms het advies van de Raad voor de Kinderbescherming nodig. Een veel opgelegde regeling is een zorg-/omgangsregeling die erop neerkomt dat die ouder aan wie de kinderen niet voorlopig zijn toevertrouwd, hen eenmaal per twee weken, gedurende een weekend bij zich heeft. Zelfs de plaats waar de omgang plaatsvindt, geeft vaak aanleiding tot heftige strijd. Ook komt het voor dat de ouder bij wie de kinderen verblijven, zich zozeer verzet tegen de voorlopige zorg-/omgangsregeling, dat de rechtbank het verzoek afwijst en de verzoeker in overweging geeft dit opnieuw aan te kaarten bij de kinderrechter, 24

HOOFDSTUK 2 / De voorlopige voorzieningen 2.4 als na de echtscheiding een definitieve zorg-/omgangsregeling aan de orde komt. Uitgangspunt is echter dat ouders ook na scheiding ouders blijven met alle rechten, plichten en verantwoordelijkheden van dien en een zorg-/omgangsregeling zal dan ook vrijwel altijd worden opgelegd. De moeilijkheden die ontstaan als een zorg-/omgangsregeling niet wordt nagekomen, worden verder besproken in paragraaf 3.8. 2.4 Alimentatie voor de kinderen en de partner Indien de kinderen aan een der partijen worden toegewezen, zal deze ook de kosten van de verzorging en opvoeding moeten dragen. De rechtbank kan echter bij voorlopige voorzieningen bepalen welk bedrag de andere partij in die verzorging en opvoeding dient bij te dragen. Eveneens kan de rechtbank bepalen welk bedrag de ene partij aan de ander dient te betalen voor levensonderhoud, indien die ander daarin niet zelfstandig kan voorzien. Aan de vaststelling van de alimentatie liggen een aantal normen en berekeningsmethoden ten grondslag, welke nader zullen worden besproken in paragraaf 3.3 en hoofdstuk 6. Het gaat bij de vaststelling van deze alimentatie steeds om voorlopige bedragen, in afwachting van de eindbeslissing van de rechtbank. Dit kan ertoe leiden dat de rechtbank in haar beschikking voorlopige voorzieningen tot een ander standpunt komt, op grond van vaak summiere gegevens, dan de beslissing over de definitieve alimentatie bij eindbeschikking, waartoe veelal zeer uitvoerige berekeningen aan de rechtbank worden overgelegd. De beschikking van de rechtbank waarbij een voorlopige alimentatie wordt opgelegd, geeft de mogelijkheid tot executoriaal beslag door de deurwaarder, bijvoorbeeld op het loon van de veroordeelde partij indien die niet zou betalen. In de beschikking staat vaak vermeld dat de alimentatie maandelijks bij vooruitbetaling verschuldigd is en meestal gaat de alimentatieverplichting in op de dag waarop de beschikking is gegeven. 2.5 Beslag Indien de ene partij de echtelijke woning verlaat met achterlating van een soms kostbare inboedel, kan de vrees ontstaan, dat de andere partij misbruik zal maken van de situatie. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld schilderijen worden verkocht, of een caravan elders wordt ondergebracht, kan beslag gelegd worden. Dit wil zeggen dat conservatoire maatregelen worden getroffen, die handelingen zoals hiervoor als voorbeeld genoemd, zoveel mogelijk voorkomen. Het beslag kan slechts gelegd worden door de deurwaarder, na goedkeuring door de president van de rechtbank. Alvorens goedkeuring te verlenen, kan de president de andere partij horen. Het beslag blijft meestal op de goederen rusten totdat 25

2.5 HOOFDSTUK 2 / De voorlopige voorzieningen partijen het volledig eens zijn geworden over de wijze waarop de goederen na de echtscheiding verdeeld zullen worden. Beslag is geen voorlopige voorziening. 26

HOOFDSTUK 3 De echtscheidingsprocedure zelf 3.1 Verweerder verblijft in het ziekenhuis of in een psychiatrische inrichting Het komt soms voor dat partijen in feite geen huwelijksband meer hebben, bijvoorbeeld omdat een der partijen door langdurige ziekte in het ziekenhuis verblijft. Ook kan het zijn dat een der partijen ten gevolge van een geestesstoornis is opgenomen in een psychiatrische inrichting. Indien de andere echtgenoot het huwelijk dan wil beëindigen door een echtscheiding, dienen de belangen van de geesteszieke echtgenoot gewaarborgd te worden. In het verzoekschrift tot echtscheiding moet vermeld worden dat de verweerder op grond van een geestesstoornis in een ziekenhuis of inrichting verblijft. De rechter beveelt dan de toevoeging van een advocaat aan de geesteszieke echtgenoot ongeacht diens financiële situatie. Op deze wijze zijn de belangen van een huwelijkspartner die onder deze omstandigheden zich niet of nauwelijks kan verweren, zo goed mogelijk gewaarborgd. 3.2 Duurzame ontwrichting van het huwelijk De wetgever heeft in het huidige echtscheidingsrecht slechts één echtscheidingsgrond opgenomen, de duurzame ontwrichting van het huwelijk. Wat wordt nu precies verstaan onder dit tamelijk abstracte begrip? In feite gaat het om twee begrippen: a. de ontwrichting van het huwelijk; b. de duurzaamheid daarvan. Ad a. De samenleving moet ondraaglijk zijn geworden (voor de verzoekende partij). Ad b. Een kans op herstel van behoorlijke echtelijke verhoudingen is niet meer mogelijk. De verweerder, die het uiteraard lang niet altijd eens zal zijn met de verzochte echtscheiding, heeft diverse mogelijkheden om op dit verzoek te reageren. De verweerder kan het ook eens zijn met het verzoek, waarna de rechtbank de verzochte echtscheiding zal toewijzen. De rechter onderzoekt namelijk niet zelf of 27

3.3 HOOFDSTUK 3 / De echtscheidingsprocedure zelf het huwelijk wel duurzaam is ontwricht. Indien de verweerder verstek laat gaan, wordt dit door de rechtbank aldus opgevat dat de verweerder instemt met de echtscheiding, in welk geval de echtscheiding evenzo zal worden toegewezen. Interessant wordt het echter als de verweerder het niet met het verzoek tot echtscheiding eens is en ontkent dat er sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. In zo n geval moet de verzoekende partij het bewijs leveren van die ontwrichting. Dit betekent dat door de verzoeker aan de rechtbank feiten en omstandigheden worden medegedeeld die tot de conclusie moeten leiden, dat er werkelijk sprake is van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. Voorbeelden van die feiten kunnen zijn het niet meer met elkaar communiceren en al langere tijd apart wonen/slapen. Ook het feit dat de verzoeker blijft stellen, niet met verweerder te kunnen samenleven, gekoppeld aan een gescheiden wonen gedurende een periode van soms vele maanden of nog langer, kan tot de conclusie leiden dat sprake is van een duurzame ontwrichting. Het komt dan ook in de praktijk weinig voor dat een verweer ten aanzien van de duurzame ontwrichting slaagt. Een verzoek tot echtscheiding wordt niet toegewezen indien als gevolg van die echtscheiding uitkeringen na overlijden van de verzoekende partij bijvoorbeeld pensioenrechten verloren gaan. Deze laatste zal als de verweerder zich hierop beroept een termijn krijgen van de rechter om voorzieningen te treffen. Dit verweer gaat echter niet op als de verwerende echtgenoot zelf voldoende voorzieningen kan treffen of als de duurzame ontwrichting in overwegende mate te wijten is aan de verwerende echtgenoot. 3.3 Alimentatie ten behoeve van de partner Zowel in de echtscheidingsbeschikking als daarna, kan de rechtbank bepalen dat de ene partij aan de ander een uitkering tot levensonderhoud dient te verstrekken, indien die ander niet voldoende inkomsten heeft om in eigen onderhoud te kunnen voorzien, of zich zulke inkomsten in redelijkheid niet kan verwerven. Het is daarbij niet van belang of men verzoeker dan wel verweerder is. In beide gevallen kan alimentatie verzocht worden. Dit heeft te maken met de zorgplicht, die uit het huwelijk voortvloeit. Een aantal factoren bepalen of alimentatie wordt toegekend. a. De draagkracht van de onderhoudsplichtige Meestal is de onderhoudsplichtige de man, maar dit kan ook de vrouw zijn. De rechtbank dient in de eerste plaats uit te gaan van de inkomsten die de onderhoudsplichtige geniet, eventueel vermeerderd met inkomsten die in de nabije toekomst kunnen worden verworven. Dit kan soms voordelig en soms nadelig uitpakken. 28