VOORTOETS LOCATIE JORDENS WOLFHEZE

Vergelijkbare documenten
De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

VERSLECHTERINGS- EN VERSTORINGSTOETS LOCATIE JORDENS, WOLFHEZE

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bosbeekweg 3 Bennekom, gemeente Ede VOORTOETS oktober 2015 Natuurontwikkeling op agrarische percelen en vervanging woning

Verslag broedvogelonderzoek.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Eindrapport NATUURTOETS GEBIEDSBESCHERMING NATUUR UITBREIDING WAGENINGEN

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Opslag van gasolie in zoutcavernes. Passende Beoordeling Natuurbeschermingswet 1998

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natura 2000 gebied 27 Drents-Friese Wold & Leggelderveld

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Toetsing Flora- en faunawet realisatie bezoekerscentrum en parkeerplaats Veluwetransferium

DEFINITIEF BESLUIT. Vereniging Natuurmonumenten De heer A. van den Heuvel Postbus ZS s-graveland

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Natuurtoets landgoed Haarendael, Haaren

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Notitie flora en fauna

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

GELDERLAND. provincie. De heer F. Spangenberg Noorderstraat TW AMSTERDAM. 14februari Geachte heer Spangenberg,

ONTWERPBESLUIT DWINGELDERVELD

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Het hydro-ecologisch functioneren van Teut en Tenhaagdoornheide

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Bijlage 1 Natuurtoets

Notitie Quickscan flora en fauna

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Oriënterende toetsing verlichting trainingsaccommodatie Vitesse op Papendal

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Natuurtoets belastingkantoor aan Marijkeweg te Wageningen

Onderzoek flora en fauna

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

QUICK SCAN BESCHERMDE NATUUR VALBURG MOLENZICHT. Toetsing Wet natuurbescherming, onderdelen soortenbescherming en gebiedsbescherming

ONTWERPBESLUIT DRENTS-FRIESE WOLD & LEGGELDERVELD

ONTWERPBESLUIT LOONSE EN DRUNENSE DUINEN & LEEMKUILEN

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Notitie. 1 Aanleiding

Quick scan ecologie Stroet te Sint Maarten

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Quickscan flora en fauna

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Resultaten soortenonderzoek

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

-Rooien van het aanwezige sierplantsoen en enkele acacia s en zomereiken. -Transportbewegingen van mensen en voertuigen en aanvoer van materieel

Natura 2000 gebied 136 Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Onderzoek flora en fauna

Caesarea, Ugchelen. Oriëntatiefase Natuurbeschermingswet Flora- en faunawet. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Natura 2000 gebied 133 Kampina & Oisterwijkse Vennen

Oriëntatiefase De Gelderse Roos te Wolfheze

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Ter informatie voor de lezer en gebruiker van dit rapport

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Quickscan Flora- en faunawet bouwlocatie aan de Lefertweg te Enschede

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

memo datum: 22 juli 2011

Notitie quickscan Flora en fauna

Bijlagen en Kaartbijlagen. Bijlage 1a: Natura 2000: begrenzing Nederlands deel. Bijlage 1b: Natura 2000: begrenzing Vlaams deel

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Quick-scan Bergakkerweg 14 Nunspeet. Ecologie

memo Actualisatie Flora- en faunaonderzoek in verband met nieuwe Wet natuurbescherming.

Transcriptie:

VOORTOETS LOCATIE JORDENS WOLFHEZE in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 Drs. R.P.W.H. Felix 25 juli 2007 In opdracht van: ARCADIS s-hertogenbosch, de heer J. Beekman NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BV Adviesbureau voor natuur en landschap Universitair Bedrijven Centrum Postbus 31070, 6503 CB Nijmegen Tel: (024) 3 528 801 / 3 528 802 Fax: (024) 3 528 808 e-mail: info@natuurbalans.nl http://www.natuurbalans.nl

Colofon 2007 Bureau Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen Tekst en samenstelling: Drs. R.P.W.H. Felix Projectleiding: Drs. R.P.W.H. Felix Eindverantwoordelijke: Drs. B. Crombaghs In opdracht van: Wijze van citeren: ARCADIS s-hertogenbosch Felix, R.P.W.H. 2007. Voortoets locatie Jordens Wolheze in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Bureau Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen.

INHOUD 1 INLEIDING...5 1.1...Achtergrond...5 1.2... Aanleiding...5 1.3...Probleemstelling...5 1.4... Opdrachtformulering...5 1.5... Doelstelling...5 2 GEBIEDSBESCHRIJVING...7 2.1... Begrenzing van het onderzoeksgebied...7 2.2... Beschrijving plangebied...8 2.3...Voorgenomen activiteiten in het plangebied...8 3 ONDERZOEKSMETHODEN...9 3.1... Analyse bestaande verspreidingsgegevens habitats, flora en fauna...9 3.1.1...Inleiding...9 3.1.2...Vogels...9 3.1.3...Zoogdieren, amfibieën, planten, libellen, vissen, overige ongewervelden...9 3.1.4... Literatuur...9 3.2... Oriënterend onderzoek toetsing Natuurbeschermingswet 1998...10 4 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET...11 4.1...Ligging plangebied ten opzichte van Natura 2000-gebieden...11 4.1.1... Ligging van het plangebied binnen begrenzing Natura 2000-gebied...11 4.1.2... Ligging van het plangebied ten opzichte van omliggend Natura 2000-gebied...11 4.1.3...Cumulatieve effecten...11 4.2...Habitats en soorten in en binnen de invloedsfeer van de planlocatie...13 4.2.1...Voorkomen habitats en soorten in het plangebied...13 4.2.2... Habitats en soorten binnen de invloedsfeer...13 4.3...Mogelijke effecten op habitats en soorten...14 4.4... Zijn deze effecten signifikant in strijd met de instandhoudingsdoelstellingen?...15 4.4.1...Afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van habitattypen...15 4.4.2... Geluidsverstoring in de aanlegfase...16 4.4.3...Plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied...17 5 CONCLUSIE...19 6 LITERATUUR...21 Bijlage 1: Toetsingsschema Natuurbeschermingswet 1998 Bijlage 2: Begrenzing Natura 2000-gebied Veluwe (deel plangebied) Bijlage 3: Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000-gebied Gelderse Poort

1 INLEIDING 1.1 ACHTERGROND Gemeente Renkum heeft plannen voor de herinrichting van locatie Jordens te Wolfheze, alwaar de bouw van 49 woningen is voorgenomen. Het betreft een voormalige manege die nu is verwaarloosd en als gevolg daarvan is verruigd. 1.2 AANLEIDING Locatie Jordens ligt deels binnen Natura 2000-gebied Veluwe (gebiednummer 57; zowel habitat- als vogelrichtlijngebied). De bescherming van Natura 2000-gebieden wordt geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998. Uitvoering van de plannen kan leiden tot overtreding van de bepalingen in deze wet. Om het voorgenomen project in lijn te brengen met de natuurwetgeving dient toetsing plaats te vinden aan de in deze wet opgenomen bepalingen. 1.3 PROBLEEMSTELLING Op voorhand is niet uit te sluiten dat herinrichting van locatie Jordens een negatief effect heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Veluwe en hiermee in strijd is met de bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998. 1.4 OPDRACHTFORMULERING Door middel van een zogenaamd oriënterend onderzoek (voortoets, zie schema bijlage 1) wordt inzicht gegeven op de vraag of er een vergunningplicht bestaat ex artikel 19d lid 1 van de NB-wet en of daarbij een passende beoordeling moet worden uitgevoerd. 1.5 DOELSTELLING De hoofdvraag tijdens een oriënterend onderzoek is of er een kans bestaat op een significant negatief effect. Hierop zijn drie antwoorden mogelijk: 1) Er is zeker geen negatief effect. In dit geval is er ook geen vergunning op de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. 2) Er is wel een negatief effect, maar er is zeker geen significant negatief effect. Vergunningverlening is aan de orde. Er dient een verslechterings- en verstoringstoets te worden uitgevoerd. 3) Er is kans op een significant negatief effect. Vergunningaanvraag is aan de orde. Een passende beoordeling dient te worden uitgevoerd. 5

6

2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2.1 BEGRENZING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED Locatie Jordens ligt aan de Johannahoeveweg, die weer parallel loopt aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Het terrein ligt in het noorden ingeklemd door Camping & Chaletpark Lindenhof aan de Wolfhezerweg 111/113. Deze camping heeft 90 ruime plaatsen voor caravans, campers en tenten, nog eens 80 jaarplaatsen in het chaletpark en een aantal verhuurchalets en huisjes. In het noordwesten grenst Jordens aan woonzorgcentrum Het Schild. In het oosten grenst Jordens aan een bos- en heidegebied (zie figuur 1). De bossen en heide ten westen van rijksweg A50 is vrij toegankelijk en wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en camping Lindenhof gebruikt als wandelgebied. De oostelijke helft van het plangebied ligt binnen de begrenzing van Natura 2000 gebied Veluwe (figuur 1 en bijlage 2). Figuur 1: Ligging en begrenzing van locatie Jordens (zwart omrand). Het oostelijke deel van het plangebied ligt binnen de begrenzing van Natura 2000 gebied Veluwe (groene stippellijn). Van het op deze kaart getoonde gebied (900 ha) zijn bestaande verspreidingsgegevens van flora en fauna geanalyseerd (zie 3.1). 7

2.2 BESCHRIJVING PLANGEBIED Het plangebied beslaat 3 ha en was voorheen in gebruik als manege. Het oostelijke deel (1,5 ha) is weiland dat tot 1999 beweid werd met paarden. Het is nu een verruigd grasland met in het midden een voormalige paardenstal. Het centrale deel (0,5 ha) is verhard en bebouwd met enkele loodsen. Ten zuiden hiervan ligt een verruigde, voormalige tuin met zwembad. Het westelijke deel is weiland, dat tot 2005 beweid werd met pony s. De vegetatie van beide weilanden kan gekarakteriseerd worden als grasland op droge tot enigszins vochtige, matig voedselrijke zandbodem. Dominant zijn de grassen gewoon struisgras, kweek en kropaar. Aspectbepalend zijn verder gewoon duizendblad en Sint- Janskruid, en plaatselijk grote brandnetel en speerdistel (De Bruijn 2006). 2.3 VOORGENOMEN ACTIVITEITEN IN HET PLANGEBIED Het plangebied zal worden bebouwd met 49 woningen. Hiertoe zal het terrein geheel worden heringericht, waarbij de huidige weilanden, bebouwing en ruigten zullen verdwijnen. 8

3 ONDERZOEKSMETHODEN 3.1 ANALYSE BESTAANDE VERSPREIDINGSGEGEVENS HABITATS, FLORA EN FAUNA 3.1.1 Inleiding Soorten waar het bij toetsing aan de Natuurbeschermingswet om gaat, zijn de zogenaamde kwalificerende soorten voor het Natura 2000-gebied in kwestie. De Veluwse soorten zijn genoemd in tabel 1. Bij diverse instanties is navraag gedaan naar verspreidingsgegevens van deze soorten uit het in figuur 1 weergegeven gebied. (900 ha). Daarnaast is een literatuurstudie uitgevoerd. 3.1.2 Vogels Bij sovon zijn gegevens opgevraagd van kwalificerende vogelrichtlijnsoorten in het in figuur 1 weergegeven gebied (900 ha, kilometerhokken 182-445 t/m 184-447). 3.1.3 Zoogdieren, amfibieën, planten, libellen, vissen, overige ongewervelden Bij de gemeente Arnhem zijn gegevens opgevraagd van het in figuur 1 weergegeven gebied (900 ha, kilometerhokken 182-445 t/m 184-447) uit de gegevensbank ecolog. Deze gegevens zijn afkomstig van gemeente Arnhem, vogelwerkgroep Arnhem, RAVON, VZZ, bureau Groen Ruimte en politie. Volgens het Natuurloket zijn soortgroepen met uitzondering van broedvogels niet of slecht onderzocht in het in figuur 1 weergegeven gebied. Of er komen geen soorten van de habitatrichtlijn voor. Er is daarom niet overgegaan tot aankoop van de gegevens bij Natuurloket. 3.1.4 Literatuur Het plangebied is recent twee keer onderzocht op flora en fauna. In 2005 is ten behoeve van een ontheffing van de Flora- en faunawet het voorkomen onderzocht van vaatplanten, vleermuizen, grondgebonden zoogdieren, broedvogels, reptielen en amfibieën. In 2006 is een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar aanwezigheid en terreingebruik van reptielen. Uit bovengenoemde onderzoeken bleek het voorkomen van de streng beschermde zandhagedis, hazelworm, gladde slang (allen tabel 3 Ffw) en levendbarende hagedis (tabel 2 Ffw). De volgende broedvogelsoorten van de Rode Lijst zijn er aangetroffen: kerkuil (met vaste verblijfplaats), boerenzwaluw en huismus. Laatvlieger en gewone dwergvleermuis gebruiken het terrein als foerageergebied. Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn niet aangetroffen. Beschermde planten zijn niet waargenomen (De Bruijn 2006a, De Bruijn 2006b). 9

3.2 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 Voorliggend onderzoek beschrijft de oriëntatiefase van de toetsing aan de NB-wet, zoals weergegeven in het schema in bijlage 1. In een oriënterend onderzoek worden de volgende stappen doorlopen en vragen beantwoord: 1. Ligt het plangebied waarin de voorgenomen activiteiten worden gerealiseerd in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied? Indien de activiteit niet in een Natura 2000 gebied worden uitgevoerd, zijn dan desondanks toch externe en/of cumulatieve effecten mogelijk? 2. Wat zijn de mogelijke effecten van de voorgenomen activiteit op de soorten en habitats waarvoor het betreffende Natura 2000-gebied is aangewezen? 3. Kunnen deze effecten verstorend zijn voor kwalificerende soorten of tot een verslechtering van de kwaliteit van de kwalificerende habitats leiden? 4. Kunnen deze effecten significant zijn? Uiteindelijk wordt een antwoord gegeven op de vraag of er (significante) negatieve gevolgen verwacht worden op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura-2000- gebied Veluwe en of er een vergunning op de Natuurbeschermingswet 1998 vereist is. 10

4 ORIËNTEREND ONDERZOEK TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET 4.1 LIGGING PLANGEBIED TEN OPZICHTE VAN NATURA 2000-GEBIEDEN 4.1.1 Ligging van het plangebied binnen begrenzing Natura 2000-gebied Locatie Jordens ligt deels binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Veluwe (figuur 1 en bijlage 2). Door de voorgenomen activiteiten wordt een stukje van Natura 2000-gebied Veluwe heringericht. Natura 2000-gebied Veluwe, zowel habitat- als vogelrichtlijngebied, is aangewezen voor de in tabel 1 genoemde habitats en soorten. De instandhoudingsdoelstellingen voor habitats en soorten zijn verwoord in bijlage 3. 4.1.2 Ligging van het plangebied ten opzichte van omliggend Natura 2000-gebied De tussen de A50 en Jordens gelegen heide- en bosgebieden vormen een populair wandelgebied voor inwoners van Wolfheze en bezoekers van camping Lindenhorst (pers. med. J. Floor, beheerder gemeente Arnhem). Naar verwachting zullen ook de toekomstige bewoners van de te realiseren 49 nieuwe woningen op locatie Jordens van deze bos- en heidegebieden gebruik maken. Over de mate waarin dat zou kunnen gebeuren zijn geen gegevens bekend. Als gevolg hiervan kan niet worden uitgesloten dat de recreatiedruk in het aangrenzende Natura 2000-gebied enigszins toeneemt. Ten opzichte van de overige delen van Natura 2000-gebied Veluwe ligt het plangebied wat verder weg en veelal afgeschermd door barrières, zoals de spoorlijn Utrecht- Arnhem, de A50 en de bebouwing van Wolfheze. In dit rapport worden vooral de tussen de A50 en Jordens gelegen heide- en bosgebieden (figuur 2) beschouwd als gelegen binnen de invloedsfeer van het plangebied. 4.1.3 Cumulatieve effecten Over cumulatieve effecten is niets bekend. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de realisatie van 49 woningen op locatie Jordens een opzichzelfstaand project is. 11

Tabel 1: Soorten waarvoor het Natura 2000-gebied Veluwe is aangewezen. Locatie Jordens: aan- of afwezigheid van de soort in het plangebied. Binnen de invloedsfeer: aan- of afwezigheid van de soort in een denkbeeldige invloedsfeer van het plangebied. locatie Jordens 1 binnen de invloedsfeer HABITATTYPEN Psammofiele heide met Calluna en Genista [2310] nee nee Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum [2320] nee nee Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen [2330] nee nee Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflorae en/of Isoeto-Nanojuncetea [3130] nee nee Dystrofe natuurlijke poelen en meren [3160] nee nee Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix [4010] nee nee Droge Europese heide [4030] nee ja Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland [5130] nee nee Soortenrijke heischrale graslanden, op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa) [6230] nee nee Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion [7150] nee nee Zuurminnende Atlantische beukenbossen met ondergroei van Ilex of soms Taxus (Quercion robori-petraea of Ilici-Fagion) [9120] nee nee Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190] nee ja Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae) nee nee HABITATRICHTLIJNSOORTEN Gevlekte witsnuitlibel nee nee Vliegend hert nee nee Beekprik nee nee Rivierdonderpad nee nee Kamsalamander nee nee Meervleermuis nee nee Drijvende waterweegbree nee nee BROEDVOGELS Draaihals (broedvogel) nee nee Grauwe Klauwier (broedvogel)* nee nee Boomleeuwerik (broedvogel)* nee ja Tapuit (broedvogel) nee nee Wespendief (broedvogel)* nee nee Roodborsttapuit (broedvogel) nee ja IJsvogel (broedvogel)* nee nee Duinpieper (broedvogel)* nee nee Nachtzwaluw (broedvogel)* nee ja Kwartelkoning (broedvogel) nee nee Zwarte Specht (broedvogel)* nee ja 1 Bruijn J. de 2006a. Inventarisatie natuurwaarden van locatie Jordens te Wolfheze. 12

4.2 HABITATS EN SOORTEN IN EN BINNEN DE INVLOEDSFEER VAN DE PLANLOCATIE 4.2.1 Voorkomen habitats en soorten in het plangebied Locatie Jordens is uitgebreid onderzocht op het voorkomen van beschermde flora en fauna (De Bruijn 2006a, De Bruijn 2006b). Op basis van deze onderzoeken kan worden gesteld dat er in het plangebied geen kwalificerende soorten en habitats voorkomen (tabel 1). 4.2.2 Habitats en soorten binnen de invloedsfeer Zoals in hoofdstuk 3 is beschreven zijn van de negen kilometerhokken rondom locatie Jordens (figuur 1) verspreidingsgegevens van flora en fauna opgevraagd bij diverse gegevensbeherende instanties en geanalyseerd. Met name van de gebieden binnen de directe invloedsfeer van het plangebied, zoals de heide- en bosgebieden tussen Jordens en de A50 (figuur 1 en 2) zijn nauwelijks tot geen gegevens over kwalificerende soorten beschikbaar. Nader onderzoek naar het voorkomen van broedvogels zou een belangrijke aanvulling zijn op de kennis over het voorkomen van voor Natura 2000-gebied Veluwe kwalificerende soorten. Op basis van beschikbare verspreidingsgegevens zijn uit de negen kilometerhokken rond het plangebied (figuur 1) de volgende habitattypen en soorten bekend (tabel 1): droge Europese heide [4030], oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190], roodborsttapuit [A276], zwarte specht [A236]. Droge Europese heide De heidegebieden tussen locatie Jordens en de A50 (figuur 1 en 2) kunnen als dit habitattype worden gespecificeerd. Oude zuurminnende eikenbossen Dit type is plaatselijk in de omgeving van locatie Jordens aanwezig. Gedetailleerde verspreidingsgegevens over dit habitattype ontbreken. Roodborsttapuit In km-hok 183-447 (figuur 1) is tijdens de atlasperiode van sovon (1998-2000) roodborsttapuit vastgesteld. Mogelijk heeft deze waarneming betrekking op een geval in het heideterrein tussen A50 en Jordens. Zwarte specht In km-hok 183-445 (figuur 1) is tijdens de atlasperiode van sovon (1998-2000) zwarte specht vastgesteld. Waarschijnlijk betreft het hier een geval in de Wolfhezerboschen, ten zuiden van de spoorlijn Utrecht Arnhem. Op basis van de beschikbare verspreidingsgegevens zijn de overige kwalificerende soorten niet in of in de directe omgeving van de planlocatie aanwezig. Het voorkomen van boomleeuwerik en mogelijk nachtzwaluw op de heideterreinen ten westen van de rijksweg A50 (figuur 2), kan echter niet geheel uitgesloten worden, omdat 13

km-hok 183-446 volgens Natuurloket niet op vogels is onderzocht en geschikt biotoop voorhanden is. Er wordt in dit geval dan ook uitgegaan van het voorkomen van boomleeuwerik en nachtzwaluw op de nabij Jordens gelegen heideterreinen ten westen van de snelweg A50: boomleeuwerik [A246], nachtzwaluw [A224]. Voor de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Veluwe ten aanzien van de in en binnen de invloedsfeer van locatie Jordens voorkomende habitats en soorten, wordt verwezen naar bijlage 2. 4.3 MOGELIJKE EFFECTEN OP HABITATS EN SOORTEN Effecten van de realisatie van 49 woningen in en langs Natura 2000 gebied Veluwe op kwalificerende habitats en soorten kunnen worden veroorzaakt door: afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van aangewezen habitattypen; een toename van geluid tijdens de bouwwerkzaamheden; een plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied. Daar de bos- en heidegebieden ten westen van de A50 (figuur 2) regelmatig door bezoekers van een langs locatie Jordens gelegen camping als wandelgebied worden gebruikt, mag worden aangenomen dat ook de toekomstige bewoners als zodanig van het gebied gebruik zullen maken. Toename van recreatiedruk op overige delen van de Veluwe wordt als verwaarloosbaar beschouwd, daar deze gebieden van locatie Jordens gescheiden worden door een spoorlijn, een snelweg en de bebouwing van Wolfheze. 14

Figuur 2: Heidegebieden in de directe nabijheid van het plangebied. Mogelijk komen op deze terreinen boomleeuwerik en/of nachtzwaluw voor. 4.4 ZIJN DEZE EFFECTEN SIGNIFIKANT IN STRIJD MET DE INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN? 4.4.1 Afname van potentieel voor oppervlaktevergroting van habitattypen Habitats Effecten Voor diverse habitattypen, bijvoorbeeld droge heide en oude eikenbossen, is oppervlaktevergroting opgenomen in de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied (bijlage 3). Het binnen de begrenzing gelegen oostelijk deel van locatie Jordens zou prima kunnen worden ingericht als droge heide of kunnen worden ontwikkeld tot eikenbos. De herinrichting van het terrein voor de aanleg van woningen voorkomt dat het als zodanig aangewend zou kunnen worden. Dit is een effect dat strijdig is met de instandhoudingsdoelstellingen. Significantie Het deel van de planlocatie dat binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied ligt heeft een oppervlakte van ongeveer 1,5 ha, op een totaaloppervlak van 91.000 ha. Verlies van een dergelijk klein stukje grond dat potentieel in te richten is als beschermd habitat (zoals in de doelstelling van de Veluwe verwoord is) zal de instandhouding en uitbreiding van beschermde habitattypen niet significant benadelen. Hiervoor is de oppervlakte te klein. 15

Soorten Niet van toepassing. 4.4.2 Geluidsverstoring in de aanlegfase Habitats Niet van toepassing. Soorten Effecten Omdat zangvogels hun territorium door middel van geluid (zang) moeten afbakenen en vrouwtjes moeten lokken, is vooral deze groep vogels gevoelig voor omgevingsgeluid dat eventueel hun zang kan overstemmen. Over het algemeen wordt een geluidsniveau van 42 db(a) als grens genomen, waarboven effecten op vogels (dichtheid, broedsucces) meetbaar zijn (Reijnen 1995). Als een territorium binnen een 42 db(a) contour terecht komt betekent dat overigens niet dat het territorium zal verdwijnen. Er zijn geen gegevens voorhanden over het mogelijke geluidsniveau veroorzaakt door de uitvoering van de bouwwerkzaamheden en de uitstraling daarvan naar de omgeving. Evenmin zijn er gedetailleerde gegevens over de ligging van de territoria (broedparen) van roodborsttapuit, zwarte specht en eventuele andere kwalificerende soorten zoals boomleeuwerik en nachtzwaluw, zodat onbekend is welke soorten en hoeveel territoria voorkomen binnen een geluidscontour van 42 db. Gezien het feit dat locatie Jordens wordt omringd door een spoorlijn, een camping en een naaldbos dat niet geschikt is als broedgebied voor betreffende vogelsoorten, zullen naar verwachting weinig broedparen behorende tot een kwalificerende soort last hebben van geluidsverstoring. Voorkomen van schade Door strenge grenzen te stellen aan de geluidsoverlast tijdens de bouwfase kunnen de effecten van geluid op kwalificerende broedvogelsoorten tot een minimum worden beperkt. Significantie Hoewel gedetailleerde gegevens ontbreken kan gesteld worden dat van roodborsttapuit, zwarte specht, nachtzwaluw en boomleeuwerik hooguit een enkel broedpaar aanwezig is binnen de invloedsfeer van locatie Jordens. In de instandhoudingsdoelstellingen wordt in geval van de betreffende vogelsoorten (bijlage 2) gesproken over behoud van enkele honderden tot duizenden paren voor de Veluwe. De directe omgeving van locatie Jordens voegt nauwelijks een representatieve bijdrage toe aan deze doelstelling, dus effecten zullen niet significant zijn. 16

4.4.3 Plaatselijke toename van bezoekers van het Natura 2000-gebied Habitats Effecten Toename van recreatiedruk in de heide- en bosgebieden in de omgeving van locatie Jordens kan leiden tot negatieve beïnvloeding van de instandhoudingdoelstellingen voor de typen droge heide en oude eikenbossen (zie bijlage 2), door schade aan vegetaties en bodem door vertrapping. Voorkomen van schade Schade kan worden voorkomen door ervoor te zorgen dat de recreatiedruk volledig wordt opgevangen op de opengestelde wandel- en/of fietspaden. Indien aan deze voorwaarde wordt voldaan is het effect op betreffende habitattypen nihil. Significantie De omgeving van locatie Jordens wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en bezoekers van een camping (met in totaal meer dan 170 verblijfplaatsen) bezocht ( 2.1). Indien een deel van de huishoudens van de nieuw te bouwen 49 huizen de nabijgelegen delen van het Natura 2000-gebied eveneens voor recreatieve doeleinden gaat gebruiken, dan valt dat aantal naar alle verwachting in de marge van het actuele gebruik van de gebieden. Als gevolg van de bouw van 49 woningen zullen de eventuele effecten nooit significant negatief zijn op de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de habitattypen droge heide en eikenbos. Soorten Effecten Toename van recreatiedruk in de heide- en bosgebieden in de omgeving van locatie Jordens kan leiden tot verstoring van eventueel aanwezige kwalificerende broedvogelsoorten. Gefundeerde uitspraken over negatieve effecten en significantie daarvan kunnen echter pas gedaan worden als precies bekend is, welke soorten waar en in welke dichtheden broeden. De enige beschikbare gegevens hebben betrekking op het voorkomen van zwarte specht en roodborsttapuit, op relatief grote afstand van Jordens en daarom waarschijnlijk buiten de directe invloedsfeer ( 4.1.2). Gegevens over het voorkomen van kwalificerende soorten op de heide en bosgebieden in de directe omgeving van Jordens (die tussen Jordens en de A50) ontbreken echter. In het hier voorliggende geval wordt uitgegaan van de aanwezigheid van boomleeuwerik, nachtzwaluw en roodborsttapuit in de heidegebieden tussen Jordens en de A50 (figuur 1 en 2). Dit is ingegeven op basis van expert judgement over het aanwezige biotoop en de actuele status van deze soorten in Nederland. Nachtzwaluw en boomleeuwerik zijn grondbroeders en erg gevoelig voor betreding van hun broedgebieden. Broedende vogels kunnen van het nest gejaagd worden en/of legsels kunnen worden vertrapt. In voor mensen afgesloten gebieden is het broedsucces van nachtzwaluwen aanmerkelijk hoger dan in opengestelde terreinen. Van boomleeuweriken is bekend dat hoe langer een verstoring aanhoudt hoe langer het duurt alvorens de vogel terugkeert naar het nest. Boomleeuweriken keren bij verstoring pas naar het nest terug als de verstoringsbron op grote afstand is. 17

Een eenmalige verstoring van broedende nachtzwaluwen en boomleeuweriken is voldoende om een broedsel te laten mislukken, waarmee in veel gevallen de kans op nageslacht dat seizoen verkeken is (Bijlsma 2006). Roodborsttapuit is veel minder gevoelig voor verstoring dan grondbroedende heidevogels als boomleeuwerik en nachtzwaluw (Bijlsma 2006). Het ligt voor de hand dat wanneer bezoekers uitzwermen over het heidegebied en hier voor korte of langere tijd verblijven, een bijna continue verstoring van eventueel aanwezige boomleeuwerik en nachtzwaluw onafwendbaar is. Beperking van schade Schade kan worden beperkt door ervoor te zorgen dat de eventuele toegenomen recreatiedruk volledig wordt opgevangen op de opengestelde wandelpaden. Maar ook wanneer bezoekers op paden blijven kan enige verstoring niet worden voorkomen. Significantie De omgeving van locatie Jordens wordt regelmatig door bewoners van Wolfheze en bezoekers van een camping (met in totaal meer dan 170 verblijfplaatsen) bezocht ( 2.1). Indien een deel van de huishoudens van de nieuw te bouwen 49 huizen de nabijgelegen delen van het Natura 2000-gebied eveneens voor recreatieve doeleinden gaat gebruiken, dan valt dat aantal naar alle verwachting in de marge van het actuele gebruik van de gebieden. Als gevolg van de bouw van 49 woningen zullen de eventuele effecten nooit significant negatief zijn op de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de kwalificerende vogelsoorten. Indien aan bovenstaande voorwaarden ter voorkoming van schade wordt voldaan al helemaal niet. 18

5 CONCLUSIE 1. Op locatie Jordens komen geen voor Natura 2000-gebied Veluwe kwalificerende habitats en soorten voor. 2. In de omgeving van het plangebied (9 kilometerhokken rond Jordens, zie figuur 1) komen de in tabel 2 genoemde habitats en soorten voor. Tabel 2: kans op neg. effecten? kans op significant negatieve effecten? welke toets? HABITATTYPEN Droge Europese heide [4030] ja nee vv Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur [9190] ja nee vv BROEDVOGELS Boomleeuwerik (broedvogel) ja nee vv Roodborsttapuit (broedvogel) ja nee vv Nachtzwaluw (broedvogel) ja nee vv Zwarte Specht (broedvogel) ja nee vv 3. Bij uitvoering van de voorgenomen activiteiten (bouw van 49 woningen) is er een kans op negatieve effecten op de genoemde soorten en/of op de instandhoudingsdoelstellingen (zie bijlage 2) met betrekking tot die soorten. 4. Omdat gedetaileerde gegevens over het voorkomen van kwalificerende soorten in de directe omgeving van de planlocatie (heide en bos tussen Jordens en A50) ontbreken, kunnen geen gefundeerde uitspraken worden gedaan over hoe groot die kans op negatieve effecten is. 5. Op basis van expert judgement over de aanwezige biotopen en status en eisen van de betreffende kwalificerende soorten, mag geconcludeerd worden dat het in het uiterste geval gaat om slechts een handvol territoria van roodborsttapuit, boomleeuwerik en/of nachtzwaluw. Van significant negatieve effecten op de instandhouding van populaties van deze soorten in Natura 2000-gebied Veluwe is daarom naar alle waarschijnlijkheid geen sprake. 6. Op basis van het bovenstaande dient ten behoeve van de voorgenomen activiteiten een verslechtering- en verstoringstoets te worden uitgevoerd, om in lijn te komen met de bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998. 7. Een grondig onderzoek naar het voorkomen van kwalificerende vogelsoorten in de heide- en bosgebieden tussen Jordens en A50 dient daarvan een onderdeel te zijn. 19

20

6 LITERATUUR Bijlsma, R.G., 2006. Effecten van menselijke verstoring op grondbroedende vogels van Planken Wambuis. De Levende Natuur 107: 191-197. Bruijn, J. de 2006a. Inventarisatie natuurwaarden van de locatie Jordens te Wolfheze. Onderzoek voor ontheffingsaanvraag i.v.m. Flora- en faunawet. Natuurwetenschappelijk Centrum, Dordrecht. Bruijn, J. de 2006b. Terreingebruik van de hazelworm op de ontwikkelingslocatie Jordens te Wolfheze. Natuurwetenschappelijk Centrum, Dordrecht. 21

22

Bijlage 1: Schema toetsing Natuurbeschermingswet 1998 23