O meenteh a re n uw brief van n u m m e r behanteld door W.A. Holtjer toorkiesnummer 050 5330911 ons kenmerk Z.04621/UIT.02644 onterwerg Verweerschrift inzake hezwaren verleende vergunninç sgortkooi Welerikwe te Haren Commissie Bezwaarschriften p/a Pro Facto Ossenmarkt 5 9712 NZ GRONINGEN b i j I açet n ) Haren, :3 novemher 2014 verzonten 3 N0# 2 16 Geachte heer, mevrouw, Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid een verweerschrift in te dienen met betrekking tot de ingekomen bezwaarschriften tegen de verleende omgevingsvergunning ten behoeve van het realiseren van een sportkooi nabij het perceel Wederikweg 19 te Haren. lngediende bezwaren. In de ingekomen bezwaarschriften worden de volgende argumenten naar voren gebracht: a. Er is een bouwvergunning vereist voor de sportkooi. b. Het realiseren van de sportkooi is in strijd met het bestemmingsplan omdat alleen een onder groenvoorziening vallende speelvoorziening is toegestaan. c. Er i niet qekeken naar de apçl. rq pp g,r elen van de sportkooi (betonvloer),.., '''''''''' j ' (. g'. '. :. -.... j (. '. dè. 'ûlçà q p.f er @qi ëbàiàdàitè àiëàj qt. @n een sportkooi en de nadelige i.,.. ( l,...... l l. j 'vùlt. àt vùot de omg,vkihjè ûàrt àe aanleg en het gebruik van de sportkooi.. l. '... '. zijn ntet voldoendi: ohàerzocht. 4. Er is ègeen ( prake van het vergroten van de sport- en speel mogelijkheden in de gemeeht: Haren. Het perceel waarop de sportkooi wordt aangelegd is nu al e n sport- en speelveld. e. Het Mooie groene gebied ter plaatse wordt aangetast. f. Er in niets g r gèld over welke Iengte het hekwerk 4 meter zal zijn. g. De mogelijkhe en voor afvoer van neerslag worden verminderd door de vervanging van gras door beton. h. Het gebruiken van de sportkooi zal Ieiden tot geluidhinder. i. D4 sportkooi zal worden gebruikt als hangplek met de nodige overlast. j. Het woongenot wordt aangetast door realisering van de sportkooi, het Miëtàiçht wordt minder mooi. l. ' 1 ( ' k. àèèezen Wôrdt op het verlies van het open karakter van het veld. Wij zullen achtereenvolgens ingaan op de voornoemde ingediende bezwaren. Raadhuisplein 1 (h Postbus 21 9750 AA Haren en t 050 53 39 91 1 f 050 53 40 385 gemeente @ haren.nl www.haren.nl
2 Ad a. Er is een bouwvergunning vereist voor de sportkooi Vergunningvrij voorzover dit de activiteit bouwen betreft Op 2 juni 2014 is de aanvraag om de omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van bovengenoemd project ingediend. Deze aanvraag heeft alleen betrekking op de activiteit gebruik gronden en bouwwerken in strijd met de beheersverordening (artikel 2.1 Iid 1 sub c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht) en niet op de activiteit bouwen. Wij hebben bij de beoordeling van dit object het geheel (omheining en vloer) aangemerkt als zijnde een sport- of speeltoestel zoals is bedoeld in artikel 3 onderdeel 4 van bijlage I I van het Besluit omgevingsrechtk Op basis van dit artikel is geen vergunning vereist voor de activiteit bouwen indien deze activiteit betrekking heeft op ''een sport- of speeltoestel anders dan voor uitsluitend particulier gebruik, mits wordt voldaan aan de volgende eisen: a. niet hoger dan 4 meter, en b. uitsluitend f unctionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens.'' Omdat het nroiect hieraan voldoet is op basis van de wet geen omgevingsvergunning vereist voor de activiteit bouwen. Wij willen hier nog aan toevoegen dat wij kennis hebben genomen van de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 19 september 201 1 (ECLI:201 1 :BT6518). In deze uitspraak is overwogen dat een voetbalkooi niet kan worden aangemerkt als een speeltoestel als bedoeld in artikel 3, twèede Iid onder a van het Besluit bouwvergunningvrij en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (BbIb). Het Bblb bestaat niet meer. De vraag of een bouwwerk als vergunningvrij moet worden aangemerkt is nu geregeld in bijlage 11 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Uit de toelichting bij het Bor blijkt dat de wetgever heeft bedoeld dat sport- en speeltoestellen voor publiek gebruik zoals gebouwd op gemeentegrond op basis van artikel 3, onder 4 van bijlage 11 van het Bor vergunningvrij zijn voorzover het de activiteit bouwen betreft. Ad b. Het realiseren van de sportkooi is in strijd met het bestemmingsplan omdat alleen een onder groenvoorziening vallende speelvoorziening is toegestaan. Het realiseren van de sportvoorziening is geprojecteerd op gronden die zijn gelegen binnen de grenzen van de geldende beheersverordening ''Oosterhaar''. Uit de toetsing aan de bepalingen in deze beheersverordening vloeit het volgende voort. De gronden zijn gelegen binnen de grenzen van het besluitvlak Bestaand met de aanduiding groen. De sportvoorziening is aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt op basis van artikel 4.2.4 onder b de regel dat de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
3 Het bouwplan is hiermee niet in overeenstemming omdat de hoogte van 2 beperkte onderdelen van het gehele hekwerk (beide ballenvangers achter de doelen) hoger zijn dan 2 meter, nl. 4 meter. Dit betekent dat het bouwplan niet (volledig) in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 4 van de beheersverordening. Omdat het bouwplan niet (volledig) in overeenstemming is met de beheersverordening is vergunning gevraagd voor de activiteit ''het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan/beheersverordening''. Wij merken hierbij op dat de vergunning is gevraagd voor de afwijking van de beheersverordening (hoogte beide ballenvangers). De vergunning is dan ook beoordeeld voor zover dit de afwijking van de beheersverordening betreft. Toepassihg binnenplanse afwljkingsbevoegdheid Op basis van artikel 1 1.1 onder c in de beheersverordening oosterhaar'' is de bevoegdheid voor ons college opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Met toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid kan de bèuwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde met uitzondering van reclamemasten en reclamezuilen, worden vergroot tot maximaal 10 meter. In artikel 1 1.2 van de beheersverordening zijn de toetsingscriteria voor het toepassen van deze bevoegdheid opgenomen. De omgevingsvergunning is met toepassing van artikel 1 1.1 Iid c (abusievelijk is in de tekst van de verleende vergunning Iid b opgenomen) met inachtneming van deze toetsingscriteria verleend voor het realiseren van de voornoemde sportkooi. Overwegingen Bij het gebruik maken van deze bevoegdheid is het volgende overwogen. a. Op basis van de bestemming mag een sportvoorziening (sportkooi) worden gerealiseerd. De afwijkingsbevoegdheid en daarmee ook de in artikel 1 1.2 opgenomen toetsingscriteria hebben derhalve geen betrekking op het gehele bouwplan maar alleen op de 2 gedeelten van het hekwerk die hoger zijn dan 2 meter, in casu de ballenvangers. b. De beide verhogingen van het hekwerk zijn achter de beide doelen geprojecteerd met het doel de ballen tegen te houden. Dit is een gebruikelijke voorziening bij een speel-/sportvoorziening. c. De ballenvangers hebben juist tot doel onevenredige overlast voor de directe omgeving te beperken. Aangezien ballenvangers een hoogte hoger dan 2 meter moeten hebben om hun functie te kunnen vervullen is de noodzaak voor het afwijken van de beheersverordening aangetoond. Gelet op het vorenstaande is er dan ook geen sprake van dat realisering van beide ballenvangers leidt tot een wezenlijke afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. d. Er is eveneens geen sprake van een wezenlijke afbreuk van het straat- en bebouwingsbeeld door het verhogen van de beide ballenvangers op de kopse kanten van het speelveld. e. Er is onzes inziens dan ook geen sprake van een wezenlijke afbreuk van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden door de verhoging van beide gedeelten van het hekwerk tot 4 meter.
4 Wij attenderen er voorts op dat de afstand van de woning Wederikweg 17 tot het geprojecteerde speelveld ongeveer 40 meter bedraagt en de afstand tot de overige woningen 50 meter of meer bedraagt. Daarnaast merken wij op dat er sprake is van een groenstrook met bomen tussen de woningen aan de Wederikweg en het geprojecteerde speelveld. Deze aspecten versterken onze conclusie dat er geen sprake is van een wezenlijke afbreuk aan het straat- en bebouwingsbeeld en de woonsituatie van de omwonenden. Wij zijn van mening dat er in dit geval terecht gebruik is gemaakt van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid met betrekking tot de bouwhoogte. Ad c, d en e. Er is niet voldoende gekeken naar de andere onderdelen van de sportkùoi (betonvloer), de nadelige gevolgen voor de omgeving of naar de vraag of er wel behoefte bestaat aan een sportkooi. Er is geen sprake van het vergrolen van de sport- en speelmogelijkheden in de gemeente Haren. Het mooie groene gebied ter plaatse wordt aangetast. Voor zover er sprake is van een vergunningvrij bouwwerk is er geen sprake van een toetsing aan de wet en kunnen deze argumenten dus ook niet worden beoordeeld en gewogen. In dit geval is er sprake van een vergunningvrij bouwwerk voor zover het de activiteit bouwen betreft. Een vergunning voor de activiteit gebruik gronden en bouwwerken in strijd met de beheersverordening mag slechts worden geweigerd indien het object in strijd is met de regels van de beheersverordening. In dit geval is slechts de hoogte van beide ballenvangers ad 4 meter is in strijd met de beheersverordening. Alleen op basis van dit deel kan de vergunning worden geweigerd indien niet aan één van de toetsingscriteria, zoals is aangegeven in artikel 1 1.2 van de beheersverordening, wordt voldaan. Zoals al hiervoor is aangegeven zijn wij van mening dat aan de toetsingscriteria behorende bij het gebruik maken van de afwijkingsbevoegdheid (artikel 1 1.1 onder c van de beheersverordening) wordt voldaan. Ad f. Er is niets geregeld over welke lengle het hekwerk 4 meter zal zijn. Wij erkennen dat dit duidelijker op de tekening had kunnen worden aangegeven. Uit de tekening valt echter al te Ieiden dat de Iengte van de ballenvanger 15 meter bedraagt. Ad g, h, i, j en k minderd. Er zal aangetast. Het open karakter van het veld gaat verloren. Wij verwijzen hiervoor naar het gestelde bij de overwegingen om de hoogte ad 4 meter toe te staan. Het niet toestaan van deze hogere hoogte leidt niet tot De mogelijkheden voor afvoer van neerslag worden vergeluidhinder en overlast ontstaan. Het woongenot wordt een verbetering van de mogelijkheden neerslag af te voeren. Wij zien geen aanleiding voor het ontstaan van geluidhinder of overlast door het verhogen van de ballenvangers. Deze argumenten vormen geen reden de verhoging van de ballenvangers van 2 naar 4 meter reeds toe dat ter plekke bebouwing in onze visie niet Ieiden tot het gegrond tot het weigeren van de vergunning. te weigeren. De beheersverordening staat wordt opgericht. Deze argumenten kunnen verklaren van de bezwaren en alsnog
5 Bestemmingsplan 'Oosterhaar''. Het kenmerk van een beheersverordening is dat daarin het beleid zoals dat is verwoord in het daarvoor geldende bestemmingsplan in principe wordt voortgezet. Tot het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening was het bestemmingsplan 'Oosterhaar'' van toepassing. De betreffende gronden hadden hierin de bestemming ''groenvoorziening''. Op basis van deze bestemming was een speelvoorziening ter plekke eveneens toegestaan. Conclusie Gelet op het vorenstaande zijn wij dan ook van mening dat de sportkooi terecht is aangemerkt als zijnde vergunningvrij voorzover het de activiteit bouwen betreft en dât wij, gelet op vorenstaande argumenten, in redelijkheid hebben kunnen besluiten de omgevingsvergunning in afwijking van de geldende beheersverordening ''Oosterhaar'' met toepassing van artikel 1 1 lid 1 sub c van deze beheersverordening te verlenen. Wij verzoeken uw commissie ons te adviseren de bezwaarschriften ongegrond te verklaren en de verleende omgevingsvergunning in stand te Iaten. Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders, mr. D.J. Groeneweg, afdelingsmanager B uurs- Managementondersteuning