Ontwerp van decreet houdende mystery calls tegen discriminatie op de huurmarkt, hervorming van de sociale huurmarkt en een huurpremie in middelgrote en grote gemeenten voor jongeren Ingediend op 1 oktober 2017
Inhoud Memorie van toelichting... 3 Ontwerp van decreet... 5 2
MEMORIE VAN TOELICHTING BIJ HET DECREET HOUDENDE MYSTERY CALLS TEGEN DISCRIMINATIE OP DE HUURMARKT, HERVORMING VAN DE SOCIALE HUURMARKT EN EEN HUURPREMIE IN MIDDELGROTE EN GROTE GEMEENTEN VOOR JONGEREN Wonen is een beleidsdomein dat de Vlaming beïnvloedt in zijn manier van leven. De woningmarkt is uitgebreid tot een alternatieve en innovatieve sector. Denk bijvoorbeeld aan Airbnb en cohousing. De Vlaamse woningmarkt lijkt te boomen maar heeft nog heel wat werk voor de boeg. Met dit decreet wil ik de situatie van de zwakkeren in onze samenleving verbeteren. Het publiek debat buigt zich vaak over onderwerpen die in direct verband staan met de woningmarkt. Een controversieel voorbeeld is de discriminatie op de huurmarkt. De cijfers liegen er niet om: nog steeds geven 22% van de verhuurders aan dat ze kandidaten omwille van hun afkomst weigeren. 1 Dat er in deze tijden mensen nog steeds een woning wordt ontzegd omwille van hun financiële situatie, etnisch culturele achtergrond of gezinssamenstelling is stuitend. Een effectieve aanpak is noodzakelijk om deze wanpraktijken tegen te gaan en om in de toekomst het recht op wonen te kunnen blijven garanderen. Als minister ga ik voor een nultolerantie voor discriminatie op de huurmarkt. Om deze doelstelling te behalen zal de Vlaamse wooninspectie mystery calls uitvoeren. Dankzij deze antidiscriminatiemaatregel creëert de jeugdregering een huurmarkt voor iedereen. Een tweede belangrijk luik in dit decreet is de sociale huurmarkt in Vlaanderen. In 2015 wachtten 105.370 mensen op een sociale woning. Dat is een stijging met 13% in vergelijking met 2013. 2 Ondanks de grote sommen geld die Vlaanderen investeert in sociale woningen, lijken de wachtlijsten enkel groter te worden. Als gevolg van deze lange wachtlijsten zijn er gezinnen die in afwachting van een sociale huurwoning vaak in erbarmelijke omstandigheden leven. De allerzwaksten in onze samenleving moeten onmiddellijk geholpen worden en toegang hebben tot een sociale huurwoning. Alleenstaande personen met een handicap en met een bescheiden inkomen zullen rechtstreeks geholpen worden door de Vlaamse overheid. Het resterende gedeelte van de sociale woningen wordt verkocht aan de private markt. Alleenstaande personen zonder personen ten laste en met een bescheiden inkomen en gezinnen met een bescheiden gezinsinkomen zullen een sociale woning kunnen huren via een sociaal verhuurkantoor. Deze maatregel beoogt enerzijds een efficiënter functioneren van de huurmarkt en anderzijds een vermindering van de wachttijden. De opbrengsten van de verkochte sociale woningen worden overgemaakt aan het Vlaams solidariteitsfonds, die deze zal aanwenden voor de financiering van de sociale verhuurkantoren. 1 Zie groot woononderzoek 2013. 2 Zie rapport 2015 van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen 3
Tot slot wil ik jonge huurders een handje helpen door middel van een huurpremie. Wonen in steden wordt steeds duurder, daarom verkiezen jonge gezinnen steeds vaker een kleine gemeente boven een stad. Ik wil jongeren in de steden houden. Jonge gezinnen zullen dankzij dit decreet een huurpremie ontvangen die 50% bedraagt van de huurprijs. 4
ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MYSTERY CALLS TEGEN DISCRIMINATIE OP DE HUURMARKT, HERVORMING VAN DE SOCIALE HUURMARKT EN EEN HUURPREMIE IN MIDDELGROTE EN GROTE STEDEN VOOR JONGEREN DE VLAAMSE JEUGDREGERING, Op voorstel van de Vlaamse jeugdminister van Wonen; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse jeugdminister van Wonen is ermee belast, in naam van de Vlaamse jeugdregering, bij het Vlaams jeugdparlement het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1 Persoon ten laste: a) het kind dat minderjarig is of het kind waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald en dat bij de kandidaat-huurder gedomicilieerd is; b) het minderjarig kind of het kind waarvoor kinderbijslag wordt uitbetaald en dat niet gedomicilieerd is bij de kandidaat-huurder maar dat op regelmatige basis verblijft bij die persoon; c) de persoon die erkend is als ernstig gehandicapt. 2 Referentiejaar: het derde jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de inschrijving plaatsvindt. 3 Sociaal verhuurkantoor: het sociaal verhuurkantoor dat erkend is overeenkomstig artikel 56 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. 4 Middelgrote gemeente: een gemeente met meer dan 40.000 inwoners. 5 Grote gemeente: een gemeente met meer dan 100.000 inwoners. 5
6 Gelijkekansendecreet: decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid. 7 Mystery calls: telefonische praktijktesten die ertoe strekken om discriminerend gedrag te kunnen vaststellen. HOOFDSTUK 2: HERVORMING SOCIALE WONINGMARKT Art. 3. Een alleenstaande natuurlijke persoon erkend als ernstig gehandicapt en die geen andere personen ten laste heeft kan worden toegelaten tot een sociale huurwoning via de Vlaamse overheid als hij voldoet aan de volgende voorwaarden: 1 hij is een meerderjarige persoon, een minderjarige ontvoogde persoon of een minderjarige persoon die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door een erkende dienst; 2 hij is ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister of beschikt over een referentieadres; 3 hij beschikt over een inkomen dat in het referentiejaar de grens van 26.111 euro niet overschrijdt; 4 hij bezit geen woning of perceel bestemd voor woningbouw, volledig of gedeeltelijk in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik in binnen- of buitenland; 5 hij is geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap waarin hij een woning of perceel dat bestemd is voor woningbouw heeft ingebracht; 6 hij toont de bereidheid om Nederlands aan te leren; 7 hij is bereid om het inburgeringstraject te volgen voor zover hij een verplichte inburgeraar is. 2. Als de persoon die zich kandidaat wil stellen tijdens het referentiejaar geen inkomen had, wordt het inkomen in aanmerking genomen van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen werd genoten. Als het inkomen van het referentiejaar de grens, vermeld in paragraaf 1, 3 overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de persoon worden ingeschreven. Art. 4. 1. Een natuurlijke persoon kan toegelaten worden tot een sociale huurwoning via een sociaal verhuurkantoor als hij voldoet aan de volgende voorwaarden: 6
1 hij is een meerderjarige persoon, een minderjarige ontvoogde persoon of een minderjarige persoon die zelfstandig woont of gaat wonen met begeleiding door een erkende dient; 2 hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden zijn ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister of beschikken over een referentieadres; 3 hij beschikt, samen met zijn gezinsleden, niet over een inkomen in het referentiejaar, dat de grenzen vermeld in 2 overschrijdt; 4 hij bezit, samen met zijn gezinsleden, geen woning of perceel bestemd voor woningbouw, volledig of gedeeltelijk in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik in binnen- of buitenland; 5 hij of een van zijn gezinsleden is geen zaakvoerder, bestuurder of aandeelhouder van een vennootschap waarin hij of een van zijn gezinsleden een woning of perceel dat bestemd is voor woningbouw heeft ingebracht; 6 hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden tonen de bereidheid om Nederlands aan te leren; 7 hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden, zijn bereid om het inburgeringstraject te volgen voor zover hij en, in voorkomend geval, zijn gezinsleden verplichte inburgeraars zijn. 2. De grenzen vermeld in paragraaf 1, 3 zijn vastgesteld op: 1 24.092 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste; 2 26.111 euro voor een alleenstaande persoon erkend als ernstig gehandicapt, en die geen andere personen ten laste heeft; 3 36.137 euro voor anderen, verhoogd met 2.020 euro per persoon ten laste. 3. Als de persoon die zich kandidaat wil stellen, samen met zijn gezinsleden tijdens het referentiejaar geen inkomen had, neemt het sociaal verhuurkantoor het inkomen in aanmerking van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen genoten werd. Als het inkomen van het referentiejaar de grens, vermeld in 2 overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de persoon worden ingeschreven. Art. 5. De Vlaamse overheid moet ervoor zorgen dat personen met een handicap en die voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel 3 beroep kunnen doen op een sociale huurwoning. Zij zal de resterende sociale huurwoningen verkopen aan de private markt. 7
Art. 6. De opbrengsten van de verkoop van de sociale woningen gaan naar het Vlaams Solidariteitsfonds. Het Vlaams Solidariteitsfonds zal deze gelden gebruiken voor het onderhouden en renoveren van sociale huurwoningen en het versterken van de werking van de sociale verhuurkantoren. HOOFDSTUK 3: HUURPREMIES VOOR JONGEREN Art. 7. De natuurlijke persoon die voldoet aan de volgende voorwaarden heeft recht op een huurpremie: 1 hij is tussen de 17 en 30 jaar oud; 2 hij huurt een onroerend goed in een middelgrote of grote gemeente; 3 hij is tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst of oefent een beroepsbezigheid als zelfstandige uit. Art. 8. De premie bedraagt 50% van de maandelijkse huurprijs met een maximumbedrag van 400 euro. De premie wordt eenmalig toegekend. Er wordt slechts één premie per gezin toegekend. HOOFDSTUK 4: DICRIMINATIE OP DE HUURMARKT Art. 9. Er wordt een taskforce opgericht die bestaat uit: 1 het interfederaal gelijkekansencentrum Unia; 2 Cavaria; 3 agentschap Wonen Vlaanderen; 4 netwerk tegen armoede; 5 twee ervaringsdeskundigen die worden aangeduid door de minister van Wonen. Art. 10 De taskforce heeft als taak: 1 het huurbeleid te evalueren; 8
2 het onderzoeken van verschillende vormen van discriminatie op de huurmarkt en het in kaart brengen van nieuwe fenomenen; 3 voorstellen uit te werken om nieuwe fenomenen van discriminatie op de huurmarkt te verhelpen. Art. 11. De ambtenaren van de Vlaamse wooninspectie die aangewezen zijn als wooninspecteur of als ambtenaar met opsporings- en vaststellingsbevoegdheid, zijn bevoegd om de naleving van het discriminatieverbod, dat vervat is in het gelijkekansendecreet, te controleren. Zij kunnen daartoe gebruik maken van mystery calls. Zij kunnen zich ten aanzien van ondernemingen en personen voordoen als klanten of potentiële klanten, zonder dat zij hun hoedanigheid van personeelslid van de inspectiedienst moeten meedelen. Art. 12. De ambtenaren vermeld in artikel 11, eerste lid stellen zich neutraal en objectief op. Zij moedigen discriminerende handelingen niet aan, maar creëren slechts de omstandigheden waarbinnen een discriminerende handeling mogelijk is. Ze stellen zich passief op en beperken zich ertoe de aanwezigheid van een discriminatie vast te stellen of niet. Zij eerbiedigen de privésfeer van de geteste persoon of organisatie. Art. 13. Indien door de ambtenaren vermeld in artikel 11, eerste lid een inbreuk werd vastgesteld op een bepaling uit het gelijkekansendecreet, wordt een procesverbaal opgesteld. Het proces-verbaal wordt overgemaakt aan het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum is autonoom bevoegd om een vordering in te stellen bij de bevoegde rechtbank. HOOFDSTUK 5: INWERKINGTREDING Art. 14. Dit decreet treedt in werking vanaf 1 januari 2019. Brussel, 1 oktober 2017. De Vlaamse jeugdminister van Wonen Ergys BROCAJ 9