BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS).

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1 Verloop van de procedure

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. 3. Tegen het besluit hebben Witteveen, Erdo en Esha Building tijdig bezwaar aangetekend.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Landustrie Sneek B.V. (hierna: Landustrie) een boete opgelegd.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan de Onderneming een boete opgelegd.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

1. Inleiding en procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1 Het verloop van de procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

Pagina 1/6. Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1 Het verloop van de procedure

3. Lareco heeft op 15 november 2004 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de GWW-sector. 2

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend.

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

3. Stebema heeft op 2 juni 2005 aangegeven gebruik te willen maken van de versnelde procedure in de Installlatie-sector. 2

BESLUIT. 2. Bij besluit d.d. 28 januari 2003, met kenmerk 3279/3 (hierna ook: het bestreden besluit), heeft de d-g NMa genoemde klacht afgewezen.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet

Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse mededingingsautoriteit

Transcriptie:

Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D. van Geemen & Zonen B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 maart 2005, kenmerk 4528/7. 1. Bij besluit van 29 maart 2005 (hierna: het bestreden besluit) heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) vastgesteld dat D. van Geemen & Zonen B.V. (hierna ook: Deelnemende Onderneming) artikel 6 Mededingingswet (hierna: Mw) en artikel 81 Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna: EG) heeft overtreden, wegens deelname aan het systeem van vooroverleg zoals uiteengezet in het Rapport dat integraal deel uitmaakt van het bestreden besluit. De overtreding is toegerekend aan D. van Geemen & Zonen B.V. en D.J. van Geemen B.V. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan D. van Geemen & Zonen B.V. (hierna ook: de Onderneming) een boete opgelegd. 3. Tegen het besluit heeft de Onderneming op 9 mei 2005 pro forma bezwaar aangetekend. De gronden van bezwaar zijn op 1 juli 2005 aangevuld. 4. In overeenstemming met het bepaalde in artikel 92, eerste lid, juncto artikel 62, eerste lid, Mw heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 (hierna: de Raad) de bezwaren tegen het bestreden besluit voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet (hierna: de Adviescommissie). 1 Als rechtsopvolger van de d-g NMa, Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan, Stcrt. 2005, 172. 1 Openbaar

5. Op 23 februari 2006 is de Onderneming, alsook de Raad naar aanleiding van de ingediende bezwaren door de Adviescommissie gehoord. Van dit horen is een verslag opgemaakt, dat op 10 april 2006 aan de Onderneming en de Raad is toegezonden. 6. Op 20 juni 2006 heeft de Adviescommissie haar advies uitgebracht (hierna: het Advies). Het Advies is aan dit besluit gehecht en maakt hiervan integraal onderdeel uit. 7. De Adviescommissie acht de mate waarin Van Geemen zich heeft ingespannen om het onderzoek van de NMa te bevorderen een vorm van medewerking die als boeteverlagende omstandigheid dient te worden gekenschetst. De Adviescommissie heeft het bezwaar betreffende het niet toepassen van de boeteverlaging in verband met het akkoord gaan met het doorzenden van vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst, niet besproken nu de Raad heeft toegezegd deze boeteverlaging alsnog te zullen verlenen. Naar het oordeel van de Adviescommissie dienen de overige bezwaren te worden verworpen. 8. De Raad heeft zich ervan vergewist dat het Advies zorgvuldig tot stand is gekomen. De Raad besluit voorts conform het Advies. Ter motivering van dit besluit: i. verwijst de Raad ex art. 3:49 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) naar het Advies, meer in het bijzonder naar de beoordeling van de Adviescommissie en het standpunt van de Raad, zoals de Adviescommissie dat heeft samengevat in het Advies; ii. verwijst de Raad naar paragraaf II van dit besluit dat voorziet in een nadere motivering ten aanzien van het bezwaar betreffende het niet toekennen van clementie en het bezwaar betreffende het niet toekennen van een boeteverlaging in verband met het akkoord gaan met het doorzenden van vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst. II. Bezwaar betreffende het niet toepassen van clementiereductie 9. De Raad heeft naar aanleiding van de bezwaren van de Onderneming bij brief van 13 april 2006 een clementietoezegging aan de Onderneming doen toekomen. In de clementietoezegging zegt de Raad aan de Onderneming voorwaardelijk toe dat een 2 Openbaar

reductie als bedoeld in randnummer 7 van de Richtsnoeren Clementietoezegging 2 van 30% zal worden toegepast. 10. De Raad stelt vast dat de Onderneming zich heeft gehouden aan de voorwaarden verbonden aan de clementietoezegging. Mitsdien dient de boete voor de Onderneming opnieuw te worden vastgesteld, rekening houdend met een clementiereductie van 30%. 11. Het bezwaar dient in zoverre gegrond te worden verklaard, dat de Raad bij het vaststellen van de boete rekening had moeten houden met een clementiereductie van 30%. Bezwaar betreffende het niet verlenen van een boeteverlaging in verband met het akkoord gaan met het doorzenden van vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst 12. Ondernemingen die een clementieverzoek hebben ingediend, komen in aanmerking voor een boeteverlaging indien zij aan de NMa toestemming hebben gegeven om de in het clementieverzoek vervatte informatie door te geleiden naar de Belastingdienst. 13. De Onderneming heeft een clementieverzoek ingediend en is akkoord gegaan met het doorzenden van informatie aan de Belastingdienst. Mitsdien komt de Onderneming in aanmerking voor een boeteverlaging in verband met het akkoord gaan met het doorzenden van vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst en dient de boete opnieuw te worden vastgesteld. 14. Het bezwaar dient gegrond te worden verklaard. III. 15. Gezien hetgeen hiervoor is overwogen heeft de Raad de boete voor de Onderneming heroverwogen en vastgesteld als volgt. 2 Richtsnoeren Clementietoezegging van 1 juli 2002, zoals gewijzigd bij besluiten van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 28 april 2004, 27 juni 2005 en bij besluit van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 28 maart 2006 (Stcrt. 1 juli 2002, nr. 122; Stcrt. 29 april 2004, nr. 82, Stcrt 28 juni 2005 nr. 122, Stcrt. 29 maart 2006, nr. 63). 3 Openbaar

16. De Raad gaat ten aanzien van de Onderneming uit van een boetegrondslag van EUR 1.241.837,00. Gelet op het boetepercentage van 10%, wordt de bruto-boete vastgesteld op EUR 124.184,00. 17. De Raad vermindert de bruto-boete met 30% in verband met de clementietoezegging aan de Onderneming. Dit resulteert in een verlaging van EUR 37.256,00 van de brutoboete. 18. De Raad ziet conform randnummer 19 van de Bekendmaking Boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende activiteiten in de GWW-deelsector (hierna: Bekendmaking), 3 reden om de boete te verminderen met een percentage van 15% van bruto-boete ad EUR 124.184,00, gezien de deelname van de Onderneming aan de versnelde procedure. Dit resulteert in een vermindering van EUR 18.628,00 van de bruto-boete. 19. Het bedrag dat resulteert na vermindering in verband met (1) de clementietoezegging en (2) het deelnemen aan de versnelde procedure, wordt aangeduid als netto-boete. In het onderhavige geval bedraagt de netto-boete EUR 68.300,00. 20. De Raad houdt bij de vaststelling van de op te leggen boete rekening met eventuele boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden. 21. De Raad neemt geen boeteverhogende omstandigheden in aanmerking. 22. De Raad ziet conform randnummer 20 van de Bekendmaking aanleiding de netto-boete lager vast te stellen om de navolgende redenen. 23. Gelet op de relatieve grootte van de Onderneming in casu bedraagt de concernomzet minder dan EUR 10 miljoen ziet de Raad aanleiding de netto-boete te verlagen met 15%. Dit resulteert in een verlaging van EUR 10.245,00. 24. In het onderhavige geval heeft de Onderneming vrijwillig informatie verstrekt aan de NMa en heeft zij hiervoor een clementietoezegging ontvangen in de zin van de Richtsnoeren Clementietoezegging. Tevens is de Onderneming akkoord gegaan met het doorzenden van de vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst. De Raad ziet in deze handelwijze aanleiding de netto-boete te verlagen met 1%, tot een maximum van EUR 10.000. Dit resulteert in een verlaging van EUR 683,00. 3 Bekendmaking van de d-g NMa van 13 oktober 2004, Stcrt. 2004, nr. 198, p. 33. 4 Openbaar

25. Het voorgaande resulteert in een boete van: EUR 57.372,00. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit: I. neemt het Advies van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet van 20 juni 2006 over, inclusief het standpunt van de Raad zoals door de Adviescommissie samengevat in het Advies, zulks aangevuld met de hiervoor opgenomen nadere motivering in paragraaf II; II. verklaart de bezwaren tegen het besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 maart 2005, kenmerk 4528/7, gegrond ten aanzien van het toekenning van clementie en ten aanzien van de toekenning van een boeteverlaging in verband met het akkoord gaan met het doorzenden van vrijwillig verstrekte informatie aan de Belastingdienst; III. verklaart de overige bezwaren tegen voornoemd besluit ongegrond; IV. wijzigt het boetebedrag in voornoemd besluit en legt hierbij aan D. van Geemen & Zonen B.V., gevestigd te Monnickendam, een boete op ad EUR 57.372,00. Datum: 9 november 2006 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze, overeenkomstig het door de Raad genomen besluit, W.g. P. Kalbfleisch Voorzitter Raad van Bestuur 5 Openbaar

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag vanbekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van detegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag 6 Openbaar