Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool

Vergelijkbare documenten
Regeling tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers

Algemeen verbindend voorschrift

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor. scholen voor praktijkonderwijs 2008

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Tijdelijke regeling bijzondere positie Regionaal opleidingencentrum Flevoland

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Valkenburg aan de Geul

Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren primair onderwijs naar voortgezet onderwijs

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, alsmede de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging in verband met arbeidsmarktknelpunten voortgezet onderwijs 2006

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieregeling abortusklinieken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

eurne DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT 'Verordening rnateriele financiele gelijkstelling gemeente Deurne:

Regeling subsidie lokale media gemeente Oisterwijk 2019.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieverordening Hollands Kroon

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stimuleringsregeling vroegschoolse educatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers primair onderwijs

Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. stichting: Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Regeling lerarenbeurs voor scholing, zij-instroom en bewegingsonderwijs [Regeling vervalt per ] Geldend van t/m heden

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS,

Sector: I. Nr. : 90.8

Regeling cultuurkaart voortgezet onderwijs

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Regeling G.O.- en vakbondsfaciliteiten 2005

Regeling Cultuur en School voor de bve-sector

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Aanpassingsregeling vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 32b van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

(Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken ID-banen [Versie geldig vanaf: ])

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie SenterNovem Primair Onderwijs 070-373.59.41 Voorgezet onderwijs Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009-2011 Bestemd voor aanbieders en belangstellenden op het gebied van academische lerarenopleidingen en zij-instromers inwerkingtreding 15 mei 2009 Geldigheidsduur geldt tot 1 augustus 2011 Juridische grondslag de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies Officiële publicatie zie de Staatscourant van 13 mei 2009, nummer 87 Relatie tot eerdere publicaties n.v.t. 1 / 12

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap, Gelet op: de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies; Besluit Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. minister: minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, b. school: een uit s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b van de Wet educatie en beroepsonderwijs; c. po: het primair onderwijs, als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra, d. vo: het voortgezet onderwijs, als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; e. bve: het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, f. hoger onderwijs: hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs, als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), g. opleidingsschool: partnerschap tussen één of meer scholen voor po, vo of bve en één of meer lerarenopleidingen die in gezamenlijkheid toekomstige leraren voor een groot gedeelte van hun tijd op de werkplek opleiden, h. academische opleidingsschool: opleidingsschool die het opleiden van leraren verbindt met het in het kader van die opleiding verrichten (voor een belangrijk deel door de leraar in opleiding) van praktijkgericht onderzoek en het bevorderen van schoolontwikkeling en innovatie, i. formulier: het in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen formulier Samenstelling aanvraagdossier toetsing verdiepingsslag academische opleidingsschool, j. schooljaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend. Artikel 2. Te subsidiëren activiteiten De minister kan projectsubsidie verstrekken voor een beperkt aantal academische opleidingsscholen die zich tijdens de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 kunnen ontwikkelen tot goede praktijkvoorbeelden. De academische opleidingsschool levert een bijdrage aan het beantwoorden van de volgende vragen: Wat zijn de extra elementen die een academische opleidingsschool toevoegt aan het opleiden van leraren? 2 / 12

Hoe kan het opleiden van leraren in een werkpleksituatie (nog) beter worden gecombineerd met het doen van praktijkgericht onderzoek in een school? Welke aanvullende kwaliteitscriteria zijn nodig bovenop de kwaliteitscriteria voor een opleidingsschool? Welke aanvullende kosten maakt een academische opleidingsschool bovenop de kosten voor een opleidingsschool? Artikel 3. Subsidieontvanger 1. Subsidie wordt slechts verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid en waarvan de statutaire doelstelling past binnen het doel van de subsidieverlening. 2. Vanuit de academische opleidingsschool zal één partner optreden als penvoerder van de academische opleidingsschool. 3. De subsidieontvanger is de penvoerder, bedoeld in het tweede lid. Artikel 4. Subsidieplafond Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is voor de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011 gezamenlijk een bedrag van 2.800.000 beschikbaar. Artikel 5. Subsidiebedrag 1. De subsidie per subsidieontvanger bedraagt 70.000 per schooljaar. 2. De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan de in artikel 2 omschreven activiteiten. Zij kan ook worden aangewend voor andere activiteiten van de instelling(en) waarvoor bekostiging wordt verstrekt. Hoofdstuk 2. Subsidieaanvraag Artikel 6. Subsidieaanvraag Subsidie wordt op aanvraag van de penvoerder, bedoeld in artikel 3, tweede lid, verleend. 3 / 12

Artikel 7. Vereisten subsidieaanvraag De subsidieaanvraag met daarbij een activiteitenplan wordt ingediend met behulp van het formulier bij SenterNovem. Artikel 8. Activiteitenplan Het activiteitenplan omvat een overzicht van de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten, zoals bedoeld in het formulier. Artikel 9. Termijn indiening aanvraag 1. De subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 15 september 2009. 2. Voor de dieptepilots die per 1 maart 2009 deelnemen aan het overbruggingsjaar opleiden in de school 2008-2009 als vervolg op de subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005-2008 bestaat de mogelijkheid om in een eerste tranche de aanvraag in te dienen, indien zij reeds uiterlijk 1 mei 2009 deze aanvraag hebben ingediend. Hoofdstuk 3. Subsidieverlening Artikel 10. Criteria verdeling bij subsidieverlening 1. De minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op aanvragen met betrekking tot soortgelijke projecten op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de subsidie. 2. De minister verdeelt het beschikbare bedrag bij gelijke geschiktheid en bij overschrijding van het subsidieplafond op basis van volgorde van ontvangst van de aanvragen met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt. 4 / 12

Artikel 11. Advies voorafgaand aan subsidieverlening 1. De minister beslist over de subsidieverlening mede op basis van het advies van SenterNovem. 2. SenterNovem brengt advies uit op basis van de criteria voor de verdiepingsslag academische opleidingsschool in bijlage 1. Artikel 12. Tijdvak subsidieverlening Subsidie wordt verleend voor de schooljaren 2009-2010 en 2010-2011. Artikel 13. Begrotingsvoorwaarde In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de met inachtneming van artikel 4 verleende subsidiebedra gen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen. Artikel 14. Weigeringsgronden 1. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuurs recht kan de subsidieverlening worden geweigerd of beëindigd indien: a. aan de subsidieaanvrager geen subsidie verleend is in het kader van de Regeling tegemoetkoming opleidingsscholen, of b. de subsidieaanvrager niet of niet langer voldoet aan alle criteria zoals gesteld in de bijlage. 2. De minister kan voor bepaalde gevallen van het eerste lid afwijken voor zover deze toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard. 5 / 12

Hoofdstuk 4. Verplichtingen subsidieontvanger Artikel 15. Informatieplicht 1. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens de minister te voeren beleid. 2. De subsidieontvanger geeft aan door of namens de minster aangewezen ambtenaren op verzoek inzage in de in artikel 17 van de Wet overige OCW-subsidies bedoelde administratie en verstrekt alle inlichtingen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te verkrijgen in de besteding van de subsidie. 3. De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Artikel 16. Verantwoording en control 1. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie. 2. Indien de subsidieontvanger een regulier bekostigde instelling op grond van de WHW betreft, dan vindt de verantwoording van de subsidie in de jaarverslaggeving tevens plaats in de FSR-bijlage bij het jaarverslag, bedoeld in artikel 3, onderdeel g van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Artikel 17. Activiteitenverslag 1. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten. 2. De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan. 3. Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie. 4. Het activiteitenverslag wordt ingediend bij SenterNovem. 6 / 12

Hoofdstuk 5. Subsidievaststelling Artikel 18. Ambtshalve subsidievaststelling Voor 1 oktober 2011 of anders binnen 2 maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een activiteitenverslag in, bedoeld in artikel 17. Binnen 3 maanden na ontvangst van het activiteitenverslag wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld. Hoofdstuk 6. Betaling Artikel 19. Betaling per schooljaar Het subsidiebedrag wordt als voorschot per schooljaar aan subsidieontvanger betaald. Het eerste bedrag wordt betaald binnen vier weken na de subsidieverlening, het tweede bedrag in november 2010. Hoofdstuk 7. Slotbepalingen Artikel 20. Effectmeting Er zal onderzoek worden gedaan naar het bereikte effect dan wel het bereikte resultaat van deze subsidie. Artikel 21. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt per 1 augustus 2011. 7 / 12

Artikel 22. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009-2011. Deze regeling zal met toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap, M.J. van Bijsterveldt-Vliegenthart Bijlagen (zie Regelingen OCW >> Regeling verdiepingsslag academische opleidingsschool 2009-2011 van op cfi.nl de Informatiewijzer onder Downloads ): 1. Criteria voor de verdiepingsslag academische opleidingsschool 2. Formulier Samenstelling aanvraagdossier toetsing verdiepingsslag academische opleidingsschool Algemene toelichting Opleiden in de school houdt in dat scholen voor po, vo en bve, onderwijspersoneel op de (toekomstige) werkplek opleiden. De scholen doen dat met de hbo lerarenopleidingen, de universitaire lerarenopleidingen en de regionale opleidingscentra (als het om onderwijsassistenten gaat). Een opleidingsschool is een school waar een relatief groot deel van de formatie wordt bezet door leraren die nog in opleiding zijn en die veelal na afronding van de lerarenopleiding op een andere school werk zullen moeten vinden. Een academische opleidingsschool is een school die de opleidingsfunctie combineert met op de praktijk gericht onderzoek, innovatie en schoolontwikkeling. Mede op advies van de Onderwijsraad uit 2005 startte voormalig minister van OCW Van der Hoeven met een regeling dieptepilots opleiden in de school, in de vorm van opleidingsscholen en academische opleidingsscholen. De pilots waren een vervolg op vele projecten voor het samen opleiden van leraren door lerarenopleidingen en afnemende scholen. Het subsidiëren van 37 dieptepilots in 2006 heeft ertoe geleid dat deze projecten konden worden uitgebouwd tot goede praktijkvoorbeelden. In afwachting van een definitieve invulling voor opleiden in de school is voor het schooljaar 2008-2009 aan 33 kansrijke dieptepilots opnieuw subsidie toegekend. In de periode 2005-2009 zijn circa 20 dieptepilots academische opleidingsscholen ontwikkeld. Er zijn forse stappen in de ontwikkeling van goede praktijkvoorbeelden gezet. Maar er is een verdere verdiepingsslag nodig om inzicht te krijgen in aanvullende 8 / 12

kwaliteitscriteria en randvoorwaarden en in de extra kosten voor de academische opleidingsschool. Deze (kwaliteits- en financiële) criteria voor de academische opleidingsschool zijn aanvullend op de criteria en andere voorwaarden voor de tegemoetkoming voor de opleidingsschool. Anders gezegd: de academische opleidingsschool is een kop op de opleidingsschool. Wie dus in aanmerking wil komen voor een academische opleidingsschool, moet in ieder geval opleidingsschool zijn. In de verdiepingsslag moet helder worden hoe die kop er uit moet zien. Dit wil zeggen dat in de verdiepingsslag een antwoord moet worden gevonden op de volgende vragen: Wat zijn de extra elementen die een academische opleidingsschool toevoegt aan het opleiden van leraren? Hoe kan het opleiden van leraren in een werkpleksituatie (nog) beter worden gecombineerd met het doen van praktijkgericht onderzoek in een school? Welke aanvullende kwaliteitscriteria zijn hiervoor nodig? Welke aanvullende kosten maakt een academische opleidingsschool? In de periode 2009-2011 kunnen de academische opleidingsschool zich verder ontwikkelen door de stimuleringssubsidie die aan circa 20 academische opleidingsscholen wordt verleend. Inschrijving voor de verdiepingsslag van de academische opleidingsschool is in eerste instantie bedoeld voor de academische opleidingsscholen die aan het overbruggingsjaar opleiden in de school 2008-2009 als vervolg op de subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005-2008 deelnemen. Zij moeten voor wat betreft het gedeelte opleidingsschool van de academische opleidingsschool in ieder geval in 2009 voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden in de regeling tegemoetkoming kosten opleidingsschool. Daarnaast kunnen ook (zeer beperkt) nieuwkomers in aanmerking komen om aan deze verdiepingsslag mee te doen. De financiering zal bestaan uit een toevoeging aan het bedrag dat voor een opleidingsschool beschikbaar is. De extra bijdrage bestaat uit een tegemoetkoming in de extra kosten die scholen voor po, vo of bve zullen maken voor onder meer het in stand houden van de benodigde infrastructuur en de begeleiding van studenten voor wie de opleiding verbonden is met mede door hen verricht praktijkonderzoek. Een academische opleidingsschool zal 70.000 ontvangen als tegemoetkoming in de kosten in aanvulling op de tegemoetkoming die het als opleidingsschool ontvangt. Administratieve lasten Bij de voorbereiding van deze regeling is bezien op welke wijze het doel kan worden bereikt met minimale administratieve lasten. De uitvoering van de regeling ligt bij SenterNovem in samenwerking met CFI. De aanvraag wordt ingediend met een formulier dat in de bijlagen is opgenomen. De hoogte van het subsidiebedrag staat vooraf vast en is een vast bedrag. De besteding van het subsidiebedrag is vrij en niet-bestede middelen zullen niet worden teruggevorderd. De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld en er is geen bepaling in de regeling opgenomen dat de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling moet doen. Verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving. 9 / 12

Artikelsgewijze toelichting Artikel 3 In artikel 3 wordt omschreven dat één partner uit de opleidingsschool de penvoerder is en daarmee de feitelijke subsidieaanvrager. De penvoerder kan bij voorkeur één van deelnemende scholen voor po, vo en/of bve zijn of anders een van de hogescholen of universiteiten die met zijn lerarenopleidingen aan de opleidingsschool deelneemt. De voorkeur om de penvoerder bij één van de deelnemende scholen te leggen, is omdat de extra kosten van het opleiden in de school bovenop de gewone lerarenopleidingen vooral liggen bij de deelnemende scholen en niet bij de lerarenopleidingen. De penvoerder zal ook het aanspreekpunt zijn voor de subsidieverlening en tevens de subsidieontvanger zijn. Artikel 4 Het totaal beschikbare budget voor de gehele looptijd van deze regeling is 2,8 miljoen. Dit bedrag is exclusief de uitvoeringskosten die ten laste komen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Onder deze uitvoeringskosten worden in ieder geval verstaan de kosten van SenterNovem en de kosten voor het (doen) uitvoeren van de audits waartoe de minister opdracht kan geven. Artikel 5 Artikel 5 geeft het bedrag weer waarvoor subsidie kan worden verleend. Van de partners die deelnemen aan de academische opleidingsschool wordt een inzet uit eigen middelen verwacht. Omdat de subsidie niet geoormerkt is, mag de academische opleidingsschool de subsidie naar eigen inzicht besteden en zullen niet-bestede subsidiegelden niet worden teruggevorderd. Artikelen 6, 7, 8 en 9 Voor subsidieverlening is het nodig een complete subsidieaanvraag te doen op basis van het formulier dat het ministerie van OCW in overleg met SenterNovem heeft opgesteld. Dit formulier heet Samenstelling aanvraagdossier toetsing verdiepingsslag academische opleidingsschool. Het activiteitenplan als bedoeld in artikel 8 maakt hier deel van uit. Het activiteitenplan bestaat minimaal uit het onderzoeksplan en de samenwerkingsovereenkomst. Bovendien dient uit het activiteitenplan te blijken op welke wijze de genoemde vragen in artikel 2 worden beantwoord. Alleen volledige aanvragen die aan de hand van dit formulier zijn opgesteld, worden in behandeling genomen. Voor indiening van de aanvraag gelden twee termijnen. De algemene termijn eindigt op 15 september 2009. Om deelnemers aan het overbruggingsjaar opleiden in de school 2008-10 / 12

2009 als vervolg op de subsidieregeling Dieptepilot voor de opleidingsschool en de academische school 2005-2008 te laten aansluiten op deze regeling, is er voor gekozen om deze 32 dieptepilots in een eerste tranche de aanvraag te laten indienen. Voor de eerste tranche is de deadline voor indienen van de aanvraag 1 mei 2009. Subsidieverlening voor deze eerste tranche kan dan nog starten vanaf 1 augustus 2009 (het schooljaar 2009-2010). Indien de aanvraag na 1 mei, maar uiterlijk 15 september 2009 wordt ingediend, zullen de algemene termijnen gelden. Alle aanvragen die na 15 september 2009 worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Artikelen 10, 11 en 14 De beoordeling van de subsidieaanvraag geschiedt door SenterNovem op de mate waaraan voldaan wordt aan de criteria van de academische opleidingsschool (bijlage 1). Vervolgens wordt beoordeeld in hoeverre de verdeling over de betrokken scholen voor po, vo en bve evenwichtig is. De derde stap indien het subsidieplafond wordt nog steeds overschreden, is regio bepaald wordt of sprake is van een evenwichtige spreiding over Nederland. In het uiterste geval zal selectie plaatsvinden op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Artikel 13 Het begrotingsvoorbehoud houdt in dat op de subsidieverlening wijzigingen moeten worden aangebracht als de begrotingswetgever onvoldoende gelden ter beschikking heeft gesteld. Artikel 15 De subsidie ontvanger heeft een informatieplicht. Dit betekent dat de subsidieontvanger op verzoek van de minister (of door de minister aangewezen ambtenaren) alle benodigde inlichtingen met betrekking tot gesubsidieerde project verstrekt. De subsidieontvanger heeft ook een meldplicht. Dit houdt in dat als er tussentijds bijzondere omstandigheden plaatsvinden of zich substantiële wijzigingen voordoen in het gesubsidieerde project dat deze direct aan de door de minister aangewezen ambtenaren, te weten die van de directie Leraren, worden gemeld. Artikel 16 Overeenkomstig de Regeling jaarverslaglegging onderwijs wordt de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie in de jaarrekening als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Omdat sprake is van een niet-geoormerkte subsidie is een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten niet noodzakelijk. Indien sprake is van een instelling voor hoger onderwijs, wordt de subsidie tevens gespecificeerd in de FSR-bijlage bij het jaarverslag. 11 / 12

Artikel 17 De toekenning van de subsidie is mede gebaseerd op het activiteitenplan van het aanvraagdossier. De vaststelling van de subsidie (artikel 18) is gebaseerd op het activiteitenverslag. Het verslag beslaat de periode tot en met einde schooljaar 2010-2011. Het activiteitenverslag is tevens bedoeld om antwoord te geven op de in artikel 2 gestelde vragen die tot doel hebben om goede praktijkvoorbeelden voor de academische opleidingsschool te verkrijgen. In het kader van de begeleiding en advisering door SenterNovem zullen tussentijdse evaluaties plaatsvinden; die spelen geen rol in de ambtshalve subsidievaststelling. Artikel 19 De betaling van de subsidiebedragen vindt in twee gelijke gedeelten plaats. Artikel 20 In aanvulling op de verantwoording als bedoeld in artikel 16, is informatie gewenst over de wijze waarop met behulp van deze subsidie verkregen activiteiten zijn verricht en over het bereikte effect. Daarom is hiervoor een afzonderlijk artikel opgenomen. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap, M.J. van Bijsterveldt-Vliegenthart 12 / 12