Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren



Vergelijkbare documenten
Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Herstel

Reglement. Versiebeheer: Visiewerk Datum: november 2014 Angelica Gravendijk Status: 1.0. Reglement Eerlijk Repareren versie 1.

Pakket van Eisen Stichting Duurzaam Repareren Autowassen

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Herstel

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Herstel 2019

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Stichting Duurzaam Repareren

Deelnemersreglement Schadevoertuigen VERSIE 2.8 Vastgesteld door CvD Goedgekeurd door ACM

Duurzaamheidsmodule Certificeringsprogramma Stichting Duurzaam Repareren 100% Duurzaam

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Herstel 2018

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren 2019

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren 2017

1.1 Doel Het doel van deze procedure is het waarborgen van een juist gebruik van certificatie logo s.

PROCEDURE REGISTRATIE ERKENNINGSREGELING NATIONAAL KEURMERK HULPMIDDELEN

PROCEDURE REGISTRATIE ERKENNINGSREGELING NATIONAAL KEURMERK HULPMIDDELEN

Algemene voorwaarden. Artikel 1. Geldigheid van deze voorwaarden

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Projectbeschrijving Stichting Duurzaam Repareren Februari 2015 Leasemaatschappijen met een missie

U NI Z O E - C O M M E R C E L A B E L

ERKENNINGSREGELING KEURMERK OPLEIDINGSINSTITUTEN BEDRIJFSHULPVERLENING. Uitgave juni 2004

REGLEMENT KEURMERK STICHTING NATIONAAL KEURMERK BOUWKUNDIG KEURDERS

Algemene informatie ISO 9001

Certificatiereglement Beter Leven kenmerk. Vleesverwerkende Bedrijven

REGLEMENT KEURMERK STICHTING GARANTIEWONING

Betreffende het gebruik van en het toezicht op het bij het Benelux Merkenbureau ten name van de Stichting HKZ gedeponeerde collectieve HKZ-beeldmerk.

Deelnemersvoorwaarden Stichting Keurmerk Online Veilen

DEELNAMEVOORWAARDEN Green Key

Procesbeschrijving bij de regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Aanmeldingsprocedure 2012

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Algemene Voorwaarden BeeDirect. 1) Algemene voorwaarden

Aanmeldingsformulier Gecertificeerd ISO 9001:2008 NEN-EN-ISO 9001:2008

1. Elke onderneming, dat werkzaam is in de trouwbranche, kan een lidmaatschap aangaan

Reglement EKO-keurmerk

Huishoudelijk reglement Licentiekeurmerk

Algemene voorwaarden. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes en op alle overeenkomsten aangegaan door:

Beheerovereenkomst collectieve pensioenregeling

Huishoudelijk reglement ICTWaarborg

Algemene Voorwaarden De Eburon

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

KMS. Reglement klacht-bezwaar-beroep

Algemene Leveringsvoorwaarden van Ib broadcast B.V.

Reglement Erkenning Leerbedrijven Curaçao

AANGESLOTENEN-REGLEMENT. Stichting Taxaties en Validaties

Huishoudelijk reglement ICTWaarborg

Algemene Voorwaarden Blij met taal

Algemene Voorwaarden Blij met taal

Algemene Voorwaarden Status Medal

Certificeren zoals het hoort! Algemene informatie VCU

Algemene Voorwaarden OK Webshop

AANVRAAG CERTIFICERING

BDT Certificatie reglement

Ahon Enschede Postbus GC Enschede Telefoon Mobiel Website Algemene voorwaarden

Reglement en sanctiebeleid EKO-keurmerk

Artikel 1 In deze Algemene Voorwaarden hebben de hieronder genoemde woorden de betekenis die daarachter staat vermeld:

Geachte relatie, Met vriendelijke groeten, VerzekerJeGoedkoper.nl. GIDI-wijzer VerzekerJeGoedkoper.nl d.d. 15 september

Subsidiereglement van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen (SOOB)

Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector. Centraal College van Deskundigen Installatiesector. Huishoudelijk Reglement CCvDI

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

KBI Accreditatiereglement voor de Centrale Opleidings- en Examencommissie

STORL-inzamelingsactie: toelichting, aanvraagformulier en reglement

Algemene Leveringsvoorwaarden

Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.

Certificatie reglement VIN

Inhoud. ARTIKEL 3 - Bekendmaking algemene voorwaarden. ARTIKEL 4 - Afwijking van de algemene voorwaarden

Algemene Voorwaarden Deelneming Stichting Adiona AV2018

ALGEMEEN REGLEMENT AMELANDS PRODUKT

AANVRAAGFORMULIER ATCN LIDMAATSCHAP

Procedure voor het toepassen van logo s. 1 Werkwijze

«SUBCO_NAME» T.a.v. «De_heerMevrouw» «OWNER_FIRST_NAME» «OWNER_LAST_NAME» «ADDRESS» «POSTAL_CODE» «CITY» «KIKS»

Raadsvoorstel en besluit

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Post. Versie 8 april 2015

Richtlijnen aanvraag start- en stimuleringssubsidie. Geldig vanaf januari 2016

Algemene verhuurvoorwaarden Van Rixtel Verhuur

Algemene Voorwaarden Uw Stadsboer BV

Oosterhoutse Nieuwe Energie Coöperatie U.A.

Reglement op gebruik van en toezicht op het Huid Allergie Keurmerk

.TERUGKOOPVERKLARING [Nr. financieringsnummer] : [Geboren op ] : [Adres klant ] : [Postcode en woonplaats klant]

Document Visitatiesystematiek en afspraken ten aanzien van het NKDkeurmerk

NIBE-Reglement DUBOkeur -grondstofcertificatie. NIBE-Reglement op het gebruik en toezicht van het merk DUBOkeur en het logo

Algemene voorwaarden Hendriks Project Support

Reglement op het gebruik van en toezicht op het collectieve merk Kabelkeur NLkabel goedgekeurd

REGLEMENT Tijdelijke stimuleringsregeling EVC Gehandicaptenzorg

Bijlage Erkenninghouder Boordcomputer Taxi 2017

Dienstverleningsdocument

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie 3, 21 januari 2014

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden voor relaties van Steijvers Financiële Diensten B.V. Mei /5

Pagina: 1 van 6. Huishoudelijk Reglement Dorpsraad WWNNA

PRIVACYREGLEMENT SERKO GEVELTECHNIEK

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

REG03.V1 Status : GELDIG 27 mrt 06 Pagina : 1 van 10. Reglement voor het gebruik van het accreditatiemerk CCKL CCKL

Transcriptie:

Deelnemersreglement incl. Pakket van Eisen Duurzaam Repareren Versiebeheer: Duurzaam Repareren Datum: Certificeringsjaar 2015 Auteur: Angelica Gravendijk in opdracht van het College van Deskundigen Status: 1.0 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 1 van 128

Algemeen De eisen die in het kader van het certificaat Duurzaam Repareren worden gesteld dienen onverwijld te worden doorgevoerd, tenzij hiermee inbreuk wordt gedaan op de intrinsieke kwaliteit van de reparatie, de verkeersveiligheid of garantiebepalingen van de autofabrikant. De product aansprakelijkheid van de reparatie kan niet worden verlegd en rust bij de reparateur. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 2 van 128

1. INLEIDING In Nederland rijden ruim zeven miljoen personenauto s en lichte bedrijfsvoertuigen. Daarnaast kennen wij nog de zwaardere bedrijfsvoertuigen (> 3500 kg). Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie uitgevoerd. Naast het produceren(bouw) van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op met betrekking tot banden, onderhoud/reparatie, glasherstel, schadeherstel en carrosseriebouw. Hier staat tegenover dat er een latent aanbod is van mogelijkheden die milieubesparend zijn zoals, het hergebruik van onderdelen, gebruik van groene middelen zonder milieubelastende bestandsdelen, milieuvriendelijke alternatieven zoals watergedragen lakken, afbreekbare oliën, milieuvriendelijke producten, milieuvriendelijke herstelprocessen en het verantwoord verwerken van afvalstoffen en restmaterialen. Deze initiatieven kennen echter weinig tot geen samenhang. Er kan dus niet gesproken worden van een groen bedrijf wanneer al deze initiatieven niet samenkomen. En, als dit al het geval is, dan leidt dit niet tot een onderscheidend vermogen. Immers, ieder bedrijf kan claimen milieuvriendelijk te werken. De certificering van Duurzaam Repareren is een initiatief van de klantmarkt en brengt hier verandering in. Deze marktpartijen (Leasemaatschappijen, fleetowners, wagenparkbeheerders, verzekeraars en de ANWB-Consumentenbelangen) verbonden in het College van Deskundigen hebben in het eisenpakket verwoord wat zij wenselijk achten op dit gebied. De gecertificeerde bedrijven voldoen aan deze markteisen. Duurzaam Repareren is slechts het vehikel waar de marktpartijen samenkomen en het secretaris is de penvoerder. Verder zijn de collega s binnen Duurzaam Repareren continue bezig met het vergroten van de vraagkant (marktpartijen) en de aanbodkant (gecertificeerde bedrijven). 2. CONTEXT Dit document heeft tot doel uiteen te zetten welke gedragsregels/eisen gelden voor de deelnemers om in aanmerking te komen voor een certificering als duurzaam bedrijf. Daarnaast wordt in het reglement uiteengezet wat de procedure van toe- en uittreding is, hoe de verrekening van kosten plaatsvindt, welke rechten ontleend kunnen worden aan een certificering en op welke wijze gecertificeerde bedrijven kenbaar gemaakt worden. Tot slot worden de procedures voor wijziging van diverse afspraken en normen toegelicht. 3. COLLEGE VAN DESKUNDIGEN Duurzaam Repareren kent een College van Deskundigen die verantwoordelijke is voor het technische beheer van de normering (Pakket van Eisen). Het College van Deskundigen (CvD) is een afdronk van alle stakeholders in de certificeringsopzet en haar deelnemers bezitten relevante inhoudelijke kennis t.a.v. de norm en / of certificering (bijvoorbeeld ISO/IEC 17021). Het CvD vergadert jaarlijks minimaal één maal en maximaal drie maal. Het Pakket van Eisen wordt jaarlijks in het eerste kwartaal opnieuw vastgesteld voor lopende jaar. Gecertificeerde bedrijven krijgen bij de nieuwe introductie van het Pakket van Eisen een overgangstermijn om aan de nieuwe eisen en voorwaarden te kunnen voldoen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 3 van 128

Samenstelling In het CvD hebben de volgende partijen zitting: Per klantsegment een gecertificeerd bedrijf; Vertegenwoordiging vanuit het consumentenbelang; Vertegenwoordiging vanuit de fleetowners; Vertegenwoordiging vanuit de lease; Vertegenwoordiging verzekeraars; Certificerende Instelling. 4. OPBOUW VAN HET EISENPAKKET De certificering Duurzaam Repareren wordt toegepast bij de toetsing van bedrijven met verschillende kernactiviteiten, processen, middelen en grondstoffen- en energieconsumptie. Het Pakket van Eisen houdt hiermee rekening in haar opbouw. Aan de hand van de bedrijfsactiviteiten dient voorafgaand aan het invullen te worden bepaald welke eisen en normen voor het betreffende bedrijf relevant zijn. Met deze verdeling is rekening gehouden met volledig ingerichte bedrijven, ook wel hightech bedrijven genoemd en bedrijven die één-dagsreparaties uitvoeren, ook wel lowtech bedrijven genoemd. In dit Pakket van Eisen gaan wij ervan uit dat de hightech bedrijven altijd vanuit een vaste locatie werken. Bij lowtech bedrijven wordt er in dit Pakket van Eisen een splitsing gemaakt tussen: Lowtech bedrijven die vanaf een vaste locatie werken. Lowtech bedrijven die mobiel werken maar onderdeel uitmaken van een centrale organisatie. Lowtech bedrijven die mobiel werken en zelfstandig zijn. In dit pakket van Eisen wordt er geen verschil gemaakt in de geldende eisen maar wel in de normen die horen bij de hightech of lowtechvormen. Deze normen worden bij elke eis in de eerste kolom weergegeven. Bij de bepaling binnen welke norm een bedrijf valt worden de volgende definities gehanteerd: Zware schade (hightech) Er is sprake van een ernstig schadevoertuig als: alle gekentekende voertuigen die ten gevolge van een beschadiging, niet langer deugdelijk van bouw en inrichting zijn. Onder een zware schade wordt in ieder geval verstaan een voertuig: waarvan de dragende carrosseriedelen is vervormd; waarvan de langsbalken van het chassis zijn vervormd; waarvan één of meer deurstijlen zijn vervormd; waarvan het dak is verwijderd of de deur- of raamstijlen zijn doorgeknipt; waarvan één of meer wielophangingen zijn vervormd; of met brand- of waterschade, of waarvan het frame is beschadigd. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 4 van 128

Cosmetische (lowtech) Cosmetische schades zijn schades waarbij de dragende constructie intact is en geen veiligheid gerelateerde onderdelen vervangen hoeven te worden. Hiermee worden onderdelen bedoeld die functionele invloed hebben op bijvoorbeeld de airbags, ABS, EPS, adaptive cruisecontrol, remkrachtverdelers. Daarnaast is het belangrijk te bepalen welke bedrijfsactiviteiten tot de corebusiness horen. Men is bijvoorbeeld fastfitter en vervangt en verkoopt actief banden van zowel personen auto s, busjes als vrachtwagens. In dat geval zijn naast de Administratieve eisen en de Generieke eisen, de specifieke eisen A1 en A2 relevant en dienen ingevuld te worden. Ander voorbeeld. Men is schadehersteller en repareert voertuigen < 3500kg (personenwagens en busjes), caravans en campers. Voor dit bedrijf zijn de specifieke eisen C1 en C3 relevant. Ongeacht of u de werkzaamheden vanaf een vaste locatie of een mobiele locatie verricht. De normen zijn per eis hierbij wel verschillend. Deze normen vindt u bovenaan bij elke eis. De bedrijfsvorm en bedrijfsactiviteiten die van toepassing zijn dienen te worden aangekruist op pagina 3 van de NULmerting. Zo weet de aanvrager bij aanvraag al direct welke eisen en welke normen van toepassing zijn m.b.t. de certificering. De indeling van het Pakket van Eisen ziet er als volgt uit: Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 5 van 128

5. PROCEDURE TOT ERKENNING Deze instructie beschrijft de procedure tot erkenning als Duurzaam Bedrijf. De procedure kent twee soorten erkenningen te weten, een individuele erkenning en een groepserkenning. Beide procedures worden hieronder beschreven. Beide procedures (individuele- of groepserkenning) kennen een gelijk opstartproces. Om gecertificeerd te kunnen worden als Duurzaam bedrijf dient aan het secretariaat van Duurzaam Repareren hiertoe het verzoek te worden gedaan. De procedure start met het schriftelijke aanvraagtraject. In deze fase worden er door Duurzaam Repareren per te certificeren bedrijf een aantal documenten/bewijsstukken opgevraagd en er dient een vragenlijst (nulmeting)ingevuld te worden. De betreffende documenten/ bewijsstukken zijn in het Deelnemersreglement opgenomen. Duurzaam Repareren dient uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst, of anders wanneer er additionele afspraken ten grondslag liggen, de aanvrager uitsluitsel te geven of de administratieve toetsing al of niet succesvol is doorlopen. Het is wel belangrijk dat de administratieve toetsing (de nulmeting) niet wordt verward met de Administratieve eisen. De eerste is de toetsingsprocedure en laatstgenoemde zijn de eisen op administratief gebied waaraan men dient te voldoen. 5.1 Toetreding van het individuele bedrijf Het individuele bedrijf is gecertificeerd wanneer men voldoet aan de administratieve toetsing, de daarop volgende fysieke toetsing en het voldoen van de financiële verplichtingen. Hierbij geldt dat de door Duurzaam Repareren opgevraagde documenten/bewijsstukken/vragenlijst dienen aan te tonen dat het bedrijf zich aan de wettelijke eisen conformeert en daarnaast dat men in staat is om de gestelde eisen in het Pakket van Eisen uit te voeren. De fysieke controle ter plaatse, door een erkend onafhankelijke Certificerende Instelling (CI), op de door het College van Deskundigen van Duurzaam Repareren gestelde eisen, volgt binnen drie maanden na administratieve toekenning. De fysieke toetsing moet uitwijzen of men zich ook daadwerkelijk in de praktijk conformeert aan de eisen gesteld in het Pakket van Eisen. 5.2 Toetreding van het Bedrijf vanuit een groepcertificering Definitie groep ; om in aanmerking te komen voor een groepscertificering dient de verzameling van ondernemingen aan de volgende definitie te voldoen: Een groep is een verzameling van tenminste vijf (5) ondernemingen dan wel één onderneming met meerdere (totaal tenminste vijf (5)) decentrale vestigingen, met een generiek kwaliteits- en processtandaard dat bindend is en waarop centraal wordt toegezien. Het niet voldoen aan de generieke standaard dient in beginsel te leiden tot uitsluiting van de verzameling van ondernemingen. Anders dan bij de individuele erkenning kan Duurzaam Repareren, onder voorwaarden, de centrale administratie waarbij de groep zich heeft verenigd autoriseren de administratieve toetsing uit te voeren. In voorkomende gevallen zal Duurzaam Repareren een audit uitvoeren op deze centrale administratie. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 6 van 128

Door de centraal opgelegde kwalitietsborging is de groep gecertificeerd wanneer wordt voldaan aan de administratieve toetsing. Hierbij geldt dat de door Duurzaam Repareren opgevraagde documenten/bewijsstukken/vragenlijst dienen aan te tonen dat de bedrijven die vallen onder de groepserkenning, zich aan de wettelijke eisen conformeren. Daarnaast dat de vestigingen verenigd in de groep, in staat zijn om de gestelde eisen in het Pakket van Eisen uit te voeren. De fysieke controle ter plaatse, door een erkend onafhankelijke Certificerende Instelling (CI), op de door Duurzaam Repareren gestelde eisen, volgt steekproefsgewijs en bij 15% van de vestigingen, binnen drie maanden na administratieve toekenning. De fysieke toetsing moet uitwijzen of men zich ook daadwerkelijk in de praktijk conformeert aan de eisen gesteld in het Pakket van Eisen. Om vast te kunnen stellen of men compliant is aan het Deelnemersreglement/Pakket van Eisen, is inzage door de CI, in de administratie noodzakelijk. De definitieve erkenning kent een tijdsduur van één jaar. De groep wordt m.b.t. het behoudt van de certificatie elk jaar administratief getoetst en eens per jaar wordt 15% uit de groep fysiek getoetst met een minimum van 5 vestigingen. Wanneer de groep kleiner is dan 5 dan spreekt men over een individuele erkenning. 5.3 Resultaten fysieke controle Het PvE is opgedeeld in een administratief deel en een generiek deel waar alle gecertificeerde bedrijven zich aan moeten conformeren en aanvullende eisen (A1 D2) per bedrijfsactiviteit. De eisen dienen als beschreven in de praktijk uitgevoerd te worden. Daar wordt periodiek fysiek op getoetst door een onafhankelijke Certificerende Instelling (CI). Bij tekortkomingen wordt er in samenspraak met de auditeur een verbeterplan gemaakt met een oplossingstermijn passend bij de tekortkoming. Waarbij geldt twee maal geel = rood. Na twee verbeterplannen en het verlopen van de gestelde termijnen wordt de certificering ingetrokken. De auditeur herkeurt het bedrijf op de afkeurpunten. De onderbouwingen kunnen administratief opgevraagd worden of al dan niet fysiek. Wanneer men de bedrijfsactiviteiten vanuit één bedrijfsvoering uitvoert, dan wordt het bedrijf op alle activiteiten getoetst en vallen alle activiteiten onder één certificering (incl. contributie) voorwaardes zijn: Er sprake is van verregaande integratie van de genoemde activiteiten binnen dezelfde vestiging; Er sprake is van een geïntegreerd bedrijfsproces; Het bedrijf één uitstraling heeft (één ingang en receptie, personeel, leiding, etc.); Wanneer men aan bovenstaande voldoet dan volstaat één certificering (incl. contributie). Men dient wel aan de eisen van alle bedrijfsactiviteiten te voldoen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 7 van 128

Wanneer één of meerdere activiteiten onder een ander label en/ of franchise formule worden uitgevoerd, dan worden de activiteiten afzonderlijk behandeld. Er wordt per bedrijfsactiviteit een audit uitgevoerd en een certificaat verstrekt. Intrekken van één van de certificaten kent geen directe relatie tot eventueel andere verstrekte certificaten. Het kan immers zo zijn dat een certificaat van een groepserkenning (franchiseformule) wordt ingetrokken omdat de audit van andere deelnemers binnen deze groep hiertoe aanleiding heeft gegeven. Dit is echter niet relevant voor de andere erkenningen van de betreffende ondernemer. Wanneer tijdens de controle ondubbelzinnig malversatie of fraude wordt vastgesteld, dan wel dat de handelswijze van het te certificeren bedrijf de certificering schaadt, volgt er onmiddellijke intrekking van de erkenning. Ongeacht of het bedrijf voldoet aan het Pakket van Eisen. Constatering dat tussentijds niet meer aan de criteria wordt voldaan dan wel dat het betreffende bedrijf anderszins de certificering schaadt, leidt automatisch tot intrekken van de erkenning. Duurzaam Repareren zal de betreffende deelnemer hiervan onverwijld en voorafgaand aan publicatie, op de hoogte stellen. 6 PROCEDURE BIJ AFWIJZING AANVRAAG 6.1 Indien de aanvraag niet tot een definitieve erkenning leidt of wanneer een certificaat is ingetrokken, kan de aanvrager hiertegen schriftelijk bij het bestuur van Duurzaam Repareren bezwaar aantekenen. Het bestuur neemt de klacht in behandeling en zal de aanvrager binnen vier maanden uitsluitsel geven of zij de beslissing handhaaft c.q. de erkenning verleent. Intrekking van het certificaat leidt niet tot restitutie van gedane gelden. 6.2 Indien de erkenning eveneens door het bestuur van Duurzaam Repareren wordt afgewezen bestaat de mogelijkheid voor de aanvrager om de aanvraag voor te leggen aan de Beroepscommissie. De Beroepscommissie brengt een advies uit t.a.v. de aanvraag. Dit advies is bindend voor alle partijen. 6.3 Een afwijzing tot deelname leidt te allen tijde tot restitutie van eventueel gedane contributies. Het entreefee wordt niet gerestitueerd en dienen ter dekking van de toetsing- en behandelkosten. 6.4 De Beroepscommissie wordt in voorkomende geschillen geformeerd en bestaat uit: een onafhankelijk jurist (voorzitter), een onafhankelijke deskundige op gebied van duurzaamheid en een onafhankelijke automotive deskundige. De voorzitter wordt door het bestuur van Duurzaam Repareren benoemd. Van alle leden van de Beroepscommissie dient de objectiviteit te zijn gewaarborgd. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 8 van 128

7 PROCEDURE VAN KENBAARHEID Nadat een bedrijf is gecertificeerd wordt het o.a. maar niet uitsluitend op de website van Duurzaam Repareren geplaatst. Bij deze uiting wordt de naam, logo, het adres, telefoonnummer, website en plaatsaanduiding toegevoegd op de lijst van gecertificeerde autobedrijven. Daarnaast ontvangt het gecertificeerde bedrijf, na het overmaken van de geldende leges, een aansluitpakket met een gevelschild, een certificaat, een folderhouder met folders. Deze uitingen helpen om de certificering onder de aandacht van de klant te brengen en dienen dus zichtbaar opgehangen en/of opgesteld te worden. Het staat het bedrijf vrij om zelf (reclame)uitingen m.b.t. de certificering te verzorgen, mits gehouden aan het reglement die hiervoor staat. Dit reglement; Gebruik beeldmerk, is onderdeel van het aansluitpakket en/of bij de het secretariaat op te vragen. 8 KOSTEN VOOR DEELNAME De deelnemers verplichten zich tot het voldoen van de financiële bijdrage die aan de deelname gekoppeld is. Het bedrijf (individuele certificering) of overkoepelde organisatie (groepscertificering) worden aangeslagen voor een entreefee en voor een jaarlijkse bijdrage die in lijn ligt met de administratieve beheer- en auditkosten. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld en op de website bekend gemaakt. Bij een groepserkenning kan er, onder voorwaarden, van het standaard tarief worden afgeweken. 9 KLACHTEN EN BEZWAAR 9.1 Het is voor alle deelnemende partijen mogelijk hun beklag te doen over de dienstverlening van Duurzaam Repareren. Klachten en bezwaren worden slechts in behandeling genomen indien dit schriftelijk en gemotiveerd plaatsvindt. De klacht wordt in eerste aanleg door de directie van Duurzaam Repareren behandeld. 9.2 Het is voor de deelnemende partijen mogelijke hun beklag te doen over de artikelen in de regeling. Klachten en bezwaren over de regeling worden slechts in behandeling genomen indien dit schriftelijk en gemotiveerd plaatsvindt. De klacht wordt in de eerste aanleg aan het College van Deskundigen voorgelegd. 9.3 Een beroep tegen een van bovenstaande uitspraken dient binnen een termijn van een maand na dagtekening per aangetekende brief voorgelegd te worden aan de Beroepscommissie (conform artikel 5.3). Het beroepsschrift bevat een uitgebreide beschrijving van het bezwaar tegen de uitspraak. Uitspraak van de Beroepscommissie is bindend. 10 BEEINDIGING 10.1 Opzegtermijn Een aangesloten gecertificeerd bedrijf kan haar deelname aan Duurzaam Repareren uitsluitend opzeggen per kalenderjaar, met de voorwaarde dat dit uiterlijk drie maanden voor prolongatie schriftelijk aan het secretariaat wordt meegedeeld. Bij uittreding is de entreefee en de contributie niet terugvorderbaar. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 9 van 128

10.2 Beëindiging door bestuur van Duurzaam Repareren. Bij herhaaldelijke (uiterlijk twee maal geel) overtreding van gedragsregels en na communicatie hieromtrent is het bestuur van Duurzaam Repareren bevoegd de erkenning in te trekken. Als richtlijn wordt hierbij gehanteerd dat uitsluiting kan volgen indien één of meerdere van de gestelde normen of artikelen opgenomen in het Deelnemersreglement wordt(en) overschreden. Daarnaast volgt er onmiddellijke intrekking wanneer tijdens controle ondubbelzinnig malversatie of fraude wordt vastgesteld, danwel dat de handelswijze van het te certificeren bedrijf de certificering schaadt. Ongeacht of het bedrijf voldoet aan het Pakket van Eisen. 10.3 Het muurschild en het certificaat die bij certificering wordt uitgegeven blijven eigendom van Duurzaam Repareren. Bij een beëindiging van de certificering dienen beide per direct, en onder uw eigen kosten, retour te worden gestuurd, per adres van het secretariaat van Duurzaam Repareren. 11 REGLEMENT GEBRUIKE BEELDMERK 11.1 Het beeldmerk bestaat uit twee delen: de naam Duurzaam Repareren en het logo (de naam met logo dienen als een geheel te worden beschouwd); de tekst Gecertificeerd Duurzaam. Het is zonder toestemming vooraf niet toegestaan het logo te gebruiken zonder de tekst. 11.2 Het Logo is gedeponeerd bij het Europees Merkenbureau onder het nummer: 1241420. 11.3 Het beeldmerk mag alleen worden gebruikt in de opmaak en typografische uitvoering zoals door Duurzaam Repareren voorgeschreven en verstrekt. 11.4. Het beeldmerk mag worden vergroot en verkleind. De verhoudingen dienen gelijk te blijven. 11.5 Het beeldmerk dient te worden gebruikt in de originele (PMS) kleuren. Grafische informatie kan worden opgevraagd bij het secretariaat van Duurzaam repareren. 11.6 Een gecertificeerd autobedrijf mag het beeldmerk en/ of logo van Duurzaam Repareren uitsluitend gebruiken bij uitingen, die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor de certificering verstrekt is. Dit geldt voor zowel grafische (drukwerk) al multimediale (digitaal) uitingen, zoals: Briefpapier, factuurpapier; Brieven, offertes, folders, flyers, belettering en dergelijke; Documentatie en brochures; Displays en banieren; Websites en digitale toepassingen (zoals powerpoint presentaties). Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 10 van 128

11.7 Het beeldmerk/logo mag niet worden gebruikt op een wijze die zou kunnen suggereren dat Duurzaam Repareren verantwoordelijk is voor de uitkomst van een onderzoek of een stelling, of een onderzoek of stelling zou goedkeuren. 11.8 Het beeldmerk/ logo mag niet worden gebruikt indien hiermede de vertegenwoordiging van Duurzaam Repareren wordt gesuggereerd. Tenzij uitdrukkelijke toestemming van Duurzaam Repareren is verleend. 11.9 Voor een bedrijf die geen geldig certificaat van Duurzaam Repareren heeft of een andere vorm van overeenkomst kan overleggen is het gebruik van het beeldmerk/logo, op welke wijze dan ook, niet toegestaan. Tenzij voorafgaand toestemming is verleend door Duurzaam Repareren. 11.10 Afwijking van de voorwaarden in dit reglement is alleen mogelijk met uitdrukkelijk Schriftelijke toestemming van het bestuur van Duurzaam Repareren. 11.11 Het bestuur van Duurzaam Repareren kan besluiten dit reglement te wijzigen. Van iedere wijziging van dit reglement stelt het bestuur van Duurzaam Repareren de aangesloten gecertificeerde autobedrijven onverwijld in kennis. 11.12 Door Duurzaam Repareren uitgegeven promotiemateriaal mag vrijelijk gebruikt worden, voor het doel waarvoor deze verstrekt wordt. Hieronder wordt onder andere, maar niet uitsluitend verstaan: de gevelbordjes, posters, folders, certificaten en conformiteitverklaringen. 12 ALGEMEEN 12.1 Bijlagen De bijlagen en de NULmeting (vragenlijst) genoemd in dit document zijn onlosmakelijk verbonden met het Pakket van Eisen. 12.2 Wijzigingen en aanvullingen op dit document. Alle wijzigingen en aanvullingen dienen te zijn goedgekeurd door het CvD van Duurzaam Repareren. Wijzigingen en aanvullingen geschieden schriftelijk aan de bij het secretariaat bekende contactpersonen en gelden per aangegeven ingangsdatum. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 11 van 128

Administratieve eisen In het kader van de certificering zijn de navolgende administratieve eisen van kracht. De administratieve eisen zijn relevant voor alle bedrijven ongeacht de bedrijfsactiviteiten en bedrijfsvorm. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 12 van 128

1 Uittreksel Kamer van Koophandel Het bedrijf dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel met de bedrijfsactiviteiten waarvoor men gecertificeerd wenst te worden. Dan wel bedrijfsactiviteiten die hieraan ontleend kunnen worden. Te overleggen bewijsstukken: Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. In het uittreksel moet duidelijk de bedrijfsactiviteiten beschreven zijn. Bij eerste aanmelding dient de verklaring niet ouder te zijn dan zes (6) maanden. Bij wijziging van bedrijfsactiviteit, rechtsvorm of natuurlijk persoon dient dit gemeld te worden, waarbij tevens een nieuw uittreksel van K.v.K. meegestuurd moet worden. 2 Milieubeheervergunning/omgevingsvergunning of ontheffing Het bedrijf dient aan de lokale wet- en regelgeving m.b.t. het milieu te voldoen. Helaas zijn er grote verschillen in het lokale beleid op dit punt. De te overleggen bewijsstukken zijn afhankelijk van dit beleid. Te overleggen bewijsstukken: Kopie van de wet Milieubeheervergunning of een ontheffing daartoe, deze vergunning/ ontheffing dient niet ouder te zijn dan 10 jaar. Of, laatste inspectie verslag/ rapport gemeentelijke dienst. 3 Ordentelijke afvoerstromen Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat de afvalstromen goed zijn ingericht. Hierbij is het niet alleen van belang dat dit in lijn ligt met de milieu wetgeving, maar tevens hergebruik en recycling ondersteund (waar mogelijk gescheiden afvoer) Te overleggen bewijsstukken: Kopie overeenkomst/ recente facturen afhandeling van restmaterialen (zoals afgewerkte oliën, gebruikte auto-onderdelen en banden). Onder ISO 9001 en/of ISO 14001/140021 of in eigen beheer en in lijn met de afgegeven milieuvergunning(en). 4 Kopie legitimatiebewijs Kopie legitimatiebewijs van een tekenbevoegde. 5 Vragenlijst (nulmeting) De aan u door Duurzaam Repareren verstrekte vragenlijst. Hierbij dienen de vragen beantwoord te zijn m.b.t. de generieke eisen en de relevante specifieke eisen A1 t/m D2. Om vast te kunnen stellen of men compliant is aan het Deelnemersreglement/ Pakket van Eisen, is inzage door de CI, in de administratie noodzakelijk. De definitieve erkenning kent een tijdsduur van telkens één jaar. Het bedrijf wordt m.b.t. het behoudt van de certificatie elk jaar administratief getoetst en eens per drie jaar fysiek getoetst. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 13 van 128

Generieke eisen In het kader van de certificering zijn de navolgende generieke eisen van kracht. De generieke eisen zijn relevant voor alle bedrijven ongeacht de bedrijfsactiviteiten en bedrijfsvorm. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 14 van 128

Generieke eis nr. 1 Aanbieden milieuvriendelijke opties Basis eis Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste centraal onderdeel Zelfstandig locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Het doel van deze eis is om bij de klant (professioneel/ consument) het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven te stimuleren. Inzicht, advies en communicatie is hierin een belangrijk argument. De klant moet weten welke milieuvriendelijke alternatieven er voorhanden zijn bij de betreffende opdracht en wat het prijsverschil is. De offerte/ werkorder en het bestelsysteem dienen hierin te voorzien. De klant dient op basis van de aangeboden informatie een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hieronder treft u wat hulpvragen aan die u houvast bieden bij het implementeren van deze eis en waarop de auditeur let bij zijn controle: Hulpvragen bij generieke eis nr. 1 Is het voor de klant zichtbaar dat er milieuvriendelijk onderhoud en reparatie wordt aangeboden? Wordt milieubewust onderhoud en reparatie aangeboden aan de klant op een wijze dat deze een keuze heeft? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? NB: na certificering dient u ter ondersteuning van deze eis het muurschild zichtbaar op te hangen en de meegeleverde folders op de toonbank te plaatsen. Zodat u uw klant volledig kan informeren van uw duurzame bedrijfsvoering. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 15 van 128

Generieke eis nr. 2 Milieubewuste bedrijfsvoering (Ladder van Lansink 2.0) Basis eis Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste centraal onderdeel Zelfstandig locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% A Preventie De beste manier om met afval om te gaan is afval vermijden. Afval voorkomen wil zeggen dat we ervoor zorgen dat we geen afval genereren. Er zijn tal van mogelijkheden om afval te vermijden. De manier is; goed uitkijken en slim kopen. Het gaat er om alternatieven te vinden voor producten die afval met zich meebrengen. De Ladder van Lansink is een hulpmiddel. Wanneer deze stappen stelselmatig worden doorlopen, wordt de berg met restafval stelselmatig minder. De eerste stap is het voorkomen van afval. Wanneer dat uitgesloten is dan volgt stap 2 enzovoort. Stap 1 is preventie, waarbij naast afval productie (het voorkomen daarvan) ook het onnodig grondstoffen verbruik voorkomen dient te worden.. Voorkomen van afval en productverbruik start bij de bewustwording. Instrueer het personeel en maak hen bewust van het productverbruik en met name het onnodig verbruik (verspillen). Dit spaart het milieu maar beperkt ook de kosten. Soms is een duurzamer product duurder in aankoop, maar op de langere termijn dikwijls goedkoper omdat de volgende aankoop vaak aanzienlijk kan uitstellen terwijl men met goedkope, doch minderwaardige producten snel aan een nieuwe aankoop toe bent. En vergeet niet dat men de verpakking ook betaalt. Hier kan het gebruik van hervulbare verpakkingen een afvalvoorkomende een uitkomst bieden. B Hergebruik Hergebruik vereist weinig of geen energie of grondstoffen. Hergebruiken is gewoon iets opnieuw gebruiken in plaats van het nieuw te kopen. Product hergebruik is immers goedkoper dan grondstoffen hergebruik en nieuwkoop. Denk hierbij aan hergebruik van schuurpapier, maskeerfolie, sierlijsten of het gebruik van pluisvrije doeken i.p.v. de wegwerpdoeken of papier. Maar natuurlijk ook aan het gewoon repareren van een onderdeel i.p.v. vervangen. C Sorteren en Recycleren Is preventie en hergebruik niet mogelijk dan komt de volgende stap op de ladder en dat is recyclen. Wanneer een product dan toch als restmateriaal wordt aangeduid. Probeer dat dan zo zuiver mogelijk gescheiden aan te leveren aan een gespecialiseerd bedrijf. Dan kunnen grondstoffen hergebruikt worden. Restmaterialen, dienen altijd conform de voor het betreffende bedrijf geldende Milieuwetgeving en milieuvergunningen van het betreffende bedrijf verwerkt te worden, doch op een zo milieuvriendelijke wijze. Bijvoorbeeld dat er andere producten mee gemaakt kunnen worden. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 16 van 128

D Verbranden en storten De laagste twee treden van de ladder. Verbranden en storten moet zoveel mogelijk vermeden worden, maar zal voor sommige, niet-recycleerbare afvalstoffen echter nog steeds een noodzaak zijn. Hiermee zijn we de Ladder van Lansink afgedaald. De bovenste twee treden zijn en blijven de belangrijkste en we kunnen er heel wat aan doen om niet verder de ladder naar beneden te hoeven afdalen. Belangrijk is dat er een mindsetting komt binnen de bedrijven en men bewust(er) omgaat de grondstoffen. Bedenk hierbij dat onze grondstoffen niet onuitputtelijk zijn en in kostprijs zullen toenemen. Hiermee bewust omgaan is een must om de kosten in de hand te houden. Bij certificering beoordeelt de auditeur aan de hand van de Ladder van Lansink, de filosofie binnen het bedrijf aan de hand van de genomen maatregelen, de facilitaire voorzieningen en de geboden middelen. Daarnaast worden de Milieuvergunning en de eindbestemming (overeenkomsten ophaalbedrijf) van het restmateriaal gecontroleerd. Om dit te kunnen controleren dient er een vastlegging te zijn van de genomen milieuvriendelijke processtappen en/of werkwijze t.b.v. milieubelastende processen. Een bedrijf dat ISO 14001 gecertificeerd is heeft deze zaken al op orde op basis van hetgeen ISO hierover eist. Deze bedrijven hoeven dus geen aanvullende maatregelen te nemen. Bedrijven die niet ISO gecertificeerd zijn moeten een eigen verslaglegging tonen. Duurzaam Repareren stelt geen technische eisen aan de vastlegging mits dat de auditeur kan controleren hoe het bedrijf omgaat met de treden van de ladder van Lansink. Hulpvragen bij generieke eis nr. 2 Zijn alle medewerkers op de hoogte van het principe van de Ladder van Lansink? Zo nee: bent u van mening dat na bestuderen van dit principe de faciliteiten voldoende aanwezig zijn om het de werkwijze van de Ladder van Lansink toe te passen, zoals beschreven in het Pakket van Eisen? Is er een verslaglegging aanwezig waarmee het afvoerproces controleerbaar is voor de auditeur? Dit mag ISO zijn maar ook een systeem in eigen beheer. Denk hierbij ook aan: het beslu7it en de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Heeft u maximale aandacht voor het genereren van zo min mogelijk afval. Door bv gebruik van pluisvrije doeken ipv papier, het gebruik van vervulbare verpakkingen of door zo min mogelijk noodvoorzieningen te treffen. Is de gehanteerde systematiek controleerbaar voor de auditeur? Heeft u maximale aandacht voor het scheiden van uw afval? En zijn de faciliteiten voldoende aanwezig? Biedt u uw afval zoveel mogelijk aan t.b.v. recycling? Zodat uw afval niet onnodig op de afvalberg beland. Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 17 van 128

Generieke eis nr. 3 Milieuvriendelijk vervangend vervoer Basis eis Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Norm: nvt *wel eis 3.1 mbt eigen vervoer van toepassing Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Norm: nvt *wel eis 3.1 mbt eigen vervoer van toepassing Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie Norm: 100% Norm: 100% Ook bij vervangend vervoer dient men rekening te houden met het milieu. Wanneer men recht heeft op vervangend vervoer dient men de milieuvriendelijke opties topdown aan te bieden. Te beginnen met een fiets, emissielabel A auto, emissielabel B auto. Wanneer de vloot nog voertuigen bevat met emissielabel C auto s of hoger wordt hier met de auditeur afspraken over gemaakt hoe en wanneer deze te vervangen. De auditeur beoordeelt ook de informatieverstrekking naar de klant over de milieuvriendelijke keuzes.. Hulpvragen bij generieke eis nr. 3 Welke middelen biedt u aan als vervangend vervoer? Heeft u, in uw vervangend vervoer vloot, nog voertuigen met hoger dan een B label? Zo ja: wanneer lopen deze contracten af? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Generieke eis 3.1 Deze aanvullende eis is van toepassing bij gecertificeerde bedrijven met een mobiele bedrijfsvoering (een eigen wagenpark). Het beschrijft specifiek het bezit van een duurzaam voertuig (wagenpark) en het duurzaam op de weg houden ervan. Hieronder treft u uitgeschreven en schematisch aan waar het voertuig/wagenpark aan moet voldoen. Wanneer het voertuig (wagenpark) nu nog niet voldoet, wordt er samen met de auditeur een verbeterplan gemaakt zodat gaandeweg bij vervanging aan de gestelde eisen voldaan kan worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de doorlooptijd/afschrijving van het voertuig (wagenpark) en/of lopende contracten en/of garantievoorwaarden. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 18 van 128

Het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen (wassen) van het carrosserie, interieur, banden en autoruiten moet wel binnen het termijn (drie maanden) worden uitgevoerd conform de gestelde duurzaamheidseisen van Duurzaam Repareren. Wanneer het werk wordt uitbesteed kan dit onderbouwt worden door middel van het overleggen van het certificaat op naam van het bedrijf waar het werk wordt uitbesteed of het laten ondertekenen van de conformiteitsverklaring. Wanneer het werk in eigen beheer wordt uitgevoerd dient men zelf aan te tonen dat de werkzaamheden conform de gestelde eisen worden uitgevoerd. Het wagenpark/voertuig - Een duurzaam voertuig is: Schoon (minimale emissies van luchtverontreinigende stoffen) Zuinig (minimale uitstoot van CO2) Stil (minimale geluidsemissie) In het schema hierna ziet u waar de auditeur op controleert met betrekking een schoon, zuinig en stil voertuig. Mocht uw voertuig/wagenpark nog niet voldoen dan wordt er samen met de auditeur een verbeterplan gemaakt. Op dit verbeterplan wordt u periodiek gecontroleerd. Het op de weg houden Naast de aanschaf is het van belang dat het voertuig/wagenpark duurzaam onderhouden en gerepareerd wordt. Duurzaam beheren van het voertuigenpark voorkomt dat de milieuprestaties van de voertuigen verslechteren naarmate de auto s ouder worden en is dus van groot belang. De impact van onderhoud en reparatie ten opzichte van de aanschaf is vele malen groter. Het op de weg houden van het voertuig zorgt voor een vermenigvuldiging van de CO 2 -uitstoot. Zo veroorzaakt een gemiddelde schadereparatie maar liefst 75 kg aan CO 2 -uitstoot. Alleen in Nederland al zijn met schadereparaties al elk jaar 60 miljoen bomen gemoeid. Om een voertuig zijn volledige levensduur op de weg te houden, worden acht keer zoveel onderdelen geproduceerd dan er ooit gemonteerd werden tijdens de productie ervan. Onderhoud, reparaties en schadeherstel kunnen milieuvriendelijk gebeuren en hoeven niet meer te kosten. Voor het eigen voertuig/wagenpark wordt geeist dat het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen (wassen) van de carrosserie, interieur, banden en autoruiten wordt uitgevoerd conform de gestelde eisen die Duurzaam repareren hieraan stelt. Hierbij wordt er ook gecontroleerd op tijdig en juist onderhoud. Slecht onderhouden voertuigen lopen een grotere kans om meer brandstof te verbruiken en meer luchtverontreiniging te veroorzaken dan goed onderhouden (en afgestelde) voertuigen. Tijdig en juist onderhoud waarborgt immers de optimale werking van de auto (goed functionerend motormanagement, schone roet- en luchtfilters e.d.) en daarmee milieuvriendelijk gebruik. Bij tijdig en juist onderhoud worden consequent de onderhoudsvoorschriften conform de fabrieksspecificaties aangehouden. De auditeur controleert daarom of de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschriften tijdig en volledig worden nageleefd. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 19 van 128

Schema eisen generieke eis 3.1 Milieuaspect Wetgeving Eis Duurzaam Repareren eigen wagenpark Schoon Zuinig Onderhoud, reparatie schadeherstel en reinigen van carrosserie, interieur, banden en autoruiten Tijdig en volledige naleving op de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschrif ten wagenpark met een typegoedkeuring op basis van de emissieregelgeving voor zware voertuigen > 3.500 kg voldoen tenminste aan de EEVnorm Personenauto s hebben afhankelijk van hun massa een maximale CO2-uitstoot Bestelauto s hebben afhankelijk van hun massa een maximale CO2-uitstoot Geen Geen voertuig/wagenpark voldoen tenminste aan Euronorm 5, Euronorm 6 of EEV+ Personenauto s hebben een CO2-uitstoot die onder de maximale (massaafhankelijke) CO2-uitstoot ligt Bestelauto s hebben een CO2-uitstoot die onder de maximale (massa-afhankelijke) CO2-uitstoot ligt Voertuig is uitgerust met tenminste twee of meerdere brandstofbesparende opties t.b.v. zuinig rijgedrag Brandstofverbruikindicator via bijvoorbeeld e en boordcomputer of signaleringssysteem Schakelindicator Bandenspanningsmeter Snelheidsbegrenzer en cruisecontrol Zuinige airconditioning Zuinige (automatische) versnellingsbak Zuinige/stille banden Start/stop systeem Hybride aandrijving Worden de werkzaamheden uitgevoerd conform de gestelde eisen door Duurzaam Repareren Worden de werkzaamheden uitgevoerd conform de gestelde eisen door Duurzaam Repareren Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 20 van 128

Hulpvragen bij generieke eis nr. 3.1 Voldoet uw voertuig/wagenpark aan de voorgeschreven eisen mbt schoon, veilig, stil? Heeft uw voertuig > 3.500 kg tenminste twee op meerdere brandstofbeperkende opties? (zie lijst schema) Wordt het onderhoud, reparatie, schadeherstel en reinigen van de carrosserie, interieur, banden en autoruiten in eigen beheer of uitbesteed uitgevoerd conform de door Duurzaam Repareren gestelde eisen? Pleegt u onderhoud op de door de fabrikant voorgeschreven onderhoudsvoorschriften? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 21 van 128

Generieke eis nr. 4 Gebruik van producten Basis eis Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Om het Nederlandse wagenpark op de weg te houden is er veel onderhoud, reparatie, glasherstel en vervanging en schadeherstel nodig. Hierbij worden sinds oudsher allerlei producten gebruikt. De milieubelasting speelde tot voor kort geen rol. Inmiddels zijn er voor veel producten alternatieven voorhanden die minder schadelijk zijn voor mens en milieu. Omdat niet in alle situaties het gebruik van deze alternatieven toepasbaar is wordt er een ambitie in deze eis gelegd. Waar mogelijk binnen uw processen wordt het minst schadelijke alternatief geprevaleerd boven de milieuvervuilende en giftige alternatieven. De auditeur zal bij een fysieke controle letten op een evenwichtige verdeling van het gebruik van uw producten. Voor een goede afweging hebben wij een aantal generieke processen in kaart gebracht met daarin een verwijzing naar het minder schadelijke alternatief. Deze processen treft u in de bijlage aan. De specificaties van producten liggen in lijn met de Europese Richtlijnen EC verordening 1272/2008 (CLP) en REACH Verordening EC 1907/2006, de SVHC (Substances of very high concern van ECHA en met de SIN lijst (verzamelingen van alle stoffen die door NGO s worden aangegeven te moeten worden vervangen). Deze Europese Richtlijn laat stoffen toe die minder milieuvriendelijk zijn, mits de juiste persoonlijke bescherming middelen worden gebruikt zoals REACH deze voorschrijft. De voorwaarden zijn geldig gemeten vanuit het uiteindelijke mengsel en niet vanuit afzonderlijke componenten. In algemene term zijn dit producten die voldoen aan de volgende opsomming m.b.t. het schadelijke aspect voor mens en milieu: Milieu- en gezondheidsgevaar van mengsels conform CLP en REACH Gezondheidsgevaar van ingrediënten waardoor het mengsel als geheel ook gevaarlijk voor de gezondheid wordt geacht Milieugevaar van ingrediënten waardoor het mengsel als geheel ook gevaarlijk voor het milieu wordt geacht Algemene wetgeving Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 22 van 128

Toepassingsgebied: In bijlage 1 (Productenlijst) treft u de detailinformatie aan m.b.t. de eisen die gesteld worden aan middelen en van toepassing zijn op: Algemene reinigende, polijstende, drogende en conserverende middelen; Ruitenreinigers (niet de producten voor het vullen van het reservoir); Glansmiddel/vochtwerend middel voor het motorcompartiment; Kunststof en rubberreinigers; Lakverzegelaars; Lijm en kit; Velgenreinigers; Ontvetters; Reinigers voor bekleding en leer; Insectenverwijderaars; Smeermiddelen; Kruipolie; Kit/primer. Bovenstaande opsomming is niet uitputtend. De verwachting is dat er toenemend minder schadelijke alternatieven op de markt zullen verschijnen. Het PvE wordt hierop jaarlijks aangepast. De eisen zijn onverkort van toepassing op de lijmen en kitten, m.u.v. de verlijming en bevestiging van plaatwerk en constructieverlijmingen. In bijlage 1 producten lijst treft u een nader gespecificeerd overzicht aan van de producten die zijn uitgesloten voor gebruik. RI&E De risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) is al sinds 1 januari 1994 verplicht voor alle werkgevers (uitgezonderd ZZP'ers). Het plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de RI&E. Dat staat in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Elk bedrijf met personeel moet (laten) onderzoeken of het werk gevaar kan opleveren of schade kan veroorzaken aan de gezondheid van de werknemers. Dit onderzoek heet een RI&E en moet schriftelijk worden vastgelegd. Als de arbeidsomstandigheden in uw bedrijf veranderen, moet u de ook RI&E aanpassen. Denk hierbij aan de inrichting van een nieuwe productielijn, uitbreiding van uw dienstenpakket, een ingrijpende verbouwing of nieuwe taken voor uw medewerkers. De RI&E moet altijd actueel zijn en niet ouder dan 3 jaar. U dient minimaal 1x per jaar uw personeel te informeren over het de gevaarlijke stoffen, de persoonsbeschermingsmiddelen en het gebruik daarvan. Dit dient u schriftelijk vast te leggen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 23 van 128

Hulpvragen bij generieke eis nr. 4 Heeft u zich vergewist dat de door u gebruikte middelen/producten voldoen aan de specificaties zoals in deze eis (incl bijlage 1) beschreven en conform de veiligheidsbladen en REACH verordening? Kunt u een verklaring overleggen van uw NON paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Heeft u een RIE (risico inventarisatie en evaluatie plan) opgesteld aan de hand van gebruikte gevaarlijke stoffen, de bijbehorende veiligheidsbladen en de REACH verordening, die actueel en niet ouder dan 3 jaar is? Kunt u schriftelijk aantonen dat u uw personeel regelmatig informeert (minimaal 1x per jaar) over het gebruik van gevaarlijke stoffen en de bijbehorende persoonlijke veiligheidsmiddelen? Zijn de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen voorhanden en wordt er op toe gezien dat ze structureel worden gebruikt? Welke non paint leverancier gebruikt u? (*) Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? (*) Wanneer uw non-paint leverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 24 van 128

Generieke eis nr. 5 Bandenspanning Basis eis Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Norm: 100% De bandenspanning neemt per maand 4% tot 6% af (bron TNO) Het is niet bekend hoe vaak een Nederlandse automobilist zijn bandenspanning laat controleren maar er wordt uitgegaan van een gemiddelde afwijking (onderdruk) van 10% tot 25%. Onjuiste bandenspanning kent de volgende milieu effecten: Hogere brandstofverbruik; Hogere bandenslijtage; Grotere onveiligheid. Met die reden is het controleren en terugbrengen naar de juiste bandenspanning opgenomen in het Pakket van Eisen. Met de volgende handelingen: Bij ieder voertuigdoorgang (met uitzondering van glasherstel) wordt de bandenspanning gecontroleerd en indien noodzakelijk aangepast. Tolerantie van 0% op de door de fabrikant afgegeven waardes. De klant wordt geattendeerd op het feit dat de bandenspanning is gecontroleerd en indien noodzakelijk aangepast. De klant wordt geattendeerd op het feit dat een juiste bandenspanning van groot belang is; Het bedrijf biedt de klant de mogelijkheid om, buiten reparaties of andere werkzaamheden, de bandenspanning te laten controleren, al of niet tegen vergoeding. Optionele diensten Het gecertificeerde bedrijven kan optionele diensten aanbieden. Deze diensten zijn geen afkeurcriteria maar worden wel door ons aanbevolen. Afvullen met stikstof. Mits het op spanning houden van de banden consequent met stikstof plaatsvindt, kan het vullen met stikstof een wezenlijk bijdrage leveren; Het bedrijf biedt de mogelijkheid tot het leveren (inbouwen) van Tyre Pressure Monitor Systems; Indien het bedrijf werkzaamheden uitvoert aan banden voor voertuigen > 3.500kg denk er dan eens aan uw klant een bandenmanagementsysteem te leveren. Hulpvragen bij generieke eis nr. 5 Zijn de faciliteiten aanwezig om de bandenspanning te controleren bij elke voertuigdoorgang (m.u.v. glas)? Is de nodige informatie (af fabriek afgegeven waardes) voorhanden? Is uw opdracht/werkbon aangepast met deze verplichte controle? Wordt de klant geïnformeerd over het feit van controle en aanpassing? Wordt de klant geïnformeerd over de noodzaak van het rijden op een juiste bandenspanning? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 25 van 128

Generieke eis nr. 6 Uitbestede werkzaamheden Basis eis Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Norm: 100% Het is mogelijk dat het bedrijf de reparatie, delen van de reparatie of direct aan de reparatie gekoppelde werkzaamheden door derden laat uitvoeren. Te denken valt aan spuiterijen, smart repair specialisten en galvano bedrijven. Laatstgenoemde komt vooral voor bij carrosseriebouw, caravanherstellers en herstellers van zwaar materieel. Werkzaamheden die direct samenhangen met de reparatie en in opdracht van het gecertificeerde bedrijf worden uitgevoerd door derden zijn onderhevig aan de eisen die het PvE hieraan stelt. Anders gezegd, het bedrijf dient zich te vergewissen dat het bedrijf dit uitvoert conform de eisen. Bij audits dient men dit aan te kunnen tonen. Het is hierbij niet relevant of de werkzaamheden binnen het eigen bedrijf of op de locatie van de uitvoerder worden verricht. Het bedrijf kan conformiteit aantonen door: Te werken met bedrijven die eveneens door Duurzaam Repareren gecertificeerd/erkend zijn; Een verklaring van het bedrijf, dat men bekend is met de eisen en hieraan conform levert. o Bij gegronde twijfel kan de auditeur besluiten een steekproef uit te voeren bij de betreffende productleverancier(s). De kosten zijn dan voor het certificerende bedrijf. Een standaardverklaring treft u in de bijlage aan of kan bij het secretariaat van Duurzaam Repareren worden opgevraagd. Hulpvragen bij generieke eis nr. 6 Besteedt u werk u aan bedrijven die eveneens door Duurzaam Repareren gecertificeerd zijn? (u hoeft dan geen intentieverklaringen in te vullen) Besteedt u werk uit aan bedrijven die geen certificering van Duurzaam Repareren hebben? (U dient dan voor die werkprocessen een intentieverklaring in te laten vullen en deze te kunnen overleggen aan de auditeur) Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 26 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. BAND REPARATIE EN VERVANGING < 3500 kg Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) banden repareren en vervangen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen banden repareert of vervangt kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 27 van 128

Banden eis nr. 1 Europees Bandenlabel Bandenspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% M.i.v. 1 november 2012 zijn alle Europese verkooppunten van autobanden verplicht om informatie te geven over verkeersveiligheid, het brandstofgebruik en het omgevingsgeluid van de banden. Het verwachte netto voordeel van het verhoogde gebruik van brandstofefficiënte banden is een besparing van wel 4 miljoen ton CO2 per jaar (afhankelijk van de snelheid waarmee de markt overschakelt op brandstofefficiënte banden) en een aansturing van de markt in de richting van betere prestaties voor grip op nat wegdek. Het doel hiervan is automobilisten hier meer bewust van maken, waardoor de verkeersveiligheid toeneemt, de geluidsoverlast en energieverbruik afneemt. Op alle drie de categorieën mag geen afbreuk gedaan worden. De communicatie richting de klant dient dusdanig gericht te zijn dat alle aspecten duidelijk uitgelegd worden en dat het milieu zo veel mogelijk ontlast wordt. Hierbij moet men in de verkoop rekening houden dat banden met een G-prestatie voor rolweerstand en een F voor grip op nat wegdek in de certificering niet zijn toegestaan. Bij aanvang van de certificering dient er per direct een blokkade te komen op de inkoop van deze banden. Tijdens de fysieke toetsing worden er afspraken gemaakt over het termijn van de uitverkoop van de voorraad van banden met deze labels. Deze periode mag niet langer zijn dan 18 maanden. Verder moet de etikettering niet alleen op de banden worden vermeld maar ook op bijvoorbeeld de factuur en de technische documentatie. Voor de volledigheid hieronder nog even een toelichting waar de labeling uit bestaat: 1.Brandstofverbruik De brandstofefficiëntie wordt bepaald aan de hand van de rolweerstand van de band. Iedere band krijgt voor deze categorie een score toebedeeld, waarbij G het minst zuinig is en A het zuinigst is. Het brandstofverbruik tussen een set banden uit G en A kan 7,5% verschillen. Voor iemand die 15.000 km per jaar rijdt is de brandstofbesparing 75 liter per jaar.. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 28 van 128

2 Veiligheid De veiligheid van de band is gebaseerd op de remprestaties van de band op een nat wegdek. Ook in deze categorie geldt dat de band een score tussen de A en G krijgt, waarbij de A de beste score is en G de laagste. Bij een noodstop kan het verschil tussen set banden uit klasse F of uit klasse A 30% bedragen. Bij een snelheid van 80 km/h levert dit een kortere remweg van 18 meter op. 3 Geluid Voor iedere band wordt het geluid dat de banden maken gemeten. De mate van geluid wordt weergegeven door middel van golven. 3 golven = boven toekomstige EU norm 2 golven = voldoet aan toekomstige EU norm 1 golf = het geluid ligt ten minste 3 db onder toekomstige norm Het verschil tussen één en twee golven bedraagt 3dB, wat neerkomt op een halvering van het rolgeluid. Hulpvragen bij Banden eis nr. 1 H Is de informatie omtrent de drie categorieën van de labeling richting de klant conform de richtlijn? Zodat u zich hiermee kan profileren. Zijn de medewerkers op de hoogte van de labeling en de betekenis van de labeling? Is de labeling ook vermeld op de factuur en de technische informatie? Worden er geen banden met een G-prestatie voor rolweerstand en een F prestatie voor grip op nat wegdek aangeboden? Zo ja: heeft u de inkoop hiervan stop gezet? En is uw voorraad binnen 18 maanden uit te leveren? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 29 van 128

Banden eis nr. 2 Gebruikte autobanden Bandenspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% In deze eis zijn ontdoeners bedoeld onder deze categorie, verplicht om alle bandenstromen te registeren. Wij sluiten ons hierbij aan bij de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen. Hierin kunnen retailers evenveel gebruikte banden kosteloos laten inzamelen als dat zij nieuw verkopen. De inzameling vindt plaats volgens het principe éénmaal oud voor éénmaal nieuw. Aan de hand van uw administratie, zoals de inkoop- en verkoopadministratie, de registratie van het aantal ingenomen banden en de archivering van ondertekende begeleidingsbonnen, dient een ontdoener aan te kunnen tonen dat het aantal nieuw ingekochte banden in balans is met het aantal ingenomen gebruikte banden. Als ontdoener voldoet u aan uw registratieverplichting uit het Besluit als uw oud-voor-nieuwbalans in evenwicht is. De verplichting om de inname van gebruikte banden te registreren kunt u teruglezen in de Regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Inzamelingsbedrijven van gebruikte banden zijn vanuit deze wetgeving verplicht standaard begeleidingsformulieren bij inzameling van afvalstoffen in te vullen en een exemplaar bij hun klanten achter te laten. De inzamelingsbedrijven dragen zorg voor correcte inzameling en recycling. Er vindt standaard een splitsing plaats op banden met nog voldoende profiel (2 de handsmarkt), banden voor vernieuwing en afgedankte banden. Omdat deze duurzame procedure bij de inzamelingspunten goed is geregeld en er een standaard aanlevering plaatsvindt via de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen, is er geen recycling verplichting meer bij de verkooppunten. Hulpvragen bij Banden eis nr. 2 H Worden gebruikte banden op een juiste manier (voor recycling) afgevoerd? Is er een proces van afvoer en is dit conform de regelgeving vastgelegd? Worden gebruikte banden kosteloos ingenomen volgens de principe 1xoud 1x nieuw? Is uw administratie van ingekochte banden in balans met het aantal ingenomen gebruikte banden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 30 van 128

Banden eis nr. 3 Advisering Bandenspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Het bandenbedrijf dient over gekwalificeerd personeel te beschikken dat bekwaam is om banden te inspecteren en de klant te adviseren. In het bijzonder doelen wij op het vaststellen van verkeerde bandenspanning, scheve slijtage of afwijkingen in banden, vering of uitlijning. Deze elementen leiden immers tot hoger brandstofverbruik en slijtage van het voertuig en de banden. Het bedrijf hoeft gerelateerde werkzaamheden, bijvoorbeeld het uitlijnen van het voertuig of het vervangen van de schokbrekers, niet zelf uit te kunnen voeren, maar dient de klant wel te kunnen verwijzen. Hulpvragen bij Banden eis nr. 3 H Zijn uw medewerkers in staat om genoemde afwijkingen vast te stellen? Kunt u de meest voorkomende oorzaken hiervan ook verhelpen? Zo niet, kan u de klant dan doorverwijzen? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 31 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. BAND REPARATIE EN VERVANGING > 3500 kg Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) banden repareren en vervangen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen banden repareert of vervangt voertuigen met een totaal gewicht groter dan 3500kg incl. maximaal laadvermogen, dan kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 32 van 128

Banden 3500+ eis nr. 1 Bandenmanagement Bandenspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Wanneer het garagebedrijf ook banden levert, dan dient men de beschikking te hebben over een samenstel van diensten die tot duurzaamheid leiden voor het bedrijf en haar klant. Herprofilering Het bedrijf dient de kennis te beschikken om banden te herprofileren. Het daadwerkelijk uitvoeren van de herprofilering kan in huis gebeuren maar mag ook worden uitbesteedt. Uiteraard zijn veiligheid en inzetbaarheid van het voertuig leidend bij de keuze. Loopvlakvernieuwing Loopvlakvernieuwde banden hebben voor vrachtwagens en bussen de voorkeur, omdat het karkas van de oorspronkelijke band kan worden hergebruikt. Zo wordt het materiaalgebruik beperkt. Deze banden doen tegenwoordig kwalitatief niet meer onder voor nieuwe banden. Karkassen die voor vernieuwing gebruikt worden, moeten door een ISO-14.001 en ECE-R109 (*) gecertificeerde bandenvernieuwer op mogelijkheden tot hergebruik worden beoordeeld. Voor de productie van een vernieuwde band is tot 75% minder energie en grondstoffen nodig zijn dan voor een nieuwe band. Daarnaast neemt het storten van oude banden af. De helft van alle gemonteerde banden in Europa is voorzien van een nieuw loopvlak. Ook leidt het gebruik van loopvlakvernieuwde banden tot een verlaging van onderhoudskosten, waardoor er een verlaging van de kilometerkostprijs ontstaat. Vervanging Het garagebedrijf dient de klant op juiste wijze te adviseren. Ten aanzien van de rolweerstand, grip en geluidsproductie. In tegenstelling tot voertuigen tot 3.500kg hoeven de banden niet gestickerd te worden (EG/1222/2009 ), maar de informatie dient wel voorhanden te zijn en in het advies aan de klant te worden meegenomen. (*) sluit aan bij Criteria voor duurzaam inkopen van Zware motorvoertuigen en mobiele werktuigen inclusief onderhoud - Versie: 1.0 - Dit criteriadocument voor het duurzaam inkopen van zware voertuigen en mobiele werktuigen inclusief onderhoud is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Hulpvragen bij Banden 3500+ eis nr. 1 H Is de certificering (ISO-14.001 en ECE-R109) aanwezig om herprofilering of loopvlakvernieuwing veilig aan de klant aan te bieden? Wordt herprofileringen loopvlakvernieuwing toegepast? Wordt de klant op juiste wijze geadviseerd bij vervanging en is hiervoor de juiste informatie voorhanden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 33 van 128

Banden 3500+ Gebruikte autobanden Bandenspecialist eis nr. 2 Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% In deze eis zijn ontdoeners bedoeld onder deze categorie, verplicht om alle bandenstromen te registeren. Wij sluiten ons hierbij aan bij de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen. Hierin kunnen retailers evenveel gebruikte banden kosteloos laten inzamelen als dat zij nieuw verkopen. De inzameling vindt plaats volgens het principe éénmaal oud voor éénmaal nieuw. Aan de hand van uw administratie, zoals de inkoop- en verkoopadministratie, de registratie van het aantal ingenomen banden en de archivering van ondertekende begeleidingsbonnen, dient een ontdoener aan te kunnen tonen dat het aantal nieuw ingekochte banden in balans is met het aantal ingenomen gebruikte banden. Als ontdoener voldoet u aan uw registratieverplichting uit het Besluit als uw oud-voor-nieuwbalans in evenwicht is. De verplichting om de inname van gebruikte banden te registreren kunt u teruglezen in de Regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Inzamelingsbedrijven van gebruikte banden zijn vanuit deze wetgeving verplicht standaard begeleidingsformulieren bij inzameling van afvalstoffen in te vullen en een exemplaar bij hun klanten achter te laten. De inzamelingsbedrijven dragen zorg voor correcte inzameling en recycling. Er vindt standaard een splitsing plaats op banden met nog voldoende profiel (2 de handsmarkt), banden voor vernieuwing en afgedankte banden. Omdat deze duurzame procedure bij de inzamelingspunten goed is geregeld en er een standaard aanlevering plaatsvindt via de regeling Melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen, is er geen recycling verplichting meer bij de verkooppunten. Hulpvragen bij Banden eis nr. 2 H Worden gebruikte banden op een juiste manier (voor recycling) afgevoerd? Is er een proces van afvoer en is dit conform de regeling vastgelegd? Worden gebruikte banden kosteloos ingenomen volgens de principe 1xoud 1x nieuw? Is uw administratie van ingekochte banden in balans met het aantal ingenomen gebruikte banden? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 34 van 128

Banden 3500+ eis nr. 3 Advisering Bandenspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Het bandenbedrijf dient over gekwalificeerd personeel te beschikken die bekwaam zijn om banden te inspecteren en de klant te adviseren. In het bijzonder doelen wij op het vaststellen van verkeerde bandenspanning, scheve slijtage of afwijkingen in banden, vering of uitlijning. Deze elementen leiden immers tot hoger verbruik en slijtage van het voertuig en de banden. Het bedrijf hoeft gerelateerde werkzaamheden, bijvoorbeeld uitlijnen of schokbrekers vervangen, niet zelf uit te kunnen voeren, maar dient de klant wel te kunnen verwijzen. Hulpvragen bij Banden eis nr. 3 H Zijn uw medewerkers in staat om genoemde afwijkingen vast te stellen? Kunt u de meest voorkomende oorzaken hiervan ook verhelpen? Zo niet, kan u de klant dan doorverwijzen? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 35 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. ONDERHOUD EN REPARATIE < 3500KG Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) onderhoud en reparatie uitvoeren. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen onderhoud of reparaties uitvoert kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 36 van 128

Onderhoud & reparatie eis nr. 1 Demontage (originele) onderdelen Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: eis 2% van de totale vervanging Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan: Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Bovendien eist deze module een verregaandere mate van procesbeheersing binnen het bedrijf. Demontage bedrijven uit de module zijn aantoonbaar geschikte toeleveranciers voor marktpartijen. Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 37 van 128

Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde (originele) onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 38 van 128

Onderhoud & reparatie eis nr. 2 Controle op uitstoot Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Norm: 100% Door het gebruik, (nalatig) onderhoud of een defect kan een voertuig een onnodig hoge uitstoot van milieu- en gezondheid belastende gassen bezitten. Dit is niet alleen slecht voor het milieu maar leidt ook tot een hoger brandstofverbruik en slijtage van de motor. U dient bij elk regulier onderhoud (niet bij elke doorgang) een controle op de uitstoot te voltooien. De uitkomst moet met de klant en onderbouwt met een advies met de klant besproken worden. Het bedrijf dient over gekwalificeerd personeel en relevante apparatuur te beschikken om deze controle uit te voeren. Bedrijven die een APK erkenning hebben, beschikken hier over. Wanneer het bedrijf hiervoor niet geëquipeerd is, dan dient zij de klant te kunnen verwijzen. Benzinemotoren Met behulp van een viergastester wordt gecontroleerd of de uitstoot van de uitlaatgassen de wettelijke percentages niet overschrijdt en de fabrieksvoorschriften. Bij afwijkingen is het mogelijk dat de katalysator defect is, die de meeste schadelijke stoffen omzet. Dieselmotoren Bij dieselmotoren dient via de OBD (On-Board Diagnostics) het voertuig te worden gecontroleerd op foutmeldingen m.b.t. de uitstoot. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 2 Beschikt u over gekwalificeerd personeel om de testen uit te kunnen voeren? Beschikt u over apparatuur om de testen uit te kunnen voeren? Zo niet, wordt de klant bij vermoeden doorverwezen? (denk aan uw intentieverklaring zie generieke eis nr. 6) Is uw opdracht/werkorderbon aangepast op deze periodieke controle? Is bovenstaande controleerbaar voor de auditeur? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 39 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. ONDERHOUD EN REPARATIE 3.500 KG+ Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) onderhoud en reparatie uitvoeren aan voertuigen met een totaalgewicht groter dan 3500 kg, incl. maximaal laadvermogen.. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen onderhoud of reparaties uitvoert aan voertuigen met een totaal gewicht groter dan 3500kg incl. maximaal laadvermogen, dan kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 40 van 128

Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 1 Demontage (originele) onderdelen Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: eis 2% van de totale vervanging Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan: Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Bovendien eist deze module een verregaandere mate van procesbeheersing binnen het bedrijf. Demontage bedrijven uit de module zijn aantoonbaar geschikte toeleveranciers voor marktpartijen. Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 41 van 128

Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij de Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 42 van 128

Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 2 RetroFit Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% In aanvulling op het hergebruik van onderdelen (eis 1) wordt voor het onderhoud en reparatie aan voertuigen boven de 3500kg speciaal aandacht besteed aan het hergebruik van functionele elementen, retro-fit genoemd. Hierbij moet aan functionele elementen worden gedacht zoals: Laadkleppen; Kiepers; Koelinstallaties of delen daarvan (compressor e.d.); Kraan- en takelinstallaties. Het bedrijf dient retro-fit toe te passen en in ieder geval in zijn propositie mee te nemen. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 2 Worden en Retrofit oplossingen aangeboden aan de klant? Is er een eigen opslag van elementen die geschikt zijn voor Retrofit? Zijn er externe leveranciers voor Retrofit elementen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 43 van 128

Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 3 Werkzaamheden aan mobiele koelinstallaties Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Norm: 100% Bij de werkzaamheden aan mobiele koelinstallaties wordt er gewerkt met gassen die slecht voor milieu en mens zijn. De zogenaamde F-gassen. Werkzaamheden moeten strikt uitgevoerd worden onder de relevante regelgeving, EG 842/2006 (Besluit gefluoreerde broeikasgassen Wms 2007). De etikettering dient op adequate wijze te zijn georganiseerd, conform EG 1494/2007. De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen dienen beschikbaar te zijn en te worden gebruikt door de medewerkers. Een juiste koudemiddelenregistratie te bezitten. In deze registratie wordt bijgehouden de hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen die wordt gevuld of bijgevuld in koelinstallaties en de teruggewonnen hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen uit koelinstallaties evenals de bestemming hiervan. Diploma s en opleidingen Als de inhoud aan HFK's of HCFK's beneden de 3 kg blijft geldt: geen plicht tot het hebben van een bedrijfscertificaat voor het installeren of onderhouden van deze containers; slechts de plicht tot het hebben van een diploma (Cat 1, 2 of 3) voor het terugwinnen van het koudemiddel bij onderhoud aan of ontmanteling van de installatie. Als de inhoud 3 kg of meer bedraagt, wordt de container als een grote mobiele koelinstallatie beschouwd en geldt voor certificering en diplomering: voor installatie- en onderhoudswerkzaamheden is een bedrijfscertificaat verplicht; personeel dat aan de installatie mag werken moet over een diploma koelinstallaties categorie I beschikken. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie 3500+ eis nr. 3 Zijn de werkzaamheden op juiste wijze ingericht (compliancy)? Zijn de juiste PBM beschikbaar en worden ze gebruikt? Beschikt u over de juiste certificaten en gediplomeerde medewerker(s)? Is er een goede koudemiddelen registratie? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 44 van 128

Onderhoud & Reparatie 3500+ eis nr. 4 Bandenmanagement Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Wanneer het garagebedrijf ook banden levert, dan dient men de beschikking te hebben over een samenstel van diensten die tot duurzaamheid leiden voor het bedrijf en haar klant. Herprofilering. Het bedrijf dient over de apparatuur en de kennis te beschikken om banden te her profileren. Wanneer mogelijk dient dit ook te worden toegepast. Uiteraard zijn veiligheid en inzetbaarheid van het voertuig leidend bij de keuze. Loopvlakvernieuwing Loopvlakvernieuwde banden hebben voor vrachtwagens en bussen de voorkeur, omdat het karkas van de oorspronkelijke band kan worden hergebruikt. Zo wordt het materiaalgebruik beperkt. Deze banden doen tegenwoordig kwalitatief niet meer onder voor nieuwe banden. Karkassen die voor vernieuwing gebruikt worden, moeten door een ISO-gecertificeerde bandenvernieuwer op mogelijkheden tot hergebruik worden beoordeeld. Voor de productie van een vernieuwde band is tot 75% minder energie en grondstoffen nodig zijn dan voor een nieuwe band. Daarnaast neemt het storten van oude banden af. De helft van alle gemonteerde banden in Europa is voorzien van een nieuw loopvlak. Ook leidt het gebruik van loopvlakvernieuwde banden tot een verlaging van onderhoudskosten, waardoor er een verlaging van de kilometerkostprijs ontstaat. Vervanging Het garagebedrijf dient de klant op juiste wijze te adviseren. Ten aanzien van de rolweerstand, grip en geluidsproductie. In tegenstelling tot voertuigen tot 3.500kg hoeven de banden niet gestickerd te worden (EG/1222/2009 ), maar de informatie dient wel voorhanden te zijn en in het advies aan e klant te worden meegenomen. Hulpvragen bij onderhoud & reparatie 3500+ eis nr. 4 H Wordt herprofilering toegepast? Wordt loopvlak vernieuwing toegepast? Wordt de klant op juiste wijze geadviseerd bij vervanging en is hiervoor de juiste informatie voorhanden? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 45 van 128

Onderhoud & reparatie 3500+ eis nr. 5 Controle op uitstoot Garagebedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: nvt Norm: nvt Norm: 100% Norm: 100% Door het gebruik, (nalatig) onderhoud of een defect kan een voertuig een onnodig hoge uitstoot van milieu- en gezondheid belastende gassen bezitten. Dit is niet alleen slecht voor het milieu maar leidt ook tot een hoger brandstofverbruik en slijtage van de motor. U dient bij elk regulier onderhoud (niet bij elke doorgang) een controle op de uitstoot te voltooien. De uitkomst moet met de klant en onderbouwt met een advies met de klant besproken worden. Het bedrijf dient over gekwalificeerd personeel en relevante apparatuur te beschikken om deze controle uit te voeren. Bedrijven die een APK erkenning hebben, beschikken hier over. Wanneer het bedrijf hiervoor niet geëquipeerd is, dan dient zij de klant te kunnen verwijzen. Benzinemotoren Met behulp van een viergastester wordt gecontroleerd of de uitstoot van de uitlaatgassen de wettelijke percentages niet overschrijdt en de fabrieksvoorschriften. Bij afwijkingen is het mogelijk dat de katalysator defect is, die de meeste schadelijke stoffen omzet. Dieselmotoren Bij dieselmotoren dient via de OBD (On-Board Diagnostics) het voertuig te worden gecontroleerd op foutmeldingen m.b.t. de uitstoot. Hulpvragen bij onderhoud en reparatie eis nr. 5 Beschikt u over gekwalificeerd personeel om de testen uit te kunnen voeren? Beschikt u over apparatuur om de testen uit te kunnen voeren? Zo niet, wordt de klant bij vermoeden doorverwezen? (denk aan uw intentieverklaring zie generieke eis nr. 6) Is uw opdracht/werkorderbon aangepast op deze periodieke controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 46 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. SCHADEHERSTEL < 3500KG Onlosmakelijk onderdeel van het Pakket van Eisen Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) schadeherstellen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen schadeherstelt kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 47 van 128

Schadeherstel eis nr. 1 Demontage onderdelen Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: eis 2% van de totale vervanging Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging In Nederland rijden ruim zeven miljoen personen auto s. Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast het produceren van de auto s levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het bestluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan: Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 48 van 128

Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij de Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***. Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 49 van 128

Schadeherstel eis nr. 2 Moderne reparatie methodes Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: in 70% van de reparaties Hightech: Vaste locatie Norm: in 70% van de reparaties Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes. Uitdeuken Zonder Spuiten (UZS) Het zijn werkzaamheden waarbij geen spuitwerkzaamheden meer voorkomen. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met speciale tools, verlijming van adapters met slagtrekker en deukenlifter. Push en Paint Het ook wel genaamde; voordrukken, waarbij mogelijk nog plaatwerk moet worden uitgevoerd met hamer en tas. Echter het bewerkingsoppervlak wordt hiermee wel beperkt. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met speciale tools met daarop tips gemonteerd, verlijming van adapters met slagtrekker en / of minilifter. Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, daklijsten, tunnelbak, etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen. Zoals bijvoorbeeld na inbraak of het in- of uitbouwen van radio of autotelefoon kan het dashboard beschadigd zijn. Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig. Koplampreparatie Na een aanrijding blijft de schade meestal niet beperkt tot de bumper, maar zijn vaak ook de bevestigingspunten van de koplampen afgebroken, deze zijn perfect te lassen op een dergelijke manier dat ook de crashveiligheid blijft gewaarborgd. Ook kan bij beschadiging van het kunststof koplampglas door middel van schuurtechnieken, en het opnieuw aanbrengen van een UV bestendige blanke lak, de beschadigde koplamp hergebruikt worden. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 50 van 128

Waar mogelijk en in minimaal de genoemde norm van de voorkomende gevallen dienen deze methodes als reparatiemethodiek aan de consument (zakelijk en particulier) middels een op maat gemaakte offerte te worden aangeboden. Hierbij is wel een goede uitleg noodzakelijk over de gelijkwaardige kwaliteit van de uitgevoerde reparatie. Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 2 Wordt er conform de genoemde normen in de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 51 van 128

Schadeherstel eis nr. 3 Spotrepair Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: in 70% van de reparaties Hightech: Vaste locatie Norm: in 70% van de reparaties SpotRepair (SR) is in de basis kleine beschadigingen (punt) te herstellen met 100% resultaat, zonder dat het hele plaatdeel gespoten of volledig gedemonteerd dient te worden. Deze methode is hierdoor milieuvriendelijk en voor de klant efficiënt en goedkoper. Waar mogelijk dient deze methode als techniek aan de consument (zakelijk en particulier) middels een op maat gemaakte offerte te worden aangeboden. Hierbij is wel een goede uitleg noodzakelijk over de gelijkwaardige kwaliteit van de uitgevoerde reparatie. De norm bij deze eis is dat deze methode (ongeacht welke bullit) in minimaal 10% controleerbaar is aangeboden: Kenmerken SpotRepair 1. Relatief kleine lakbeschadiging, zonder plamuurwerk 2. Maximale werkoppervlakte ter grootte van 6 dm² (A4) 3. Bewerkingsoppervlakte ligt op 1 of meerdere delen 4. Dicht bij de rand van een paneel of karakterlijn Wat zijn de mogelijkheden met SpotRepair? Delen die uitermate geschikt zijn voor de SpotRepair methode, zijn de staande delen. Enkele voorbeelden: 1. Staande deel kofferdeksel 2. Wielkuip randen 3. Bumpers 4. Dorpels 5. Daklijnen ZONE A : Niet geschikt voor SpotRepair ZONE B : Beperkt geschikt voor SpotRepair Beschadiging max. 10 centimeter van een naad of karakterlijn. Zone C : Geschikt voor SpotRepair Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 52 van 128

Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 3 Wordt er in minimaal de genoemde norm van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 53 van 128

Schadeherstel eis nr. 4 Productgebruik voor het (over)spuiten van voertuigen of onderdelen Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Deze eis valt onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG). Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E). Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan: De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking. Toepassingsgebied A A1 A2 B C Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen. Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof). Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling. Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen. Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 54 van 128

C1 C2 D D1 D2 E Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak. Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting; Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken: Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings. Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen. Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols. De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld. Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt verstaan o.a.: Aceetaldehyde Acrylonitril Acrylzuur Benzeen Butadieen (1,3~) Dichloormethaan Methylamine Methylchloride Methylisocyaanzuuaat Perchlooretheen Styreen Tolueen Fenol Trichloorethaan (1,1,1~) Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 55 van 128

Formaldehyde Methanol Styreen (Ethenybenzeen) Trichlooretheen Trichloorbenzeen Vinylchloride Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen) Productcategorie Coatings Richtlijn 2004/42/EG AMBITIE niveau A Voorbehandeling en reiniging VOS g/l (*) VOS g/l (*) Voorbehandeling 850 800 Oppervlaktereinigers 200 180 B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) 250 200 C Surfacers Surfacers/fillers en sealers 540 530 Etsende primers Washprimers 780 750 D Aflakken Alle types(***) (****) 420 400 E Speciale lakken Alle types (***) 840 800 Aanvullende normen: Tolueen en Trichloorbenzeen zijn zeer krachtige maar helaas ook zeer schadelijke oplosmiddelen. Voor consumentenproducten geldt een verbod op deze stoffen (2005/59/EG). Bij professioneel gebruik zijn deze stoffen (helaas) nog toegestaan. Wij bepleiten echter het gebruik zoveel als mogelijk te vermijden. Op basis van de concentraties van de grote producenten stellen wij hieraan de volgende grenswaarden: Cat. A Voorbehandeling en reiniging < 5,5 % Cat. B Vulmiddelen en plamuren < 5% Cat. C Surfacers, fillers en sealers < 0,2% Cat. D Aflakken < 0,1% Cat. E Speciale lakken < 0,5% Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 56 van 128

(*) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. (**) Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen (< 14%) arm dient te zijn. (***) Overwegend watergedragen lakken zijn toegestaan. Bij het gebruik van andere lakken dan watergedragen dient tijdens de fysieke controle een onderbouwing met bijhorende documentatie ter inzage te worden gegeven. (****)Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van loodvrije topcoats. U wordt verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt tzt wel verwacht. Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 C naar 60 C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 C ) drogingen. Productcategorie Coatings Gemiddelde droogtijd A Voorbehandeling en reiniging Voorbehandeling nvt Oppervlaktereinigers nvt B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) nvt C Primers Surfaces (UV) /Fillers < 20 minuten Washprimers nvt D Aflakken Alle types < 40 minuten E Speciale lakken Alle types < 55 minuten Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 57 van 128

Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 4 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis Tolueen en Trichloorbenzeen arm? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM in acht genomen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 58 van 128

Schadeherstel eis nr. 5 Repareren i.p.v. vervangen Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Norm: 90% van het aanbod Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Norm: 90% van het aanbod Lowtech: Vaste locatie Norm: 90% van het aanbod Hightech: Vaste locatie Norm: 70% van het aanbod Duurzaamheid is feitelijk een initiatief waar gezocht wordt naar methodes om het milieu te ontzien, zo min mogelijk aanspraak te maken op grondstoffen, profijtelijkheid voor u na te streven en de kosten voor de klant te verlagen. Dit lijkt misschien ideologisch maar is op sommige punten heel goed bereikbaar. Een goed voorbeeld is de keuze tussen vervangen of repareren. Wanneer een onderdeel, bijvoorbeeld een bumper, beschadigd is dan zullen de reparatiekosten vanaf een bepaalde kostprijs van de bumper, dalen. Het wordt voor de klant dus goedkoper. Echter, omdat u meer arbeid levert stijgt ook voor u het profijt. Het milieu is de grote winnaar. Er hoeft immers geen nieuwe bumper geproduceerd te worden en een oude afgevoerd. Wij hebben een tabel ontwikkeld die als richtlijn kan worden gebruikt. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 59 van 128

Voorbeeldberekening bumper vervangen - reparatie Materiaal Gespoten bumper Ongespoten bumper Bewerking Vervangen Herstellen Vervangen Herstellen Bumper 350,00-350,00 - Klein materiaal 7,00 17,00 7,00 17,00 Demontage in AE 5 5 5 5 Herstellen in AE - 20-20 Voorbewerken in AE 5 10 - - Spuiten in AE 16 21 - - Spuitmateriaal 45,00 50,00 - - Montage in AE 5 5 5 5 Kosten Materiaal in 402,00 67,00 357,00 17,00 Arbeid in AE 31 61 10 30 Tarief per AE in 7,00 7,00 7,00 7,00 Arbeidskosten in 217,00 427,00 70,00 210,00 Totale kosten in 619,00 494,00 427,00 227,00 Bijkomende kosten Huurdag 0,00 35,00 0,00 0,00 Bestellen bumper 5,00 0,00 5,00 0,00 Ontvangen factuur 0,00 0,00 Verwerken factuur 24,50 0,00 24,50 0,00 Betalen factuur 0,00 0,00 Afvoer bumper 10,00 0,00 10,00 0,00 Afvoer verpakkingsmateriaal 5,00 0,00 5,00 0,00 Totale kosten in 663,50 529,00 471,50 227,00 Verschil in 134,50 244,50 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 60 van 128

Voorgaande tabel maakt duidelijk dat repareren soms prevaleert boven vervangen. In het rekenvoorbeeld is het voordeel voor de klant 134,50. De hersteller verricht echter bijna twee maal zoveel arbeid. Om een goede en structurele afweging tot herstellen te maken dient het (Audatex) calculatiesysteem default op H (herstellen) te staan. Bij de audits zal hierop gecontroleerd worden. Hulpvragen bij Schadeherstel eis nr. 5 Maakt u bij relevante schades een bewuste keuze tussen repareren of vervangen? Hanteert u hierbij het model van Duurzaam Repareren? Biedt u uw klant pro actief een keuze aan? Staat het calculatie systeem default op herstellen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 61 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. SCHADEHERSTEL > 3500KG Onlosmakelijk onderdeel van het Pakket van Eisen Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) schadeherstellen. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen schadeherstelt aan voertuigen > 3500 KG kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 62 van 128

Schadeherstel 3500+ eis nr. 1 Demontage onderdelen Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: eis 2% van de totale vervanging Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging In Nederland rijden ruim acht miljoen voertuigen. Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast de productie van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Product hergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen wordt verstaan: Gebruikte onderdelen (hergebruik), zowel cosmetische als technische delen; Ruildelen (deelrevisie); Gereviseerde onderdelen. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren erkent hierbij de norm Kwaliteit Zorg Demontage (KZD) module *** (KZD ***) uitgegeven door stichting KZD. Demontagebedrijven die aan dit niveau voldoen, geven niet alleen de zekerheid over de herkomst van een origineel gedemonteerd onderdeel, maar kunnen ook de kwaliteit van het origineel gedemonteerd onderdeel aangeven middels de zgn. classificatie. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 63 van 128

Gedemonteerde onderdelen die binnen het regime van Duurzaam Repareren worden gebruikt, mogen alleen bij door de stichting KZD gecertificeerde bedrijven in module *** worden afgenomen. De betreffende demontage bedrijven worden op de website van de Duurzaam Repareren bekend gemaakt. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, mits nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens die voorhanden zijn bij Duurzaam Repareren en stichting KZD m.b.t. erkende demontagebedrijven module ***. Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen afkomstig van KZD *** aangemerkte bedrijven? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 64 van 128

Schadeherstel eis 3500+ nr. 2 Moderne reparatie methodes Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Norm: 100% van de reparaties Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Norm: 100% van de reparaties Lowtech: Vaste locatie Norm: 20% Norm: 20% Hightech: Vaste locatie Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes. De norm bij deze eis is dat deze methode (ongeacht welke bullit) in minimaal 20% controleerbaar is aangeboden: Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, daklijsten, tunnelbak, etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen. Zoals bijvoorbeeld na inbraak of het in- of uitbouwen van radio of autotelefoon kan het dashboard beschadigd zijn. Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig. Koplampreparatie Na een aanrijding blijft de schade meestal niet beperkt tot de bumper, maar zijn vaak ook de bevestigingspunten van de koplampen afgebroken, deze zijn perfect te lassen op een dergelijke manier dat ook de crashveiligheid blijft gewaarborgd. Ook kan bij beschadiging van het kunststof koplampglas door middel van schuurtechnieken, en het opnieuw aanbrengen van een UV bestendige blanke lak, de beschadigde koplamp hergebruikt worden. Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 2 Wordt er conform de norm gebruik gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 65 van 128

Schadeherstel 3500+ eis nr. 3 Productgebruik voor het (over)spuiten van voertuigen Schadeherstelbedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. 3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer: Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 66 van 128

De wetgever maakt twee uitzonderingen: De restauratie van oldtimers; Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen). In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E). Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan: De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking. Toepassingsgebied A A1 A2 B Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen. Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof). Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling. Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 67 van 128

C C1 C2 D D1 D2 E Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden. Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak. Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting; Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken: Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings. Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen. Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols. De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 68 van 128

Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan: Aceetaldehyde Acrylonitril Acrylzuur Benzeen Butadieen (1,3~) Dichloormethaan Methylamine Methylchloride Methylisocyaanzuuaat Perchlooretheen Styreen Tolueen Fenol Trichloorethaan (1,1,1~) Formaldehyde Methanol Styreen (Ethenybenzeen) Trichlooretheen Trichloorbenzeen Vinylchloride Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen) Productcategorie Coatings Richtlijn 2004/42/EG AMBITIE niveau A Voorbehandeling en reiniging VOS g/l (*) VOS g/l (*) Voorbehandeling 850 800 Oppervlaktereinigers 200 180 B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) 250 200 C Surfacers Surfacers/fillers en sealers 540 530 Etsende primers Washprimers 780 750 D Aflakken Alle types (***) - (****) 420 400 E Speciale lakken Alle types (***) - (****) 840 800 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 69 van 128

Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. (**) Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te zijn. (***) Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt Verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. (****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 C naar 60 C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 C ) drogingen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 70 van 128

Productcategorie Coatings Gemiddelde droogtijd A Voorbehandeling en reiniging Voorbehandeling nvt Oppervlaktereinigers nvt B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) nvt C Primers Surfaces (UV) /Fillers < 20 minuten Washprimers nvt D Aflakken Alle types < 40 minuten E Speciale lakken Alle types < 55 minuten Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 3.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 71 van 128

3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen 3.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar. 3.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde. Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt). Hulpvragen bij Schadeherstel 3500+ eis nr. 3.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 72 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. GLASHERSTEL EN -VERVANGING (VOORLOPIG GEEN SPECIFICATIES VOOR 3.500+) Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die (o.a.) glasherstel en vervanging uitvoeren. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen glasherstel uitvoert kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 73 van 128

Glasherstel eis nr. 1 Reparatie versus vervangen Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Richtlijn: 50% van het aanbod Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Richtlijn: 50% van het aanbod Lowtech: Vaste locatie Richtlijn: 50% van het aanbod Hightech: Vaste locatie Richtlijn: 50% van het aanbod 1. Sterreparatie is een ingeburgerde en geaccepteerde vorm van reparatie. De reparatie is sneller uitgevoerd, is voor de klant/ verzekeraar kosten efficiënt maar is bovenal duurzamer. Er hoeft immers geen nieuwe ruit geproduceerd te worden en oude ruit afgevoerd. Vanuit deze filosofie wordt sterreparatie geprevaleerd boven ruit vervanging, mits dat alle veiligheidsvoorschriften (locatie en vorm van de ster) in acht genomen zijn. 2. Tijdens de fysieke toetsing zal de auditeur controleren of de verdeling repareren vervanging op 50/50 ligt. Wanneer in zijn mening de verdeling anders ligt wordt er om een onderbouwing gevraagd. Om de verdeling te kunnen toetsen wordt er een ordentelijke administratie geëist, waarbij de schade en de voorgestelde actie hierop, dient te worden afgetekend op de werkorderbon. Bij ruitschades die tot vervanging leiden dienen er foto s te worden gemaakt waarbij de schade wordt onderbouwd met een liniaal. Deze foto s dienen bij verzoek aan de opdrachtgever overlegd te worden en bij de werkorderbon gearchiveerd te worden. 3. De intake dient afgestemd te worden met de klant. De auditeur kan in haar controle ad random werkbonnen controleren of er niet onnodig wordt vervangen. 4. De harsen en pitfiler ten behoeve van ruit reparatie dienen te voldoen aan den volgende normeringen: BSI gecertificeerd CLP verordening Reach verordening 5. De leverancier is verplicht de gebruikers de MSDS veiligheid bladen beschikbaar te stellen. 6. Bij iedere vervanging dient gedocumenteerd te worden de batchnummers van de gebruikte materialen, zodat achteraf controle kan plaatsvinden bij claims of terugroep acties. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 1 Is uw (of kan uw) werkorderbon voorzien van een tekening waarop de schadelocatie en uit te voeren werkzaamheden genoteerd kan/kunnen worden? Stemt u de werkzaamheden af met uw klant? Worden er schade die leiden tot ruit vervanging foto s gemaakt waarbij de schade is onderbouwd met een liniaal? Worden de foto s aan de werkorderbon gehecht en gearchiveerd ter beoordeling Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde richtlijn (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 74 van 128

Glasherstel eis nr. 2 Siliconen verwijderaar Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Bij de generieke eisen worden de specificaties weergegeven waaraan de middelen/producten die u gebruikt, dienen te voldoen. Hiervan dient u een verklaring te kunnen overleggen van uw leverancier. Specifiek voor glasherstel zijn de siliconen verwijderaars. Siliconen verwijderaars dienen vrij te zijn van de stoffen zoals bij de generieke eisen vermeld. Hiernaast dienen ze echter minimaal te voldoen aan de directive 2004/42/. Ook hiervan dient u een verklaring van uw leverancier te kunnen overleggen aan de auditeur. Het meest belangrijk bij het gebruik van welk merk urethane kit, is dat de fitter het systeem van de fabrikant dient te volgen. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 2 Voldoet de door u gebruikte siliconenverwijderaar aan de specificaties? Kunt u een verklaringen van uw leverancier(s) overleggen tijdens een fysieke controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 75 van 128

Glasherstel eis nr. 3 Veiligheid Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Glas is een essentieel onderdeel Glas is een essentieel onderdeel van het voertuig. Bij de constructie van het voertuig worden toenemend lichtere metalen gebruikt en ook de oppervlakte van het glas neemt toe. De stijfheid van het chassis en de stevigheid van de kooiconstructie is steeds meer afhankelijk van het glas. Afhankelijk van het model varieert dit tussen de 35% tot wel 60%. Niet alleen vanwege als onderdeel van de kooiconstructie, maar ook als tegen wig voor de airbags. Het vervangen van ruiten is daarom ook in toenemende mate bepalend voor de veiligheid van het voertuig. Ook in het kader van duurzaamheid dienen er daarom eisen gesteld te worden. Glaskwaliteit Het is uitsluitend toegestaan om ruiten te monteren die voldoen aan de wetgeving in het algemeen en de E/ ECE/324 normering in het bijzonder. Het is niet toegestaan ruiten te monteren van inferieure of onbekende kwaliteit. De specificaties ten aanzien van de dikte en sterkte van het glas dienen origineel gelijkwaardig te zijn (fabriekspecificaties). Lijmen Moderne ruiten worden veelal gelijmd. De karakteristieken van de lijm bepalen de juistheid van de constructie. Het is van belang dat de lijmen worden aangewend zoals door de fabrikanten voorgeschreven. Tevens is het van belang dat de aanwending conform voorschriften plaatsvindt. Reparatie Harsen die gebruikt worden voor de reparatie van ruiten (sterren), dienen kwalitatief de stevigheid van de ruit te borgen. Anderzijds dient de hars in het kader van Duurzaam Repareren niet onnodig milieuvervuilend en/ of schadelijk voor de gebruiker te zijn. De gebruikte middelen dienen hierop bij voorkeur positief beproefd te zijn volgens de BS AU 251: 1994 voorschriften. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 3 Gebruik u glas dat gelijkwaardig is aan het origineel en is dit voorzien van een E-nummer? Gebruikt u raamlijmen en kitten die worden voorgeschreven door de fabrikant? Gebruikt u bij reparaties harsen die geen concessies doen aan de veiligheid? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 76 van 128

Glasherstel eis nr. 4 Allergenen Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% 2-HEMA UV-initiatoren zijn bijzonder agressieve bestandsdelen. Onderzoek toont aan dat één op de vijf mensen irritaties oplopen. Dit wordt metname veroorzaakt door 2-hydroxyethyl methacrylate, beter bekend als 2-HEMA. Het heeft de grootste voorkeur om producten te gebruiken die deze stoffen niet bevatten. Indien producten gebruikt worden die dit wel bevatten dan dienen de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gebruikt. Conform voorschriften van de leverancier en REACH verordening. Activatoren De 2-HEMA UV-iniatiatoren zijn niet zeer schadelijke allergenen, die vaak voorkomen in producten gebaseerd op UV-techniek. De grote leveranciers (bijvoorbeeld SIKA, DOW en Teroson) leveren producten die niet gebaseerd zijn op UV, maar harden op basis van luchtvochtigheid en temperatuur. Deze zijn uiteraard aan te bevelen, aangezien 2-HEMA componenten ontbreken. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 4 Gebruik u kitten die vrij zijn van 2-HEMA UV-initiatoren? Zo niet, zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig, bekend bij de medewerkers en worden ze structureel gebruikt? Heeft u rekening gehouden met de aanbeveling m.b.t. het gebruik van Activatoren? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 77 van 128

Glasherstel eis nr. 5 Verpakking / emballage Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Het is belangrijk dat de glasleverancier de verpakkingsmaterialen zoveel als mogelijk beperkt en dat deze voor zover mogelijk ecologisch verantwoord zijn. Het heeft de voorkeur dat de leverancier een retourname regeling heeft van emballage Vrijwel alle grote autoglas leveranciers voorzien in een retourname regeling van de emballage. Indien de leverancier geen retourregeling voor de emballage heeft, dan dient te worden aangetoond dat de verpakkingsmaterialen gescheiden worden verzameld en voor recycling worden aangeboden. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 5 Heeft uw leverancier een retour emballage regeling? Zo niet, worden de verpakkingsmaterialen gescheiden afgevoerd? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 78 van 128

Glasherstel eis nr. 6 Glas Kwaliteit Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Bij het vervangen van de ruit moet een ruit geplaatst worden gelijkwaardig aan de fabrieks-specificatie. Deze specificaties kunnen betrekking hebben op o Dikte (in verband met bijtellingregelingen en gewichtsbesparing uit milieu oogpunt) o Buiging en pasvorm, in verband met de voorgeprogrammeerde beweging van de wisserbladen extra windgeruis met invloed op de vermoeidheid van de bestuurder integrale stijfheid carrosserie handeling bij hogere snelheden door gewijzigde luchtstromen hogere verbruikscijfers door ongunstigere aerodynamische vorm (CW-waarde) Technische specificaties, zoals isolatiewaarde (vermindering gebruik airco) en geluidswerende eigenschappen. Geen verboden materialen in- of op de ruit toegepast zoals loodhoudende zeefdrukken. De zeefdruk dient volgens de normering van de fabrikant te zijn toegepast op de ruit, meestal wordt deze ingebakken (keramisch). De zeefdruk is een zeer belangrijk onderdeel van de verlijmingsketting. De zeefdruk dient bestand te zijn tegen UV-straling. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 6 Heeft uw de fabrieksspecificaties van het voertuig in acht genomen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 79 van 128

Glasherstel eis nr. 7 Recycling van glas Autoruitspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Het is een eis om glasresten ordentelijk af te voeren. Het is echter niet zo dat alle afvoer ook tot recycling leidt. Het is sterk aanbevolen (nog geen afkeurpunt) om glasresten voor recycling aan te bieden. Het geniet hiermee de voorkeur dat het glas voor hergebruik wordt benut en niet wordt gestort, verbrand of als bouwafval (puin) wordt verwerkt. Van Gansewinkel, de stichting VlakGlas Recycling en ARN hebben een regeling waarbij het opgehaalde glas wordt gerecycled. Er zijn ook enkele glasleveranciers die het glasafval mee retour nemen, om het vervolgens te recyclen. De auditeur vraagt om bewijs van uw afvoer van glas. Hulpvragen bij glasreparatie eis nr. 7 Voert u uw glasresten ordentelijk af? Kunt u aantonen door wie uw glasresten worden opgehaald? Biedt u uw glasresten aan t.b.v. recycling? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 80 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEKE EISEN M.B.T. schadeherstel, reparatie, onderhoud aan caravan, camper en aanhanger Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen (zie Pakket van Eisen) en gelden voor bedrijven die (o.a.) schade herstelt en/of reparaties uitvoeren aan caravan, trailers en/of aanhangers. Deze bijlage is onlosmakelijk verbonden met het Pakket van Eisen versie 1.6. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen werkzaamheden uitvoert aan caravan en campers kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 81 van 128

Schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 1 Demontage onderdelen Caravanspecialist Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: 2% van de reparaties Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging Om het voertuigpark mobiel te houden wordt er op professionele wijze aan deze voertuigen onderhoud en reparatie geleverd. Naast de productie van de voertuigen levert dit een extra milieubelasting op voor het produceren van reservedelen voor onderhoud, reparatie en schadeherstel. Hier staat tegenover er een latent aanbod is van origineel gebruikte onderdelen en eventueel origineel gereviseerde onderdelen die in een belangrijk deel van de vraag kan voorzien. Zonder dat er een additionele belasting op het milieu wordt gegenereerd. Het gebruik van een gedemonteerd/gereviseerd origineel onderdeel is een milieuvriendelijk alternatief. Producthergebruik is immers groener dan materiaal hergebruik. Duurzaam Repareren stelt een norm van de eis op een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Om nu een start te kunnen maken stelt Duurzaam Repareren een aantal voorwaarden. Dit staat garant voor origineel gebruikte onderdelen van hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Onder de onderdelen voor caravan en camperherstel wordt verstaan: Gebruikte onderdelen (technisch), Cosmetische delen (bijvoorbeeld: panelen, kleppen, deuren, lijsten); Inventaris (bijvoorbeeld: kastjes, deurtjes, keukens); Ruildelen (deelrevisie bijvoorbeeld: assen, kogels, remsystemen, aircopompen); Gereviseerde onderdelen. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Duurzaam Repareren vindt het belangrijk dat het gedemonteerde onderdeel op een verantwoorde wijze verkregen is. Daarnaast mag het origineel gedemonteerde onderdeel niet ouder zijn dan het voertuig waar het voor bestemd is, tenzij nadrukkelijk akkoord gegeven door de opdrachtgever. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 82 van 128

Onder gedemonteerde onderdelen valt tevens de opslag van gedemonteerde onderdelen die later in tijd of later in het onderhoud- en/of herstelproces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers nr. 1 Wordt er waar mogelijk gebruik gemaakt van demontage en gereviseerde onderdelen? Zijn de demontage onderdelen op een verantwoorde wijze verkregen? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van gedemonteerde onderdelen? Worden (herbruikbare) materialen zoals sierlijsten, lampunits e.d. bewaard en hergebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 83 van 128

schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 2 Wandplaat reparatie Caravanspecialist Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 50% van het aanbod Hightech: Vaste locatie Norm: 50% van het aanbod Er zijn moderne reparatie technieken die het mogelijk maken op schade aan de wandplaten professioneel te herstellen. Vanuit duurzaamheidsoogpunt verdient dit de voorkeur boven wandplaat vernieuwing. Er hoeft immers geen nieuwe wandplaat te worden geproduceerd, aangevoerd en afgevoerd. Bovendien heeft wandplaatreparatie ook diverse andere voordelen zoals het voorkomen van lekkages (door de demontage van wandplaten), kortere reparatietijden en kostenbeheersing. De deelreparaties dienen niet tot devaluatie van de constructie, de functie of de veiligheid van het voertuig leiden. Tevens dient men strikt de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 2 Wordt wandreparatie toegepast Zijn de PBM aanwezig en worden ze op juiste wijze gebruikt? Is er geschoold/ getraind personeel Is de juiste equipment aanwezig Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 84 van 128

Spuitwerkzaamheden aan caravan en campers eis nr. 3 Systeem richtlijnen Caravanspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. 3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (richtlijn nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer: Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 85 van 128

De wetgever maakt twee uitzonderingen: De restauratie van oldtimers; Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen). In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing 3.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E). Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan: De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking. Toepassingsgebied A A1 A2 B Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen. Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof). Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling. Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen.. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 86 van 128

C C1 C2 D D1 D2 E Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden. Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak. Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting; Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken: Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings. Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen. Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols. De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 87 van 128

Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan: Aceetaldehyde Acrylonitril Acrylzuur Benzeen Butadieen (1,3~) Dichloormethaan Methylamine Methylchloride Methylisocyaanzuuaat Perchlooretheen Styreen Tolueen Fenol Trichloorethaan (1,1,1~) Formaldehyde Methanol Styreen (Ethenybenzeen) Trichlooretheen Trichloorbenzeen Vinylchloride Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen) Productcategorie Coatings Richtlijn 2004/42/EG AMBITIE niveau A Voorbehandeling en reiniging VOS g/l (*) VOS g/l (*) Voorbehandeling 850 800 Oppervlaktereinigers 200 180 B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) 250 200 C Surfacers Surfacers/fillers en sealers 540 530 Etsende primers Washprimers 780 750 D Aflakken Alle types (***) - (****) 420 400 E Speciale lakken Alle types (***) - (****) 840 800 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 88 van 128

Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. (**) Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te zijn. (***) Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt Verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. (****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 C naar 60 C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 C ) drogingen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 89 van 128

Productcategorie Coatings Gemiddelde droogtijd A Voorbehandeling en reiniging Voorbehandeling nvt Oppervlaktereinigers nvt B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) nvt C Primers Surfaces (UV) /Fillers < 20 minuten Washprimers nvt D Aflakken Alle types < 40 minuten E Speciale lakken Alle types < 55 minuten Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 3.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Zijn de persoonsbeschermingsmaatregelen aanwezig en worden ze op juiste wijze gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanner uw paintleverancier door Duurzaam Repareren centraal is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 90 van 128

3.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. 3.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar. 3.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde. Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt). Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 3.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 91 van 128

schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 4 Reparatie technieken Caravanspecialist Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 80% van het aanbod Hightech: Vaste locatie Norm: 20% van het aanbod Er is heel veel mogelijk om bij een reparatie van een schade om deze een stuk milieuvriendelijker uit te voeren. Dit kan gebeuren door andere werkmethodes, ook wel Smart Repair genoemd. Er worden bij deze reparatiemethodes minder producten gebruikt dan bij traditioneel herstel en / of vervanging van het beschadigde deel. Hierdoor wordt het milieu 50% tot 70% minder belast ten opzichte van de traditionele methodes. Kunststofreparatie Schade aan kunststofdelen kunnen worden hersteld met verschillende methodes en producten zoals, verlijmen, lassen, nieten, structuurherstellingen, vloeibaar kunststof. Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd aan bijvoorbeeld: bumpers, keienvangers, motorbeplating, deurbeplating, dorpellijsten, portieren, schermen, wanden, disselbakken, afsluitkleppen (gasflessen), etc.. Interieurreparatie Herstellen van brandgaatjes, scheurtjes en andere beschadigingen aan kunststof, velours, lederen of vinyl bekledingsdelen. Door het kunststof te repareren wordt vervanging onnodig. Hulpvragen bij schadeherstel en reparatie aan caravan en campers eis nr. 4 Wordt gebruik conform de normen gemaakt van bovenstaande technieken? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van deze technieken? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van gebruik van deze technieken? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u bedoelde technieken daadwerkelijk en waar mogelijk toepast. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 92 van 128

schadeherstel en reparatie aan caravan en campers - eis nr. 5 Gebruik van hout Caravanspecialist Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Hout In het caravanherstel kan hout worden verwerkt. In het kader van de duurzaamheid kunnen ook bij het verwerken van deze grondstof goede stappen gezet worden. Deze duurzaamheid delen wij op in twee delen: De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). De levensverwachting van houtsoorten is gerubriceerd in duurzaamheidsklassen. Deze classificering ziet er als volgt uit: Verantwoord verkregen hout PSC, PEFC, TPAS Er bestaat meerdere certificaten voor hout dat op verantwoorde wijze is verkregen. FSC is een generieke standaard bestaande uit Principes en Criteria voor verantwoord bosbeheer en een standaard voor de handelsketen. Landen kunnen aan de algemene standaard voor bosbeheer een specifieke, nationale, uitwerking geven door toevoeging van indicatoren en extra criteria. FSC accrediteert zelf certificatie-instellingen voor het beoordelen van conformiteit en het verlenen van het FSC certificaat. PEFC is een koepel organisatie voor (nationale) certificeringssystemen. Anders dan FSC beoordeelt PEFC niet rechtstreeks het bosbeheer. PEFC beoordeelt de kwaliteit van nationale certificeringssystemen Zij heeft eisen opgesteld waar certificeringssystemen aan moeten voldoen. Die eisen betreffen onder meer de nationale standaarden voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen, het ontwikkelingsproces van de standaarden, de kwaliteit en accreditatie van de certificatie-instellingen. Erkenning door PEFC verschaft het recht aan de nationale certificatie-instellingen om certificaten uit te geven met het PEFC logo. In juni 2008 heeft de Nederlandse overheid inkoopcriteria voor duurzaam geproduceerd hout vastgesteld. De inkoopcriteria en bijbehorende beoordelingsmethode zijn vastgelegd in het Timber Procurement Assessment System (TPAS) en worden beheerd door de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC). Aan de hand van deze set criteria voor onder andere duurzaam bosbeheer en de handelsketen toetst TPAC of bestaande (certificering)systemen voldoen aan de inkoopcriteria (zie ook het infoblad over TPAC). http://www.houtdatabase.nl/infobladen/infoblad_duurzaam_inkoopbeleid.pdf Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 93 van 128

Een certificaat voor legaal geproduceerd hout geeft de verzekering dat het betreffende hout afkomstig is uit een bos waarvan het beheer is gecertificeerd voor het naleven van de relevante wetgeving. Ook hier geldt dat elke deelnemer in de handelsketen ervoor dient te zorgen dat het betreffende hout op zijn minst administratief te volgen blijft. NB: Er zijn ook generieke eisen m.b.t. materialen. Deze zijn ook voor caravan en camper herstellers van toepassing. De eisen die wij aan hout stellen zijn sectorspecifiek. Hulpvragen schadeherstel en reparatie aan caravan en campers- eis nr. 5 Let u bij de aanschaf van hout op de duurzaamheidsklasse? Schaft u indien leverbaar en toepasbaar duurzaam verkregen hout? Let u hierbij op de keurmerken (FSC, PEFC, TPAS en/of MTCS)? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 94 van 128

AANVULLENDE SPECIFIEK EISEN M.B.T. CARROSSERIEBOUW Deze specifieke eisen zijn aanvullend op de generieke eisen en gelden voor bedrijven die nieuw- en afbouw uitvoeren aan carrosserieën. Zie in het Pakket van Eisen hoofdstuk 4.3 Resultaten tijdens fysieke controle - voor meer informatie. Wanneer u geen nieuw- en afbouw uitvoert aan carrosserieën, dan kunt u deze eisen overslaan. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 95 van 128

Carrosseriebouw eis nr. 1 Hergebruik elementen (Retrofit) en origineel gedemonteerde onderdelen. Carrosseriebouwbedrijf Lowtech: Mobiel - centraal onderdeel Lowtech: Mobiel - Zelfstandig Lowtech: Vaste locatie Norm: nvt Norm: nvt Norm: eis 2% van de totale vervanging Hightech: Vaste locatie Norm: eis 2% van de totale vervanging Het hergebruik van elementen, zoals bijvoorbeeld laadkleppen, kiepers, bakken en onderdelen is een milieuvriendelijk alternatief. Hergebruik van elementen en onderdelen is immers groener en economisch voordeliger dan nieuw gebruik. Binnen deze eis wordt in het beginsel uitgegaan van een norm van een voorzichtige 2%. Dat komt omdat nog niet alle randvoorwaarden voor een professioneel en efficiënt gebruik van gedemonteerde onderdelen ingericht zijn. Te denken valt aan bestelsystemen, leveringsvoorwaarden en garantiebepalingen. Hier wordt door Duurzaam Repareren aan gewerkt. Met die ontwikkeling zal geleidelijk de norm van nu 2% ook verhoogd worden. Het besluit daarvan ligt in handen van het College van Deskundigen. Onder hergebruik van materialen en onderdelen wordt verstaan: Retrofit (gebruikte elementen overzetten op een nieuw/ ander chassis) Renovatie (gedeeltelijk herstellen en hergebruik) Ontmanteling (onderdelen demonteren en opslaan) zowel cosmetische als technische delen) Origineel gedemonteerde onderdelen Ruildelen (deelrevisie) indien van toepassing; Gereviseerde onderdelen indien van toepassing. Er gelden voorwaarden voor de uniformiteit in kwaliteit, zodat men altijd weet wat men geleverd krijgt. Daarnaast gelden er voorwaarden t.b.v. de leveringsvoorwaarden en garanties. De informatieverstrekking richting de klant moet hierop geënt zijn. Wanneer u origineel gedemonteerde onderdelen of materiaal extern betrekt dan is het belangrijk dat het onderdeel of het materiaal te allen tijde te herleiden is naar het originele voertuig. Dit om omkatten van voertuigen te voorkomen. Onder gedemonteerde materiaal en onderdelen valt tevens de opslag die later in tijd of later in het proces weer gebruikt moeten worden. Deze gedemonteerde onderdelen dienen zo veel mogelijk bij het filiaal opgeslagen te worden. Dit om te voorkomen dat er een onnodig en milieubelastend logistiek proces opgang komt. Bij certificering beoordeelt de auditeur de norm van 2% aan de hand van de gegevens in het bestelsysteem c.q. het Milieumanagementsysteem en de gegevens en faciliteiten die voorhanden binnen het bedrijf. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 96 van 128

Hulpvragen bij carrosseriebouw eis nr. 1 Wordt er in minimaal 2% van de voorkomende gevallen gebruik gemaakt van hergebruik van materiaal en/of onderdelen? Zijn er faciliteiten aanwezig tbv opslag van gedemonteerd materiaal en onderdelen? Wordt de klant adequaat gewezen op de mogelijkheid van gebruik van hergebruik van materiaal en onderdelen? Wordt de klant de voordelen uitgelegd van hergebruik van materiaal en onderdelen? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 97 van 128

Carrosseriebouw eis nr. 2 Productgebruik voor het (over)spuiten van carrosserie(delen) Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Zelfstandig Carrosseriebouwbedrijf Lowtech: Mobiel - Hightech: Vaste centraal onderdeel locatie Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Deze eis kent twee toepassingsgebieden. U bent zelf verantwoordelijk om te bepalen aan welke eisen u zich dient te conformeren 2.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. 2.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Onder voertuig wordt in deze richtlijn (nr. 2004/42/EG) wordt verstaan : ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails bewegen, landbouwtractoren en landbouwmachines. Wij geven e.e.a. schematisch weer: Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 98 van 128

De wetgever maakt twee uitzonderingen: De restauratie van oldtimers; Het aanbrengen van afbeeldingen, stripings en teksten en decoratieve spuittechniek (bijvoorbeeld huisstijlen). In tegenstelling tot de wetgever, zijn i.h.k.v. van de certificering ten aanzien van laatstgenoemde bedrijfsactiviteiten de voorwaarden, zoals vermeld in artikel 3.2 van dit hoofdstuk van toepassing 2.1 wanneer uw activiteiten onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. Voor de toepassing van deze eis wordt onder producten voor het overspuiten van voertuigen verstaan de onderstaande categorieën (A t/m E). Zij worden gebruikt op voertuigen voor het overspuiten van geheel of, ten dele, voor de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek. In deze eis worden er eisen gesteld aan: De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en aanvullende eisen. Droogtijd van de bewerking. Toepassingsgebied A A1 A2 B Voorbehandeling en reiniging: producten voor het langs mechanische of chemische weg verwijderen van oude coatings en roest, ofwel het ontvetten van de te spuiten ondergrond om hechting van het aan te brengen laksysteem te verkrijgen. Reinigingsmiddelen op oplosmiddelbasis spuitpistoolreinigingsmiddelen (producten voor het schoonmaken van spuitpistolen en ander equipment) en ontvettingsmiddelen (inclusief antistatische middelen voor kunststof). Reinigingsmiddelen op waterbasis voor het reinigen van in water oplosbare vervuiling. Vulmiddelen/plamuren: zware materialen die worden aangebracht om diepe oneffenheden in het oppervlak op te vullen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 99 van 128

C C1 C2 D D1 D2 E Primers/Fillers: op blank metaal of op bestaande aflakken aan te brengen coatings ter bescherming tegen corrosie het verkrijgen van hechting en het vullen van kleine oneffenheden. Surfacer/ filler en sealers: vóór de aflak aan te brengen coating ter bescherming tegen corrosie, ter bevordering van de hechting van de aflak en ter bevordering van een gelijkmatige afwerking door de opvulling van kleine oneffenheden in het oppervlak. Washprimers: etsende coatings die ten minste 0,5 % in gewicht aan fosforzuur bevatten en direct op blank metaal worden aangebracht ter bescherming tegen corrosie en ter verbetering van de hechting; Aflakken: enkellaags of meerlaags aan te brengen gepigmenteerde coatings die voor glans en duurzaamheid zorgen. Hiertoe behoren alle betrokken producten, zoals topcoats, basislakken en blanke lakken: Basislak: gepigmenteerde coatings die de kleur en het gewenste optische effect bepalen, maar niet de glans en de oppervlakteweerstand van de coatings. Blanke lakken: transparante lagen die de uiteindelijke glans en weerstand van het coatingsysteem bepalen. Speciale aflakken: als aflak aan te brengen coatings met bijzondere eigenschappen, bijvoorbeeld krasbestendige en gefluoreerde doorzichtige laag, reflecterende laklagen, aflakken met gestructureerd oppervlak (bijvoorbeeld gehamerd), anti-slipcoatings, waterafstotende coatings voor de onderkant van de carrosserie, coatings die beschermen tegen steenslag, aflakken voor binnenafwerking; en aërosols. De aanwezigheid van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in het product Het VOS gehalte van bepaalde verven en vernissen en producten (zoals beschreven onder A t/m E) voor het spuiten van voertuigen, leidt tot aanzienlijke emissie van VOS in de lucht, hetgeen bijdraagt aan vervuiling van het milieu. Daarnaast zijn de onder deze categorie genoemde stoffen slecht voor de gezondheid. Binnen de EU worden hier al scherpe eisen aan gesteld. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 100 van 128

Onder Vluchtige Organische Stoffen (VOS) wordt o.a. verstaan: Aceetaldehyde Acrylonitril Acrylzuur Benzeen Butadieen (1,3~) Dichloormethaan Methylamine Methylchloride Methylisocyaanzuuaat Perchlooretheen Styreen Tolueen Fenol Trichloorethaan (1,1,1~) Formaldehyde Methanol Styreen (Ethenybenzeen) Trichlooretheen Trichloorbenzeen Vinylchloride Maximale grenswaarde voor het VOS gehalte van producten voor het spuiten van voertuigen (in lijn met Richtlijn 2004/42/EG met uitzondering van de genoemde opmerkingen) Productcategorie Coatings Richtlijn 2004/42/EG AMBITIE niveau A Voorbehandeling en reiniging VOS g/l (*) VOS g/l (*) Voorbehandeling 850 800 Oppervlaktereinigers 200 180 B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) 250 200 C Surfacers Surfacers/fillers en sealers 540 530 Etsende primers Washprimers 780 750 D Aflakken Alle types (***) - (****) 420 400 E Speciale lakken Alle types (***) - (****) 840 800 Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 101 van 128

Algemene opmerking: deze waardes zijn met uitzondering van Tolueen en Trichloorbenzeen. Deze stoffen of preparaten van deze stoffen mogen miv 20 juni 2006 niet meer verwerkt worden. (*) g/l gebruiksklaar product. Met uitzondering van categorie a) moet het watergehalte van het gebruiksklare product buiten beschouwing worden gelaten. (**) Voor plamuur/stopmiddel (B) geldt dat deze styreen/ethenylbenzeen arm dient te zijn. (***) Duurzaam Repareren stimuleert vooruitlopend op de Europese Milieu Wetgeving het gebruik van lood- en chromaatvrije topcoats. U wordt verzocht deze in uw assortiment op te nemen. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. (****) Bij het gebruik van verven en lakken bij deze voertuigen geven wij er i.h.k.v. de duurzaamheid de voorkeur aan dat er High Solid of Ultra High Solid producten gebruikt worden. Dit is nog geen afkeurpunt maar wordt t.z.t. wel verwacht. Droogtijd van de bewerking Bij conventioneel drogen moet alle lucht die door de cabine stroomt van 20 C naar 60 C gebracht worden, of nu één onderdeel, een deelreparatie of een complete auto gedroogd wordt. Het drogen van spuitwerk in het schadeherstelproces kost daardoor veel tijd en energie. In deze eis ligt een ambitie om de droogtijden tot een minimum te beperken. Dit kan met IR of UV technologie of met luchtversnellingssystemen. Gezien de marktwerking geven wij geen mening over welke methode er gebruikt moet worden maar worden er slechts maximale droogtijden gegeven voor gestookte (60 C ) drogingen. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 102 van 128

Productcategorie Coatings Gemiddelde droogtijd A Voorbehandeling en reiniging Voorbehandeling nvt Oppervlaktereinigers nvt B Plamuur/stopmiddel Alle types (**) nvt C Primers Surfaces (UV) /Fillers < 20 minuten Washprimers nvt D Aflakken Alle types < 40 minuten E Speciale lakken Alle types < 55 minuten Hulpvragen bij Carrosseriebouw eis nr. 2.1 Kunt u een verklaring overleggen van uw paintleverancier dat uw producten voldoen aan de gestelde eisen? (*) Welke paintleverancier gebruikt u? (*) Voldoen de producten bedoelt onder deze eis aan de VOS waardes? Zijn uw producten bedoelt onder deze eis ontzien van Tolueen en Trichloorbenzeen? Is uw plamuur/stopmiddel (B) styreen/ethenylbenzeen arm? Is uw documentatie in orde bij gebruik van niet watergedragen lakken? Valt uw gemiddelde droogtijd binnen de gestelde eisen? Worden de juiste PBM gebruikt? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? (*) Wanneer uw paintleverancier door Duurzaam Repareren is erkend, hoeft u geen verklaring meer aan te leveren. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 103 van 128

2.2 wanneer uw activiteiten niet onder de Europese richtlijn (nr. 2004/42/EG) vallen. 2.2a Oplosmiddelen boekhouding Het bedrijf dient over een goede oplosmiddelen boekhouding te beschikken. Hiermee kan men aantonen of de betreffende activiteit een oplosmiddelenverbruik heeft dat hoger is dan de drempelwaarde (zie schema). Een oplosmiddelenboekhouding vormt een registratie van de belangrijkste ingaande en uitgaande stromen van oplosmiddelen in een bedrijf. Een bedrijf kan met behulp van de oplosmiddelenboekhouding aantonen dat men aan de eisen voor oplosmiddeleninstallaties voldoet. Maar de boekhouding biedt ook meer inzicht in de oplosmiddelstromen binnen en buiten het bedrijf, en daarmee in de besparingsmogelijkheden. Bij een volledig sluitende oplosmiddelenboekhouding zijn de ingaande en uitgaande stromen in een bedrijf aan elkaar gelijk. Hoewel het in de praktijk meestal niet mogelijk is alle stromen volledig in kaart te brengen. De oplosmiddelenboekhouding omvat een periode van 12 maanden. De boekhouding mag betrekking hebben op een andere periode van een jaar dan een kalenderjaar. De boekhouding moet jaarlijks worden opgesteld. De oplosmiddelenboekhouding moet steeds zijn voltooid binnen drie maanden na het jaar waarop zij betrekking heeft. Bij bedrijven die wettelijk verplicht zijn een milieujaarverslag op te stellen is het handig de oplosmiddelenboekhouding betrekking te laten hebben op een kalenderjaar. 2.2b Reductie/ grenswaarde Het bedrijf dient aan te kunnen tonen dat er een reductieprogramma wordt gevolgd dan wel aan de grenswaarden wordt voldaan, in geval van overschrijding van de quota (zie schema). Hierbij bestaat en i.h.k.v. de certificering een voorkeur voor het gebruik van producten met een lage emissiewaarde. Let op: Ook bij deze categorie geldt dat er uitsluitend met lood- en chromaatvrije lakken gewerkt mag worden, vooruitlopend op de Europese wetgeving. Tevens heeft het de voorkeur dat er met High Solid of Ultra High Solid verven gewerkt wordt (nog geen afkeurpunt). Hulpvragen bij Carrosseriebouw eis nr. 2.2 Heeft u een adequate oplosmiddelenboekhouding? Volgt u een reductieprogramma/ grenswaarden indien van toepassing? Zijn de producten lood- en chromaatvrij? Gebruikt u HS of UHS producten? (nog geen afkeur) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 104 van 128

Carrosseriebouw eis nr. 3a Gebruik van materiaal Carrosseriebouwbedrijf Lowtech: Mobiel - Lowtech: Mobiel - Lowtech: Vaste locatie Hightech: Vaste locatie centraal onderdeel Zelfstandig Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% Norm: 100% 3a. Hout In de carrosseriebouw wordt regelmatig hout verwerkt. In het kader van de duurzaamheid kunnen ook bij het verwerken van deze grondstof goede stappen gezet worden. Deze duurzaamheid delen wij op in twee delen: De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; Hardhout De wijze waarop het hout verkregen is (bosbeheer). Hardhout is in algemene zin afkomstig van loofbomen. In de carrosseriebouw wordt hardhout het meest verwerkt in de vloeren. Hierbij worden er hoge eisen aan het hout gesteld t.a.v. hardheid, duurzaamheid (levensduur) en gewicht. De meest gebruikte soorten zijn Apitong, Bankirai en Louro Gamela. Eigenlijk zijn al deze houtsoorten te verkrijgen met een FSC-keurmerk. Dit geeft een grote kans dat u daadwerkelijk duurzaam hout verwerkt. Het is mogelijk om aanvullend uw leverancier te vragen of hij een CoC-certificaat (Chain of Custody) kan overleggen. Aangezien dit internationaal nog maar sporadisch is ingevoerd, stellen wij dit niet als strikte eis. Naast de traditionele houtsoorten, zou u ook kunnen kiezen voor Accoya hout. Accoya wordt gemaakt van hout uit duurzaam beheerde bossen, maar doet qua duurzaamheid, dimensiestabiliteit en schoonheid niets onder voor het allerbeste tropische hardhout. Bij de productie van Accoya hout wordt snelgroeiend naaldhout uit duurzaam beheerde bossen gebruikt. Door middel van een gifvrij proces wordt het hout gemodificeerd tot een nieuw, duurzaam, dimensiestabiel product dat ook nog eens uitermate milieuvriendelijk is. Eis: Gebruik, waar mogelijk, hardhout met het FSC-keurmerk. Aanbeveling: Vraag om het CoC-certificaat Probeer waar mogelijk Accoya hout toe te passen Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 105 van 128

Overige houtsoorten De levensverwachting van het materiaal. Hout dat langer meegaat, resistent is, hoeft minder snel vervangen te worden; De levensverwachting van houtsoorten is gerubriceerd in duurzaamheidsklassen. Deze classificering ziet er als volgt uit: Duurzaamheidsklasse Houtsoort(en) 1 pokhout 2 taxus, kastanje 3 notenhout 4 appel, vuren 5 essen, esdoorn, linden, populieren, wilgen Bij uw materiaalkeuze dient u t.a.v. hout rekening te houden met de duurzaamheidsklassen. In de carrosseriebouw wordt qua volume veelal gewerkt met plaatmateriaal. Plaatmateriaal wordt veelal vervaardigd uit (een samenstelling van) minder duurzame houtsoorten. Hierbij dient daarom aangesloten worden op de bestande certificeringen voor verantwoord bosbeheer (FSC) Verantwoord verkregen hout FSC, PEFC, TPAS Er bestaat meerdere certificaten voor hout dat op verantwoorde wijze is verkregen. FSC is een generieke standaard bestaande uit Principes en Criteria voor verantwoord bosbeheer en een standaard voor de handelsketen. Landen kunnen aan de algemene standaard voor bosbeheer een specifieke, nationale, uitwerking geven door toevoeging van indicatoren en extra criteria. FSC accrediteert zelf certificatie-instellingen voor het beoordelen van conformiteit en het verlenen van het FSC certificaat. PEFC is een koepel organisatie voor (nationale) certificeringssystemen. Anders dan FSC beoordeelt PEFC niet rechtstreeks het bosbeheer. PEFC beoordeelt de kwaliteit van nationale certificeringssystemen Zij heeft eisen opgesteld waar certificeringssystemen aan moeten voldoen. Die eisen betreffen onder meer de nationale standaarden voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen, het ontwikkelingsproces van de standaarden, de kwaliteit en accreditatie van de certificatie-instellingen. Erkenning door PEFC verschaft het recht aan de nationale certificatie-instellingen om certificaten uit te geven met het PEFC logo. In juni 2008 heeft de Nederlandse overheid inkoopcriteria voor duurzaam geproduceerd hout vastgesteld. De inkoopcriteria en bijbehorende beoordelingsmethode zijn vastgelegd in het Timber Procurement Assessment System (TPAS) en worden beheerd door de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC). Aan de hand van deze set criteria voor onder andere duurzaam bosbeheer en de handelsketen toetst TPAC of bestaande (certificering)systemen voldoen aan de inkoopcriteria (zie ook het infoblad over TPAC). http://www.houtdatabase.nl/infobladen/infoblad_duurzaam_inkoopbeleid.pdf Een certificaat voor legaal geproduceerd hout geeft de verzekering dat het betreffende hout afkomstig is uit een bos waarvan het beheer is gecertificeerd voor het naleven van de relevante wetgeving. Ook hier geldt dat elke deelnemer in de handelsketen ervoor Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 106 van 128

dient te zorgen dat het betreffende hout op zijn minst administratief te volgen blijft. Bij legaal geproduceerd hout maakt men wel onderscheid tussen hout van legale herkomst (Eng.: legal origin) en hout dat afkomstig is van een bos waarvan het beheer aan alle relevante wetten voldoet (eng. legal compliance Nationale organisaties die de naam van PEFC dragen zijn onder andere PEFC Oostenrijk, PEFC Canada, PEFC Finland, PEFC Frankrijk, PEFC Duitsland, PEFC Zweden, PEFC Verenigd Koninkrijk en PEFC Nederland. PEFC Nederland werd in mei 2008 opgericht op initiatief van vier organisaties: Federatie Particulier Grondbezit, Stichting De Marke Venray, Algemene Vereniging Inlands Hout en Biomassa Stroomlijn. De oprichting werd ondersteund door de Federatie Particulier Grondbezit en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken. Toepasbaarheid De hiervoor vermelde keurmerken zijn grotendeels toepasbaar bij het houtgebruik bij de carrosseriebouwers. Het merendeel van het plaatmateriaal dat doorgaans gebruikt wordt is eveneens verkrijgbaar in een gecertificeerde versie: Naam Houtsoorten Lijming EU klasse Beschikbaar Triplex Naaldhout; vuren, grenen, Oregon Pine, Douglas Loofhout: Okoumé, berken, beuken, meranti, populieren, mahonie, beuken. Combinaties van loof-en naaldhout komen nog beperkt voor. PVAc (2c), UF, MUF, PF, RF, RPF D-s2, do (>400kg/m3 FSC, PEFC/ MTCS Decoratief triplex Naaldhout; vuren, grenen, Oregon Pine, douglas Loofhout: Okoumé, berken, beuken, meranti, populieren, mahonie, beuken. Combinaties van loof-en naaldhout komen nog beperkt voor. PVAc (2c), UF, MUF, PF, RF, RPF D-s2, do (>400kg/m3 FSC, PEFC/ MTCS Gelamineerd normaal PF D-s2 PEFC/ MTCS fineerhout (LVL Naam Houtsoorten Lijming EU klasse Beschikbaar Spaanplaat diverse naaldhoutsoorten MUF, MUPF, D-s2, do FSC, PEFC/ MTCS PUR (zoals (>600kg/m3 PMDI- isocyanaat- lijm), PF en Tanine Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 107 van 128

OSB Europa: Grenen, vuren en douglas PF, PUR (middenlagen FSC, PEFC/ MTCS OSB/4) en MUPF (buitenlagen OSB/4) Zachtboard Vezelplaten UF, PF, PUR E (³200kg/m3 FSC, PEFC/ MTCS Hardboard Vezelplaten UF, PF, PUR D-s2 FSC, PEFC/ MTCS MDF Loof- en Naaldhout UF, PF, PUR D-s2, do (>600kg/m3 FSC, PEFC/ MTCS HDF Vezelplaten FSC, PEFC/ MTCS * MTSC is legaal hout Hulpvragen bij Materialen eis nr. 3a Hout: Let u bij de aanschaf van hout op de duurzaamheidsklasse? Schaft u indien leverbaar en toepasbaar duurzaam verkregen hout aan? Let u hierbij op de keurmerken (FSC, PEFC, TPAS en/of MTCS) Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 108 van 128

3b. overige materialen Metalen In de carrosseriebouw worden diverse metalen onderdelen verwerkt. De materiaalkeuze wordt met name bepaald door functionele eigenschappen die moeten aansluiten op de beoogde toepassing. Staal is in algemene zin bijzonder sterk, maar anderzijds ook zwaar en corrosie gevoelig. Aluminium is licht, maar veel minder sterk dan staal. Het is niet mogelijk om vanuit het duurzaamheidsoogpunt een voorkeur te geven voor materialen die duurzamer of minder milieubelastend zijn, omdat materialen wel toepasbaar moeten zijn. Bovendien is het ook technisch niet mogelijk het ene materiaal boven de ander te prevaleren. Toch valt ook winst t.a.v. de duurzaamheid te behalen, zonder een keuze te maken, maar door aan de verschillende materialen en verwerkingen voorwaarden te stellen. Aluminium Er wordt verondersteld dat een hoge concentratie aluminium de ziekte van Alzheimer kan bevorderen. Dit kan echter niet in verband gebracht worden met het aluminiumgebruik in de carrosseriebouw. Het grootste probleem bij aluminium zit echter niet in de toxische impact maar in het produceren van aluminium uit bauxiet. Om één ton aluminium te produceren wordt maar liefst drie ton aan bauxiet gewonnen. De energie die nodig is om aluminium te produceren is echter het grootste probleem. Om één kilo aluminium te produceren is 155 MJ noodzakelijk. Dat is bijna twee maal zoveel energie als noodzakelijk voor staalproductie. Aluminium is minder toxisch en milieu- en omgeving belastend. De winning en de productie zijn echter zwaar (CO2) belastend. Bij hergebruik van aluminium is slechts 8% van de energie noodzakelijk van de oorspronkelijke productie energie. Eis: Aluminium wordt gescheiden verzameld en voor recycling aangeboden. Galvaniseren Bij galvaniseren wordt er, elektrolytisch of thermisch, een deklaag aangebracht op metalen onderdelen. Feitelijk is gegalvaniseerd materiaal duurzaam. De deklaag wordt immers aangebracht om de levensduur van het onderdeel te verlengen. Toch valt hierbij wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Het galvanisatieproces is weinig duurzaam. Hierbij worden sterk vervuilende middelen als zwavelzuur, cyanidische en alkalische oplossingen. Eis: Moderne galvanobedrijven hebben het gebruik van cyanide, zeswaardig chroom en hoge concentraten ontvettingsmiddel sterk gereduceerd. Eis: Vergewis u er van dat uw leverancier duurzaam galvaniseert door middel van het kunnen overleggen van een verklaring van uw galvaniseerbedrijf. Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 109 van 128

Roestvast staal (RVS) Roestvast staal, ook wel RVS of inox genoemd is een legering van ijzer, chroom, nikkel en koolstof. Hoewel de naam anders doet vermoeden, roest RVS wel degelijk. Het laagje dat door oxidatie wordt gevormd beschermt het metaal echter voor verdere roestvorming. Deze natuurlijke eigenschap kan echter verdwijnen na lassen, buigen of verspannen van het materiaal. Om dit te voorkomen wordt RVS behandeld met een beits. De meeste gebruikte beitsen zijn echter zwaar verontreinigend en bestaan uit salpeterzuur (HNO3) en waterstoffluoride (HF). Eis: Er zijn beitsen (pasta en sproei) in de markt beschikbaar die geen waterstoffluoride bevatten, zonder dat de werking hiervan minder is. Vergewist u er van dat uw beits geen waterstoffluoride bevat. Naast de milieuaspecten is dit ook beter voor uw medewerkers. Hulpvragen bij materialen eis nr. 3b Metaal: Scheidt u aluminium en wordt dit voor recycling aangeboden? Heeft u zich er van vergewist dat uw galvaniseerbedrijf duurzaam werkt? Kunt u hiervan een verklaring van uw galvaniseerbedrijf overleggen tijdens een fysieke of administratieve controle? Gebruikt u beitsen die vrij zijn van waterstoffluoride? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 110 van 128

3c. Kunststoffen Het gebruik van kunststoffen wordt breed toegepast. Hiervoor zijn wettelijk al veel regels gesteld t.a.v. de productie en het gebruik van milieubelastende en toxische stoffen. Zo is het gebruik van het neurotoxische zware metaal cadmium (kleurstof) en PCB s (weekmaker) verboden. Wanneer u onderdelen en materialen gebruikt die uit niet westerse landen komen dient u zich ervan te vergewissen dat deze milieubelastende en toxische stoffen niet gebruikt zijn. In de carrosseriebouw wordt voornamelijk gewerkt met polycarbonaat (PC), polystyreen (PS) en PVC. Al deze stoffen komen in aanmerking voor recycling. Eis: Kunststoffen dienen gescheiden te worden afgevoerd en voor recycling te worden aangeboden. PPC en PVA Polypropeencopolymeer (PPC) en polyvinylacetaat (PVA) zijn goede alternatieve kunststoffen die minder milieubelastend zijn. Indien deze materialen toepasbaar zijn, genieten zij de voorkeur. (H)CFK s (H) CFK s worden gebruikt als koelmiddel maar ook als drijfgas en schuimmiddel voor kunststoffen. Het gebruik van CFK s is wettelijke verboden HCFK s echter (nog) niet. Toch zijn HCFK s zwaar vervuilend en dienen als drijfgas en als schuimmiddel (bijvoorbeeld PUR) te worden voorkomen. Isolatiematerialen In de carrosseriebouw wordt over het algemeen gewerkt met geextrudeerd schuim/ polystyreen (XPS), Voordeel van polystyreenplaten (XPS of EPS is de hoge isolatiewaarde. Cfk's zijn bij de productie niet nodig (wel pentaan) en ook is maar weinig grondstof nodig om XPS te maken. Het grootste deel van XPS bestaat uit lucht. Toch gaat nog altijd 0,1 procent van alle aardolie in Nederland op aan de productie van XPS. Het materiaal bestaat voor 0,1 procent uit het giftige styreen maar de concentratie blijft ver onder de maximaal toegestane waarden. Als brandvertrager wordt hexabromocyclododecane (HBCD) gebruikt (1 procent). Maar bij de verbranding van kurk, wol of zelfs hout komen meer schadelijke stoffen vrij. Polyurethaanschuim (PUR) heeft ook een hoge isolatiewaarde, maar veroudert meestal sneller waardoor deze waarde zakt. Onoverkomelijk probleem is echter het gebruik van de zogenaamde chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk's) bij de productie. Deze de ozonlaag aan en dienen dus vermeden te worden. De isloatiewaardes van XPS/EPS en PUR zijn ongeveer gelijk. Vanuit duurzaamheidsperspectief gaat de voorkeur uit naar XPS/EPS. PUR veroudert sneller en bij de productie zijn CFK s gemoeid. De keuze van de carrosseriebouwer is meestal geënt op technische eisen. Waar mogelijk dient XPS/ EPS te worden ingezet. Eis: Gebruik waar technisch mogelijk XPS/EPS (polystyreen) t.b.v. isolatie; Eis: Vermijdt waar mogelijk het gebruik van polyurethaanschuim (PUR) Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 111 van 128

Biohars Ondersteund door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid werkt NPSP aan de ontwikkeling van volledig biologische composieten. Deze worden gemaakt van natuurlijke vezels en biologische harsen van restproducten uit de suikerindustrie, natuurlijke oliën of melkzuur. De grootste uitdaging ligt in het industrieel verwerkbaar maken van deze harsen. Uit onderzoek blijkt dat kostprijzen van biologische harsen en vezels nu al kunnen concurreren met conventionele grondstoffen en dat de milieubelasting zo n 80% lager kan zijn. In de industrie nog redelijk innovatief is het gebruik van natuurvezels i.p.v. glasvezels t.b.v uw composieten (glasversterkte polyester). Eis: Het gebruik van HCFK s is niet toegestaan. Bij de aanschaf van bijvoorbeeld PUR dient u zich te vergewissen dat er een ander schuimmiddel wordt toegepast (bijvoorbeeld pentaan). Hulpvragen bij materialen eis nr. 3c Kunststoffen: Worden kunststoffen gescheiden en voor recycling aangeboden? Prevaleert u producten vervaardigd uit PPC en PVA? Gebruikt u waar mogelijk XPS/EPS polystyreen tbv isolatie? Vermijdt waar mogelijk polyrethaanschuim (PUR) Zijn de producten die u gebruikt vrij van CFK s en HCFK s.? Kunt u hiervan een verklaring (in Nederlands of Engels) van uw leverancier overleggen bij een fysieke of administratieve controle? Is het voor de auditeur controleerbaar dat u voldoet aan de gestelde norm (zie tekst)? Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 112 van 128

BIJLAGEN Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 113 van 128

Bijlage 1 Productenlijst Dossier Substance Name EC Number CAS Number submitted by Submission date Scope Imidazolidine-2-thione; 2-imidazoline-2-thiol 202-506-9 96-45-7 Sweden 5-8-2013 CMR CMR, Cadmium sulphide 215-147-8 1306-23-6 Sweden 5-8-2013 Other Trixylyl phosphate 246-677-8 25155-23-1 Austria 5-8-2013 CMR Disodium 4-amino-3-[[4'-[(2,4-diaminophenyl)azo][1,1'- biphenyl]-4-yl]azo] -5-hydroxy-6-(phenylazo)naphthalene-2,7- disulphonate (C.I. Direct Black 38) 217-710-3 1937-37-7 Netherlands 5-8-2013 CMR Dihexyl phthalate 201-559-5 84-75-3 Germany 5-8-2013 CMR Lead di(acetate) 206-104-4 301-04-2 Netherlands 5-8-2013 CMR Disodium 3,3'-[[1,1'-biphenyl]-4,4'-diylbis(azo)]bis(4- aminonaphthalene-1-sulphonate) (C.I. Direct Red 28) 209-358-4 573-58-0 Netherlands 5-8-2013 CMR Ammonium pentadecafluorooctanoate (APFO) 223-320-4 3825-26-1 Germany 4-2-2013 CMR, PBT Dipentyl phthalate (DPP) 205-017-9 131-18-0 Poland 4-2-2013 CMR 2-(2H-benzotriazol-2-yl)-4-(tert-butyl)-6-(sec-butyl)phenol (UV- 350) 253-037-1 36437-37-3 Germany 4-2-2013 PBT 2-(2H-benzotriazol-2-yl)-4,6-ditertpentylphenol (UV-328) 247-384-8 25973-55-1 Germany 4-2-2013 PBT Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 114 van 128

Dossier Substance Name EC Number CAS Number submitted by Submission date Scope 2,4-di-tert-butyl-6-(5-chlorobenzotriazol-2-yl)phenol (UV-327) 223-383-8 3864-99-1 Germany 4-2-2013 PBT 4-Nonylphenol, branched and linear, ethoxylated <i>[substances with a linear and/or branched alkyl chain with a carbon number of 9 covalently bound in position 4 to phenol, ethoxylated covering UVCB- and well-defined substances, polymers and homologues, which include any of the individual isomers and/or combinations thereof]</i> - - Germany 4-2-2013 ED Cadmium 231-152-8 7440-43-9 Sweden CMR, 4-2-2013 Other 2-benzotriazol-2-yl-4,6-di-tert-butylphenol (UV-320) 223-346-6 3846-71-7 Germany 4-2-2013 PBT Pentadecafluorooctanoic acid (PFOA) 206-397-9 335-67-1 Germany 4-2-2013 CMR, PBT Cadmium oxide 215-146-2 1306-19-0 Sweden CMR, 4-2-2013 Other Diethyl sulphate 200-589-6 64-67-5 ECHA 30-8-2012 CMR Dimethyl sulphate 201-058-1 77-78-1 ECHA 30-8-2012 CMR 6-methoxy-m-toluidine (p-cresidine) 204-419-1 120-71-8 ECHA 30-8-2012 CMR Trilead dioxide phosphonate 235-252-2 12141-20-7 ECHA 30-8-2012 CMR Lead monoxide (lead oxide) 215-267-0 1317-36-8 ECHA 30-8-2012 CMR Trilead bis(carbonate)dihydroxide 215-290-6 1319-46-6 ECHA 30-8-2012 CMR 4,4'-methylenedi-o-toluidine 212-658-8 838-88-0 ECHA 30-8-2012 CMR N-methylacetamide 201-182-6 79-16-3 ECHA 30-8-2012 CMR Lead dinitrate 233-245-9 10099-74-8 ECHA 30-8-2012 CMR Lead oxide sulfate 234-853-7 12036-76-9 ECHA 30-8-2012 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 115 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 116 van 128 Dossier submitted by Submission date Tetraethyllead 201-075-4 78-00-2 ECHA 30-8-2012 CMR Acetic acid, lead salt, basic 257-175-3 51404-69-4 ECHA 30-8-2012 CMR 1-bromopropane (n-propyl bromide) 203-445-0 106-94-5 ECHA 30-8-2012 CMR Dioxobis(stearato)trilead 235-702-8 12578-12-0 ECHA 30-8-2012 CMR Lead bis(tetrafluoroborate) 237-486-0 13814-96-5 ECHA 30-8-2012 CMR Methyloxirane (Propylene oxide) 200-879-2 75-56-9 ECHA 30-8-2012 CMR 4,4'-oxydianiline and its salts 202-977-0 101-80-4 ECHA 30-8-2012 CMR Biphenyl-4-ylamine 202-177-1 92-67-1 ECHA 30-8-2012 CMR Dinoseb (6-sec-butyl-2,4-dinitrophenol) 201-861-7 88-85-7 ECHA 30-8-2012 CMR Pentalead tetraoxide sulphate 235-067-7 12065-90-6 ECHA 30-8-2012 CMR Lead cyanamidate 244-073-9 20837-86-9 ECHA 30-8-2012 CMR Lead titanium trioxide 235-038-9 12060-00-3 ECHA 30-8-2012 CMR Silicic acid (H<sub>2</sub>Si<sub>2</sub>O<sub>5</sub>), barium salt (1:1), lead-doped <br/> <i> [with lead (Pb) content above the applicable generic concentration limit for â toxicity for reproductionâ Repr. 1A (CLP) or category 1 (DSD); the substance is a member of the group entry of lead compounds, with index number 082-001-00-6 in Regulation (EC) No 1272/2008]</i> 272-271-5 68784-75-8 ECHA 30-8-2012 CMR 4-Aminoazobenzene 200-453-6 60-09-3 ECHA 30-8-2012 CMR Silicic acid, lead salt 234-363-3 11120-22-2 ECHA 30-8-2012 CMR Sulfurous acid, lead salt, dibasic 263-467-1 62229-08-7 ECHA 30-8-2012 CMR Scope

o-aminoazotoluene 202-591-2 97-56-3 ECHA 30-8-2012 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 117 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Dossier submitted by Submission date Furan 203-727-3 110-00-9 ECHA 30-8-2012 CMR Pyrochlore, antimony lead yellow 232-382-1 8012-00-8 ECHA 30-8-2012 CMR Tetralead trioxide sulphate 235-380-9 12202-17-4 ECHA 30-8-2012 CMR 3-ethyl-2-methyl-2-(3-methylbutyl)-1,3-oxazolidine 421-150-7 143860-04-2 ECHA 30-8-2012 CMR Fatty acids, C16-18, lead salts 292-966-7 91031-62-8 ECHA 30-8-2012 CMR Orange lead (lead tetroxide) 215-235-6 1314-41-6 ECHA 30-8-2012 CMR Lead titanium zirconium oxide 235-727-4 12626-81-2 ECHA 30-8-2012 CMR o-toluidine 202-429-0 95-53-4 ECHA 30-8-2012 CMR 4-methyl-m-phenylenediamine (toluene-2,4-diamine) 202-453-1 95-80-7 ECHA 30-8-2012 CMR [Phthalato(2-)]dioxotrilead 273-688-5 69011-06-9 ECHA 30-8-2012 CMR N,N-dimethylformamide 200-679-5 68-12-2 Sweden 27-8-2012 CMR Dibutyltin dichloride (DBTC) 211-670-0 683-18-1 Sweden 27-8-2012 CMR Diisopentylphthalate 210-088-4 605-50-5 Austria 6-8-2012 CMR Bis(pentabromophenyl) ether (decabromodiphenyl ether; DecaBDE) 214-604-9 1163-19-5 United Kingdom Scope 6-8-2012 PBT Henicosafluoroundecanoic acid 218-165-4 2058-94-8 Germany 6-8-2012 PBT Pentacosafluorotridecanoic acid 276-745-2 72629-94-8 Germany 6-8-2012 PBT N-pentyl-isopentylphthalate - 776297-69-9 Germany 6-8-2012 CMR Methoxyacetic acid 210-894-6 625-45-6 Sweden 6-8-2012 CMR Diazene-1,2-dicarboxamide (C,C'-azodi(formamide)) 204-650-8 123-77-3 Austria 6-8-2012 EQC Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 118 van 128

Dossier Substance Name EC Number CAS Number submitted by Submission date Scope Heptacosafluorotetradecanoic acid 206-803-4 376-06-7 Germany 6-8-2012 PBT Cyclohexane-1,2-dicarboxylic anhydride [1], cis-cyclohexane- 1,2-dicarboxylic anhydride [2], trans-cyclohexane-1,2- dicarboxylic anhydride [3] <i>[the individual cis- [2] and trans- [3] isomer substances and all possible combinations of the cisand trans-isomers [1] are covered by this entry]</i> 201-604-9, 236-086-3, 238-009-9 85-42-7, 13149-00-3, 14166-21-3 Netherlands 6-8-2012 EQC Tricosafluorododecanoic acid 206-203-2 307-55-1 Germany 6-8-2012 PBT Hexahydromethylphthalic anhydride [1], Hexahydro-4- methylphthalic anhydride [2], Hexahydro-1-methylphthalic anhydride [3], Hexahydro-3-methylphthalic anhydride [4] <i>[the individual isomers [2], [3] and [4] (including their cisand trans- stereo isomeric forms) and all possible combinations of the isomers [1] are covered by this entry]</i> 247-094-1, 243-072-0, 256-356-4, 260-566-1 25550-51-0, 19438-60-9, 48122-14-1, 57110-29-9 Netherlands 6-8-2012 EQC 1,2-Benzenedicarboxylic acid, dipentylester, branched and linear 284-032-2 84777-06-0 Germany 6-8-2012 CMR 4-Nonylphenol, branched and linear: substances with a linear and/or branched alkyl chain with a carbon number of 9 covalently bound in position 4 to phenol, covering also UVCBand well-defined substances which include any of the individual isomers or a combination thereof Germany 6-8-2012 EQC Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 119 van 128

Dossier Substance Name EC Number CAS Number submitted by Submission date Scope 1,2-Diethoxyethane 211-076-1 629-14-1 Slovakia 6-8-2012 CMR Phenol, 4-nonyl-, branched and linear covering all individual isomers with an alkyl chain of carbon number 9 and UVCB substances which include linear and branched alkyl chains with a carbon number of 9 Germany 6-8-2012 EQC [4-[4,4'-bis(dimethylamino) benzhydrylidene]cyclohexa-2,5-dien- 1-ylidene]dimethylammonium chloride (C.I. Basic Violet 3) <em>[with â 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)]</em> 208-953-6 548-62-9 ECHA 24-2-2012 CMR 4,4'-bis(dimethylamino)-4''-(methylamino)trityl alcohol <em>[with â 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)]</em> 209-218-2 561-41-1 ECHA 24-2-2012 CMR α,α-Bis[4-(dimethylamino)phenyl]-4 (phenylamino)naphthalene-1-methanol (C.I. Solvent Blue 4) <em>[with â 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)]</em> 229-851-8 6786-83-0 ECHA 24-2-2012 CMR 4,4'-bis(dimethylamino)benzophenone (Michlerâ s ketone) 202-027-5 90-94-8 ECHA 24-2-2012 CMR N,N,N',N'-tetramethyl-4,4'-methylenedianiline (Michlerâ s base) 202-959-2 101-61-1 ECHA 24-2-2012 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 120 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Dossier submitted by Submission date Scope [4-[[4-anilino-1-naphthyl][4- (dimethylamino)phenyl]methylene]cyclohexa-2,5-dien-1- ylidene] dimethylammonium chloride (C.I. Basic Blue 26) <em>[with â 0.1% of Michler's ketone (EC No. 202-027-5) or Michler's base (EC No. 202-959-2)]</em> 219-943-6 2580-56-5 ECHA 24-2-2012 CMR Formamide 200-842-0 75-12-7 Germany 30-1-2012 CMR Lead(II) bis(methanesulfonate) 401-750-5 17570-76-2 Netherlands 30-1-2012 CMR 1,3,5-tris[(2S and 2R)-2,3-epoxypropyl]-1,3,5-triazine-2,4,6- (1H,3H,5H)-trione (β-TGIC) 423-400-0 59653-74-6 Netherlands 30-1-2012 CMR Diboron trioxide 215-125-8 1303-86-2 Germany 30-1-2012 CMR 1,2-bis(2-methoxyethoxy)ethane (TEGDME; triglyme) 203-977-3 112-49-2 Belgium 30-1-2012 CMR 1,2-dimethoxyethane; ethylene glycol dimethyl ether (EGDME) 203-794-9 110-71-4 Belgium 30-1-2012 CMR 1,3,5-Tris(oxiran-2-ylmethyl)-1,3,5-triazinane-2,4,6-trione (TGIC) 219-514-3 2451-62-9 Netherlands 30-1-2012 CMR 1,2-Dichloroethane (EDC) 203-458-1 107-06-2 Slovakia 1-8-2011 CMR Potassium hydroxyoctaoxodizincatedichromate 234-329-8 11103-86-9 France 1-8-2011 CMR Pentazinc chromate octahydroxide 256-418-0 49663-84-5 France 1-8-2011 CMR 4-(1,1,3,3-tetramethylbutyl)phenol, (4-tert-Octylphenol) 205-426-2 140-66-9 Germany 1-8-2011 EQC Calcium arsenate 231-904-5 7778-44-1 Norway 1-8-2011 CMR N,N-dimethylacetamide (DMAC) 204-826-4 127-19-5 ECHA 1-8-2011 CMR Bis(2-methoxyethyl) ether (Diglyme) 203-924-4 111-96-6 Austria 1-8-2011 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 121 van 128

Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres - - Germany 1-8-2011 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 122 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Dossier submitted by Submission date Lead styphnate 239-290-0 15245-44-0 ECHA 1-8-2011 CMR 2,2'-dichloro-4,4'-methylenedianiline (MOCA) 202-918-9 101-14-4 ECHA 1-8-2011 CMR Bis(2-methoxyethyl) phthalate 204-212-6 117-82-8 Germany 1-8-2011 CMR Formaldehyde, oligomeric reaction products with aniline (technical MDA) 500-036-1 25214-70-4 Germany 1-8-2011 CMR Lead diazide; Lead azide 236-542-1 13424-46-9 ECHA 1-8-2011 CMR Lead dipicrate 229-335-2 6477-64-1 ECHA 1-8-2011 CMR Trilead diarsenate 222-979-5 3687-31-8 Norway 1-8-2011 CMR Phenolphthalein 201-004-7 77-09-8 ECHA 1-8-2011 CMR Dichromium tris(chromate) 246-356-2 24613-89-6 France 1-8-2011 CMR Zirconia Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres - - Germany 1-8-2011 CMR 2-Methoxyaniline; o-anisidine 201-963-1 90-04-0 Germany 1-8-2011 CMR Arsenic acid 231-901-9 7778-39-4 Norway 1-8-2011 CMR 1,2-Benzenedicarboxylic acid, di-c6-8-branched alkyl esters, C7- rich (DIHP) 276-158-1 71888-89-6 ECHA 21-2-2011 CMR 1,2,3-trichloropropane 202-486-1 96-18-4 ECHA 21-2-2011 CMR N-methyl-2-pyrrolidone; 1-methyl-2-pyrrolidone 212-828-1 872-50-4 ECHA 21-2-2011 CMR Hydrazine 206-114-9 302-01-2 ECHA 21-2-2011 CMR Cobalt dichloride 231-589-4 7646-79-9 ECHA 21-2-2011 CMR Strontium chromate 232-142-6 2-6-7789 France 24-1-2011 CMR 2-Ethoxyethyl acetate 203-839-2 111-15-9 Belgium 24-1-2011 CMR Scope Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 123 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Dossier submitted by Submission date 1,2-Benzenedicarboxylic acid, di-c7-11-branched and linear alkyl esters 271-084-6 68515-42-4 Denmark 24-1-2011 CMR Scope Acids generated from chromium trioxide and their oligomers. Names of the acids and their oligomers: Chromic acid, Dichromic acid, Oligomers of chromic acid and dichromic acid. 231-801-5, 236-881-5 7738-94-5, 13530-68-2 Germany 27-8-2010 CMR Cobalt dinitrate 233-402-1 10141-05-6 Netherlands 2-8-2010 CMR Cobalt carbonate 208-169-4 513-79-1 Netherlands 2-8-2010 CMR Cobalt (di)acetate 200-755-8 71-48-7 Netherlands 2-8-2010 CMR Chromium trioxide 215-607-8 1333-82-0 Germany 2-8-2010 CMR Cobalt sulphate 233-334-2 10124-43-3 Netherlands 2-8-2010 CMR 1,2,4 Trichlorobenzene 204-428-0 120-82-1 Germany 2-8-2010 EQC 2-Ethoxyethanol; Ethylene glycol monoethyl ether (EGEE) 203-804-1 110-80-5 Austria 2-8-2010 CMR 1,3,5 Trichlorobenzene 203-608-6 108-70-3 Germany 2-8-2010 EQC 2-Methoxyethanol; Ethylene glycol monomethyl ether (EGME) 203-713-7 109-86-4 Austria 2-8-2010 CMR 1,2,3 Trichlorobenzene 201-757-1 87-61-6 Germany 2-8-2010 EQC Boric acid 233-139-2, 234-343-4 10043-35-3, 11113-50-1 Germany 10-2-2010 CMR Ammonium dichromate 232-143-1 5-9-7789 France 10-2-2010 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 124 van 128

Substance Name EC Number CAS Number Dossier submitted by Submission date Disodium tetraborate anhydrous 215-540-4 1303-96-4, 1330-43-4, 12179-04-3 Denmark 10-2-2010 CMR Sodium chromate 231-889-5 3-11-7775 France 10-2-2010 CMR Trichloroethylene 201-167-4 79-01-6 France 10-2-2010 CMR Tetraboron disodium heptaoxide hydrate 235-541-3 12267-73-1 Denmark 10-2-2010 CMR Potassium chromate 232-140-5 7789-00-6 France 10-2-2010 CMR Potassium dichromate 231-906-6 7778-50-9 France 10-2-2010 CMR Coal tar pitch, high temperature 266-028-2 65996-93-2 ECHA 31-8-2009 PBT Diisobutyl phthalate 201-553-2 84-69-5 Germany 10-8-2009 CMR Tris(2-chloroethyl)phosphate (TCEP) 204-118-5 115-96-8 Austria 3-8-2009 CMR Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres - - Germany 3-8-2009 CMR 2,4-Dinitrotoluene 204-450-0 121-14-2 Spain 3-8-2009 CMR Anthracene oil 292-602-7 90640-80-5 Germany 3-8-2009 PBT Lead chromate molybdate sulfate red (C.I. Pigment Red 104) 235-759-9 12656-85-8 France 3-8-2009 CMR Anthracene oil, anthracene paste, distn. Lights 295-278-5 91995-17-4 Germany 3-8-2009 PBT Anthracene oil, anthracene-low 292-604-8 90640-82-7 Germany 3-8-2009 PBT Lead sulfochromate yellow (C.I. Pigment Yellow 34) 215-693-7 1344-37-2 France 3-8-2009 CMR Anthracene oil, anthracene paste 292-603-2 90640-81-6 Germany 3-8-2009 PBT Scope Acrylamide 201-173-7 79-06-1 Netherlands 3-8-2009 CMR Anthracene oil, anthracene paste, anthracene fraction 295-275-9 91995-15-2 Germany 3-8-2009 PBT Zirconia Aluminosilicate Refractory Ceramic Fibres - - Germany 3-8-2009 CMR Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 125 van 128

Dossier Substance Name EC Number CAS Number submitted by Submission date Scope Lead chromate 231-846-0 7758-97-6 France 3-8-2009 CMR 5-tert-butyl-2,4,6-trinitro-m-xylene (Musk xylene) 201-329-4 81-15-2 Netherlands 30-6-2008 vpvb Hexabromocyclododecane (HBCDD) 247-148-4 25637-99-4 Sweden 30-6-2008 PBT Bis(tributyltin) oxide (TBTO) 200-268-0 56-35-9 Norway 30-6-2008 CMR Bis(2-ethylhexyl) phthalate (DEHP) 204-211-0 117-81-7 Sweden 27-6-2008 CMR 4,4'- Diaminodiphenylmethane (MDA) 202-974-4 101-77-9 Germany 27-6-2008 CMR Lead hydrogen arsenate 232-064-2 7784-40-9 Norway 27-6-2008 CMR Triethyl arsenate 427-700-2 15606-95-8 Norway 27-6-2008 Anthracene 204-371-1 120-12-7 Germany 27-6-2008 PBT Benzylbutylphthalate 201-622-7 85-68-7 Austria 26-6-2008 CMR Dibutyl phthalate (DBP) 201-557-4 84-74-2 Austria 26-6-2008 CMR Alkanes, C10-13,chloro [Short Chain Chlorinated paraffins] (SCCP) 287-476-5 85535-84-8 United Kingdom 26-6-2008 PBT Cobalt dichloride 231-589-4 7646-79-9 France 26-6-2008 CMR Diarsenic trioxide 215-481-4 1327-53-3 France 26-6-2008 CMR Diarsenic pentaoxide 215-116-9 1303-28-2 France 26-6-2008 CMR 7789-12-0 and Sodium dichromate 234-190-3 10588-01-9 France 26-6-2008 CMR Cyclododecane 206-033-9 294-62-2 France 26-6-2008 PBT Pakket van Eisen 2015 Duurzaam Repareren versie 1.0 Pagina 126 van 128

Bijlage 2 Glasreparatie en vervangingsproces Dit schema is bedoeld ter verduidelijking waar u in het proces de milieuvriendelijke alternatieven o.a. kunt toepassen. Uitgegeven door de Stichting Duurzaam Repareren versie 1.7 Pagina 127 van 128

Bijlage 3 Schadeherstelproces Dit schema is bedoeld ter verduidelijking waar u in het proces de milieuvriendelijke alternatieven o.a. kunt toepassen. Uitgegeven door Duurzaam Repareren versie 1.7 Pagina 128 van 128