1 Inleiding Algemeen Doelstelling Eisende partijen Uitgangspunten Demarcatie 5. 2 Veilige ontvluchting 6

Vergelijkbare documenten
Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Opvang- en doorstroomcapaciteit

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

Een goede brandveiligheidsinstallatie voldoet aan:

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

project: UTC, Schipholweg 343 te Badhoevedorp - Kantoorgebouw

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Bouwbesluit Brandveiligheid en gebouwontwerp

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Brandveiligheidsadvies

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Hoogbouw en Brandveiligheid

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen

Rapportage maximaal aantal personen TU Delft Hoofdgebouw Rapportnummer: TAC d.d. 23 juni 2008

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Ontwerp norm NEN Opvang- en doorstroomcapaciteit rookvrije vluchtroutes.

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Vluchten en wachten. Inleider: Jacques Mertens

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Piet Hein Buildings; Booking.com. Ontvluchting

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

Toetsing brandpreventie

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud

Brandveilig ontwerpen in de praktijk Deel 1 ontwerpen van vluchtwegen. Emiel van Wassenaar - 14 juni 2012

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

ADVIES. Adviesvraag Is hier terecht een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel?

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Bouwbesluit 2012, industriefunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, Datum: 5 april 2019 Status:

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Even voorstellen. Marcel Veenboer

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

ADVIES. Datum: 22 oktober 2014

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Checklist bijeenkomstfunctie

Welke eisen gelden voor een trap? Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor een trap.

Memorandum nr

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

Programma van Eisen (PvE) Brandmeldinstallatie conform NEN 2535

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure

Beschrijving. Transformatie kantoor naar portiekwoningen. Advies Definitief. Kern 1 Kern 5. Kern 2 Kern 3 Kern 4

Regionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties

Moet iedere trap aan het Bouwbesluit voldoen?

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Hoeveel ontruimers zijn vereist in zorginstellingen?

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Sector Risicobeheersing

Beschrijving. doormelden en tijdelijk uitzetten BMI. Advies Definitief

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

ADVIES. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus GX Den Haag Interne postcode 210

Checklist woonfunctie

Piet Hein Buildings Booking.com. Toelichting brandveiligheidsconcept

Brandveiligheidsadvies

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen:

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

VERVOLGADVIES BRANDVEILIGHEID STADHUIS EN PARKEERGARAGE ALPHEN AAN DEN RIJN

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Transcriptie:

Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Doelstelling 4 1.3 Eisende partijen 4 1.4 Uitgangspunten 5 1.5 Demarcatie 5 2 Veilige ontvluchting 6 2.1 Algemeen 6 2.2 Bouwbesluit 2003 en Bouwbesluit 2012 6 2.3 Gebruiksbesluit 7 2.4 Gelijkwaardigheidsbepalingen 7 3 Basisgegevens 8 3.1 Gebouw 8 3.2 Gebruik 9 3.3 Brandbeveiligingsinstallaties 11 3.4 Organisatorische aspecten 12 4 Veilige ontvluchting 13 4.1 Maximale loopafstand 13 4.2 Berekening maximaal aantal personen 13 4.3 Brandwerendheid van de trappenhuizen 15 5 Gelijkwaardigheid brandmeldinstallatie 16 5.1 Gebruiksbesluit 16 5.2 Brandbeveiligingsconcepten16 5.3 Gelijkwaardigheid 18 5.4 Stuurfuncties 20 6 Conclusie 21 Bijlagen: 1. Berekening opvang- en doorstroomcapaciteit 2. Aanspreektijd sprinklerinstallatie FLORIAAN B.V. Pagina 3 van 26

1 Inleiding 1.1 ALGEMEEN Vroom & Dreesmann heeft aan de Aalmarkt 22 in Leiden een warenhuis in gebruik. Dit gebouw is voorzien van een gecertificeerde sprinklerinstallatie, een brandmeldinstallatie met volledige bewaking en een ontruimingsalarminstallatie, type A. De Vroom & Dreesmann is voornemens de indeling van het warenhuis te wijzigen, de gebruiksoppervlakte te verkleinen en het interieur te veranderen. Hierdoor zullen aanpassingen aan de sprinklerinstallatie noodzakelijk zijn en zal worden beoordeeld welke brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie noodzakelijk zijn. Vanuit het Gebruiksbesluit wordt voor dit in de huidige staat gebouw een brandmeldinstallatie met volledige bewaking en doormelding voorgeschreven alsmede een ontruimingsalarminstallatie. Deze brandmeld- en ontruimingsinstallatie is in de huidige staat aanwezig. Vroom & Dreesmann wenst in de nieuwe situatie echter het veilig vluchten op een gelijkwaardige wijze te realiseren met een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie, echter zonder volledige bewaking of gedeeltelijke bewaking. Floriaan B.V. is gevraagd deze gelijkwaardigheid te onderzoeken en te beoordelen. De resultaten van dit onderzoek zijn in deze rapportage weergegeven. Uit de resultaten van dit onderzoek wordt vervolgens geconcludeerd of aan de uitgangspunten van de regelgeving wordt voldaan. Tevens is het gewenst om op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes het maximaal aantal toelaatbare personen te bepalen. Vanwege het op 1 april 2012 van kracht wordende Bouwbesluit 2012, is door de brandweer Hollands Midden aangegeven, dat de berekening moet worden uitgevoerd conform deze nieuwe voorschriften om te voorkomen dat na 1 april 2012 ongewenste gebruiksbeperkingen naar voren komen. 1.2 DOELSTELLING Het door middel van een beschouwing van de voorschriften van Bouwbesluit voor veilig vluchten en een beschouwing van de doelstellingen van de brandmeldinstallatie bepalen of er sprake is van een gelijkwaardigheid en welke voorwaarden hieraan verbonden moeten worden. Tevens wordt op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes het maximaal aantal toelaatbare personen bepaald. 1.3 EISENDE PARTIJEN Dit gelijkwaardigheidsvoorstel is noodzakelijk om aan het bevoegd gezag aantoonbaar te maken dat er sprake is van een gelijkwaardige veiligheid conform artikel 1.4. van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Deze gelijkwaardigheid dient ter goedkeuring aan gemeente Leiden te worden aangeboden. Dit dient te geschieden middels een Gebruiksmelding, welke reeds plaats moet vinden vanwege overschrijding van de grenswaarde van 50 gelijktijdig aanwezige personen in het gebouw. FLORIAAN B.V. Pagina 4 van 26

1.4 UITGANGSPUNTEN De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze rapportage zijn de onderstaande documenten en tekeningen: Toegepaste wetgeving en richtlijnen Bouwbesluit 2003, zoals dit luidt per 1 januari 2011. Regeling Bouwbesluit 2003, zoals dit luidt per 1 september 2006. Geïntegreerde toelichting Regeling Bouwbesluit 2003. Bouwbesluit 2012, zoals dit luidt per 1 april 2012. NEN 6089:2011, bepaling van de opvang- en doorstroomcapaciteit van een bouwwerk. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, zoals dit luidt per 26 juli 2008. Nota van Toelichting Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, zoals dit luidt per 26 juli 2008. Brandbeveiligingsconcept "Gebouwen met een publieksfunctie". Brandbeveiligingsinstallaties, NVBR. Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten, bepalingsmethode voor veilig vluchten, PRC Bouwcentrum. NEN 2535:1996, NEN 2535/A1:2002, Brandveiligheid van gebouwen Brandmeldinstallaties Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen. NEN 2575:2004, Brandveiligheid van gebouwen ontruimingsinstallaties - Systeem- en kwaliteitseisen en projectierichtlijnen. Tekeningen Tekeningen Bouwaanvraag Vroom & Dreesmann - Provast - ASR Vastgoed, Aalmarkt te Leiden, d.d. 22 juni 2011, van K+P Architecten. Software De opvang-en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes is conform NEN 6089:2011 berekend met de NPR 6080, een rekenprogramma geschreven door DGMR in opdracht van NEN. Overige documenten en correspondentie Programma van Eisen, Concept, doc. nr. 2265-258584-LS-126, d.d. 19 januari 2011, opgesteld door Breijer Brandpreventie B.V. te Woerden. Besprekingsverslag GB-NB-20515, d.d. 7 juli 2011, opgesteld door Provast te Den Haag. 1.5 DEMARCATIE Dit rapport behandelt de gelijkwaardigheid voor het achterwege laten van volledige bewaking. In dit rapport wordt de kwaliteit van aanwezige technische voorzieningen of de organisatie van de bedrijfshulpverlening niet beoordeeld. Tevens heeft dit rapport niet tot doel volledige eisen aan de installaties te benoemen. De gebruiker dient zorg te dragen voor het ter beschikking stellen van de betreffende documenten. FLORIAAN B.V. Pagina 5 van 26

2 Veilige ontvluchting 2.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt het aspect veilige ontvluchting uit bouwwerken toegelicht aan de hand van de vigerende regelgeving. 2.2 BOUWBESLUIT 2003 EN BOUWBESLUIT 2012 Om in een gebouw aanwezige personen veilig te kunnen laten vluchten, worden door de overheid bouwkundige eisen gesteld aan het gebouw. Aan deze eisen wordt invulling gegeven middels functionele en prestatievoorschriften in het Bouwbesluit 2003. Per 1 april 2012 moet worden voldaan aan de voorschriften in het Bouwbesluit 2012. Ontvluchting direct bedreigde gebied De eisen zijn er in de eerste plaats op gericht, personen die zich bevinden in het direct bedreigde gebied, de gelegenheid te geven zich snel te verplaatsen naar een niet-direct bedreigd gebied, ofwel te vluchten uit rook. Hiertoe worden in afdeling 2.16 en afdeling 2.17 van het Bouwbesluit 2003 eisen gesteld aan het voorkomen van de verspreiding van rook, maar worden ook eisen gesteld aan loopafstanden binnen verblijfsruimten en rook- en subbrandcompartimenten. Ontvluchting gebouw Bij het verlaten van een rookcompartiment wordt het beginpunt van de rookvrije vluchtroute bereikt. Afdeling 2.18 van het Bouwbesluit 2003 geeft voorschriften, welke tot doel hebben de aanwezigheid van voldoende vluchtroutes te waarborgen waarmee bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. Daarnaast geeft afdeling 2.19 van datzelfde Bouwbesluit 2003 voorschriften over de inrichting van een rookvrije vluchtroute. Zo worden hierin voorschriften gegeven over de capaciteit van de aanwezige voorzieningen, zoals breedte van trappen en deuren. Opvang en doorstroomcapaciteit Zo stelt Bouwbesluit 2003 artikel 2.173, dat een ruimte waardoor een rookvrije vluchtroute voert, een opvang- en doorstroomcapaciteit heeft die voldoet aan de bij ministeriële regeling gegeven voorschriften. In deze ministeriële regeling, de regeling Bouwbesluit 2003, is echter slechts een functionele eis opgenomen. Voor de bepaling van de opvang- en doorstroomcapaciteit van een vluchttrappenhuis is in de toelichting op de regeling Bouwbesluit 2003 een beperkt toepasbare bepalingsmethode opgenomen. Inmiddels is de NEN 6089:2011 beschikbaar, waarin de bepalingsmethode voor de opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes is omschreven. Deze NEN wordt echter nog niet via de huidige bouwregelgeving aangestuurd. FLORIAAN B.V. Pagina 6 van 26

2.3 GEBRUIKSBESLUIT Om een gebouw veilig te kunnen gebruiken, zijn alleen de voorschriften uit het Bouwbesluit onvoldoende. Derhalve worden aan het gebruik van een gebouw ook eisen gesteld. Deze eisen richten zich voornamelijk op het voorkomen van brandgevaarlijke situaties en het voorzien in een vluchtveilige inrichting. 2.4 GELIJKWAARDIGHEIDSBEPALINGEN Het Bouwbesluit 2003 stelt in artikel 1.5, dat afgeweken mag worden van de in het Bouwbesluit 2003 gestelde voorschriften, voor zover anders dan door de van toepassing zijnde voorschriften, het bouwwerk ten minste dezelfde mate van veiligheid biedt, als is beoogd met het betrokken voorschrift. Het Gebruiksbesluit stelt in artikel 1.4, dat afgeweken mag worden van de in het Gebruiksbesluit gestelde voorschriften, voor zover anders dan door de van toepassing zijnde voorschriften, het bouwwerk ten minste dezelfde mate van veiligheid biedt, als is beoogd met het betrokken voorschrift. Ten aanzien van de gelijkwaardigheid voor de brandmeldinstallatie, verwijst de Nota van Toelichting bij het Gebruiksbesluit als voorbeeld naar de brandbeveiligingsconcepten om aan te tonen dat een brandend gebouw onder normale omstandigheden veilig kan worden ontruimd. 2.4.1 Invulling gelijkwaardigheid brandmeldinstallatie De gelijkwaardigheid richt zich op de gestelde voorschriften vanuit het Gebruiksbesluit. De opdrachtgever wenst in de nieuwe situatie een brandmeldinstallatie zonder volledige bewaking of gedeeltelijke bewaking aan te brengen in afwijking van de door het gebruiksbesluit voorgeschreven brandmeldinstallatie met volledige bewaking. Gehanteerde Methode Er dient te worden aangetoond, dat het gebouw ondanks het feit dat niet de voorgeschreven installatie wordt aangebracht, eenzelfde niveau van veiligheid heeft, als is beoogd met de prestatievoorschriften uit de bouwregelgeving. Hiertoe dienen de volgende stappen te worden doorlopen: 1. Toetsing van de voorschriften uit het Bouwbesluit ten aanzien van veilig vluchten. 2. Beschouwing van het brandscenario aan de hand van het brandbeveiligingsconcept. 3. Beschrijving van de gelijkwaardige invulling voor het detecteren van brand door brandmeldinstallatie met volledige bewaking en het daarmee tijdig alarmeren van aanwezigen en de hulpdiensten. 2.4.2 Invulling gelijkwaardigheid aantal toelaatbare personen In de nieuwe NEN 6089:2011 is in paragraaf 4.1 aangegeven, dat de norm alleen toepasbaar is voor gevallen waar geen sprake is van gelijkwaardigheid voor de aspecten brandcompartimentering en ontvluchting. Omdat in dit geval wel sprake is van gelijkwaardigheid voor het aspect brandcompartimentering door de sprinklerinstallatie, kan de NEN 6089 niet zonder meer worden toegepast. Gekozen is om het maximaal aantal toe te laten personen per bouwlaag te berekenen op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de in NEN 6089 omschreven rekenregels. De berekening is uitgevoerd in hoofdstuk 4. FLORIAAN B.V. Pagina 7 van 26

3 Basisgegevens 3.1 GEBOUW Het gebouw van Vroom & Dreesmann bestaat uit de volgende bouwlagen: Kelder : techniekruimte. Begane grond : verkoopruimten, ruimten diensten en ontvangstgoederen/afstel/ magazijn. Eerste verdieping : verkoopruimten en afstel en personeelsgarderobe. Tweede verdieping : verkoopruimten en magazijnen. Derde verdieping : verkoopruimten, ruimten diensten en magazijn. Vierde verdieping : restaurant "La Place" en techniekruimte. Vijfde verdieping : personeelsrestaurant, instructielokaal, magazijn, ruimte diensten en de liftmachinekamer. De hoogste verblijfsvoer is gelegen op 21,5 meter boven peil (peil = maaiveld). De vrije hoogte tussen vloer en bouwkundig plafond bedraagt op de begane grond circa 5,7 meter en de overige bouwlagen circa 3,9 meter. Door het afstoten van magazijnen in de kelder is de totale gebruiksoppervlakte afgenomen tot circa 9.698 m² in de nieuwe situatie. Voor de ontsluiting beschikt het gebouw over centraal gelegen roltrappen en over drie afgescheiden trappenhuizen. In normaal gebruik worden vrijwel alleen de roltrappen en lift gebruikt door bezoekers. Omdat deze niet of slecht bekend zijn met de vluchttrappenhuizen, is een BHV-organisatie noodzakelijk om bezoekers naar deze trappenhuizen te leiden. Een BHVorganisatie is aanwezig. De verdiepingen staan middels de vide met de roltrappen met elkaar in verbinding en tussen de verdiepingen is derhalve geen sprake van rook of brandscheidingen. Het geheel vormt behoudens de afgescheiden kernen en technische ruimten één groot brand- en rookcompartiment. Hoewel open verbindingen aanwezig zijn, is deze ruimte niet als geheel aanroepbaar. Er zijn geen gegevens bekend van de kwaliteit van de huidige brand- en rookwerende scheidingen. De kwaliteit van de noodzakelijke scheidingen dient ten minste te voldoen aan of te worden gebracht op het niveau zoals vastgesteld in paragraaf 4.5 van dit rapport. FLORIAAN B.V. Pagina 8 van 26

3.2 GEBRUIK Het gebouw heeft de volgende kenmerkende ruimten en gebruiksfunctie(s): Bouwlaag Verblijfsgebied of verblijfsruimte Gebruiksfunctie Oppervlakte (m 2 ) VG GO 5 Personeelsrestaurant Bijeenkomst 146 5 Instructielokaal Bijeenkomst 57 5 Magazijn Industrie 100 5 Overige ruimten/magazijn Industrie 121 5 TOTAAL 424 4 Techniek Gem. ruimte 311 4 La place terras Bijeenkomst 69 4 La-Place Bijeenkomst 772 4 La place terras Bijeenkomst 83 4 Toiletgroep Gem. ruimte 67 4 Afstelruimte Gem. ruimte 34 4 TOTAAL 1.336 3 NTBO veld Winkel 530 3 Living Winkel 502 3 NTBO veld Winkel 180 3 Dixons Winkel 208 3 Magazijn Dixons Industrie 84 3 VLP Winkel 23 3 Magazijn Industrie 215 3 Diensten V&D Kantoor 20 3 TOTAAL 1.760 2 HR Mode Winkel 986 2 Boeken Winkel 126 2 Entertainment Winkel 142 2 Reisbagage/Sport Winkel 271 2 Kassa's Winkel 17 2 Paskamers Winkel 30 2 Diensten V&D Kantoor 20 2 Magazijn Industrie 242 2 Magazijn Industrie 273 FLORIAAN B.V. Pagina 9 van 26

Bouwlaag Verblijfsgebied of verblijfsruimte Gebruiksfunctie Oppervlakte (m 2 ) VG GO 2 TOTAAL 2.107 1 Speelgoed Winkel 162 1 Kiba Winkel 415 1 Lingerie Winkel 319 1 Kassa's Winkel 18 1 DS Mode Winkel 572 1 Kassa's Winkel 15 1 Paskamers Winkel 32 1 Diensten V&D Kantoor 20 1 Magazijn Industrie 270 1 Speelgoed Winkel 162 1 TOTAAL 1.823 0 Paskamers Winkel 13 0 Kassa's Winkel 19 0 Jonge Mode Winkel 366 0 Moa Winkel 294 0 Inspiratie Moa Winkel 54 0 Le café Bijeenkomst 187 0 Kousen/Panty's Winkel 114 0 Juweliers Winkel 188 0 Schoenen Winkel 123 0 Kassa's Winkel 17 0 KBH Wenskaarten Winkel 77 0 Chocolaterie Winkel 46 0 Accessorize Winkel 35 0 Sabon Winkel 27 0 Rituals Winkel 10 0 NTBO Veld Winkel 82 0 Ici Paris Winkel 176 0 OG/Afstel/Magazijn Industrie 110 0 Diensten Kantoor 102 0 TOTAAL 2.040-1 Technische ruimten Gem. ruimte 208-1 TOTAAL 208 Tabel 1 FLORIAAN B.V. Pagina 10 van 26

De aanwezige bezoekers vormen in doorsnede een zelfredzame populatie. Aanwezige verminderd zelfredzame personen, worden hierin geacht te worden geholpen door andere personen en/of BHV-organisatie. 3.3 BRANDBEVEILIGINGSINSTALLATIES 3.3.1 Bestaande situatie In de bestaande situatie is het gehele gebouw inclusief trappenhuizen voorzien van een gecertificeerde sprinklerinstallatie met doormelding naar de RAC. In de bestaande situatie is een brandmeldinstallatie met een, in overleg met de brandweer Hollands Midden, bepaalde bewakingsomvang met automatische detectie en een ontruimingsalarminstallatie, type A, aanwezig. Dit is omdat de winkelfunctie een gebruiksoppervlakte heeft groter dan 10.000 m² en een vloer van een verblijfsgebied boven de 13 meter. 3.3.2 Nieuwe situatie Sprinklerinstallatie In de nieuwe situatie in het gebouw zal de sprinklerinstallatie worden aangepast en zullen de nieuwe trappenhuizen worden voorzien van een gecertificeerde sprinklerinstallatie en zal de doormelding naar de RAC blijven gehandhaafd. Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallatie Op grond van de nieuwe gebruiksoppervlakte, circa. 9.698 m², is volgens het Gebruiksbesluit een brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking en doormelding noodzakelijk. Op grond van het aantal aanwezige personen blijft een type A ontruimingsalarminstallatie noodzakelijk. Er zal ten minste een niet-automatische brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarminstallatie met zowel stil als luid alarm over een type A installatie worden gerealiseerd. In geval van een brandmelding van een handbrandmelder wordt: 1. De brandmelding direct doorgemeld naar de RAC. 2. De BHV-organisatie gealarmeerd middels stil alarm met gesproken codebericht via een geluidsinstallatie, zodat de BHV-organisatie de melding kan verifiëren (in verband met misbruik). 3. Een vertraging van 2,5 minuut gestart waarna automatisch het luid alarm in werking treedt bestaande uit een combinatie van een toonsignaal en gesproken woord. In geval het risico bestaat dat personen ingesloten kunnen raken, moeten doodlopende einden worden voorzien van ruimtebewaking. FLORIAAN B.V. Pagina 11 van 26

Droge blusleiding Omdat de hoogste vloer van een verblijfsgebied hoger is gelegen dan 20 meter boven peil, moet in het gebouw een droge blusleiding aanwezig zijn. In overleg met de brandweer Hollands Midden kan mogelijk worden gekozen om hiervoor een hoge druk blusleiding aan te brengen. Indien deze hoge druk blusleiding wordt geplaatst in het trappenhuis op as A/B-6/7, kan op iedere bouwlaag binnen een inzetdiepte van 60 meter ieder punt van een verblijfsgebied worden bereikt. Het aansluitpunt voor de tankautospuit van de brandweer moet in de gevel van de Maarsmansteeg worden gerealiseerd. Indien op de 4e verdieping de aansluiting van de blusleiding ter plaatse van de toegangsdeur van de vluchtgang vanuit de winkel wordt gepositioneerd, kan vanaf daar binnen 60 meter inzetdiepte via het monumentale trappenhuis ieder punt op de 5e verdieping worden bereikt. Hierdoor hoeft geen blusleiding te worden aangebracht in het monumentale trappenhuis. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan, dat een droge blusleiding conform NEN 1594 wordt toegepast. 3.4 ORGANISATORISCHE ASPECTEN Voor de berekening is uitgegaan van gelijktijdige ontruiming (geen gefaseerde ontruiming). Er kan echter, indien gewenst, ook gefaseerd worden ontruimd. Er is sprake van een BHV-organisatie welke is getraind op het begeleiden van een ontruiming. Uitgangspunt is dat de BHV-organisatie voldoende instructie en training krijgt om effectief en efficiënt te kunnen opereren tijdens een ontruiming. FLORIAAN B.V. Pagina 12 van 26

4 Veilige ontvluchting 4.1 MAXIMALE LOOPAFSTAND In een rookcompartiment mag conform de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2003 de loopafstand bij bezettingsgraadklasse B1 t/m B3, gemeten in niet-ingedeeld gebied, niet langer zijn dan 30/1,5 = 20 meter. Tevens mag de loopafstand tussen een punt in een verblijfsruimte en ten minste één uitgang van die ruimte niet groter zijn dan 20 meter. In een rookcompartiment mag conform de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2003 de loopafstand bij bezettingsgraadklasse B5 gemeten in niet-ingedeeld gebied niet langer zijn dan 60/1,5 = 40 meter. Tevens mag de loopafstand tussen een punt in een verblijfsruimte en ten minste één uitgang van die ruimte niet groter zijn dan 40 meter. De gemeten loopafstand is echter op tekening op enkele posities groter dan toegestaan. Op de 1e t/m 4e verdieping is sprake van een overschrijding van circa 2 meter. Hiermee wordt niet aan de prestatievoorschriften van het bouwbesluit voldaan en derhalve is een gelijkwaardige oplossing noodzakelijk. Het uitgangspunt voor een veilige ontvluchting is een ontruiming van het bedreigde gebied (bouwlaag of rookcompartiment binnen 90 seconden, conform NEN 6089). De aanwezigen moeten vervolgens binnen 15 minuten via een rookvrije vluchtroute het gebouw hebben verlaten. Daarnaast wordt ten behoeve van het vluchten van de personen van het volgende uitgegaan: 1. Aanwezige personen vluchten gelijkmatig verdeeld over de beschikbare (nood)uitgangen. 2. Bij aangrenzende rookcompartimenten kan een gedeelte van de personen uit het bedreigde rookcompartiment worden opgevangen in de verkeersruimte van het andere rookcompartiment. Om dit te kunnen realiseren, dient er voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit aanwezig te zijn om alle aanwezige personen binnen die 1,5 minuut op te kunnen vangen. 4.2 BEREKENING MAXIMAAL AANTAL PERSONEN Voor het berekenen van het maximaal toelaatbare aantal personen is gerekend met de formules uit NEN 6089:2011. Hierbij geldt: Opvangcapaciteit van een vloer of hellingbaan bedraagt 4 personen/m 2. Opvangcapaciteit van een traptrede die voldoet aan kolom A bedraagt 0,5 personen/trede. Opvangcapaciteit van een traptrede die voldoet aan kolom B bedraagt 0,9 x trapbreedte (m) personen/trede. Opvangcapaciteit van een tussenbordes bedraagt 4 personen/m 2, tenzij door de doorstroomcapaciteit van de trap binnen 1,5 minuut minder personen het tussenbordes kunnen bereiken. In dat geval bedraagt de opvangcapaciteit van het tussenbordes dit aantal in 1,5 minuut doorgestroomde personen. De doorstroomcapaciteit van een trap die voldoet aan kolom A bedraagt 25 personen/minuut. FLORIAAN B.V. Pagina 13 van 26

De doorstroomcapaciteit van een trap die voldoet aan kolom B bedraagt 45 x trapbreedte (m) personen/minuut. De doorstroomcapaciteit van deuren en doorgangen wordt met ingang van het Bouwbesluit 2012 per 1 april 2012 als volgt: 90 personen per meter vrije breedte van een ruimte. 90 personen per meter vrije breedte van een doorgang, indien zich in de doorgang een dubbele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden. 110 personen per meter vrije breedte van een doorgang, indien zich in de doorgang een enkele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel bevindt met een maximale openingshoek van minder dan 135 graden. 135 personen per meter vrije breedte van een andere doorgang. Opvang- en doorstroomcapaciteit Alle trappenhuizen welke zijn voorzien van een rookwerend voorportaal hebben, tezamen met de trap, een opvangcapaciteit. Op basis van de criteria gesteld bij de ontvluchting is het aantal personen berekend dat binnen 90 seconden het rookcompartiment heeft verlaten. De resultaten van de berekening staan weergegeven in de bijlage. Voor de ontvluchting vanuit de V&D wordt gebruik gemaakt van de volgende trappenhuizen en uitgangen: 5e verdieping: Trappenhuis op as F/G-5 dat op de 4e verdieping overgaat in het monumentale trappenhuis (T1). Buitentrap op as D-2 naar terras op de 4e verdieping (T2). 4e verdieping: Monumentale trappenhuis (T1). Noodtrap vanaf terras naar dak 3e verdieping (T2). Trappenhuis op as B-7 (T3). 3e verdieping: Monumentale trappenhuis (T1). Vluchtroute over terras naar het trappenhuis op as B-7 (T2). Trappenhuis op as B-7 (T3). 2e verdieping: Monumentale trappenhuis (T1). Trappenhuis op as B-7 (T3). Trappenhuis op as A-2/3 (T4). Trappenhuis "In den vergulden Turk" (T5). 1e verdieping: Monumentale trappenhuis (T1). Trappenhuis op as B-7 (T3). Trappenhuis op as A-2/3 (T4). Trappenhuis "In den vergulden Turk" (T5). FLORIAAN B.V. Pagina 14 van 26

Begane grond: Monumentale trappenhuis (T1). Trappenhuis op as B-7 (T3). Trappenhuis op as A-2/3 (T4). Uitgang Aalmarkt (U1). Uitgang Le Café (U2). Uitgang Maarsmansteeg (U3). Uitgang "In den vergulden Turk" Breestraat (U4). In de kelder zijn slechts enkele technische ruimten van V&D gelegen. De kelder wordt derhalve niet in de berekening van het aantal personen meegenomen. Resultaten De in de bijlage opgenomen berekeningen leiden tot de volgende maximaal toelaatbare aantallen personen op basis van de aanwezige opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes. Bouwlaag Maximaal aantal toelaatbare personen winkel Maximaal aantal toelaatbare personen gedeelte "In den vergulden Turk" 5e verdieping 37 4e verdieping 349 3e verdieping 400 2e verdieping 419 140 1e verdieping 419 119 Begane grond 1.985 605 Totaal 3.609 864 Op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes kunnen maximaal 3.609 + 864 = 4.473 personen in de V&D vestiging worden toegelaten. 4.3 BRANDWERENDHEID VAN DE TRAPPENHUIZEN Omdat de trappenhuizen een hoogte overbruggen van meer dan 8 meter, worden deze 60 minuten brandwerend van de bouwlagen afgescheiden. Hiermee voldoen de trappenhuizen aan de voorschriften die van toepassing zijn op een ruimte waardoor een brand- en rookvrije vluchtroute voert. Tevens zijn alle trappenhuizen voorzien van een sprinklerbeveiliging. FLORIAAN B.V. Pagina 15 van 26

5 Gelijkwaardigheid brandmeldinstallatie 5.1 GEBRUIKSBESLUIT Het Gebruiksbesluit schrijft in artikel 2.2.1 brandmeldinstallatie voor dat een gebruiksfunctie vanaf bepaalde grenswaarden voorzien moet zijn van een brandmeldinstallatie. In de huidige vorm is in het Gebruiksbesluit geen functionele eis opgenomen met betrekking tot het melden en ontdekken van brand. De Nota van Toelichting geeft echter wel een indicatie van de functionele eis: een gebouw heeft zodanige voorzieningen dat een brand zo snel mogelijk wordt ontdekt en gemeld, zodat de ontvluchting van de in een bouwwerk aanwezige personen direct na de ontdekking van brand op gang kan worden gebracht. Uit deze Nota van Toelichting blijkt ook dat een installatie nodig is indien de brand zonder brandmeldinstallatie niet tijdig genoeg door alle aanwezigen kan worden opgemerkt. Dit omdat bijvoorbeeld de grootte of complexiteit van het bouwwerk verhindert dat personen de brand tijdig zelf zien of ruiken, of dat personen niet door aanroepen snel genoeg op de hoogte kunnen worden gebracht van de brand. Daarnaast kan middels doormelding de brandweer vroegtijdig worden gealarmeerd als deze moet assisteren bij de ontruiming. De Nota van Toelichting geeft aan dat de grenswaarden die zijn gesteld aan de aanwezigheid van een brandmeldinstallatie, streng zijn. Hiermee wordt voor alle soorten gebouwen, ongeacht bouwkundige staat of gebruik, een veilige situatie gerealiseerd. 5.2 BRANDBEVEILIGINGSCONCEPTEN Zoals in de Nota van Toelichting bij het Gebruiksbesluit is aangegeven, kan gebruik worden gemaakt van de brandbeveiligingsconcepten om de gelijkwaardigheid aan te tonen. In de reeks "Brandbeveiligingsconcepten", uitgegeven door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), worden in lijn met de uitgangspunten van het Bouwbesluit 2003, de criteria gegeven waarbij een gebouw geacht wordt op veilige wijze te kunnen worden ontruimd. Wordt aan deze criteria voldaan, voldoet de ontvluchtingssituatie in een gebouw op gelijkwaardige wijze aan de prestatievoorschriften uit het Bouwbesluit. De criteria stellen dat: Personen maximaal 30 seconden door de rook mogen lopen (gebaseerd op een loopsnelheid van 1 m/s). Een eenmaal in gang gekomen mensenmassa niet extreem mag worden afgeremd. Een gebouw binnen 30 minuten na het ontstaan van een brand moet zijn ontruimd. FLORIAAN B.V. Pagina 16 van 26

In deze brandbeveiligingsconcepten wordt aan het normatief brandverloop gerefereerd, zoals dat hier schematisch is weergegeven. Figuur 5.2.1 Fasen normatief brandverloop minuten 0 Zowel voor de ontruiming als voor de repressieve brandweerinzet is het Ontdekkingstijd Ontdekkingstijd normatieve tijdsverloop geschematiseerd, zoals deze gehanteerd kan worden voor gebouwen met publieksfunctie zoals het V&D warenhuis. Alarmeringstijd 13 15 Meldingstijd De ontdekkings- en alarmeringstijd is gebaseerd op een brand in een niet Opkomsttijd bemande ruimte en ontdekking van de brand door het waarnemen van Ontruimingstijd 23 vlamoverslag door personen in of om het gebouw. Daarmee resteert 15 minuten voor de ontruiming. Inzettijd 30 60 Red-/blustijd Nablus- en nazorgtijd In dit normatieve brandverloop is te zien dat de ontruimingstijd pas na 15 minuten in gang treedt, nadat allereerst een ontdekkings- en een alarmeringstijd is verstreken. In basis zijn de vluchtroutes gedurende 30 minuten gevrijwaard van grote hoeveelheden rook en daarmee gedurende 30 minuten geschikt voor ontvluchten. Wanneer de ontdekkings- en alarmeringstijd is verstreken, resteert daarmee 15 minuten voor de ontruiming. Wanneer deze tijd onvoldoende lang is, kan middels technische hulpmiddelen, zowel de ontdekkings- als alarmeringstijd worden bekort, waardoor een langere ontruimingstijd beschikbaar is, als ook de brandbestrijding automatisch in gang worden gezet. Voorbeelden hiervan in het brandbeveiligingsconcept zijn normatief brandverloop van de situatie waarin een brandmeldinstallatie met volledige bewaking aanwezig is en het normatief brandverloop van de situatie waarin een sprinklerinstallatie aanwezig is, zie de volgende figuren. FLORIAAN B.V. Pagina 17 van 26

Figuur 5.2.2 Fasen brandverloop bij brandmeldinstallatie met volledige bewaking minuten 0 Figuur 5.2.3 Fasen brandverloop bij sprinklerinstallatie minuten 0 Ontdekkingstijd Ontdekkingstijd Ontdekkingstijd Ontdekkingstijd Alarmeringstijd 5 7 Alarmeringstijd 5 7 Opkomsttijd Opkomsttijd 13 13 Ontruimingstijd Blustijd Ontruimingstijd Inzettijd Inzettijd 30 60 Red-/blustijd Nablus- en nazorgtijd 30 60 Red-/blustijd Nablus- en nazorgtijd In deze beide figuren is te zien dat de ontdekkingstijd voor beide situaties wordt verondersteld na 5 minuten. Daarmee wordt voor beide situaties verondersteld de ontruiming te worden ingezet 7 minuten na ontstaan van brand. Voor beide situaties is weergegeven de mogelijkheid om van een langere inzettijd gebruik te maken. Indien hiervan niet wordt uitgegaan, mag worden verondersteld dat de red-/blustijd reeds op 20 minuten na ontstaan van brand ingaat, in plaats van de aangehouden 30 minuten. 5.3 GELIJKWAARDIGHEID Voor de gelijkwaardigheid voor een veilige ontvluchting moet een beschouwing worden uitgevoerd op de volgende aspecten: ontvluchting van personen die zich bevinden in het direct bedreigde gebied; ontvluchting van personen die zich bevinden elders in het gebouw; alarmering door BHV-organisatie; automatische alarmering; stuurfuncties. FLORIAAN B.V. Pagina 18 van 26

5.3.1 Ontvluchting uit het direct bedreigde gebied Personen die zich in het direct bedreigde gebied bevinden, zullen een brand snel ontdekken. Er zijn immers geen slapende personen aanwezig en de zintuiglijke waarneming is beter dan die van technische installaties. Door geur, smaak of visuele waarneming, zal een nog niet ontstane brand in zijn smeulfase reeds door rookproductie door personen kunnen worden opgemerkt. In de situatie dat hiervan geen sprake is, zal een kleine brand alsnog snel door visuele waarneming, gehoor of gevoel (stralingswarmte) worden opgemerkt. In dergelijke situaties, mag worden verondersteld dat personen zelf initiatief nemen om een handbrandmelder te activeren of personeel te waarschuwen om een brand te melden, zoals dat ook het geval is bij kleinere gebouwen waarin geen volledige bewaking is voorgeschreven vanuit het Gebruiksbesluit. Omdat het gebouw conform het Bouwbesluit erop is ingericht dat het direct bedreigde gebied binnen 1 minuut na ontdekking kan zijn ontruimd, is er geen noodzaak om die ontvluchting te ondersteunen middels een brandmeldinstallatie met volledige bewaking. In het geval geen handmatige brandmelding plaatsvindt, wordt door activering van de sprinklerinstallatie alsnog brand gedetecteerd en gemeld na ruim 2,5 minuut (zie bijlage 3) waarna eveneens automatisch het luid alarmsignaal bestaande uit gesproken bericht en toonsignaal worden geactiveerd. Door de aanwezigheid van een ontruimingsinstallatie zal zowel het bedreigde als de niet bedreigde gebieden worden gealarmeerd en ontruimd. 5.3.2 Ontvluchting uit niet direct bedreigde delen van het gebouw Personen die zich bevinden in de niet bedreigde delen van het gebouw, kunnen een brand niet ontdekken zoals dat in het direct bedreigde gebied het geval is. Uitgangspunt binnen het normatief brandverloop is dat deze personen zonder hulpmiddelen pas de brand ontdekken als zij vlamoverslag waarnemen of als zij worden gewaarschuwd door andere personen in of om het gebouw. Omdat vlamoverslag na circa 13 minuten na het ontstaan van brand optreedt, worden personen door geluid gewaarschuwd. Twee minuten later mag worden verondersteld dat personen zijn gealarmeerd en starten met de ontruiming van het gebouw. In het geval het een hoog of omvangrijk gebouw betreft, wordt het ontdekken van een brand door de aanwezigen moeilijker of onmogelijk. In een dergelijk geval, zijn hulpmiddelen nodig om de aanwezigen te alarmeren, bijvoorbeeld een brandmeld- of sprinklerinstallatie met ontruimingsalarminstallatie. Vanwege de omvang van het gebouw, is het niet waarschijnlijk dat personen een brand elders in het gebouw binnen 15 minuten gealarmeerd zijn en gestart met de ontruiming. Derhalve worden in het gebouw een brandmeldinstallatie met handmelders en een ontruimingsalarminstallatie aangebracht en volgt op een brandmelding van de sprinklerinstallatie ook ontruimingsalarm. FLORIAAN B.V. Pagina 19 van 26

In het geval geen handmatige brandmelding plaatsvindt, wordt door activering van de sprinklerinstallatie alsnog brand gedetecteerd en gemeld, uitgangspunt binnen het normatief brandverloop is dat dit binnen 5 minuten plaatsvindt. Een sprinklerinstallatie zal in het algemeen later aanspreken dan een brandmeldinstallatie maar dit zal binnen 5 minuten gebeuren. Uit berekening blijkt dat in dit geval de sprinklerinstallatie na 141 seconden zal aanspreken, dus na circa 2,5 minuut (zie bijlage 2). 5.3.3 Stille alarmering door codebericht en ontruiming door BHV In geval van de dagsituatie met winkelende bezoekers zal door personen in het direct bedreigde gebied een handmatige brandmelding worden gedaan (activeren handbrandmelder of mondelinge melding aan personeel gevolgd door activeren handbrandmelder). Hierna zal middels een gesproken codebericht de BHV-organisatie worden gealarmeerd. De BHV-organisatie zal de brandmelding verifiëren en indien nodig bevestigen. Hierna zal de BHVorganisatie, indien noodzakelijk, de aanwezige bezoekers alarmeren en de ontruiming inzetten. Bij indrukken handbrandmelder zal, indien geen verificatie van de melding plaatsvindt, na een in te stellen vertraging automatisch het luid alarmsignaal bestaande uit gesproken bericht en toonsignaal worden geactiveerd. In het geval geen handmatige brandmelding plaatsvindt, wordt door activering van de sprinklerinstallatie alsnog brand gedetecteerd en gemeld na circa 2,5 minuut (zie bijlage 3) waarna eveneens automatisch het luid alarmsignaal bestaande uit gesproken bericht en toonsignaal worden geactiveerd. 5.3.4 Alarmering door ontruimingsignaal/gesproken boodschap In het geval in de avond-/nachtsituatie geen bezoekers aanwezig zijn, moet alarmering plaatsvinden op basis van luid alarm. Bij afwezigheid van personen zal de niet-automatische brandmeldinstallatie niet worden geactiveerd. Detectie vindt dus plaats door de sprinklerinstallatie (of ruimtebewaking indien noodzakelijk). Op basis van deze detectie moet direct automatische alarmering plaatsvinden. 5.4 STUURFUNCTIES Installaties kunnen behalve voor de alarmering ook noodzakelijk zijn voor het aansturen van voorzieningen of organisaties. Op een brandmelding van de niet-automatische brandmeldinstallatie ofwel automatisch door de sprinklerinstallatie (of ruimtebewaking indien noodzakelijk) wordt het ontruimingsalarm aangestuurd. Tevens dienen bijvoorbeeld liften te worden gestuurd naar hun uitgangspositie en te worden geblokkeerd. Voorzieningen welke direct gericht zijn op het weren van rook, zoals kleefmagneten, kunnen echter niet alleen worden gestuurd op de sprinklermeldcentrale. Deze voorzieningen dienen tevens ter plaatse van de betreffende voorziening te worden geactiveerd door rookdetectie omdat de kans op rookverspreiding gedurende de eerste vijf minuten aanwezig is. Bovenstaande heeft geenszins tot doel een compleet overzicht van de stuurfuncties te geven. De stuurfuncties dienen te worden uitgewerkt in een Programma van Eisen en ter goedkeuring te worden aangeboden aan het bevoegd gezag. FLORIAAN B.V. Pagina 20 van 26

6 Conclusie Het gesprinklerde gebouw van Vroom & Dreesmann aan de Aalmarkt 22 te Leiden wordt voorzien van een niet-automatische brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarminstallatie. Hoewel een brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking vanuit het Gebruiksbesluit is voorgeschreven, is deze bewaking in dit geval niet noodzakelijk om te voorzien in een veilig gebruik van het gebouw. In dit rapport is beschreven op welke wijze de aanwezige personen binnen 30 minuten na ontstaan van de brand het gebouw kunnen verlaten en wordt aangetoond dat op een gelijkwaardige wijze aan de voorschriften uit het Gebruiksbesluit wordt voldaan. Op basis van het normatief brandverloop van een gesprinklerd gebouw zoals omschreven in hoofdstuk 5 en de onderstaande afwegingen, behoeft in het gesprinklerde gebouw geen brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking te worden aangebracht en kan worden volstaan met een niet-automatische brandmeldinstallatie. Afwegingen: a) Bouwkundige brandveiligheid: Het gebouw wordt voorzien van een gecertificeerde sprinklerinstallatie met een rti-waarde van ten hoogste 50 m 1/2 s 1/2, zodat de sprinklerinstallatie snel wordt geactiveerd waardoor de brandgrootte beperkt blijft en daarmee ook de rookontwikkeling. De ontruimingstijd van het gebouw is korter dan 15 minuten. De vluchttrappenhuizen worden 60 minuten brandwerend uitgevoerd. b) Vuurbelasting: Het gebouw wordt van een gecertificeerde sprinklerinstallatie voorzien, derhalve is risico van een (hoge) vuurbelasting beperkt. De brandomvang blijft door toepassing van de sprinklerinstallatie klein. c) Hoogste vloer gebruiksfunctie boven meetniveau: Opvang- en doorstroomcapaciteit voldoet op nieuwbouwniveau. Gecertificeerde sprinklerinstallatie aanwezig waardoor branduitbreiding beperkt blijft. d) Gebruiksoppervlakte/grootte object: De winkelruimten hebben een grote gebruiksoppervlakte en staan in open verbinding met elkaar. Verdiepingen zijn niet aanroepbaar en er zijn veel personen aanwezig. Het gebouw moet derhalve worden voorzien van een ontruimingsalarminstallatie met zowel stil als luid alarm over een type A -installatie (gesproken mededeling). Daardoor is de ontruimingsboodschap direct herkenbaar en kunnen de aanwezigen goed worden gewaarschuwd. FLORIAAN B.V. Pagina 21 van 26

e) Capaciteit, beschikbaarheid en uitvoering vluchtroutes: Opvang- en doorstroomcapaciteit voldoet aan nieuwbouwvoorschriften; Alle deuren in de vluchttrappenhuizen worden zelfsluitend uitgevoerd, voorzien van dagschoot en een brandwerendheid van ten minste 60 minuten. De vluchtdeuren die toegang bieden naar het aansluitende terrein, worden voorzien van een paniekbalk. Deuren in vluchtroutes mogen niet zijn afgesloten. f) Overzichtelijkheid gebouw en vluchtroutes: Bezoekers zijn normaliter georiënteerd op de roltrappen en niet bekend met de vluchttrappenhuizen. Vluchtrouteaanduiding is noodzakelijk en is goed zichtbaar aangebracht. Noodverlichting is aanwezig en functioneel. Een BHV- en ontruimingsorganisatie is aanwezig om de bezoekers te leiden naar de trappenhuizen. g) Zelfredzaamheid: Bezoekers vormen een doorsnee zelfredzame populatie. Uitgangspunt is dat personen die minder zelfredzaam zijn, worden begeleid of geassisteerd door zelfredzame personen en dat zij ook door BHV-ers in veiligheid worden gebracht. h) Ingesloten personen: Er is geen sprake van ingesloten personen. i) Waarneming brand en alarmering: Veel personen aanwezig voor zintuiglijke waarneming. Wanneer personen aanwezig zijn, is er een betrouwbare branddetectie mogelijk op basis van menselijke zintuigen: o personen als melder van brand zijn zeer gevoelig; o geen slaapfunctie dus geen slapende personen aanwezig; o meerdere personen aanwezig. Daar waar geen personen aanwezig zijn, is er ook betrouwbare branddetectie aanwezig: o sprinkleractivering binnen 2,5 minuut door gecertificeerde sprinklerinstallatie met rti-waarde van ten hoogste 50 m1/2 s1/2; o geen ongesprinklerd gebied is aanwezig. Het gebouw wordt voorzien van een niet-automatische brandmeldinstallatie met uitzondering van de rookdetectie in de liftmachinekamer Het gebouw wordt voorzien van een ontruimingsalarminstallatie met zowel stil als luid alarm over een type A -installatie. De acties in opvolging van de brandmelding zijn betrouwbaar: o er is een BHV-organisatie en personeel aanwezig (uitgangspunt is dat de BHV-organisatie voldoende instructie en training krijgt om effectief en efficiënt te kunnen opereren tijdens een ontruiming, aan te tonen door gebruiker); o alarmering middels stil alarm met gesproken codebericht aan de BHVorganisatie; o handmatige melding middels handbrandmelders; o automatische melding middels sprinkleractivering binnen 2,5 minuut door gecertificeerde sprinklerinstallatie met rti-waarde van ten hoogste 50 m 1/2 s 1/2 ; o doormelden brandweer is aanwezig; o automatisch ontruimingsalarm volgt automatisch indien de BHV-organisatie niet tijdig kan verifiëren en tevens op brandmelding van de sprinklerinstallatie. FLORIAAN B.V. Pagina 22 van 26

j) Bekendheid met gebouw: Het betreft winkelend publiek dat sporadisch in het gebouw komt. Bezoekers zijn normaliter georiënteerd op de roltrappen en niet bekend met de vluchttrappenhuizen. Een BHV-organisatie is noodzakelijk om de bezoekers te begeleiden bij ontruiming. k) BHV-organisatie: Een BHV-organisatie is aanwezig. Er worden met personeelleden ontruimingsoefeningen gehouden. Aangetoond moet worden dat deze adequaat kan reageren en dat voldoende wordt geoefend. Dit dient te worden vastgelegd in het bedrijfsnoodplan. Stuurfuncties moeten in het Programma van Eisen worden vastgelegd; eventuele voorzieningen welke voor de beperking van rookverspreiding noodzakelijk zijn, zoals kleefmagneten bij deuren, dienen nabij deze voorziening wel op rookdetectie te worden gestuurd. Deze gelijkwaardigheid moet door gemeente Leiden worden goedgekeurd. De eigenaar/gebruiker van het gebouw dienen aantoonbaar te maken dat de bedrijfhulpverleningsorganisatie van voldoende niveau is. Tevens dient zij relevante documenten als ontruimingsplannen en Programma s van Eisen ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te leveren. Op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes is het maximaal aantal toelaatbare personen berekend. Dit leidt tot de volgende aantallen. Bouwlaag Maximaal aantal toelaatbare personen winkel Maximaal aantal toelaatbare personen gedeelte "In den vergulden Turk" 5e verdieping 37 4e verdieping 349 3e verdieping 400 2e verdieping 419 140 1e verdieping 419 119 Begane grond 1.985 605 Totaal 3.609 864 Op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes kunnen maximaal 3.609 + 864 = 4.473 personen in de V&D vestiging worden toegelaten. FLORIAAN B.V. Pagina 23 van 26

Bijlage 1 Berekening opvang- en doorstroomcapaciteit Op de volgende pagina's is met het rekenprogramma NPR 6080 de opvang- en doorstroomcapaciteit van de trappenhuizen berekend. Hierbij is uitgegaan van een maximaal aantal personen, waarbij de in NEN 6089:2011 gestelde grenswaarden juist niet worden overschreden. Het betreft de volgende grenswaarden: ontruiming van het gebouw na maximaal 15 minuten; ontruiming van het bedreigde gebied na maximaal 90 seconden; een maximale wachttijd op de vluchtroute van 6 minuten. Opgemerkt wordt dat bij de 3e verdieping een totaal aantal personen van 480 wordt berekend. 80 personen hiervan komen echter vanuit trappenhuis T2 via het terras en behoren niet toe aan de beschikbare capaciteit op de 3e verdieping. Ook kent het rekenprogramma geen mogelijkheid om de situatie in trappenhuis T1 op de 4e verdieping, waar een spiltrap overgaat in een rechte trap, als zodanig aan te geven. Hierdoor is in de berekening van de 5e verdieping de deurbreedte van trappenhuis T1 zo aangepast (0,28 m), dat het aantal personen (36) overeenkomt met het aantal waarvoor de spiltrap capaciteit heeft. NPR 6080 berekend niet het aantal personen op de begane grond, dat rechtstreeks via de uitgangen naar buiten vlucht. Deze zijn onderstaand berekend. Uitgang U1: Twee dubbele deuren met een uitgangsbreedte van 2,0 meter met een draaihoek <135 graden tussen winkel en tochtportaal zijn maatgevend voor de berekening. De capaciteit van deze deuren bedraagt 90 personen per meter per minuut. De capaciteit van U1 bedraagt 4,0 x 90 x 1,5 = 540 personen. Uitgang U2: Eén dubbele deur van 1,75 meter met een draaihoek <135 graden is maatgevend voor de berekening. De capaciteit van deze deur bedraagt 90 personen per meter per minuut. De capaciteit van U2 bedraagt 1,75 x 90 x 1,5 = 236 personen. Uitgang U3: Twee dubbele deuren met een uitgangsbreedte van 2,0 meter met een draaihoek <135 graden tussen winkel en tochtportaal zijn maatgevend voor de berekening. De capaciteit van deze deuren bedraagt 90 personen per meter per minuut. De capaciteit van U3 bedraagt 4,0 x 90 x 1,5 = 540 personen. FLORIAAN B.V. Pagina 24 van 26

Uitgang U4: Twee dubbele deuren met een uitgangsbreedte van 1,8 meter met een draaihoek <135 graden tussen winkel en tochtportaal zijn maatgevend voor de berekening. De capaciteit van deze deuren bedraagt 90 personen per meter per minuut. De capaciteit van U4 bedraagt 3,6 x 90 x 1,5 = 486 personen. Dit leidt tot de volgende maximaal toelaatbare aantallen personen op basis van de aanwezige opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes. Bouwlaag Maximaal aantal toelaatbare personen winkel Maximaal aantal toelaatbare personen gedeelte "In den vergulden Turk" 5e verdieping 37 4e verdieping 349 3e verdieping 400 2e verdieping 419 140 1e verdieping 419 119 Begane grond 1.985 605 Totaal 3.609 864 Op basis van de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de vluchtroutes kunnen maximaal 3.609 + 864 = 4.473 personen in de V&D vestiging worden toegelaten. FLORIAAN B.V. Pagina 25 van 26

Bijlage 2 Aanspreektijd sprinklerinstallatie Middels het programma Detatct-T2 is de aanspreektijd van de sprinklerinstallatie berekend op basis van onderstaande gegevens: Begane grond Parameter Waarde Invoer Detact-T2 Verdiepingshoogte 5,7 m -- Plafondhoogte 4,0 m 4,0 m Aanvangstemperatuur 20 C 20 C Afstand tussen sprinklers Max. 3 m 3 m Sprinklerkop Quick response, RTI 50 m 1/2 s 1/2 RTI = 50 m1/2 s1/2 Aanspreektemperatuur 68 C 68 C Branduitbreidingssnelheid (NEN 1991-1-2) Snel, ta = 150 s Fast Resultaat Detact-T2 Aanspreektijd Heat release rate 141,1586 s 934,2959 kw 1e t/m de 5e verdieping Parameter Waarde Invoer Detact-T2 Verdiepingshoogte 3,9 m -- Plafondhoogte 3,0 m 3,0 m Aanvangstemperatuur 20 C 20 C Afstand tussen sprinklers Max. 3 m 3 m Sprinklerkop Quick response, RTI 50 m 1/2 s 1/2 RTI = 50 m1/2 s1/2 Aanspreektemperatuur 68 C 68 C Branduitbreidingssnelheid (NEN 1991-1-2) Snel, ta = 150 s Fast Resultaat Detact-T2 Aanspreektijd Heat release rate 124,7766 s 730.0223 kw FLORIAAN B.V. Pagina 26 van 26