Studentenstatuut Opleidingsdeel



Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Studentenstatuut Opleidingsdeel

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Logopedie. VOOR DE VOLTIJDSE Bacheloropleiding Logopedie

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Management & Organisatie

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentendecanaat. De Topsportregeling. het gebeurt op windesheim

Informatie werkplekleren

Studentenstatuut Opleidingsdeel

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Verpleegkundig specialist (MANP)

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Studentenstatuut

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Management & Organisatie

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VERPLEEGKUNDE

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Examenreglement

Reactie bachelor OER

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bachelor Opleiding Muziek Bijlage Muziektheater

Christelijke Hogeschool Windesheim. Opleiding voor Logopedie. Beperkte opleidingsbeoordeling

Handleiding Studieloopbaanbegeleiding

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Management & Organisatie

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care - Voltijd

Deeltijd voor professionals

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Studentenstatuut

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Topsport en studie op Windesheim

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bachelor of Teacher Education in Welfare and Health Care

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

HBO-BACHELOR WERK & STUDIE. Logopedie BLENDED LEARNING

Hbo-bachelor verloskunde

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Ad Finance VOOR DE VOLTIJDSE ASSOCIATE DEGREE-OPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Transcriptie:

Studentenstatuut Opleidingsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim Bachelor Logopedie, 34578 Voltijd Het studentenstatuut van de opleiding Logopedie op onderwijslocatie Zwolle vind je hier. Accreditatie: 1-1-2009-31-12-2014 (nieuwe accreditatiedatum 31-12-2020 onder voorbehoud van besluit NVAO, volgt z.s.m.)

2

INHOUDSOPGAVE INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 1. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING A - OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1 - De onderwijsvisie van Windesheim 2 - De onderwijsleeractiviteiten 3 - Studiebegeleiding 4 - Kwaliteit en studeerbaarheid 5 - Vorm van de opleiding B - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1 - Doelstelling van de opleiding 2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding 3 - Inhoud van de opleiding 4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1 - Inrichting van de opleiding 1a - De propedeutische fase 1b - De postpropedeutische of hoofdfase 1c - Bijzondere leerwegen 2 - Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden 3 - Accreditatie

2.ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN Hoofdstuk 1 - Begripsbepalingen Artikel 1.1 - Algemene begripsbepalingen Artikel 1.2 - Opleidingspecifieke begripsbepalingen Hoofdstuk 2 Toegang en Toelating Artikel 2.1 - Toegang Artikel 2.2 - Nadere vooropleidingseis Artikel 2.3 - Aanvullende vooropleidingseis (PMT, Sport en Bewegen, Lerarenopleiding Lichamelijke opvoeding, PABO) Artikel 2.4 - Aanvullende vooropleidingseis (DKBV) Artikel 2.4a - Aanvullende vooropleidingseis deeltijdopleiding Artikel 2.5 - Toelating Artikel 2.6 - Vrijstelling vooropleidingseis op grond van gelijkwaardig diploma Artikel 2.7 - Vrijstelling propedeutisch examen Artikel 2.8 - EVC-assessment Artikel 2.9 - Ontzegging toegang Hoofdstuk 3 - Inrichting van de opleiding Artikel 3.1 - Vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs Artikel 3.2 - Structuur van de opleiding (propedeuse, postpropedeuse, Associate degree) Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding Artikel 3.4 - Major Artikel 3.5 - Minors Artikel 3.6 - Premastertraject Artikel 3.7 - Studiepunten onderwijseenheid Artikel 3.8 - Onderwijsperioden per studiejaar Artikel 3.9 - Gedragscode Nederlandse taal Hoofdstuk 4 - Studiebegeleiding Artikel 4.1 - Studiebegeleiding Artikel 4.2 - Studieloopbaanbegeleiding Artikel 4.3 - Algemene studiebegeleiding Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding Hoofdstuk 5 - Studieadvies Artikel 5.1 - Uitbrengen studieadvies Artikel 5.2 - Bindend studieadvies met afwijzing Artikel 5.3 - Procedure bij afwijzing bij het studieadvies Hoofdstuk 6 Toetsen, Tentamens en Examens Artikel 6.1 - Vorm van de tentamens Artikel 6.2 - Schriftelijk toets Artikel 6.3 - Portfolio of werkstuk als toets Artikel 6.4 - Mondelinge toets Artikel 6.5 - Vrijstelling voor tentamens Artikel 6.6 - Afleggen van tentamens Artikel 6.7 - Toetsuitslag en tentamencijfers Artikel 6.8 - Tentamenuitslag Artikel 6.9 - Inzage beoordeeld werk Artikel 6.10 - Geldigheidsduur tentamens Artikel 6.11 - Examen 4

Artikel 6.12 - Cum laude Hoofdstuk 7 - Examencommissie Artikel 7.1 - Instelling en taken examencommissie Artikel 7.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie Artikel 7.3 - Subcommissies Artikel 7.4 - Examinatoren Artikel 7.5 - Getuigschriften en verklaringen Hoofdstuk 8 - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 8.1 - Bezwaar en beroep Artikel 8.2 - Wijziging van de regeling Artikel 8.3 - Bijlagen bij Onderwijs- en Examenregeling Artikel 8.4 - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 8.5 - Inwerkingtreding en looptijd 5

INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING In het Studentenstatuut zijn de regels opgenomen die betrekking hebben op de rechten en plichten van studenten. Samen met het Reglement Examencommissie is de Onderwijs- en Examenregeling (OER) de belangrijkste regeling in het studentenstatuut. In de OER is een concrete uitwerking van de inhoud van de opleiding opgenomen. Deze is opgesteld door het management van de opleiding. De examencommissie oordeelt of de OER op een juiste manier wordt uitgevoerd. Als een student vragen, opmerkingen of klachten over de uitvoering van de OER heeft, dan kunnen deze aan de examencommissie worden voorgelegd. In het Reglement Examencommissie staan de regels die de examencommissie daarbij hanteert. Enkele opleidingen hebben een deel van het studentenstatuut verwerkt in een studiegids. In deze gids staat, naast enkele regelingen uit het statuut, ook nog andere informatie over de opleiding. Bijvoorbeeld een overzicht van alle docenten, of de openingstijden van de Servicebalie. Naast de OER en het Reglement Examencommissie zijn er nog meer regelingen, deze zijn alle in het Studentenstatuut opgenomen. Bijvoorbeeld regelingen over medezeggenschap, financiële uitkeringen, huisregels en privacy-regels, de rechtsbescherming van studenten en het klachtenloket. Het studentenstatuut met al deze regelingen is te vinden op Sharenet. 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING 1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten wordt een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast wordt de kennis voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non-profitorganisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Onze vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. In de leersituatie wordt steeds spanning gecreëerd tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, waardoor studenten worden geprikkeld hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. Uitdagend, tegelijkertijd realistisch. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteert de professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door 6

onderzoekvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten wordt persoonlijke en adequate begeleiding aangeboden, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens wordt tijd- en plaats-onafhankelijk werken gefaciliteerd. Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat: Topopleiding. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim Is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. Biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. Levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heenkijken. 1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten De opleiding Logopedie leidt studenten op tot startbekwame Logopedisten. Na voltooiing van de opleiding is de student in staat zelfstandig en met een kritische, onderzoekende en lerende houding te werken als Logopedist. De opleiding Logopedie streeft naar een goede balans en verbinding tussen een stevige basiskennis, praktische logopedische vaardigheden en een brede praktijkervaring. De opleiding Logopedie biedt de opleiding in twee vormen aan: de reguliere Voltijd en de Voltijd Blended Learning, een bijzondere vorm van afstandsleren. Beide vormen zijn voltijdsonderwijs, met een curriculum van 240 EC s, dat in vier leerjaren wordt aangeboden. De reguliere Voltijd is een variant met een royaal aantal contacturen dat (grotendeels) overdag wordt gegeven verspreid over de week, conform het onderwijsconcept van Windesheim Flevoland (zie ook 1.1.4). Het onderwijs in de Voltijd Blended Learning wordt deels online aangeboden via de elektronische leeromgeving N@Tschool. Het contactonderwijs wordt in jaar 1 en 2 geclusterd op één dag per week, aangevuld met vier themadagen per jaar. In jaar 3 en 4 worden de contacturen in Blended Learning op één avond per week aangeboden. De contacturen in Blended Learning hebben allemaal een sterk 7

karakter van samen-werkend-leren : het gaat in deze contacturen om het trainen van vaardigheden met de docent als rolmodel, leren op basis van gezamenlijke intervisie, reflectie en feedback, en samenwerken aan groepsproducten. De zelfstudie thuis wordt online ondersteund met audio-visueel studiemateriaal, opdrachten en onderwijsleergesprekken waarin de docent begeleidt (dit alles op basis van het didactisch model van Afstandsleren). Blended Learning is speciaal bedoeld voor zelfstandige studenten met goede plannings- en studievaardigheden, die behoefte hebben om meer op eigen tijd en eigen locatie te kunnen studeren. De opleiding Logopedie van Windesheim Flevoland is onderdeel van het Cluster Welzijn en Gezondheid. De opleiding is vormgegeven op basis van het Onderwijsconcept, Onderwijsmodel en Curriculumkaders Windesheim Flevoland, klik hier. Windesheim Flevoland heeft de visie vertaald in vijf thema s. Deze thema s vormen de pijlers van ons onderwijsconcept Samen-werkend-leren. Het onderwijsmodel gaat over de meer technische invulling van het onderwijsprogramma en is opgebouwd uit vier leerlijnen: de Body of Knowledge & Skills (hierna afgekort als BoKS), de praktijkleerlijn, de onderzoeksleerlijn en studentbegeleiding. De curriculumkaders bieden concrete richtlijnen voor het ontwikkelen van de opleidingen. De kaders vormen bovendien de meetlat waarmee de hogeschool kan meten of de visie op leren daadwerkelijk in het onderwijs tot uitvoering komt. Het onderwijsconcept Samen-werkend-leren is gebaseerd op werken en leren vanuit de praktijk, waarin ondernemend en onderzoekend leren een belangrijke basis zijn. Het onderwijsconcept steunt op vijf pijlers: 1. Leren en werken vanuit een stevige basis, de BoKS 2. Samenwerken aan praktijkopdrachten en de Comakerships 3. Werken aan een waarde(n)volle professionele ontwikkeling 4. Onderzoekend leren 5. Ondernemend leren Het onderwijsmodel is gebaseerd op de pijlers van het onderwijsconcept. Uitgangspunt van het leren is de sociaalconstructivistische benadering. Leren als een proces van construeren van kennis, gebruikmakend van reeds aanwezige kennis en het op een actieve manier verwerven van kennis. Het onderwijsmodel is opgebouwd uit vier leerlijnen: 1. De BoKS; 2. De Praktijkleerlijn, bestaande uit ervaringsleren (stages en praktijkopdrachten) en producerend leren (met Comakerships). De stages, praktijkopdrachten en Comakerships worden zo nodig ondersteund door workshops en trainingen; 3. De Onderzoeksleerlijn; 4. De leerlijn Studentbegeleiding. Door de stevige leerlijn BoKS krijgen studenten in de opleiding Logopedie in de eerste 2,5 jaar van de opleiding een stevige theoretische basis mee. In deze leerlijn worden ten eerste de kennisvakken aangeboden, waarin de onderliggende theorie (kennis die de Logopedist paraat moet hebben en inzicht in belangrijke visies, theorieën en modellen) wordt behandeld. Deze kennisvakken worden voor studenten Logopedie Blended Learning via afstandsleren aangeboden; zij volgen online zelfstudiemodules. Daarnaast zijn er in het eerste leerjaar vaardigheidsvakken waarin de student een aantal technische en sociale vaardigheden traint die nodig zijn in het beroep. Vanaf jaar twee verdwijnen deze trainingen, waarin basisvaardigheden apart geoefend worden; het vaardigheidsonderwijs wordt verder geïntegreerd in de methodiekvakken, die herkenbaar zijn aan de naam Onderzoek en Behandeling van... In deze onderwijseenheden leert de student expliciet om de verworven kennis en vaardigheden in te zetten in onderzoek en behandeling van stoornissen in elk van de logopedische deelgebieden volgens het Methodisch Logopedisch Handelen. In deze methodiekvakken verwerft de student kennis èn vaardigheden, maar bovendien leert de student systematisch te werk te gaan en op basis van klinisch 8

redeneren onderbouwde keuzes te maken ten aanzien van de logopedisch interventie. De student leert per logopedisch deelgebied welke instrumenten en werkmodellen inzetbaar zijn. Steeds meer verwachten we dat de student in het praktijkleren voldoende mogelijkheden krijgt om de integratie van theorie in het (evidence based) logopedisch handelen verder te ontwikkelen; in de afstudeerfase van de opleiding vindt dit helemaal plaats in het praktijkleren tijdens de stage op bachelorniveau. De BoKS-lijn verdwijnt dan als aparte leerlijn in het curriculum. De lessen passend binnen de BoKS worden in verschillende activerende didactische werkvormen aangeboden, bijvoorbeeld door het geven van hoorcolleges (grote groepen studenten, eventueel Clusterbreed) of werkcolleges (groepen van ongeveer 25 tot maximaal 30 studenten) of vaardigheidsonderwijs, hierbij worden praktijksituaties en technische vaardigheden geoefend en krijgt gespreksvoering veel aandacht (kleine groepen tot maximaal 15 studenten, ook wel stamgroep genoemd). Zoals gezegd vindt onderwijs voor studenten blended learning deels online plaats. Vanaf het eerste jaar is de praktijkleerlijn een belangrijke leerlijn in de opleiding Logopedie. Het praktijkleren speelt een rol in de oriënterende functie van de propedeuse (studenten leggen daarom al aan het begin van jaar 1 een werkveldbezoek af, en lopen ook al in jaar 1 een eerste introductiestage), maar ook het ervaringsleren in de praktijk is al snel een belangrijk onderdeel van het onderwijs in de opleiding Logopedie. Vanaf jaar 2 is het belangrijk dat studenten voldoende ervaring opdoen in het werken als logopedist-inspe. Ze voeren steeds zelfstandiger steeds complexere logopedische taken uit. In jaar 2 loopt elke student twee onderwijsperioden stage in een externe praktijk, school of instelling. Het andere half jaar werkt de student in de interne leerpraktijk Logopediepraktijk Windesheim Flevoland. Hier voeren studenten onder begeleiding van een docent van de opleiding screenings uit bij pabo-studenten, toelatingsonderzoeken van aankomend logopediestudenten en geven zij training en advies aan cliënten. In jaar 3 en 4 lopen studenten nog twee stages, waarin zij zich ontwikkelen tot zelfstandige logopedisten. De opleiding hanteert als uitgangspunten dat minimaal één van de stages uit jaar 2, 3 en 4 in een zorgsetting plaatsvindt. Vanaf jaar 3 vindt het producerend leren plaats in de Comakerships: studenten voeren praktijkopdrachten uit binnen de context van het werk die uitmonden in beroepsproducten. De opleiding Logopedie kent een drietal Comakerships in jaar 3 en 4. Om in het praktijkleren op het juiste niveau aan de eigen competenties te kunnen werken heeft een student voldoende voorkennis nodig. Daarnaast is het voor de logopedische praktijken, (zorg)instellingen en cliënten van het grootste belang dat de student goed voorbereid begint aan het praktijkleren. Daarom zijn voor het praktijkleren ingangseisen geformuleerd: De stages dienen volgordelijk doorlopen te worden. Concreet betekent dit dat een student alleen kan starten aan de stage op basisniveau (jaar 2) als de stage uit de propedeuse met een voldoende is afgerond. De stage op basisniveau moet afgerond zijn voordat de student kan beginnen aan de stage op gevorderd niveau (jaar 3). Een voldoende afronding van de stage op gevorderd niveau is voorwaardelijk voor het beginnen met de stage op bachelorniveau (jaar 4). Daarbovenop gelden de volgende ingangseisen: Voor praktijkleren op basisniveau 1 en 2 (studiejaar 2) en Logopediepraktijk Windesheim Flevoland moet de student minimaal aan de BSA-norm voor het 1 e studiejaar voldaan hebben. Wanneer een student vanwege bijzondere omstandigheden uitstel van de BSA heeft gekregen, bepaalt de opleidingscoördinator in overleg met de studentbegeleider of de student kan starten met het praktijkleren van jaar 2. Voor praktijkleren op gevorderd niveau (studiejaar 3) moet de student minimaal de propedeuse hebben behaald en ten minste 40 ec s uit het programma van leerjaar 2. Om te mogen deelnemen aan de onderwijseenheden op bachelorniveau (alle onderwijseenheden uit leerjaar 4) moet de student naast de propedeuse alle 90 ec s hebben behaald van het hoofdfaseprogramma (zijnde niet de minor). 9

De onderzoeksleerlijn start in het eerste jaar van de opleiding en eindigt met het Comakership waarmee de student zijn opleiding afsluit. Doel van de Onderzoeksleerlijn is dat studenten leren kritisch en objectief te kijken naar het werkveld en op systematische wijze kunnen werken aan een oplossing voor problemen en vraagstukken uit de beroepspraktijk. Daarnaast leren zij hoe wetenschappelijke literatuur te beoordelen en toe te passen. Zo leren studenten om meer evidence-based te handelen. De Onderzoeksleerlijn maakt deel uit van de BoKS (kennis en vaardigheden voor het uitvoeren van onderzoek), van de Comakerships en andere praktijkgerichte opdrachten (onderzoek uitvoeren) en van de ondersteunende workshops en trainingen (ondersteunend aan de uitvoering van het onderzoek). Windesheimbreed is afgesproken dat de leerlijn bestaat uit: onderwijseenheden in de BoKS; minimaal één Comakership met een onderzoeksopdracht, ondersteund door workshops en trainingen; onderzoek dat deel uitmaakt van het afsluitende Comakership. De student heeft na het succesvol doorlopen van de onderzoeksleerlijn kennis van praktijkgericht onderzoek en bijbehorende onderzoeksmethoden, kan zelfstandig een onderzoek uitvoeren en kan (wetenschappelijke) bronnen benutten. Ook is hij/zij in staat om onderzoeksresultaten toe te passen in de beroepspraktijk. De uitwerking van de onderzoeksleerlijn is in een notitie [DK- H1] beschreven. De onderzoeksleerlijn is in de opleiding Logopedie deels geïntegreerd in de BoKS-lijn, waarin de onderwijseenheden Basisvaardigheden Onderzoek en Literatuurstudie zijn opgenomen en deels in de praktijkleerlijn, waarin studenten onderzoeksopdrachten uitvoeren in de vorm van praktijkopdrachten (zoals Evidence Based Practice) en Comakerships (zoals het Comakership Onderzoek en innovatie van logopedische zorg in jaar 4). De leerlijn Studentbegeleiding loopt van jaar 1 tot en met jaar 4. Centraal in deze leerlijn staat de 11 e Windesheimcompetentie Zelfsturing. In hoofdstuk 4 wordt de invulling van studiebegeleiding nader toegelicht. Deze leerlijn kent in het eerste en tweede jaar 2 tot 3 contacturen per week. Vanaf leerjaar 3 valt de leerlijn studentbegeleiding steeds meer samen met de praktijkleerlijn: de reflectie op en intervisie over de professionele ontwikkeling is het centrale thema van Studentbegeleiding èn van de begeleiding van praktijkleren en Comakerships. Studentbegeleiding kent vanaf leerjaar 3 dan ook geen eigen groepsgewijze bijeenkomsten meer: de groepsbijeenkomsten zijn ondergebracht bij de praktijkbegeleiding. Studenten leren steeds meer zelf vorm te geven aan hun (studie)loopbaan. De student toont deze reflectie op de eigen beroepsontwikkeling aan in de toetsen van het praktijkleren, conform beroepscompetentie 7: ontwikkelen van beroepscompetenties Net als in jaar 1 en 2 behoudt elke student tot zijn/haar afstuderen een Studentbegeleider, met wie hij/zij regelmatig (minimaal eens per periode) een individueel voortgangsgesprek voert. Hierin bespreekt de student de studievoorgang, de professionele ontwikkeling en keuzes ten aanzien van eigen profilering. De Studentbegeleider is daarnaast het eerste aanspreekpunt voor de student bij vragen of hindernissen tijdens de studie. Onderwijseenheden worden zo min mogelijk volgtijdelijk aangeboden; er worden dus zo min mogelijk ingangseisen voor onderwijseenheden geformuleerd, waardoor ze flexibel in te plannen zijn gedurende een bepaalde fase van de opleiding, mits dit didactisch verantwoord is. In de opleiding Logopedie is bepaald dat studenten de stages (met uitzondering van de twee stages uit jaar 1) wel in een vaste volgorde moeten doorlopen, aangezien hier een toenemende complexiteit in het handelen van de student verwacht wordt (zie boven). 10

Het curriculum is als volgt opgebouwd: - In jaar 1 en 2 wordt een vast programma aangeboden opgebouwd uit onderwijsperioden van ongeveer 15 ECTS. - In onderwijsperioden 1 en 2 van het 3 e leerjaar worden onderwijseenheden aangeboden van 20 weken. De complexiteit van de opdrachten in deze fase van de opleiding vraagt een langere doorlooptijd. Door tussentijdse opdrachten en feedbackmomenten wordt de studielast gelijk verdeeld over de twee onderwijsperioden. De summatieve afronding van de onderwijseenheden vindt plaats in de toetsweek van periode 2.Studenten kunnen door de keuze van hun Comakership en stageplek al richting geven aan hun eigen profilering. - In onderwijsperioden 3 en 4 van het 3 e jaar vult de student de vrije profileringsruimte met een minor naar eigen keuze en legt deze ter goedkeuring voor aan de examencommissie. De minor dient op gevorderd niveau of bachelorniveau te zijn. De student heeft ook de mogelijkheid een zogenoemde combiminor samen te stellen uit een pakket van keuzevakken. Deze combiminor dient dit te bestaan uit onderwijseenheden op minimaal gevorderd HBO-niveau. - De student sluit zijn opleiding af met vier onderdelen op bachelorniveau in jaar 4: o Het Comakership Onderzoek en innoveren in logopedische zorg van 29 ECTS o De stage op bachelorniveau van 26 ECTS; o o Het Comakership Implementeren van innovatie van 4 ECTS. De eindpresentatie Studentbegeleiding van 1 EC, waarin de student aantoont in staat te zijn tot zelfsturing van de loopbaan. Windesheim Flevoland heeft eenzelfde jaarplanning als Windesheim Zwolle waardoor uitwisseling van onderwijseenheden kan plaatsvinden. Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een summatieve toets. De beoordelingsvorm is afgestemd op de leerlijn en de inhoud van de onderwijseenheid. De opleiding Logopedie hanteert de volgende toetsvormen: Tentamen: schriftelijke (casus)toets met open of gesloten vragen Vaardigheidstoets (demonstratie met (simulatie)cliënt) Productbeoordeling (opdracht, beoordeling van ontwikkeld product of geleverde dienst) Presentatie Rapport (proces- of reflectieverslag) Afstudeeropdracht (met toetsing op bachelorniveau) Deze toetsvormen zijn vastgelegd in het toetsplan van de opleiding. Voor een aantal praktijkvakken zal er tijdens de afname van de vaardigheidstoets gebruik worden gemaakt van beeldopnames. Deze beeldopnames zijn bedoeld om, in geval van onenigheid over het cijfer, samen te kunnen nagaan of het cijfer terecht is. Indien nodig kan er een second opinion worden aangevraagd door de student. De beeldopnames worden dan door de beoordelende docent gebruikt voor de second opinion. In de studiehandleiding van het betreffende vak staat informatie over het doel van het cameragebruik en over de bewaartermijn van de beelden. Indien de student bezwaar heeft, kan de student dit aangeven bij de examencommissie Belangrijk in ons onderwijsmodel is dat alle leerlijnen werken vanuit de beroepspraktijk. Voor de leerlijn BoKS betekent dit, dat Windesheim Flevoland met het werkveld afstemt welke BoKS voor de opleiding Logopedie van belang is. In de Praktijkleerlijn werken studenten via praktijkleerperiodes, praktijkopdrachten en Comakerships aan de ontwikkeling van de voor het beroep relevante competenties en aan het realiseren van beroepstaken en beroepsproducten in de breedste zin van het woord. Onderzoeksvaardigheden en een ondernemende houding van de student zijn daarbij essentieel. Vanzelfsprekend is de Praktijkleerlijn afgestemd op de BoKS en omgekeerd. 11

Competentieleren is idealiter een volledige integratie van kennis, vaardigheden en attitude. Die integratie komt het best tot uiting in de beroepspraktijk. Vandaar dat de praktijk wordt gezien als een zeer krachtige leeromgeving. Tijdens de praktijkperioden leert de student zich te ontwikkelen in zijn of haar beroepshouding. Alle hiervoor genoemde elementen (kennis, inzicht, vaardigheden en attitude) spelen daarbij een rol. De student leert dit vervolgens toe te passen en te integreren in zijn of haar handelen als aankomend professional. Windesheim Flevoland wil studenten helpen hun plek te vinden in onze roerige samenleving. Een samenleving waarin mensen werken en samenleven uit verschillende culturen, met verschillende achtergronden. We ondersteunen studenten vanaf het moment van hun studiekeuze in hun loopbaanontwikkeling. De opleiding Logopedie biedt studenten een stabiele studentbegeleiding: uitdaging, houvast en verbondenheid zijn kernbegrippen. Daarbij wordt de student ook uitgedaagd en ondersteund in het ontwikkelen van de competentie tot zelfsturing: tijdens de opleiding vindt er een ontwikkeling plaats van begeleid naar zelfstandig en van zelfstandig naar zelfsturend leren. 1.1.3 - Studiebegeleiding Studentbegeleiding Binnen het Cluster Welzijn en Gezondheid wordt de studentbegeleiding in de eerste lijn verzorgd door studentbegeleiders (SB ers). De studentbegeleider is de eerste aanspreekpersoon voor de student. Het studentbegeleiderstraject is een systematisch en gericht begeleidingstraject voor studenten, zowel in groepsverband als individueel. De leerlijn Studentbegeleiding speelt een belangrijke rol in de professionele ontwikkeling van een student. De student ontwikkelt zijn persoonlijke kwaliteiten. Die kwaliteiten zijn nodig voor de studievoortgang, de loopbaanontwikkeling en de professionele houding als beroepsbeoefenaar. Leren reflecteren, het ontwikkelen van zelfsturend vermogen en het ontwikkelen van een (zelf)kritische en onderzoekende houding zijn daarin belangrijke doelstellingen. Het is de taak van de studentbegeleider om de student te begeleiden en te ondersteunen in zijn professionele ontwikkeling. Dit kan het beste plaatsvinden in kleinschalige situaties waarin de student zichtbaar is. De begeleiding is erop gericht dat de student leert reflecteren op het eigen leerproces, zowel op de manier waarop de student met zijn studie omgaat, als ook op zijn persoonlijk functioneren, gerelateerd aan het beroep van Logopedist (loopbaancompetenties). Centrale vragen hierbij zijn: Wat wil ik bereikt hebben aan het einde van mijn studie? en Hoe kom ik daar? Binnen de opleiding Logopedie is studievoortgang in het eerste leerjaar een expliciet thema in de groepsbijeenkomsten. Minstens één keer per onderwijsperiode wordt daar aandacht aan besteed. Het wordt zo een gedeeld thema, waarbij studenten zich gezien weten in de groep en van elkaar kunnen leren. Ze kunnen elkaar ook motiveren en ondersteunen. Een ander belangrijk thema in het eerste jaar is het ontwikkelen van studievaardigheden. In elke periode worden in de leerlijn studentbegeleiding workshops aangeboden over studievaardigheden zoals studerend lezen, het maken van multiple choice toetsen, schrijven van langere teksten of het vinden en verwerken van bronnen. Studenten die in het tweede leerjaar instromen en hun propedeuse nog niet hebben behaald, maken aan het begin van het tweede leerjaar een studieplan. In dat plan leggen ze vast hoe ze deze achterstand gaan inhalen, om hun propedeuse in het tweede jaar te behalen. Ze bespreken het plan met hun studentbegeleider en kijken wat het betekent voor de studievoortgang van het tweede leerjaar. Verder staan in het tweede jaar het samenwerken als team (in het thema groepsdynamiek) en het ontwikkelen van loopbaancompetenties centraal. In de tweede helft van het tweede jaar begeleidt de studentbegeleider de student in het maken van eigen studieloopbaankeuzes ten aanzien van de derdejaarsstage en de minor, dan wel de keuze voor een pré-mastertraject ter voorbereiding van een vervolgstudie in het WO. 12

In het derde leerjaar krijgt de studentbegeleider steeds meer de taak om de studenten te begeleiden in het volgen en sturen van de eigen competentieontwikkeling. Verder begeleidt ook in dit jaar de SB er de student in het maken van keuzes ten aanzien van de eigen profilering, die vooral vorm krijgt in de keuze van de setting voor de stage op bachelorniveau en het Comakership van het vierde jaar. Studentbegeleiders volgen verder de studievoortgang van studenten en adviseren hen als er sprake is van studievertraging over herkansen of het doubleren van een semester. Ook kunnen zij de student adviseren ten aanzien van verzoeken aan de examencommissie. De studentbegeleider heeft een belangrijke taak in het begeleiden van studenten met een functiebeperking. Als het nodig is, verwijzen zij studenten door naar de decaan of (studenten)psycholoog. Uiteraard zijn de docenten van de opleiding ook in andere rollen betrokken bij de begeleiding van studenten: als vakdocent van vakken in de BoKS-lijn, als docentbegeleider van het praktijkleren en als (proces)begeleider van praktijkopdrachten of Comakerships. Sinds schooljaar 2012-2013 wordt actief gewerkt aan het voorkomen van uitstroom en uitval tijdens de studie door middel van een instapprocedure (de studiekeuzecheck). Windesheim Flevoland nodigt voor aanvang van het studiejaar de toekomstig student uit om een instaptest te doen (de Startmeter) en naar aanleiding daarvan een gesprek te voeren met een studentbegeleider van de opleiding. De instapprocedure heeft een meerledig doel, te weten: het inschatten of en hoe de student succesvol zijn studie kan volgen, het vaststellen van aandachtspunten om de student vanaf de start van de opleiding zo adequaat mogelijk te kunnen begeleiden, en studenten bewust maken van de beroepskeuze die ze maken bij het volgen van de studie. Ook worden studenten in de eerste fase van de opleiding intensief gevolgd door hun studentbegeleider. Zo kunnen studenten zo snel mogelijk extra ondersteuning krijgen wanneer dit wenselijk is. Wanneer studenten voor 1 februari een voorlopig studieadvies krijgen (het VSA), heeft de student minimaal drie individuele begeleidingsgesprekken gehad. Het studiesuccescentrum Naast de activiteiten binnen de opleiding Logopedie voor Studentbegeleiding, is er voor de student de mogelijkheid om bijzondere aanvullende ondersteuning te krijgen in het studiesuccescentrum (6e etage). Dit is een centrale ontmoetingsplaats waar docenten, andere professionals en ervaren studenten in een eigentijdse sfeer en omgeving studenten verder kunnen helpen. Die hulp kan dienen als extra ondersteuning (blokkades overwinnen) of als extra uitdaging (talentprogramma). Studenten kunnen ook terecht in het Studiesuccescentrum als ze een onafhankelijke derde willen spreken, bijvoorbeeld de decaan. Decaan De decaan van Windesheim Flevoland behartigt de belangen van studenten. Studenten kunnen een afspraak met hem maken via de balie van het Studiesuccescentrum, of via e-mail decaan@windesheimflevoland.nl. De decaan heeft geheimhoudingsplicht. Dat betekent dat hij zonder toestemming van de student nooit informatie doorgeeft aan derden. De rol van de decaan is die van een generalist, met overzicht over alle relevante aspecten die van invloed zijn op de studievoortgang van de student. Daarnaast is de decaan een specialist wat betreft de onderlinge samenhang van deze aspecten en bij uitstek met betrekking tot relevante wet- en regelgeving (WHW, WSF, interne regelingen en dergelijke). De decaan begeleidt studenten met betrekking tot de volgende zaken: Wet- en regelgeving: aanmelding, toelating en inschrijving, tussentijdse uitschrijving; 13

aanvraag voorziening studiefinanciering (IB-groep) of financiële ondersteuning Windesheim (FOS); aanvragen bijzondere regelingen bij de examencommissie. Studie- en beroepskeuzevragen (eerste opvang en eenvoudige vragen; voor specialistische begeleiding en uitgebreidere trajecten: zie de site van het StudieSuccesCentrum twijfels over gekozen opleiding; overstap naar andere opleiding of instelling; vervolgopleiding of baan; verkorte of versnelde studieroutes; buitenlandse studie of praktijkleerperiode. Studiebelemmerende omstandigheden: persoonlijke problemen, blessures, (chronische) ziekte, al of niet zichtbare handicaps en functiebeperkingen (van dyslexie tot psychische problemen); problemen in de sociale omgeving (familie, vrienden); niet-nederlandse vooropleiding of andere moedertaal, allochtone afkomst; topsportbeoefening (NSF-status); dreigende studievertraging als gevolg van bovenstaande omstandigheden. Financiële en materiële problemen: studiefinanciering, (bij)baantjes; financiële problemen, schulden; belasting, verzekering; huisvesting. Conflicten, klachten, bezwaar of beroep: onenigheid over beslissingen van Windesheim medewerkers of organen; ongewenst gedrag door medestudenten, docenten of andere medewerkers. (School)Psycholoog Windesheim Flevoland werkt samen met een (school)psycholoog. Studenten kunnen op eigen initiatief contact zoeken of op advies van de studentbegeleider of decaan doorverwezen worden. De psycholoog is er niet alleen voor studieproblemen, maar ook voor vragen op het gebied van: faalangst, stressmanagement, aanpassingsvragen (hoe om te gaan met een andere levensfase), verwerking van schokkende gebeurtenissen of een terneergeslagen stemming. Vergoeding van bezoeken aan de (school)psycholoog geschieden via de Zorgverzekering van de student en na verwijzing van de huisarts. 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid Het beleid met betrekking tot kwaliteit en studeerbaarheid kent binnen de opleiding een aantal belangrijke aandachtspunten. We lichten die punten hieronder toe. Kwaliteit De ontwikkeling en bewaking van de onderwijsinhoud binnen de opleiding Logopedie wordt aangestuurd door een Resultaat Verantwoordelijk Team onder leiding van de Opleidingscoördinator, met als eindverantwoordelijke de Clustermanager. De opleiding Logopedie evalueert het onderwijs regelmatig met studenten, docenten en vertegenwoordigers uit het werkveld. Hierbij worden zowel mondelinge als schriftelijke evaluaties afgenomen. De uitkomsten van de schriftelijke evaluaties publiceren we op Sharenet. Elke periode wordt op grond van deze evaluaties een verbeterplan geschreven, waarin acties ter verbetering worden vastgelegd. Hierin geven we ook aan wat er concreet is uitgevoerd van de verbeteracties uit het voorafgaande verbeterplan. Op deze manier sluit de opleiding aan bij de Plan-Do- Check-Act cyclus. 14

Twee tot vier keer per jaar komt de werkveldadviescommissie (WAC) bijeen. Ook bij deze commissie staat evaluatie van het onderwijs op de agenda. Studeerbaarheid Spreiding van de studielast De voltijdopleiding Logopedie omvat vier onderwijsjaren. Een jaar is onderverdeeld in vijf onderwijsperioden van tien weken. In de reguliere Voltijdsopleiding wordt de studielast van 60 ECTS gelijk verdeeld over onderwijsperiode 1 t/m 4. Vanaf het tweede jaar lopen onderwijseenheden soms over twee onderwijsperioden heen en worden pas daarna afgerond met een summatieve toets. Het aantal te behalen EC s is daardoor in sommige onderwijsperiodes lager dan 15 en in een daarop volgende periode hoger dan 15. De opleiding zorgt altijd voor een gelijkmatige verdeling van de studielast, doordat deelopdrachten halverwege worden afgerond. Eén ECTS staat gelijk aan 28 uur studiebelasting. De totale studiebelasting van een week is 40 uur. Elk studiejaar eindigt in de zomer met een vijfde periode, waarin studenten hun achterstand kunnen inlopen hun opleiding versnellen, of zich in verbredende of verdiepende zin extra kunnen ontwikkelen. In de leerroute blended learning wordt de studielast verdeeld over vijf onderwijsperioden, waarbij in onderwijsperiode 1 t/m 4 gemiddeld 13 ECTS worden aangeboden en in de vijfde onderwijsperiode 8 ECTS behaald kunnen worden. Hiermee wordt de studielast beter gespreid voor mensen die naast de opleiding een deeltijdbaan hebben. Onderwijsperioden één tot en met vier kennen de volgende indeling: Zeven onderwijsweken in één periode. Maximaal één collegeluwe week, per periode. In deze week kan remedial onderwijs worden aangeboden. Eén week met presentaties en herkansingen van tentamens uit eerdere perioden en eventueel (responsie)colleges. Eén week met presentaties en schriftelijke tentamens. Introductieweek in leerjaar 1 en onderwijsperiode 1 en een International week voor leerjaar 2, in onderwijsperiode 3. Periode vijf kan worden ingezet voor remedial onderwijs. Voor studenten Logopedie Blended Learning wordt periode vijf ingezet voor spreiding van de studielast. Het onderwijs voor studenten Blended Learning in onderwijsperiode vijf wordt aangeboden in zes weken: vijf onderwijsweken en één toetsweek. Wanneer in de hoofdfase een grotere onderwijseenheid (bijvoorbeeld Praktijkleren of een Comakership) over twee periodes heenloopt, krijgt de student halverwege deze periode formatieve feedback en zo nodig de mogelijkheid om een herstart te maken met het leertraject van deze onderwijseenheid. Door de tussentijdse beoordeling zorgt de opleiding ervoor dat studenten die een herstart moeten maken slechts één periode later dan gepland hun onderwijseenheid kunnen afronden. Zo voorkomen we onnodige studievertraging. Ook studentbegeleiding loopt bij Logopedie Blended Learning vanaf jaar 1, en bij alle studenten Logopedie vanaf jaar 2 steeds over twee onderwijsperiodes door. De opleiding Logopedie vindt het zinvol om de summatieve toetsing te verbinden aan een reflectie over een langere periode. 15

De contacturen tussen docent en student nemen gedurende de opleiding af van gemiddeld: Leerjaar 1: 16-20 uur per week in vier dagen; Leerjaar 2: 12-16 uur per week in drie dagen; Leerjaar 3 en 4: 4-6 uur per week in één dag. De dagen met contacturen zijn aanvullend bij de dagen die een student besteedt aan de Praktijkleerlijn met praktijkopdrachten en Comakerships. Individuele routes Er zijn geen speciale afstudeerroutes voor zogenaamde langstudeerders. De afronding zal plaatsvinden via de regulier geplande tentamens. 1.1.5 - Vorm van de opleiding De opleiding Logopedie wordt aangeboden als voltijdsonderwijs. Binnen het voltijdsonderwijs bestaat een reguliere leerroute en een leerroute blended learning waarbij studenten een deel van het onderwijs op afstand volgen. In beide leerroutes volgen studenten dezelfde onderwijseenheden, waarbij de leerinhoud en de toetsing identiek zijn, maar het aantal contacturen, de werkvormen en de begeleidingsvormen verschillend kunnen zijn. De colleges en bijeenkomsten in de reguliere voltijdsleerroute vinden grotendeels overdag plaats, van maandag tot en met vrijdag. De colleges en bijeenkomsten voor studenten blended learning van cohort 2013 vinden wekelijks plaats op dinsdag van 12.30 tot 21.30 uur en eens per onderwijsperiode op vrijdag van 9.30 tot 17.30 uur. De colleges voor studenten van blended learning cohort 2014 vinden wekelijks plaats op donderdag van 9.30 18.30 uur en eens per onderwijsperiode op vrijdag van 9.30 tot 17.30. Studenten kiezen bij inschrijving voor één van beide leerroutes. Het is na 1 oktober tijdens het eerste studiejaar niet mogelijk om van de reguliere voltijd over te stappen naar voltijdsvariant Blended Learning. De overstap van blended learning naar de reguliere voltijd is mogelijk met ingang van onderwijsperiode 3. Deze overstap kan door de studentbegeleider in het VSA gesprek geadviseerd worden. Na jaar 1 is het overstappen van de voltijdse opleiding naar blended learning alleen mogelijk met toestemming van de opleidingscoördinator op voorwaarde dat de examencommissie instemt met het studieplan na de overstap dat voor deze student is opgesteld. In dit studieplan beschrijft de student uit welke onderwijseenheden zijn/haar studieroute bestaat, en maakt de student een haalbare tijdsplanning voor het afronden van de studie. De overstap van de reguliere voltijd naar Blended Learning zal in de regel alleen worden toegestaan aan studenten met een goede studievoortgang. Aanvullende informatie: Lestijden starten op het halve uur en bestaan uit 50 minuten en tien minuten pauze. Lesuren staan geroosterd vanaf 8.30 tot 22.30 uur. Het is mogelijk lesuren te koppelen tot blokuren of dagdelen. Voor veel werkcolleges, student- en tutorbegeleiding en de Special Weeks geldt een aanwezigheidsplicht. Voor specifieke informatie verwijzen wij naar de studiehandleidingen van de opleiding Logopedie, binnen het cluster Welzijn en Gezondheid. Toetsing vindt niet altijd op de vaste lesdagen plaats: toetsen vinden plaats tussen 8.30 tot 22.30 uur, zowel voor studenten voltijd als voor studenten blended learning. 16

Het is ook mogelijk dat er tussentijdse (deel) toetsen worden afgenomen bij een onderwijseenheid. Dit staat in de studiehandleiding beschreven. 1.2 - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding De opleiding Logopedie wil een programma aanbieden dat studenten in staat stelt kennis, inzichten en vaardigheden te ontwikkelen om als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren en zich te ontwikkelen tot een verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professional. De opleiding Logopedie is ervan overtuigd dat studenten het beste tot dat doel kunnen komen als zij optimaal worden begeleid en als zij vanaf het begin van hun studie in contact staan met het (toekomstige) werkveld. 1.2.2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding De basis voor de startende Logopedist ligt in het landelijke competentieprofiel voor Logopedie, Compass (bijlage 6.1). De student beheerst bij het afstuderen alle Logopedische competenties die in dit competentieprofiel zijn beschreven, en beheerst alle rollen die daarbij horen. De rollen die een Logopedist heeft binnen de onderscheiden competentiegebieden zijn in tabel 1 schematisch weergegeven. Competentiegebieden Rollen Werken met en voor cliënten: Zorgaanbieder/therapeut Preventie, zorg, training en advies Trainer Adviseur Coördinator Werken in en vanuit een organisatie Manager Ondernemer Begeleider/coach Het beroep: werken aan professionalisering; Beroepsbeoefenaar Innovator Tabel: Competentieprofiel en rollen van de Logopedist (Bron: Compass) Binnen deze competentiegebieden zijn negen kerncompetenties (met een aantal deelcompetenties) beschreven. De student kan in elk van die gebieden en rollen het eigen handelen onderbouwen en kritisch beschouwen aan de hand van professionele standaarden. De kerncompetenties bij elk van de rollen zijn als volgt: Competentiegebied I: Werken met en voor cliënten: preventie, zorg, training en advies 1. Om de kans op het optreden van stoornissen en/of beperkingen in activiteiten te verminderen, biedt de Logopedist cliënt(en) primaire, secundaire en tertiaire preventieactiviteiten aan. 2. Om de last van stoornissen en/of beperkingen te verlichten, biedt de Logopedist cliënt(en) op een professioneel verantwoorde wijze logopedische zorg, training of advies aan. 3. Om de logopedische zorg, training en advies te laten verlopen als een continu en integraal proces, coördineert de Logopedist de afgesproken activiteiten rondom de cliënten. Competentiegebied II: Werken in en vanuit een organisatie 4. Om de continuïteit van de praktijk, onderneming, afdeling of dienst te waarborgen, levert de Logopedist een actieve bijdrage aan beleidsontwikkeling en uitvoering. 5. Om een goede organisatie van de dienstverlening te kunnen garanderen, beheert de Logopedist de praktijk, onderneming, afdeling of dienst op een adequate wijze. 6. Om ervoor te zorgen dat de (logopedische) taken binnen de organisatie op de juiste wijze worden uitgevoerd, coacht en begeleidt de Logopedist collega s, teamleden en stagiairs. 17

Competentiegebied III: werken aan professionalisering 7. Om de kwaliteit van het beroep Logopedist op het vereiste peil te houden, vervult de Logopedist een actieve rol in het bevorderen van het beroepsbewustzijn en de beroepscompetenties van zichzelf en van de beroepsgroep. 8. Om logopedische preventie, zorg, training en advies aan te laten sluiten bij actuele maatschappelijke vragen initieert de Logopedist nieuwe programma s. 9. Om logopedische zorg, training en advies te optimaliseren, levert de Logopedist een actieve bijdrage aan het ontwikkelen van nieuwe logopedische methoden, technieken en richtlijnen. De tien HBO-competenties zijn in het competentieprofiel Compass verwerkt. Daarnaast ontwikkelen de studenten in de opleiding de 11 e Windesheim competentie zelfsturing. Competenties zijn opgebouwd uit kennis, vaardigheden en attitude. Wanneer deze drie componenten in het handelen van de logopedist samenkomen, is het geheel meer dan de som der delen. De kennis en vaardigheden waarover een afgestudeerde logopedist moet beschikken, zijn beschreven in de landelijke BoKS 1. De BoKS onderscheidt in overeenstemming met het beroepsprofiel van de NVLF acht logopedische deelgebieden en een aantal andere vaardigheids-en kennisgebieden die in het curriculum een plek dienen te krijgen: A. Logopedische Deelgebieden: Stemstoornissen Spraak(ontwikkelings)stoornissen Vloeiendheidsstoornissen Taalstoornissen bij kinderen Afasie/taalstoornissen bij volwassenen Dysartrie Dysfagie Gehoorstoornissen B. Beroepsvaardigheden: Methodisch Logopedisch Handelen Communicatievaardigheden C. Ondersteunende kennisgebieden: Bio-medische wetenschappen Gedragswetenschappen Linguïstiek D. Gezondheidsonderzoek E. Praktijkgericht Onderzoek Windesheim Flevoland wil waarde(n)volle professionals opleiden. Binnen het cluster Welzijn & Gezondheid geven we hier onder meer vorm aan in generiek (clusterbreed) onderwijs op het gebied van onderzoek, filosofie en ethiek, interculturele communicatie en een gedeelde visie op studentbegeleiding. Vanzelfsprekend houdt de opleiding Logopedie rekening met eisen en richtlijnen die samenhangen met: De wet BIG 2 de wet collectieve preventie volksgezondheid 3 1.2.3 - Inhoud van de opleiding 1 SRO, 2011. National Transcript 2 Wet op Individuele Beroepen in de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 3 Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 18

De opleiding Logopedie leidt op tot het beroep van Logopedist. Dit is een paramedisch beroep, waarop de wet BIG van toepassing is. De belangrijkste werkvelden voor de Logopedist zijn Vrijgevestigde Praktijken (V), Onderwijs (O) en Gezondheidszorg (G). Daarnaast werken Logopedisten op diverse andere plekken, waarop de wet BIG niet van toepassing is. Zo werken Logopedisten bijvoorbeeld als docent op Pabo s of theateropleidingen of als communicatietrainer in een eigen onderneming. In de hoofdfase doorloopt de student in ten minste twee verschillende werkgebieden een praktijkleerperiode. Windesheim Flevoland ziet logopedisten als praktisch specialisten. Praktisch, omdat Logopedisten direct met cliënten werken als therapeut, zorgverlener, trainer of adviseur, waarbij ze een breed arsenaal aan sociale en technische vaardigheden nodig hebben. Tegelijkertijd is het een specialistisch beroep, omdat een Logopedist over diepgaande kennis moet beschikken om goede, klantgerichte, evidence based zorg te kunnen verlenen aan cliënten met uiteenlopende en soms complexe zorgvragen. Een Logopedist werkt vaak alleen, soms zonder Logopedisten als directe collega s. Het is dus belangrijk dat een Logopedist zelfstandig kan functioneren, en dat hij zijn logopedische expertise in kan zetten in een multidisciplinair team. Daarnaast vragen de ontwikkelingen in de context van het beroep meer dan ooit een innovatieve en ondernemende houding. Technologische ontwikkelingen bieden kansen voor innovatie in de logopedie. Aan de andere kant staan de tarieven voor en vergoeding van logopedische zorg onder de druk. Of je nu werkt vanuit een eigen praktijk, of in dienst bent van een grote zorg- of onderwijsinstelling, het vraagt ondernemerschap om de logopedie goed te profileren en kansen voor het beroep te creëren en te grijpen. 1.2.4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld De logopedist draagt bij aan goede communicatie en aan een goed eet- en drinkproces van de cliënt in het dagelijks leven waardoor de kwaliteit van leven van de cliënt verbetert. De opleiding Logopedie wil studenten logopedie zo goed mogelijk voorbereiden op het uitoefenen van hun toekomstig beroep. De opleiding biedt kwalitatief hoogstaand onderwijs met als basis de wettelijke, landelijke en internationale eisen, daarbij brengt ze ontwikkelingen uit de maatschappij en de zorg binnen het onderwijs. De opleiding ziet een complexe, snel veranderende samenleving die vraagt om innovatieve, ondernemende logopedisten die zichzelf steeds blijven ontwikkelen. Zorg dient steeds meer geleverd te worden op basis van het best beschikbare bewijs en iedere logopedist dient een bijdrage te leveren aan onderzoek binnen de verdere professionalisering van het beroep. De opleiding leidt startbekwame allround logopedisten op, die in staat zijn om in deze context zelfstandig te functioneren. Windesheim Flevoland vindt een goede relatie tussen de opleiding en het beroepenveld essentieel om dit te verwezenlijken. Het beroepenveld is voor de opleiding een belangrijke partner in het vaststellen aan welke eisen het curriculum en de competenties van startbekwame logopedisten moeten voldoen. Tegelijkertijd is het voor studenten van groot belang om voldoende ervaring op te doen in het werkveld, om daar na hun afstuderen goed in te kunnen functioneren. Immers: de toepassing van het geleerde kan alleen in het werkveld echt plaatsvinden. Op meerdere niveaus is er een relatie tussen de opleiding en het beroepenveld, namelijk op landelijk, regionaal en studentniveau. Landelijk niveau Op landelijk niveau is er het Landelijk netwerk en opleidingsoverleg, het SRO-L. De opleiding Logopedie van Windesheim Flevoland is lid van dit overleg. Het SRO-L onderhoudt op landelijk niveau contact met het beroepenveld, onder meer als gesprekpartner van de beroepsvereniging NVFL. In dit overleg wordt op basis van het beroepsprofiel voor Logopedisten van de NVLF het competentieprofiel en de BoKS voor de opleiding vastgesteld. De Logopedie-opleiding van Windesheim werkt mee aan landelijke projecten om bijvoorbeeld het competentieprofiel aan te passen en landelijke toetsing te ontwikkelen. 19

Regionaal niveau De opleiding Logopedie organiseert twee tot vier keer per jaar een overleg met een afvaardiging vanuit de beroepspraktijk, namelijk de Werkveld Adviescommissie (WAC). In dat overleg wordt gesproken over de inhoud van de opleiding en de aansluiting op het werkveld. Daarnaast streven we naar het opzetten van contractactiviteiten binnen de beroepspraktijk. Docenten van de opleiding Logopedie kunnen bijvoorbeeld scholingstrajecten uitvoeren binnen de Provincie Flevoland. In het studiejaar 2014-15 wordt verder gewerkt aan een duurzame relatie met praktijken en zorginstellingen binnen de Provincie Flevoland en omstreken. Dit gebeurt onder andere door structureel overleg over de invulling van de praktijkleerplaatsen en het aangaan van Comakerships. Twee keer per jaar biedt de opleiding een Stagebegeleidersbijeenkomst aan voor de praktijkbegeleiders uit het werkveld. Docenten worden binnen het dienstverband van Windesheim Flevoland blijvend gestimuleerd een verbinding te leggen tussen opleiding en beroepspraktijk. Dit uit zich bijvoorbeeld in het bezoeken van symposia, het volgen van beroepsrelevante cursussen, werkveldstages en het combineren van banen. Contact met het werkveld in de regio bestaat tot slot via het clusterbrede Lectoraat Klantenperspectief (waarbij Logopedie met name verbinding heeft met het thema Niet Aangeboren Hersenletsel). Deze lectoraten voeren binnen de beroepspraktijk onderzoek uit naar de ervaringen van klanten bij praktijk- en zorginstellingen. Streven is om ook de docenten Logopedie te betrekken bij dit onderzoek. Studentniveau De praktijkcomponent neemt binnen de opleiding een zeer prominente plaats in. Dit gebeurt onder andere door middel van vaardigheidsonderwijs binnen de BoKS. Zo worden er bijvoorbeeld steeds meer praktijksituaties binnen de het onderwijs gesimuleerd door gebruik van skills-labs en met behulp van multimediale toepassingen. Buiten de onderwijsinstelling wordt verbinding met de praktijk gelegd door middel van praktijkleren en het uitvoeren van praktijkopdrachten of Comakerships. Studenten lopen elk jaar van de opleiding stage. Regelmatig nodigt de opleiding gastdocenten uit. Zijn hebben allen relevante werkervaringen binnen praktijk-, onderwijs- of zorginstellingen. 1.3 - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1.3.1 - Inrichting van de opleiding De opleiding Logopedie is een vierjarige opleiding. De opleiding kent een propedeutische fase met een omvang van 60 ECTS. De hoofdfase omvat 180 ECTS. Onderdeel van de hoofdfase is een minor van 30 ECTS in jaar 3. Dit geldt zowel voor de reguliere voltijd als de voltijd blended learning. 20