Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Dordrecht Officiële naam regeling Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer Citeertitel Organisatieverordening brandweer 1989 Besloten door gemeenteraad Deze versie is geldig tot (als de 01-11-2004 vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen. Grondslagen 1. Brandweerwet 1985 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen. Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron: datum ondertekening; bron bekendmaking 1-11-2004 intrekking 7-9-2004 Gemeentenieuws, 2004-09-22 1-1-1001 nieuwe regeling 21-3-1989 - Inwerkingtreding: datum ondertekening; bron bekendmaking 7-9-2004 Gemeentenieuws, 2004-09-22 21-3-1989 - Voorstel gemeenteraad 2004, SBC/2004/391 1989, Nr. 3634 1
Geconsolideerde tekst van de regeling Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer Artikel 1 Plaats en taak 1. Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer ter uitvoering van de taken, die voortvloeien uit de aan hen ingevolge artikel 1, vierde lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen zorg voor: a. het voorkomen; beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. 2. Tot de taak van de brandweer behoort tevens: a. de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet; b. de coördinatie van de voorbereiding van de rampenbestrijding. 3. Burgemeester en wethouders kunnen andere werkzaamheden, dan die bedoeld in de leden l en 2, aanwijzen die de brandweer verricht. Van elke aanwijzing als hier bedoeld doen burgemeester en wethouders mededeling aan de gemeenteraad. 4. Tot de taak van de brandweer behoort mede hetgeen voortvloeit uit de functie van Dordrecht als centrumgemeente van de regionale brandweer Zuidelijk Zuid-Holland en de Centrale Alarmeringsdienst Ambulancevervoer Dordrecht e.o. 5. Burgemeester en wethouders dragen bij de uitvoering van deze verordening en overige regelingen, met betrekking tot de in het eerste, tweede en vierde lid genoemde taken van de gemeentelijke brandweer, zorg voor een goede coördinatie met de gemeenschappelijke regeling van de regionale brandweer Zuidelijk Zuid-Holland en de Centrale Alarmeringsdienst Ambulancevervoer Dordrecht e.o. Artikel 2 Personeel 1. Het korps van de brandweer wordt gevormd door: a. geüniformeerd personeel dat Is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten; b. geüniformeerd personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, Is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten; c. personeel dat Is aangewezen om op grond van de voor hem geldende rechtspositieregeling van de gemeente (mede)werkzaamheden bij de brandweer te verrichten. 2. De personeelssterkte en de samenstelling van het korps worden bepaald door het brandrisicobeeld van de gemeente alsmede door de in artikel 1, leden 1, 2 en 4 aan de brandweer opgedragen taken. 2
Het geüniformeerde beroepspersoneel bestaat uit: 1 commandant 1 plaatsvervangend commandant en ten minste 6 officieren 21 onderofficieren 58 brandwachten. Daarnaast is er de beschikking over ten minste 27 geüniformeerde vrijwillige brandweerlieden. Het overige personeel bestaat ten minste uit 10 functionarissen. 3. Indienstneming van het personeel, bedoeld in lid l, onder b, geschiedt uitsluitend krachtens een aanstelling als ambtenaar, zulks met Inachtneming van de bepalingen van de voor dit personeel vast te stellen rechtspositieregeling. 4. Burgemeester en wethouders benoemen en bevorderen het personeel op voordracht van de commandant. 5. Het beroeps- en vrijwillig personeel wordt in de leeftijdscategorie beneden 40 jaar eenmaal per twee jaar en In de leeftijdscategorie boven de 40 jaar eenmaal per jaar medisch gekeurd. Artikel 3 Opleiding en oefening Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat het brandweerpersoneel door opleiding en regelmatige oefening de theoretische en praktische kennis alsmede de vereiste lichamelijke conditie en vaardigheid verkrijgt en op peil houdt die voor de uitoefening van de brandweertaak noodzakelijk is. Artikel 4 Materieel 1. Het brandweermaterieel van de gemeente bestaat uit ten minste: 4 tankautospuiten 2 redvoertuigen 1 hulpverleningswagen 1 waterongevallenwagen 1 commandowagen 2 boten op trailer en transportvoorzieningen t.b.v. bijzondere blusstoffen en materieel t.b.v. de ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen. 2. De brandweer heeft t.b.v. de brandbestrijding en technische hulpverlening aan boord van schepen tevens de beschikking over het voor dat doel geschikt drijvend materieel van de overige gemeentelijke diensten. 3. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht. Artikel 5 Bluswatervoorziening Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk is gewaarborgd; 3
Artikel 6 Melding en alarmering Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een alarmeringsinrichting en een zodanige bezetting ervan dat te allen tijde een melding aan de brandweer en een doeltreffende alarmering van het brandweerpersoneel gewaarborgd zijn. Artikel 7 Instructies De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies. Artikel 8 Regeling van de werkzaamheden 1. De commandant stelt Instructies op met betrekking tot de werkzaamheden betreffende de brandweerzorg met Inachtneming van het bij deze verordening bepaalde. 2. De commandant geeft brandveiligheidadviezen Inzake de door het gemeentebestuur uit te voeren wetten en verordeningen (onder andere Hinderwet, Bouwverordening, Brandbeveiligingsverordening) en geeft nadere aanwijzingen, richtlijnen en/of stelt nader gespecificeerde eisen overeenkomstig daartoe in de aan vergunningen, ontheffingen en andere besluiten verbonden voorwaarden. Het toezicht en de controle op, alsmede het bevorderen van de naleving van de brandbeveiligingsvoorschriften berusten bij de commandant brandweer. 3. De commandant stelt aanvalsplannen en rampbestrijdingsplannen op voor speciale objecten. 4. De commandant draagt zorg dat het materieel, de gebouwen, de installaties, de materialen en de overige goederen t.b.v. de uitvoering van de brandweertaak alsmede de kleding en uitrusting van het personeel, in een goede staat verkeren. Artikel 9 Bijstand aan andere gemeenten De bijstand aan andere gemeenten geschiedt overeenkomstig de regionale en interregionale bijstandsregeling en overigens door burgemeester en wethouders te stellen regelen. Artikel 10 Citeerartikel en Inwerkingtreding Deze verordening kan worden aangehaald als Organisatieverordening brandweer 1989. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 maart 1989. de secretaris (get.) J. van Vliet de voorzitter (get.) J, Noorland Toelichting op de Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer Artikel 1 4
Hierin zijn de taken van de gemeentelijke brandweer genoemd -die op grond van de Brandweerwet 1985 en de Rampenwet alsmede als gevolg van de centrumfunctie moeten worden vervuld. Artikel 2 Het personeel van de gemeentelijke brandweer, de regionale brandweer Zuidelijk Zuid-Holland en de C.A.A.D. Is geïntegreerd werkzaam t.b.v. de organisatie. Aan de regionale brandweer Zuidelijk Zuid-Holland worden 24,5 formatieplaatsen en aan de C.A.A.D. worden 6,5 formatieplaatsen doorberekend. Het personeel 1s samengesteld uit geüniformeerd beroepspersoneel en geüniformeerd vrijwillig personeel, terwijl administratieve ondersteuning plaats vindt door niet geüniformeerd personeel. Gelet op het risicobeeld van de gemeente geldt t.a.v. de uitrukdienst dat er te allen tijde ten minste 16 functieplaatsen continu bezet moeten kunnen worden. Hiervoor zijn 60 formatieplaatsen in de uitrukdienst van het beroepskorps nodig. Daarnaast dient een officier van dienst en een commandant van dienst aanwezig te zijn. Voor het personeel gelden de desbetreffende rechtspositieregelingen van de gemeente Dordrecht. Artikel 4 Naast het materieel dat t.b.v. de aanwezige risico** in de gemeente aanwezig dient te zijn, is In de centrumgemeente materieel van de regionale brandweer gestationeerd, te weten de blusboot Zuid-Holland, een schuimpoedereenheid, een hulpverleningseenheid, een verbindingscommando-eenhel d en materieel t.b.v. de regionale rampenbestrijdingsorganisatie. Het drijvende materieel van de gemeentelijke diensten dat t.b.v. de brandbestrijding en technische hulpverlening aan boord van schepen beschikbaar is, wordt geleverd met het daarbij behorende personeel. Artikel 5 De bluswatervoorziening dient te zijn afgestemd op het in de gemeente aanwezige risico bij brand en andere ongevallen, waarbij de brandweer tot een inzet moet komen. Het is van belang dat van deze voorzieningen een onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt. Artikel 6 Een snelle en efficiënte inzet van de brandweer is in hoge mate afhankelijk van een betrouwbare, permanent beschikbare meldings- en alarmeringsinrichting (alarmcentrale). Artikel 7 De Instructies waarin de werkzaamheden van het personeel zijn geregeld hebben in elk geval betrekking op: - de alarmering - de uitruk - de bestrijding van brand - de technische hulpverlening - de uitvoering van werkzaamheden ter zake van de rampenbestrijding - de bediening en het onderhoud van het materieel - het onderhoud en het gebruik van de gebouwen - de consignering - de wachtdiensten. Artikel 9 De bijstandsverlening Is geregeld 1n regionaal en Interregionaal verband. 5