Bemesting met kunstmest en grondonderzoek in de

Vergelijkbare documenten
Semesting met kunstmest en grondonderzoek in de

Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten

Fosfaat- en kalibemesting van bladspinazie en stamslabonen op landbouwgronden

5 Voederbieten. November

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

Lössgrond. ph-kcl ph-water

2.2 Grasland met klaver

De verticale verdeling van voedingsstoffen in boomgaarden

\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

DE INVLOED VAN GESCHEURDE KUNSTWEIDEN OP DE OPBRENGSTEN EN DE ONDERWATERGEWICHTEN VAN VORAN-AARDAPPELEN OP ZANDGROND

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

April 1990 Intern verslag nr 27

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

(PAV Bulletin Vollegrondsgroenteteelt December e jg.) Besparen op kali-bemesting bij

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

INSTITUUTVOOR BODEMVRUCHTBAARHEID,HAREN (Gr.) EENONDERZOEKNAARHETOPTREDENVAN MAGNESIUMGEBREKBIJ LATE TOMATENIN HET RIVIERKLEIGEBIED

GROTE KALIBEHOEFTE IN DROGE EN GERINGE IN REGENRIJKE JAREN

Waarom plantsapmetingen?

Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Oosterweg 92, Haren (Gr)

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Programma voor vandaag:

Invloed van bodemfactoren op Jonathan M XVI, onderzocht volgens de proefplekkenmethode

6.5. Werkstuk door een scholier 1097 woorden 2 maart keer beoordeeld. Keuzeopdracht; Hoofdstuk 6.4, opdracht B; Bron

Bemesting aardappelen2017

INSTITUUT VOOR BODEMVRUCHTBAARHEID HAREN (Gr. )

Naaldwijk, oktober 1977 Intern verslag no. 65 <i

Kali bemesting aardappelen Zuidoostelijke zandgronden en Löss

De betekenis van de veldbodemkunde bij bemestingsvraagstukken

IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE?

Bemesting, maatwerk voor uw bedrijf!

m \m Geeft intensieve graslandexploitatie meer kweek?

Bestrijding van stip en zacht in appels door calciumtoediening

RE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

Is Magnesiumgebrek in tulp op zandgrond van betekenis?

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

BEMESTING VAN ERWTEN IN VERBAND MET OPBRENGST EN KWALITEIT. Ir. J. PRUMMEL Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Groningen

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Het gebruik van gips in de fruitteelt

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Kali bemesting van vroege aardappelen in Noord-Holland

Invloed van het organische-stof gehalte van de grond op de produktiviteit van grasland

Wat gaan we vanavond doen?

ONDERZOEK OVER MOLYBDEENGEBREK^^^V^^

Basiscursus Ecologisch tuinieren

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

Het Fruitbomenrapport 2017 De effecten van de toevoeging van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de gezondheid en productie van fruitbomen

Effluenten van de biologische mestverwerking

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.

VOORJAARSBEMESTING IN PREI: EFFECT VAN MAGNESIUM

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL

Evenwichtige bemesting, de basis voor uw groei!

CSPE GL minitoets bij opdracht 9

1) Bodemvruchtbaarheid aardappelpercelen 2) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) Nitraatresidu 2016

Gladiolen Bakkenproef 2011

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^

Bemesting kool en relatie tot trips.

Inventarisatie omstandigheden optreden zwarte vlekken in peen

DE MAGNESIUMVOEDING VAN LANDBOUWGEWASSEN IN HET BIJZONDER IN VERBAND MET DE STIKSTOFBEMESTING

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

Stikstof bemesting en gebruikswijze van grasland

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0313 Door: ing. H.W.G. Floot

Proefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven.

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Rapport van de voortijdig beëindigde bemestingsproef in hyacinten op kalkrijke zandgrond 2008

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, te NAALDWIJK. A 1 R 84. Proef met zaadhoeveelheden bij radijs. door: D.de Ruiter.

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt gesloten teelten CSPE KB

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Beredeneerde bemesting bij tomaat

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Adviesbasis voor de bemesting van bloembolgewassen. Samenstellers: A.M. van Dam en H. van Reuler

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

c\) O / / Hn-Ufr. / lo' / O

Bemestingsplan. Hans Smeets Adviseur DLV team boomteelt. DLV Plant

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0409 Door: ing. H.W.G. Floot

Analyse grondmonsters kavel 2

Analyse grondmonsters kavel 1

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

Bemesting Hypericum. Wilma Windhorst 22 april 2015

Effect bemesting op ziekteontwikkeling in stamslabonen industrieteelt. A. Evenhuis, H. Verstegen, J.A.M. Wilms & C.G. Topper

Transcriptie:

Ir. J. van der Boon, Instituut voor Bodemvruchtbaarheid, Groningen Bemesting met kunstmest en grondonderzoek in de opengronds fruit- en groenteteelt (slot) Kaliumbemesting in de fruitteelt In de fruitteelt werd op bemestingsproefvelden geen reactie op kali gevonden, als het K-HCl-gehalte van de grond in de laag -2 cm hoger dan,3% was [21]. Onlangs werd met de proefplekkenmethode bij de appel Jonathan op M-XVI gevonden dat het kritieke grondanalysecijfer voor kali samenhangt met de zwaarte van de grond [22,28]. Op lichte zeeklei (afslibbare delen 1-2%) is reeds een K2% van,2 bij een normaal bemestingsregime optimaal; op zwaardere gronden met 2-3% afslibbare delen verschuift dit cijfer naar,35 tot,4%. Op nog zwaardere gronden met 3-53% (gemiddeld 38%) afslibbaar is er bij lage kaligehalten een duidelijke stijging in de opbrengst naarmate het kaligehalte van de grond hoger is. Het optimum ligt bij een K-HCl-gehalte van,4%. Ook voor de Betuwse klei betekent het laatstgenoemde gehalte een goede voedingstoestand voor de boom [23,32]. Het kaligebrek verdwijnt als het K-HCl-gehalte van de grond de,25% overschrijdt [23]. In de fruitteelt uit zich kali-overmaat niet alleen door het optreden van Mg-gebrek; ook de kwaliteit van de vrucht kan eronder lijden. Zo vindt mej. Van Schreven een duidelijk positieve correlatie In het meinummer: stikstof bemesting In het juninummer: fosfaatbemesting In dit nummer: kalium- en magnesiumbemesting tussen de stipaantasting in Cox's Orange Pippin en het K-gehalte van het blad en van de vrucht [3]. Kaliumbemesting in de opengronds groenteteelt Bij de bewerking der gegevens van proefvelden bleek dat in de opengronds groenteteelt op zandgrond weglating van de kalibemesting de volgende opbrengstderving teweegbrengt (tabel 7 en figuur 7). / De K-HCl-gehalten waarbij de bemesting zonder Tabel 7. Opbrengstderving door weglating van de kalibemesting in de opengronds groenteteelt op zandgrond Gem. opbrengstderving door weglating van bemesting K-HC1 % van de grond 15% 1% 5% %,1,18,26,34 424

Tabel 8. Opbrengstderving door weglating van de kalibemesting in de opengronds groenteteelt op zavel en klei Gemiddelde opbrengstderving K-HC1% zavel, klei (tezamen) K-HC1 % klei 15% 1% 5% %,37,63,89,15-,25- >,35,19,35 schade kan worden weggelaten, liggen tussen,25 en,66% (betrouwbaarheidsinterval met P =.5). Voor zavel en klei ligt het criterium veel hoger (tabel 8). In tabel 9 zijn de groentegewassen gerangschikt naar afnemende reactie op het weglaten van de kalibemesting. Daarbij is geen rekening gehouden met grondsoort, kalirijkdom en proef- Relatieve oogst (zwaarst bemeste veldje 1 %) 12-1 3 6 ' 4 2 1 y > vi -- x -'-'- : :' À 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 K-HCI % x 1 van onbemeste veldje 7. Relatieve opbrengst van eenjarige groenten op zandgrond bij weglating van de kalibemesting en het kaligehalte van de grond jaar. Tevens wordt de gemiddelde optimale gift vermeld, alsmede de bemestingsgift waarboven niet altijd opbrengstvermeerdering is te verwachten. Tabel 9. Rangschikking van eenjarige groenten naar reactie op kalibemesting Gewas Spinazie Snijboon Bloemkool Aardappel 1 Slaboon Wortel Tuinboon 1 Salade Knolselderij Andijvie Witlof Boerenkool Biet Aantal proefvelden 3 1 21 58 45 18 11 22 9 28 9 12 1 Gem.. oogst bij weglating van de kalibemestins in «/. van wel bemest 8 82 84 86 86 87 89 93 94 Giften, waarbij hoogste opbrengsten uitersten -5-375 -6-8 -5-77 -375-375 -5-625. -5-34 gift waarboven met steeds hogere opbrengsten verwacht kunnen worden (P =,5) kg K s O/ha 18 25 7??? 1 In hoofdzaak proeven met vroege aardappelen in de Streek van Noordholland en met tuinbonen op zandgrond werden verkregen mediaan 213 225 25 375 2 25 2 1 375 2 2 12 425

Meest gewenste giften De giften waarbij de hoogste opbrengsten werden verkregen, lopen sterk uiteen. Het gemiddelde (mediaan) loopt niet duidelijk parallel met de geconstateerde opbrengstdaling bij weglating van de bemesting. Sla zal vooral op zandgrond niet te zwaar bemest mogen worden, omdat de opbrengst waarschijnlijk door de zoutwerking van de meststof bij hogere giften spoedig gaat dalen. Dat voor de vroege aardappel een hogere bemesting wordt geadviseerd dan voor de aardappelen in de landbouw [29], vindt waarschijnlijk zijn oorzaak, in de snellere groei en vroegere oogst van het ge-, was, in de sterkere kalibehoefte op de met andere meststoffen ruimer voorziene tuinbouwgronden en in het feit, dat de aardappel voor consumptie op gewicht en niet op zetmeelwaarde wordt verkocht (duur water). Een verband tussen de optimale kalibemesting van opengronds groenten en het kaligehalte van de grond - zoals bij fosfaat - werd niet gevonden. Bespuitingen Kali verplaatst zich op zware grond niet gemakkelijk door de grond, evenmin als fosfaat [32]. Onlangs wees Bos er nog eens op, dat de indringing van kali in grasboomgaarden gering is [25]. Op sterk kalifixerende rivierkleigronden lijden appels ernstig door kaligebrek. Met zeer hoge giften (2-3 kg KgO/ha in drie jaar) kan een redelijk resultaat worden verkregen. Bespuiting met een 2% oplossing van kaliumsulfaat of vernevelen met een 7% oplossing om de veertien dagen (4-6 maal per seizoen) is in ernstige gevallen niet afdoende. Uiterlijk kaligebrek verdwijnt, maar toch komt de groei niet voldoende op gang. In bomen kan ook kaligebrek voorkomen bij onvoldoende ontwatering van het perceel [32]. Kalk en kali Op rivierkleigronden moet men bekalken om de structuur in stand te houden. Zeer hoge kalkgiften, toegediend bij de aanleg van boomgaarden om de conditie van de grond te verbeteren, bleken echter funest te werken op de kalivoorziening van de bomen. Op het Centrale Bemestingsproefveld De Lange Ossekampen te Wageningen was de opbrengst op de veldjes met veel kalk en weinig kali het laagst [31]. Magnesium Magnesium is de laatste decennia meer in het middelpunt van de belangstelling gekomen door het veelvuldige optreden van magnesiumgebrek, vooral in de fruitteelt. Volgens Van den Ende [26] werken de volgende factoren magnesiumgebrek in de hand: kali-overmaat, de stikstofvorm, het vochtgehalte van de grond en een onvoldoende ontwikkeld wortelstelsel door natte grond, matige structuur, bodemziekten en zware vruchtdracht. Kalium is voor de tomaat belangrijk ter verkrijging van een goede opbrengst. Bij een zware vruchtdracht is het voor de tomaat echter moeilijk het wortelstelsel volledig tot ontwikkeling te brengen, zodat het magnesium in te geringe mate wordt opgenomen. Als magnesiumgebrek optreedt als gevolg van kali-overmaat, moet de oplossing niet gezocht worden in de weglating van de kalibemesting - deze heeft immers een opbrengstverhogende werking - maar in de bevordering van de magnesiumvoeding van de plant. Men geeft daartoe in de groenteteelt 1-15 kg bitterzout per are. Bij tomaten is spuiten met een 2% magnesiumsulfaatoplossing gebruikelijk; dit maakt bovendien het blad minder week en beter bestand tegen bladvlekkenziekte (meeldauw).. Ook in de fruitteelt is Mg-gebrek, vooral op zandgronden, veelvuldig opgetreden. Waarschijnlijk is kalium op zandgrond zeer actief in de bodemoplossing. Tevens moet de oorzaak worden gezocht in het feit dat kalium uit de bemesting sneller in het profiel doordringt dan magnesium. Treedt Mg-gebrek op, dan blijkt Mg-bemesting pas na enkele 426

jaren goed te werken. In de voorafgaande jaren moet ter aanvulling in de zomer om de veertien dagen met een 2% MgSO^oplossing gespoten worden. In een bemestingsproef op zandgrond werd gevonden dat kali het Mg-gebrek meer versterkt naarmate minder magnesium is gegeven. Stikstof in de vorm van kalkammonsalpeter deed op dit proefveld het Mg-gebrek verminderen, zij het in geringe mate en niet elk jaar even duidelijk. De daling van het K-gehalte van het blad door stikstofbemesting doet dit verwachten [24]. Mg-gebrek komt in de fruitteelt ook veelvuldig voor op kalkrijke zeekleigronden. Daar neemt het toe met het CaC3-gehalte van de grond. Dit geschiedt ondanks de in Zeeland waargenomen tendens van een afnemende K/Mg-verhouding in de grond. Het Mg-gehalte van het blad wordt lager bij toenemend kalkgehalte van de grond [22]. Grondonderzoek op magnesium Er zijn nog te weinig proefvelden aangelegd om het grondonderzoek op magnesium voldoende nauwkeurig te kunnen interpreteren. In bemestingsproeven met fruit in de Gelderse Vallei nam het Mg-gebrek op de blanco veldjes af met het stijgen van de MgO-NaCl-cijfers van de grond [27] (zie tabel 1). Extrapolatie van het gevonden verband wijst voor 1953 op een kritiek cijfer van 2 d.p.m. en voor 1954 op 1 d.p.m. Gegevens van een bemestings- Tabel 1. Verband tussen Mg-gebrek (schattingscijfers) bij appel (Jonathan op M IV) en Mg-gehalte van de grond D.p.m. MgO-NaCl in laag van -2 cm Schatting Mg-gebrek 1953 1954 4 72 83 91 15 58 51 46 41 31 36 44 28 6 3 Mg-gebrekscijfers van Jonathan M IV 7 - - 4-r,' 1 -.. l ; f 1 l * "* \ *. A\ "«S % ' ',-* ' 2 4 6 8 1 d.p.m. MgO-NaCl -2 cm 8. Het optreden van Mg-gebrek in Jonathan op MIV en het Mg-gehalte van zandgrond (laag cijfer betekent weinig Mg-gebrek) proefveld met appel op zandgrond laten zien, dat volgens extrapolatie van de lijn Mg-gebrek niet meer optreedt bij een gehalte hoger dan 11 d.p.m. MgO-NaCl (figuur 8). Zwaarte van de grond en het Mg-grondanalysecijfer. Het Mg-grondanalysecijfer is gecorreleerd met de zwaarte van de grond. Het magnesiumgehalte van de grond stijgt, naarmate de grond zwaarder is. Het is nog niet bekend, in hoeverre de Mg-grondanalysecijfers op zware grond betekenis hebben voor het bemestingsadvies naast de informatie welke het % afslibbaar van de grond geeft. Bij het 427

Tabel 11. Samenhang tussen Mg-gebrek bij Jonathan op M XVI en zwaarte en Mg-gehalte van de grond Mggebrek 2, 1,3 1,1 1,,8 % afslibbaar 1 2 25 3 4 Mg-Morgan-Venema d.p.m. extract 7 74 8 88 96 MgO-NaCl d.p.m. grond 7 85 98 14 156 = geen Mg-gebrek, 5 = zeer ernstig Mg-gebrek proefplekkenonderzoek met Jonathan was het Mggebrek geringer op de zwaardere gronden, die hogere Mg-gehalten hebben [22]. Boven een gehalte van 1 d.p.m. MgO-NaCl is Mg-gebrek op Zeeuwse kleigronden minder ernstig. Conclusie en samenvatting in de tuinbouw moet de bemesting zowel op de hoeveelheid als op de hoedanigheid (kwaliteit) van het produkt zijn gericht. Bij de intensieve teelten spelen de kosten van de meststoffen een geringe rol. Grondonderzoek geeft nog geen betrouwbare basis voor het bemestingsadvies voor stikstof in de opengrondsteelten. Diverse factoren beïnvloeden de stikstofbehoefte van het gewas. Vocht versterkt de stikstofbehoefte. Gras is in boomgaarden een gevreesde stikstofconcurrent. Voor fosfaat en kali zijn kritieke grondanalysecijfers gevonden, waarboven gemiddeld de bemesting kan worden weggelaten. Voor de opengronds groenteteelt is een verband gevonden tussen de optimale fosfaatgift en de uitkomsten van grondonderzoek op fosfaat. Voorlopige gegevens zijn verkregen over het kritieke grondanalysecijfer voor magnesium in de fruitteelt op zandgronden. Diverse factoren die de spreiding om de gemiddelde lijn kunnen veroorzaaken, zijn besproken. In deze richting is verder onderzoek gewenst. Literatuur 21. Boon, J. van der: Inventarisatie van de gegevens van bemestingsproefvelden in de tuinbouw. A. Fruitteelt in de volle grond. B. Groenteteelt, BI. ph-h 2 -tabel, B2. Bemestingsproeven bij eenjarige groenten. Rapport R.T.C. Bodemaangelegenheden (1953). 22. Boon, J. van der en J. Butijn: Tuinbouwbemestingsonderzoek 1949-1954. Appel Jonathan op M XVI in het Rijkstuinbouwconsulentschap Goes. Rapport Inst. Bodemvr. 12(1959). 23. Boon J. van der en A. Das: Verslag van fruitkalibemestingsproefvelden op stroomruggronden in midden- Nederland (Fruka) 1955-1957. Rapport R.T.C. Bodemaangelegenheden (1958). 24. Boon, J. van der en A. Pouwer: Invloed van kalkammonsalpeter en enige andere factoren op de chemische samenstelling van appelblad. (ter perse). 25. Bos, Joh. : Wat kali doet voor onze vruchtbomen. Uitgave Ned. Kali-Import Mij. (1958), 36 blz. 26. Ende, J.van den : Magnesiumvoeding van groenten en fruit onder glas. Kalk nr. 11 (1958): 8-34. 27. Knoppien, P.: Kieseriet-bitterzoutbemesting bij fruit in volle grond. Jaarversl. Tuinbk. Onderz. (1954): 93. 28. Paauw, F. van der: De invoering van het K-getal op kleibouwland. Landbk. Tijdschr. 7 (1958): 737-748. 29. Paauw, F. van der en J. Ris : De betekenis van de kalitoestand voor aardappelen op kleigronden in Noord- Holland. Versl. Landbk. Onderz. 61.6 (1955), 75blz. 3. Schreven, A. C. van: Stip en Jonathanbederf bij de bewaring van appelen. Groente en Fruit 15 (1959): 71. 31. Sprenger, A. M.: Het centraal bemestingsproefveld voor de fruitteelt 'De Lange Ossekampen' te Wageningen. Med. Dir. Tuinb. 12 (1949): 643-676. 32. Vos, N. M. de: Kalibemesting in de fruitteelt op rivierkleigrond. Kali 25 (1955): 166-169. 428

Summary The application of fertilizers and soil analysis in outdoor fruit and vegetable growing In three consecutive numbers of this periodical the author has dealt with the application of the plant food elements nitrogen, phosphate, potash and magnesium. He arrives at the following conclusions : In horticulture the application of fertilizers should be in conformity with both the quantity and the quality of the product. In the more intensive production the cost of thefertilizers plays a minor part. Soil analysis does not provide a reliable basis for the advisory scheme for nitrogen dressing in outdoor crop production. Several factors influence the nitrogen requirements of the crop. Moisture increases the nitrogen requirements. In orchards grass is a much-feared competitor of nitrogen. For both phosphate and potash threshold values have been found in excessof which no fertilizers need as a rule be applied. As far as outdoor vegetable production is concerned a relation has been found between the optimal phosphate dressing and the outcome of soil tests on phosphate. Provisional data have been found for the threshold valuesfor magnesium infruit production on sandy soils. Several factors which may cause deviation from the average trend are discussed.