PROGRAFT KANKERCENTRUM UZ GENT Onco_hemato_034
INHOUDSTAFEL 01 Inleiding 3 02 Doseringen 3 03 Inname 3 04 bijwerkingen 4 Prograft 2
01 INLEIDING Het werkzame bestanddeel van Prograft is tacrolimus. 02 DOSERINGEN 0,5mg (lichtgele capsules die niet geopend mogen worden) 1mg (witte capsules die niet geopend mogen worden) 5 mg (zalmroze capsules die niet geopend mogen worden) De medicatie wordt in de verpakking en op kamertemperatuur bewaard. 03 INNAME De inname moet zeer nauwkeurig gebeuren. U neemt Prograft het beste op een lege maag. Dit wil zeggen minstens 1u voor de maaltijd of 2 tot 3u na de maaltijd. Prograft wordt 2 x per dag ingenomen waarbij er 12u tussen de innames zit. Over het algemeen wordt de medicatie ingenomen om 8u s morgens en 20u s avonds. Eenmaal het tijdstip vastligt, moet u de medicatie steeds op hetzelfde uur innemen. Dit zorgt ervoor dat de concentratie in het bloed stabiel blijft. De goede werking van Prograft kan verstoord worden door inname van een aantal voedingsmiddelen. Zo mag u geen pompelmoes, granaatappel of wijnappelsien eten of het sap ervan drinken. Ook producten die Sint-Janskruid bevatten moeten vermeden worden. De dosering van Prograft s morgens en s avonds kan van elkaar verschillen hoewel deze meestal dezelfde is. Prograft 3
U neemt de medicatie best pas uit de verpakking vlak voor de inname ervan. U wast best u uw handen voor en na inname van de medicatie. 04 BIJWERKINGEN Invloed op de nierfunctie: Prograft kan de nieren beschadigen waardoor deze minder goed gaan functioneren. De nieren zijn namelijk zeer gevoelig voor tacrolimus. Wanneer er een te hoge concentratie in het bloed aanwezig is, kan dit schadelijk zijn voor de nieren. De correcte dosis wordt door uw arts in de gaten gehouden. Het is echter belangrijk dat u zelf voldoende drinkt om de invloed op uw nieren te beperken, minimum 1,5-2 liter vocht (bv. water, soep, sportdranken enz ) per dag. Bij warm weer en koorts of op aanraden van uw arts kan dit nog verhogen. Kalium: Een te hoog kaliumgehalte kan, vooral kort na de transplantatie, voorkomen. Het kan daarom zijn dat uw arts u vraagt om te proberen de kaliuminname via voeding te beperken. Dit kan u het beste doen door geen bananen, kiwi s, chips en aardappelen te eten. Ook gedroogd fruit en bepaalde soorten groenten, zoals bv. spinazie, kunnen veel kalium bevatten. Uw hoeft deze aanpassing enkel te doen op aanraden van uw arts. Magnesium: Het magnesiumgehalte in het bloed kan ten gevolge van de medicatie onder de normale waarden dalen. Dit is te wijten aan een verminderde heropname van magnesium uit de urine. U kan hier hinder van ondervinden in de vorm van krampen (vooral in de kuiten) en vermoeidheid. Vaak zal u extra magnesium toegediend krijgen onder de vorm van medicatie zoals Ultramagnesium, Magnepamyl Forte of Promagnor. Bij het gebruik van Ultramagnesium kan u klachten van diarree ondervinden. In dit geval wordt er overgeschakeld naar Magnepamyl Forte. Het blijft echter mogelijk dat u bij het gebruikt van Magnepamyl Forte ook klachten van diarree ondervindt. Suiker: Door het gebruik van de medicatie kan een verhoging van het suikergehalte in uw bloed worden vastgesteld. Daarom is het aangeraden om de inname van suiker via de voeding zoals bv. via frisdrank en snoep, te beperken. Wanneer uw suikerhuishouding dermate gestoord is, is het mogelijk dat er medicatie wordt opgestart. Prograft 4
Hoge bloeddruk: De medicatie kan een verhoogde bloeddruk veroorzaken. Het kan daarom handig zijn om uw bloeddruk regelmatig te (laten) controleren. Indien nodig kan uw vochtinname beperkt worden of kan er medicatie worden opgestart. Verhoogde cholesterolwaarde in het bloed. Deze wordt op regelmatige basis gecontroleerd bij de bloedafname. Indien nodig kan er extra medicatie worden opgestart. Psychische stoornissen en aandoeningen van het zenuwstelsel: De medicatie kan beven van de ledematen (vooral de handen), zware benen en/of hoofdpijn veroorzaken. Dit komt vaker voor bij het begin van de behandeling of wanneer de dosis iets te hoog is. Slapeloosheid, angst, verwardheid en desoriëntatie kunnen ook voorkomen. Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Kankercentrum UZ Gent. Het UZ Gent kan op geen enkele wijze verantwoordelijk worden gesteld bij gebruik van deze brochure/dit protocol buiten het UZ Gent. Prograft 5