Keerbergen. Haacht Merchtem Grimbergen. Kampenhout Vilvoorde Steenokkerzeel. Herent. Machelen. Kortenberg. Zaventem. Kraainem Wezembeek- Oppem.

Vergelijkbare documenten
a) Nationaliteitsgroepen

BIJLAGE 3 Cluster SOCIALE RECHTEN EN DIENSTVERLENING: OA + SWOT- analyse

EXTERNE OMGEVINGSANALYSE GOOIK. Lokaal sociaal beleidsplan

EXTERNE OMGEVINGSANALYSE GOOIK. Lokaal sociaal beleidsplan

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014

Omgevingsanalyse Lochristi

W E L Z I J N S M O N I T O R L I M B U R G Editie 2010

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

Welzijn inkomen en armoede

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S M I N D E R H E D E N editie 2009

DE GENKSE BEVOLKING OP

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

RESOC Zuid-Oost-Vlaanderen

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Omgevingsanalyse gemaakt door het Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn (provincie West-Vlaanderen)

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Evolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Demografie SAMENVATTING

Gemeente - OCMW. Erpe-Mere

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

RESOC Zuid-West-Vlaanderen

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Sessie 2. Ook in Gent: mensen komen en gaan!

3 SWOT-ANALYSE Omgevingsanalyse

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

BIJLAGE 6A Cluster culturele ontplooiing 1. OA

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

I N D I C A T O R F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Armoedebarometer 2012

OMGEVINGSANALYSE 2013 GEMEENTE ZELE

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

De arbeidsmarkt in januari 2016

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Inleiding Demografie Inwoners Bevolkingsdichtheid Totale bevolking Leeftijdscategorieën Prognoses...

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Gebied: OVERLEIE SITUERINGSKAART. Statistische sectoren: A50- A532 A51-

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Zuid-Limburg in cijfers. 22 en 28 mei 2013

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

EDITIE CIJFERKORF WONEN

RESOC Antwerpen. Demografie. Kengetallen

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Welzijnsbarometer 2015

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S J E U G D editie 2011

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Midden-Limburg in cijfers. 27 mei 2013

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Databank Noord-Limburg in cijfers. 22 november 2012 Stefan Jacques - provincie Limburg directie mens steunpunt sociale planning

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

WEBSITE LOKALE STATISTIEKEN BESCHIKBARE DATASETS EN REEKSEN

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Transcriptie:

1.1 Bevolking Bevolking en bevolkingsgroei bevindt zich in de drukbevolkte Brusselse rand en is met 870 inwoners/km² een gemeente met een bevolkingsdichtheid die bij de hoogste ligt in de regio. Dichtheid 2005 aantal inwoners per km² < 250 250-400 400-550 550-800 > 800 Bron data: NIS, bewerking APS De laatste kolom in Tabel 1, index 2000-2005 geeft de evolutie weer van de bevolking tussen 2000 en 2005. Cijfers boven 100 duiden op een bevolkingsaangroei, cijfers lager dan 100 duiden op een afname. De bevolking in is aangegroeid tussen 2000 en 2005, maar op een trager tempo dan in vergelijkbare randgemeenten. Tabel 1: bevolking 2000-2005 dichtheid 2000 2001 2002 2003 2004 2005 index inw./km² 00-05 870 32.930 32.973 33.072 33.240 33.362 33.571 102 1.069 11.838 11.901 11.972 12.067 12.111 12.384 105 1.033 26.901 27.159 27.537 27.758 28.070 28.526 106 954 37.722 37.818 38.326 38.716 39.058 39.288 104 Asse 581 27.931 28.006 28.310 28.539 28.739 28.838 103 Arr. - 607 558.220 560.138 563.370 565.759 568.791 572.697 103 Vlaams-Brabant 493 1.014.704 1.018.403 1.022.821 1.027.839 1.031.904 1.037.786 102 Vlaams gewest 447 5.940.251 5.952.552 5.972.781 5.995.553 6.016.024 6.043.161 102 Bron: NIS, FOD Economie 1

Bevolkingsgroei 2000-2005 Index 2005 (bevolking 2000 = 100) < 100 100-101 101-102 102-103 > 103 Bron data: NIS, bewerking APS Bevolkingsprognoses Men verwacht dat de bevolking in Vlaanderen zal toenemen met 1,3% tussen 2005 en 2010 en met 3% tussen 2005 en 2025. In deze regio zien we enkele uitschieters met een sterke voorspelde toename tegen 2025: (index 108). In met een index rond de 100 zal de bevolking ongeveer stabiel blijven. Tabel 2: bevolkingsprognoses 2010 en 2025 bevolking prognose index prognose index 2005 2010 2005-2010 2025 2005-2025 33.571 33.785 101 33.703 100 12.384 12.483 101 13.095 106 28.526 29.101 102 30.795 108 39.288 40.089 102 41.350 105 Asse 28.838 29.590 103 30.778 107 Arr. - 572.697 580.385 101 595.994 104 Vlaams-Brabant 1.037.786 1.052.931 102 1.076.254 104 Vlaams gewest 6.043.161 6.122.133 101 6.223.231 103 Bron: Informatiecentrum WVG, Vlaamse Gemeenschap, update MIRA-bevolkingsprojecties 2005 Bevolkingsprognose 2025 Index 2025 (bevolking 2005 = 100) < 100 100-102 102-104 104-106 > 106 Bron data: Informatiecentrum WVG 2

Migratiesaldo Gezien per duizend inwoners hebben vooral en een grote aantrekkingskracht. Deze hoge cijfers zijn typisch voor de rand rond Brussel: er is een doorschuifbeweging op gang vanuit Brussel, zowel van rijke als van arme groepen. In en is de hoge bevolkingsaangroei voornamelijk te verklaren door dit hoge aantal inwijkelingen. Het gemiddeld migratiesaldo voor ligt op het Vlaams gemiddelde. Tabel 3: migratiesaldo 2004 2003 2002 2001 2000 gemiddelde 2000-2004 145 59 120 34 8 73 2,2 223 15 106 34 63 88 7,3 327 194 124 326 218 238 8,5 201 372 420 478 125 319 8,2 Asse 23 133 148 199 47 110 3,8 Arr. - 2.135 2.273 1.826 1.919 1.077 1.846 3,2 Vlaams-Brabant 2.415 1.897 3.040 2.078 1.771 2.240 2,2 Vlaams gewest 17.001 15.778 17.135 12.600 7.626 14.028 2,3 Bron: APS, portaal lokale statistieken gemiddelde 2000-2004 per duizend inwoners Gemiddeld migratiesaldo 2000-2004 per duizend inwoners < 0,0 0,0-2,0 2,0-3,5 3,5-6,0 > 6,0 Bron data: APS, portaal lokale statistieken Geboorten en sterftes Ook bij de geboorten en sterftes gebruiken we meer achtereenvolgende jaren, omwille van de verschillen van jaar tot jaar. Het aantal geboorten ligt hoger dan het aantal sterftes in. Tabel 4: geboorten en sterftes geboorten 2004 jaarlijks geboorten 1999-2004 per duizend inwoners overlijdens 2004 351 10,6 298 9,7 jaarlijks overlijdens 1999-2004 per duizend inwoners 3

145 10,8 100 8,9 306 10,1 236 8,2 348 9,0 346 9,6 Asse 330 10,5 256 9,3 Arr. - 5.720 10,0 5.058 9,1 Vlaams-Brabant 10.726 10,2 9.384 9,3 Vlaams gewest 62.374 10,2 56.199 9,5 * gemiddeld aantal geboorten/overlijdens van 1999 tot 2004 t.o.v. de bevolking in 2004 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata Leeftijdsverdeling Het aandeel ouderen op de bevolking ligt in de meeste gemeenten in deze regio onder het Vlaams gemiddelde van 22,8% (Tabel 5). Enkel in is er een hoger percentage. Het arrondissement - telt relatief gezien meer jongeren dan het gemiddelde voor Vlaanderen. In een heel aantal gemeenten in de regio Oost is meer dan een vierde van de bevolking jonger dan 20 jaar. zit hier eerder aan de lage kant. Tabel 5: globale leeftijdsverdeling op 01/01/2005 jongeren (0-20) beroepsactieve leeftijd (20-60) ouderen (60+) aantal %* aantal %* aantal %* 7.232 21,5 18.243 54,3 8.096 24,1 3.013 24,3 6.672 53,9 2.699 21,8 6.872 24,1 15.514 54,4 6.140 21,5 8.970 22,8 20.495 52,2 9.823 25,0 Asse 6.581 22,8 15.664 54,3 6.593 22,9 Arr. - 134.860 23,5 310.105 54,1 127.732 22,3 Prov. Vlaams-Brabant 235.193 22,7 570.491 55,0 232.102 22,4 Vlaams gewest 1.342.718 22,2 3.322.914 55,0 1.377.529 22,8 * t.o.v. de totale bevolking Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata De grijze druk is het aandeel ouderen (60+) t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-60 jaar). Dit geeft weer hoe sterk de niet meer actieve bevolking 'weegt' op de bevolking op actieve leeftijd. 4

is, samen met, een gemeente met een erg hoge grijze druk (Tabel 6). Er zijn dus in verhouding veel ouderen ten opzichte van de actieve bevolking. Tabel 6: bevolkingscoëfficiënten op 01/01/2005 groene druk grijze druk afhankelijkheidscoëfficiënt 41,1 44,4 84,0 45,0 40,5 85,6 46,1 39,6 83,9 45,6 47,9 91,7 Asse 43,4 42,1 84,1 Arr. - 44,7 41,2 84,7 Vlaams-Brabant 42,1 40,7 81,9 Vlaams gewest 40,8 41,5 81,9 Bron: NIS, FOD Economie Grijze druk 01/01/2005 % 60+ op 20-60 jaar < 37 37-39 39-41 41-43 > 43 Bron data: NIS, FOD Economie Tabel 7 geeft een beeld van de vergrijzing, nu en in de toekomst. Tussen 2000 en 2005 is in andere heeft de vergrijzing zich de laatste vijf jaar reeds ingezet (voorbeeld, ). Voor 2025 zien we ten opzichte van 2005 een toename van ongeveer 10%: het gemiddelde voor Vlaanderen gaat van 22,8 naar 31,5. Het dient eigenlijk niet herhaald te worden: het opvangen van deze vergrijzing is een grote uitdaging voor de komende jaren. Tabel 7: vergrijzing 2000-2025 60+ 2000 60+ 2005 60+ 2010 60+ 2025 aantal % aantal % aantal % aantal % 7.691 23,4 8.096 24,1 8.633 25,6 10.688 31,7 2.710 22,9 2.699 21,8 2.785 22,3 3.686 28,1 5.967 22,2 6.140 21,5 6.535 22,5 8.719 28,3 9.286 24,6 9.823 25,0 10.314 25,7 12.716 30,8 Asse 6.245 22,4 6.593 22,9 7.232 24,4 9.187 29,8 Arr. - 123.168 22,1 127.732 22,3 138.051 23,8 180.962 30,4 Vlaams-Brabant 223.455 22,0 232.102 22,4 251.096 23,8 329.225 30,6 Vlaams gewest 1.316.767 22,2 1.377.529 22,8 1.501.220 24,5 1.957.479 31,5 * t.o.v. de totale bevolking Bron: Vlaamse Gemeenschap, Informatiecentrum WVG, update MIRA bevolkingsprojecties 2005 5

Zoals ook te zien is op de bevolkingspiramide is er bij de ouderen een groter percentage vrouwen dan mannen (Tabel 8), te wijten aan de hogere levensverwachting bij deze eerste groep. Tabel 8: 60-plussers: verdeling naar geslacht op 01/01/2005 mannen % vrouwen % totaal 3.468 42,8 4.628 57,2 8.096 1.156 42,8 1.543 57,2 2.699 2.697 43,9 3.443 56,1 6.140 4.324 44,0 5.499 56,0 9.823 Asse 2.920 44,3 3.673 55,7 6.593 Arr. - 56.259 44,0 71.473 56,0 127.732 Prov. Vlaams-Brabant 102.769 44,3 129.333 55,7 232.102 Vlaams gewest 610.158 44,3 767.371 55,7 1.377.529 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata De groene druk is het aandeel jongeren (0-20 jaar) t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-60 jaar). De groene druk is de mate waarin de nog niet actieve bevolking 'weegt' op de bevolking op beroepsactieve leeftijd. De groene druk in is vrij laag ten opzichte van andere vergelijkbare randgemeenten. De druk is wel vergelijkbaar met het Vlaams gemiddelde. Groene druk 01/01/2005 % 0-20 jaar op 20-60 jaar < 39 40-42 42-45 45-48 > 48 Bron data: NIS, FOD Economie Ook bij de groep minderjarigen (0-17 jaar) zit onder het Vlaams gemiddelde. Maar er zit beterschap in, gezien het aandeel geboorten de laatste vijf jaar tamelijk hoog was (Tabel 4). Dat is ook te zien bij het aandeel minderjarigen op voorschoolse of peuterleeftijd (0-2 jaar) waar het zelfs erg goed doet (Tabel 9). 6

Tabel 9: minderjarigen volgens leeftijd op 01-01-2004 0-2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 0-17 jaar aantal % aantal % aantal % aantal % aantal % 1.055 3,2 1.079 3,2 2.180 6,5 2.173 6,5 6.487 19,4 393 3,2 423 3,5 917 7,6 885 7,3 2.618 21,6 909 3,2 954 3,4 2.112 7,5 2.077 7,4 6.052 21,6 1.167 3,0 1.253 3,2 2.732 7,0 2.907 7,4 8.059 20,6 Asse 949 3,3 954 3,3 2.038 7,1 1.993 6,9 5.934 20,6 Arr. - 17.833 3,1 19.352 3,4 41.488 7,3 42.091 7,4 120.764 21,2 Vlaams-Brabant 32.120 3,1 34.027 3,3 72.210 7,0 72.646 7,0 211.003 20,4 Vlaams gewest 181.574 3,0 190.875 3,2 409.596 6,8 423.634 7,0 1.205.679 20,0 Aandeel kinderen van deze leeftijdsgroep t.o.v. de totale bevolking Bron: Informatiecentrum WVG, Vlaamse Gemeenschap Huishoudens Tabel 10 geeft een overzicht van de gezinnen met referentiepersoon van 65 jaar of ouder (oudere gezinnen) en met referentiepersoon jonger dan 35 jaar (jonge gezinnen). In en wonen er weinig jonge gezinnen. Tabel 10: gezinnen op 01/01/2003 aantal oude % oude jonge % jonge gezinnen gezinnen* gezinnen gezinnen** gezinnen 14.173 4.015 28,3 175 11,6 5.065 1.408 27,8 401 11,9 11.801 3.039 25,8 508 12,6 15.782 4.599 29,1 2.102 13,3 Asse 11.900 3.220 27,1 1.856 15,6 Arr. - 227.708 62.666 27,5 32.039 14,1 Vlaams-Brabant 420.258 114.146 27,2 65.192 15,5 Vlaams gewest 2.480.108 678.763 27,4 404.734 16,3 * met referentiepersoon van 65 jaar of ouder ** met referentiepersoon jonger dan 35 jaar Bron: NIS, FOD Economie, SEE 2001, via lijk woondossier, dienst huisvesting en grondbeleid, provincie Vlaams-Brabant Burgerlijke staat Het aandeel mensen met als burgerlijke staat gescheiden is de laatste vijf jaar nog relatief sterk toegenomen, in alle gemeenten in de regio en ook gemiddeld in Vlaanderen. Dit zorgt voor een sterkere gezinsverdunning: een toename van het aantal alleenstaanden en alleenstaanden met kinderen. Deze groepen vertonen een verhoogd risico om in de armoede terecht te komen. Dit heeft ook effecten op de huisvestingsmarkt: er wordt een grotere vraag gegenereerd naar kleinere wooneenheden enerzijds, en voor gescheiden mensen met kinderen vaak twee grotere woningen waar de kinderen een eigen kamer hebben. en tellen veel gescheiden mensen onder de bevolking. De andere gemeenten blijven onder het gemiddelde van het Vlaams gewest. Het aandeel weduwen en weduwnaars neemt daarentegen overal lichtjes af, behalve in, waar ook het aandeel ouderen hoger is. Tabel 11: evolutie van het aantal gescheiden personen en weduw(e)(naar)s 2000-2005 2005 2000 Gescheiden weduw(e)(naar)s gescheiden weduw(e)(naar)s aantal % aantal % aantal % aantal % 2.454 7,3 2.362 7,0 1.933 5,9 2.281 6,9 843 6,8 827 6,7 642 5,4 860 7,3 2.056 7,2 1.717 6,0 1.584 5,9 1.651 6,1 2.763 7,03 2.626 6,68 2.096 5,56 2.538 6,73 7

% t.o.v. totaal aantal inwoners Bron: NIS, FOD Economie Ecodata Nationaliteit In zeer veel gemeenten in deze regio komt het aandeel niet-belgen boven het Vlaams gemiddelde (4,9% uit). Ook voor is dit het geval. Tabel 12: niet-belgen 2005 aantal % 1.908 5,7 1.005 8,1 4.522 15,9 1.914 4,9 Asse 1.228 4,3 Arr. - 41.169 7,2 Vlaams-Brabant 62.928 6,1 Vlaams gewest 297.289 4,9 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata Op de kaart is te zien dat het vooral de rand rond Brussel is, en zeker ten oosten en zuiden van Brussel, die een hoog aandeel niet-belgen telt. De aanwezigheid van internationale bedrijven en instellingen in de hoofdstad is hier zeker niet vreemd aan (zie ook verder bij kwetsbare groepen). Niet-Belgen 2005 % op totale bevolking < 1,0 1,0-1,5 1,5-3,0 3,0-8,0 > 8,0 Asse 2.009 7,0 1.943 6,7 1.576 5,6 1.946 7,0 Arr. - 36.869 6,4 36.735 6,4 28.379 5,1 36.642 6,6 Vlaams-Brabant 65.877 6,4 66.235 6,4 50.584 5,0 66.199 6,5 Vlaams gewest 401.856 6,7 398.074 6,6 308.523 5,2 397.511 6,7 Bron data: NIS, FOD Economie 8

Niet-Belgen 2005 aantal 10 100 10.000 Bron data: NIS, FOD Economie In de noordelijke gemeenten van deze regio zoals zijn binnen de groep van niet-belgen op actieve leeftijd de mannen in de meerderheid tegenover de vrouwen (Tabel 13). In de andere gemeenten zijn juist de vrouwen op deze leeftijd in de meerderheid. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van verschillende nationaliteitsgroepen in deze gemeenten (zie verder bij allochtonen). Tabel 13: niet-belgen naar leeftijdsgroepen en geslacht 01/01/2005 jongeren (< 20 jaar) actieve leeftijd (20-65) ouderen man vrouw totaal man vrouw totaal man vrouw totaal 112 141 253 725 711 1.436 106 113 219 76 84 160 382 382 764 35 46 81 618 567 1.185 1.465 1.622 3.087 121 129 250 152 126 278 720 730 1.450 97 89 186 Asse 116 118 234 473 457 930 36 28 64 Arr. - 4.777 4.548 9.325 14.077 14.412 28.489 1.726 1.629 3.355 Vlaams-Brabant 7.084 6.682 13.766 22.332 22.287 44.619 2.351 2.192 4.543 Vlaams gewest 28.820 28.259 57.079 110.294 100.676 210.970 15.305 13.935 29.240 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata 1.2 Huisvestingssituatie Huisvesting is een belangrijk thema in Vlaams-Brabant. In onze provincie vinden we de duurste woningprijzen van Vlaanderen. Vooral in - is de druk op de rand rond Brussel enorm: de aantrekkelijkheid van deze gemeenten in de nabijheid van Brussel en de doorschuifbeweging vanuit Brussel, zowel van de armere groepen als van de rijkeren, zorgt voor een enorme druk op de huisvestingsmarkt. Verkoopprijzen woningen Volgens de cijfers van 2003 is na de duurste gemeente. De verkoopprijzen van kleine woningen, appartementen en bouwgrond overtreffen ver het Vlaams gemiddelde. Voor grote woningen zit dan wel op het Vlaams gemiddelde. Uit de laatste cijfers (2004) blijkt dat de prijzen nog gestegen zijn. Tabel 14: verkoopprijzen woningen in euro 2003 grote woningen kleine woningen appartementen bouwgrond per m² 271.623 135.637 118.374 122 225.662 125.181 101.062 142 9

307.055 129.759 85.959 233 249.617 140.502 128.620 106 Asse 271.452 116.009 80.358 105 Arr. - 300.492 123.721 108.308 107 Vlaams-Brabant 286.162 119.732 109.562 96 Vlaams gewest 276.725 103.268 111.732 86 Bron: lijk woondossier, dienst huisvesting en grondbeleid, provincie Vlaams-Brabant Bron: raadsverkiezingen 2006,, Een profielschets van uw gemeente, Studiedienst vd Vlaamse Gemeenschap. Gemiddelde verkoopprijs kleine en middelgrote woningen in euro < 108.000 108.000-118.000 118.000-128.000 128.000-138.000 > 138.000 Bron data: APS, portaal lokale statistieken Op tien jaar tijd (1993-2003) zijn de prijzen van de kleine en middelgrote woningen enorm gestegen. In kreeg men te maken met een groei van meer dan 50%. Tabel 15: evolutie van de gemiddelde verkoopprijs van kleine en middelgrote woningen 2003 1998 1993 index 1993-2003 135.637 107.738 86.790 156 125.181 85.758 71.581 175 129.759 103.670 87.238 149 140.502 109.471 91.153 154 Asse 116.009 92.083 82.546 141 Arr. - 123.721 97.349 80.205 154 Vlaams-Brabant 119.732 82.370 74.005 162 Vlaams gewest 103.268 62.610 50.552 204 Bron: APS, lokale statistieken 10

Evolutie prijs kleine en middelgrote woningen index 1993-2003 < 150 150-155 155-170 170-180 > 180 Bron data: APS, portaal lokale stastistieken Eigendomsstructuur Het aantal eigenaars van een eigendom is in relatief laag t.o.v. vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde van het arrondissement. De andere gemeenten hebben cijfers rond het Vlaams gemiddelde van 74% eigenaars en 26% huurders. Tabel 16: eigendomsstructuur 2001 eigenaars % eigenaars huurders % huurders 9.277 71,7 3.664 28,3 3.245 72,0 1.263 28,0 7.505 73,4 2.717 26,6 10.623 74,6 3.617 25,4 Asse 7.885 73,2 2.892 26,8 Arr. - 158.034 76,6 48.151 23,4 Vlaams-Brabant 293.317 77,3 85.892 22,7 Vlaams gewest 1.666.840 73,8 590.566 26,2 Bron: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Woningen bewoond door de eigenaar % op totaal aantal woningen < 73 73-80 80-86 86-90 > 90 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 11

Bodembezetting Op de kaart zien we dat de cijfers grotendeels overeen komen met de bevolkingsdichtheid in de gemeenten: gemeenten met hoge bevolkingsdichtheid hebben ook een hoog aandeel bebouwde oppervlakte. De evolutie aan bebouwde oppervlakte in volgt de algemene trend. Tabel 17: Evolutie van het aandeel bebouwde oppervlakte t.o.v. de totale oppervlakte 2005 2000 1995 1995-2005 aantal ha % aantal ha % aantal ha % index 814 21,1 764 19,8 703 18,2 116 368 31,8 330 28,5 331 28,6 111 853 30,9 786 28,4 749 27,1 114 1.098 26,7 1.038 25,2 961 23,3 114 Asse 1.014 20,4 924 18,6 851 17,1 119 Arr. - 19.463 20,6 18.181 19,3 16.745 17,8 116 Vlaams-Brabant 38.089 18,1 35.761 17,0 32.718 15,5 116 Vlaams gewest 233.676 17,3 221.598 16,4 202.233 15,0 116 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata Bebouwde oppervlakte 2005 % op totale oppervlakte < 10 10-16 16-21 21-30 > 30 Bron data: NIS, FOD Economie, Ecodata Woningkenmerken De meeste cijfers in dit gedeelte zijn gebaseerd op de sociaal-economische enquête van 2001 (SEE 2001 van het NIS). Er zijn geen recentere cijfers over de woningkenmerken beschikbaar. Op gemeentelijk niveau zijn de cijfers op dit gebied wel tamelijk stabiel, verschuivingen op de huisvestingsmarkt gebeuren meestal erg traag, wat betekent dat deze cijfers relatief gezien toch nog een goed beeld van de toestand kunnen geven. Tabel 18 geeft een overzicht van de oudste woningen (gebouwd vóór 1945) en de meest recente woningen (bouwjaar van 1996 tot 2001). Er zijn in relatief weinig woningen van voor 1945. Tabel 18: bouwjaar van de woningen, toestand 2001 bouwjaar vóór 1945 aantal bouwjaar vóór 1945 % bouwjaar vanaf 1996 aantal 2.102 19,6 685 6,4 1.248 33,5 234 6,3 1.832 21,0 704 8,1 bouwjaar vanaf 1996 % 12

2.160 17,5 862 7,0 Asse 1.849 20,7 657 7,4 Arr. - 43.137 24,5 11.509 6,5 Vlaams-Brabant 80.558 24,8 22.005 6,8 Vlaams gewest 458.796 24,4 140.219 7,5 Bron: NIS, FOD Economie, SEE 2001, via gemeentelijk woondossier, dienst huisvesting en grondbeleid, provincie Vlaams- Brabant Woningen gebouwd voor 1945 (2001) % op totaal aantal woningen < 19 19-22 22-27 27-32 > 32 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 (via GWD) Woningen gebouwd van 1996 tot 2001 % op totaal aantal woningen < 5,00 5,0-6,5 6,5-7,5 7,5-8,5 > 8,5 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 (via GWD) Comfort hangt vaak samen met de ouderdom van woningen. Onder de oudere woningen zijn er vaak nog terug te vinden die niet zijn uitgerust met elementaire comfortelementen zoals een toilet met waterspoeling of badkamer. Bij woningen zonder klein comfort ontbreekt één of beide van de volgende comfortkenmerken: WC met waterspoeling en badkamer. Woningen met klein comfort hebben een badkamer en WC. Woningen met middelmatig comfort zijn de woningen met badkamer, WC en centrale verwarming. Woningen met groot comfort zijn de woningen uitgerust met badkamer, WC, centrale verwarming, een keuken van 4m² of een geïntegreerde keuken, een telefoon of GSM en een auto. Woningen zonder klein comfort zijn er in deze regio weinig, zo ook in. heeft wel een groot aantal woningen met groot comfort. 13

Tabel 19: woningcomfort 2001 Woningaantal % met groot comfort % middelmatig comfort % klein comfort 13.392 67,0 14,2 15,0 3,7 4.740 56,4 15,9 24,1 3,5 10.687 66,0 16,2 14,1 3,7 14.829 68,7 14,5 12,9 3,9 Asse 11.202 63,7 16,3 15,1 4,9 Arr. - 214.814 63,7 13,5 18,2 4,6 Vlaams-Brabant 395.235 63,5 14,1 17,7 4,7 Vlaams gewest 2.348.025 56,0 14,0 25,0 4,9 % zonder klein comfort Bron: NIS, FOD Economie, SEE 2001, via gemeentelijk woondossier, dienst huisvesting, provincie Vlaams-Brabant Woningen zonder klein comfort 2001 % op totaal woningen < 3,5 3,5-4,5 4,5-5,5 5,5-6,5 > 6,5 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Woningen met groot comfort 2001 % op totaal woningen < 57 57-62 62-68 68-72 > 72 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Het bezit van een auto, een GSM en een internetaansluiting worden ook als comfortelementen aanzien in de sociaal-economische enquête (SEE) van 2001. scoort hoog in het bezit van deze comfortelementen. De oppervlakte per inwoner in m² is in het hoogst tov de vergelijkbare gemeenten. 14

Tabel 20: comfortelementen 2001 % met auto % met GSM % met internet oppervl. per inwoner in m² 82,9 67,8 31,1 35,9 78,5 66,4 25,4 32,3 81,4 68,4 32,8 34,9 84,0 68,5 31,0 35,7 Asse 80,5 65,8 27,7 34,3 Arr. - 82,5 66,9 31,0 34,4 Vlaams-Brabant 81,9 65,6 31,2 34,5 Vlaams gewest 79,3 nb nb 33,4 nb: niet beschikbaar Bron: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Een laatste comfortindicator is de oppervlakte per inwoner. De totale oppervlakte van alle woningen in een gemeente wordt dus gedeeld door het totaal aantal inwoners. Oppervlakte per inwoner 2001 in m² < 32,5 32,5-33,5 33,5-34,0 34,0-36,0 > 36,0 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Tabel 21 geeft de verdeling weer over de aard van de woningen: woningen in open bebouwing, in halfopen bebouwing en in gesloten bebouwing en appartementen. De verschillende tussen de gemeenten zijn aanzienlijk. Open bebouwing vinden we vooral terug in de iets meer landelijke gemeenten. Vergeleken met het provinciaal en Vlaams gemiddelde is er in relatief veel gesloten bebouwing. Tabel 21: aard van de woningen 2001 % open bebouwing % halfopen bebouwing % gesloten bebouwing % appartementsgebouwen aantal stacaravans 37,9 29,3 30,2 0,2 10 11,9 31,2 52,3 0,2 4 29,2 33,8 33,7 0,2 10 44,5 32,9 20,0 0,2 4 Asse 42,8 28,3 25,9 0,3 4 Arr. - 43,3 28,4 25,4 0,3 161 Vlaams-Brabant 49,8 24,8 22,6 0,2 438 Vlaams gewest 44,2 25,0 27,7 0,5 2.628 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata 15

Woningen in open bebouwing 2001 % op totaal aantal woningen < 35 35-55 55-65 65-75 > 75 Bron data: NIS, FOD Economie, SEE 2001 Sociale huisvesting Op het gebied van sociale huisvesting heeft Vlaams-Brabant nog een achterstand in te halen t.o.v. het Vlaams gemiddelde. Het aandeel huurwoningen (huizen en appartementen) van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) ligt in de gemeenten in de rand tamelijk hoog, scoort iets lager. Tabel 22: sociale huurwoningen op 01/01/2005 sociale appartementen sociale huurhuizen sociale woningen totaal 280 118 398 2,9 55 210 265 5,4 239 208 447 4,0 312 310 622 4,1 Asse 179 173 352 3,1 Arr. - 4.200 4.218 8.418 nb Vlaams-Brabant 8.085 6.909 14.994 nb Vlaams gewest 67.122 67.773 134.895 nb Bron: VHM, via portaal lokale statistieken APS % sociale woningen 16

Sociale woningen VHM 2005 % tov totaal aantal < 0,5 0,5-1,5 1,5-3,0 3,0-5,0 > 5,0 Bron data: VHM via APS, portaal lokale statistieken Op de website van de VHM is een overzicht beschikbaar met het aantal kandidaat-huurders naar woonplaats (dus niet noodzakelijk de gemeente waar een woning wordt aangevraagd). Tabel 23 geeft dit weer voor de gemeenten in deze regio. Tabel 23: kandidaat sociale huurders naar woonplaats (midden 2005) Aantal % * kandidaten 225 1,6 114 2,3 236 2,0 222 1,4 Asse 266 2,2 Arr. - 3.297 1,4 Vlaams-Brabant 6.924 1,6 Vlaams gewest 68.059 2,7 * % t.o.v. aantal gezinnen in 2004 Bron: VHM Kandidaten sociale huisvesting 2005 % op aantal gezinnen 2004 < 0,4 0,4-0,8 0,8-1,2 1,2-1,8 > 1,8 Bron data: VHM 17

3. Kwetsbare groepen 3.1 Ouderen Hoogbejaarden De groep van de hoogbejaarden (80+) is een snel toenemende groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. De noden hebben betrekking op gezondheid, huisvesting, (thuis)zorg en opvangmogelijkheden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 80 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio s waar een grote aangroei van 80-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. Dit geldt voornamelijk op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het voorzien van alternatieve en betaalbare vormen van opvang (gastgezinnen, zorgboerderijen), het aantrekkelijker maken van mantelzorg, de uitbouw van mantelzorgondersteunende initiatieven (dagcentra, kortopvang, nachtopvang, vrijwilligersopvang ). De vergrijzing binnen de vergrijzing is geen problematiek die opgelost wordt door alleen meer rusthuizen te bouwen, aangezien maar een kleine groep ouderen er gaat wonen. Op Vlaams niveau gaat het om 4,4% van de 60-plussers. Bij de 85 tot 90-jarigen loopt dit op tot 23%. Ouderen blijven liefst zo lang mogelijk thuis in de eigen vertrouwde omgeving Tabel 24: Hoogbejaarden op 01/01/2005 80+ 80+ interne familiale aantal %* vergrijzing zorgindex 1.539 4,6 19,0 33,9 498 4,0 18,5 33,7 1.127 4,0 18,4 31,4 1.724 4,4 17,6 34,1 Asse 1.210 4,2 18,4 31,6 Arr. - 23.288 4,1 18,2 30,7 Prov. Vlaams-Brabant 43.291 4,2 18,7 31,5 Vlaams gewest 254.700 4,2 18,5 32,1 % op de totale bevolking Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata Het percentage 80-plussers op de bevolking is het hoogst in. De interne vergrijzing geeft het aandeel hoogbejaarden (80+) binnen het totaal van de oudere bevolking (60+) weer. De cijfers van de interne vergrijzing geven geen extremen in deze regio. Zelfs in is het cijfer niet zo hoog. Dit betekent dat de ouderen zich er verdelen over de verschillende leeftijden. 18

Interne vergrijzing 01/01/2005 % 80+ op totaal 60+ < 17 17-18 18-19 19-20 > 20 Bron data: NIS, FOD Economie De familiale zorgindex is de verhouding van de hoogbejaarden (80+) t.o.v. de oudste actieven (50-59 jaar) en geeft weer in welke mate de oudste actieven instaan voor de zorg van hun hoogbejaarde ouders. Op dit moment is de mantelzorg vaak de motor van de thuiszorg. Maar minder en minder mensen zullen in de toekomst die zorg voor de hulpbehoevende ouderen op zich kunnen nemen. De groep van beroepsactieven daalt immers terwijl de groep hoogbejaarden groeit. Meer mensen zullen nog effectief aan het werk zijn en de mantelzorg er onmogelijk nog bij kunnen nemen, onder meer omdat de oudste beroepsactieven ook door de eigen kinderen aangesproken worden voor opvang van de kleinkinderen (sandwichgeneratie). Wat betreft de familiale zorgindex zitten, en boven het Vlaams gemiddelde. Alleenwonende ouderen Alleenwonende ouderen lopen vooral risico op vereenzaming. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat de alleenstaande oudere vrouwen de meerderheid uitmaken. Verschillende verklaringen zijn hier mogelijk. Vrouwen hebben een hogere levensverwachting, zodat er bij de ouderen een groter aandeel vrouwen is. Mannen zijn misschien iets sneller geneigd om in een rusthuis te gaan wonen als ze alleen komen te staan, terwijl vrouwen gemakkelijker alleen blijven wonen. Het relatief aantal alleenwonende ouderen in ligt ongeveer gelijk met het Vlaams gemiddelde. Tabel 25: alleenwonende ouderen (60-plussers) 2004 mannen vrouwen totaal % t.o.v. aantal gezinnen 458 1.475 1.933 13,6 176 534 710 14,0 386 1.057 1.443 12,2 511 1.527 2.038 12,9 Asse 417 1.177 1.594 13,4 Arr. - 7.716 21.527 29.243 12,8 Vlaams-Brabant 14.680 39.186 53.866 12,8 Vlaams gewest 94.111 239.146 333.257 13,4 Bron: Vlaamse Gemeenschap, WVG, informatiesteunpunt welzijn heeft een mooi aanbod van rusthuisbedden en serviceflats. Dit kan misschien een verklaring zijn voor het hoog aantal senioren in de gemeente. 19

Tabel 55: Aanbod rusthuizen: programmatiecijfers en gerealiseerde plaatsen op 01/01/2006 Rusthuizen Serviceflats aantal geprogrammeerde plaatsen aantal gerealiseerde plaatsen % gerealiseerd aantal geprogrammeerde woongelegenheden aantal gerealiseerde woongelegenheden % gerealiseerd 456 451 99 175 162 93 155 82 53 56 22 39 335 292 87 132 51 39 542 553 102 208 185 89 Asse 353 329 93 147 95 65 Arr. - 7.026 6083 87 2.802 1595 57 Vlaams-Brabant 12.940 11572 89 5101 2713 53 Vlaams gewest 76.470 71.642 94 30.517 18.413 69 Bron: WVC; Ouderenzorg Armoede bij de oudere bevolking Het gebruik van enkele uitkeringen, namelijk leefloon, inkomensgarantie en tegemoetkoming hulp aan bejaarden, kan een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van 'arme' ouderen of ouderen met een verminderde zelfredzaamheid. Toch is enige voorzichtigheid hier op zijn plaats. Bij een hoog aandeel ouderen dat gebruik maakt van een uitkering is het immers ook mogelijk dat zij goed op de hoogte zijn gebracht van het bestaan van deze uitkeringen (bijvoorbeeld door een sociale dienst of organisatie). Het aantal oudere leefloners blijft voorlopig beperkt (Tabel 26). Tabel 26: oudere leefloners, ouderen met een GI of IGO en begunstigden hulp aan bejaarden leefloners 2004 GI of IGO 2004 THB 2005 % op oudere 60+ totaal % op oudere bevolking aantal bevolking 15 167 2,7 139 2,2 < 5 43 2,0 46 2,1 15 100 2,1 83 1,7 17 118 3,6 177 2,3 Asse 12 97 3,8 221 4,4 Arr. - 170 3.285 3,3 3.528 3,5 Vlaams-Brabant 316 7.259 4,1 8.506 4,7 Vlaams gewest 2.754 56.568 5,4 74.847 7,0 Bron: leefloners: POD maatschappelijke integratie gewaarborgd inkomen en inkomensgarantie: FOD sociale zekerheid, via APS, portaal lokale statistieken THB: APS, portaal lokale statistieken 20

Ouderen met een gewaarborgd inkomen 2004 % op aantal ouderen < 2,5 2,5-3,4 3,4-4,8 4,8-5,6 > 5,6 Bron data: APS, portaal lokale statistieken Ouderen (65+) die over niet voldoende bestaansmiddelen beschikken kunnen beroep doen op een inkomensgarantie voor ouderen (IGO). De IGO vervangt sinds juni 2001 het gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GI), al blijft dit (indien gunstiger) behouden als verworven recht. Alle gemeenten liggen onder het Vlaams gemiddelde. Dit kan aangeven dat er hier weinig 'arme' ouderen wonen. Het kan echter ook het gevolg zijn van de aanwezigheid van veel anderstaligen, voor wie het bestaan van deze toelage minder bekend is. Het is immers opvallend dat de score in alle faciliteitengemeenten laag is. Ouderen (65+) met een verminderde zelfredzaamheid kunnen een tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THB) krijgen, analoog aan de integratietegemoetkoming voor gehandicapten. In is daar relatief weinig vraag naar t.o.v. het Vlaams gemiddelde. 3.2 Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren Jongeren en kinderen die een risico lopen op een zwakkere maatschappelijke positie of die al in die positie verkeren zijn o.a. jongeren in de bijzondere jeugdbijstand, langdurig werkzoekende jongeren, jongeren met een leefloon en jongeren in het secundair onderwijs met een risicoschoolloopbaan. Geboorten in kansarme gezinnen Aantal geboorten in gezinnen die scoren op de kansarmoedecriteria van Kind en Gezin. De criteria voor kansarmoede die worden gebruikt door Kind en Gezin zijn de volgende: lage opleiding ouders, zwakke arbeidssituatie ouders, laag maandinkomen gezin, slechte huisvesting gezin, zwakke ontwikkeling kinderen, zwakke gezondheidstoestand van één of meer gezinsleden. Een gezin wordt als kansarm beschouwd als het aan drie of meer criteria beantwoordt. Het is opletten geblazen met deze cijfers, want ze zijn afhankelijk van de interpretatie van de verpleegkundigen van Kind en Gezin. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen in is heel laag. Tabel 27: geboorten in kansarme gezinnen 2002-2004 gemiddeld %* aantal 3 0,9 6 4,6 7 2,3 21

3 0,8 Asse 4 1,4 Arr. - 92 1,6 Vlaams-Brabant 271 2,6 Vlaams gewest 3.676 6,1 * % ten opzichte van het gemiddeld aantal jaarlijkse geboorten in de periode 2002-2004 Bron: Kind en gezin, via APS, portaal lokale statistieken Geboorten in kansarme gezinnen 2002-2004 % op totaal aantal geboorten < 0,5 0,5-1,0 1,0-2,0 2,0-3,0 > 3,0 Bron data: APS, portaal lokale statistieken Kinderen die geboren worden in een kansarm gezin, lopen een verhoogd risico om als volwassene eveneens in een kwetsbare situatie terecht te komen. Jongeren in de Bijzondere Jeugdbijstand Jongeren begeleid in de bijzondere jeugdbijstand (BJB) naar gemeente van herkomst (dus niet naar begeleidingsplaats). Opgelet met deze registratiegegevens: het aantal begeleide jongeren met onbekende woonplaats is tamelijk hoog (in 2000 nog meer dan de helft van de begeleidingen, in 2004 minder dan een vierde van alle registraties), waardoor een vertekening van de gegevens mogelijk is. Men kan dus geen uitspraken doen over exacte aantallen. Het aantal jongeren in de BJB wordt in Tabel 28 uitgezet tegenover het inwonersaantal (per duizend) en tegenover het aantal jongeren tot 18 jaar (per duizend). Het aantal gevallen in is relatief laag. Jongeren in de bijzondere jeugdbijstand 2004 per duizend inwoners < 0,60 0,60-1,00 1,00-1,25 1,25-1,70 > 1,70 Bron data: Vlaamse gemeenschap, WVG, Informatiesteunpunt welzijn 22

Tabel 28: jongeren in de bijzondere jeugdbijstand, naar woonplaats 2004 2000 aantal per duizend inwoners per duizend jongeren aantal per duizend inwoners per duizend jongeren 37 1,1 5,7 19 0,6 3,0 26 2,1 9,9 8 0,7 3,2 27 1,0 4,5 13 0,5 2,3 34 0,9 4,2 24 0,6 3,1 Asse 36 1,3 6,1 17 0,6 3,0 Arr. - 623 1,1 5,2 313 0,6 2,6 Vlaams-Brabant 1.408 1,4 6,7 644 0,6 3,1 Vlaams gewest 13.374 2,2 11,1 5.894 1,0 4,8 Onbekende woonplaats* 3.851 - - 8.813 - - Totaal begeleidingen** 17.511 - - 14.798 - - * opgelet: zeer hoog aantal onbekenden ** inclusief begeleiding van jongeren met onbekende woonplaats of met woonplaats in Brussel of Wallonië Bron: Vlaamse gemeenschap, WVG, informatiesteunpunt welzijn Jongerenwerkloosheid Tabel 29 geeft het aantal jongere werklozen (18 tot 25 jaar). Het aandeel wordt zowel berekend op het totaal aantal werklozen, als op het totaal aantal jongeren in deze leeftijdscategorie. Jongeren die langer dan een jaar werkloos zijn, lopen meer risico geen werk te vinden. Bij de niet werkende werkzoekenden (NWWZ) jonger dan 25 en langer dan een jaar werkloos. heeft relatief weinig jongere werklozen en relatief weinig jongere langdurig werklozen. Tabel 29: jongere werklozen NWWZ 2005 aantal % op totaal NWWZ index 2000-2005 totaal NWWZ < 25 jaar NWWZ < 25 jaar en > 1 jaar werkloos % op totaal aantal jongeren % op totaal NWWZ 185 19,3 139 7,4 18 1,9 103 22,8 172 9,4 17 3,8 159 18,2 156 6,6 33 3,8 229 20,4 158 7,6 34 3,0 Asse 192 20,4 148 8,5 30 3,2 Arr. - 3.525 21,7 151 7,5 557 3,4 Vlaams-Brabant 6.982 22,6 138 8,3 1.162 3,8 Vlaams gewest 56.373 24,0 138 11,2 9.633 4,1 De cijfers zijn telkens jaargemiddelden. Bron: VDAB (Arvastat) In Tabel 30 werden de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW) jonger dan 25 jaar uitgezet ten opzichte van de bevolking (per duizend inwoners). Het cijfer van de NWWZ omvat ook de jongeren in wachttijd, die nog geen uitkering krijgen, bij de UVW's zijn deze jongeren niet inbegrepen. Ook hier scoort onder het Vlaams en arrondissementeel gemiddelde. Tabel 30: uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW), jonger dan 25 jaar 2004 1999 1999-2004 per duizend per duizend aantal inwoners aantal inwoners index 87 2,6 61 1,9 143 45 3,7 32 2,7 141 65 2,3 46 1,7 141 122 3,1 84 2,2 145 Asse 88 3,1 64 2,3 138 23

Arr. - 1.639 2,9 1.212 2,2 135 Vlaams-Brabant 3.277 3,2 2.547 2,5 129 Vlaams gewest 26.583 4,4 23.824 4,0 112 Bron: APS, portaal lokale statistieken Jongeren met een leefloon De vergeleken gemeenten geven vrij hoge aantallen en aandelen van jongere leefloners. Daarnaast zijn er ook leefloners met kinderen. Cijfers lager dan 5 worden niet weergegeven. Tabel 31: leefloontrekkers jonger dan 25 jaar en leefloners met kinderen jongeren (<25) 2004 totaal leefloners 2004 21 117 14 7 33 7 15 67 11 34 118 25 Asse 33 97 20 Arr. - 290 1.272 252 Vlaams-Brabant 630 2.543 477 Vlaams gewest 6.017 23.778 4.639 Bron: POD maatschappelijke integratie Onderwijs leefloners met kinderen 2002 De schoolse vertraging of schoolse achterstand is de vertraging die een leerling oploopt ten opzichte van de groep leerlingen waarmee hij of zij gestart is (generatiegenoten, jongeren van hetzelfde geboortejaar). Schoolse vertraging is niet noodzakelijk een gevolg van zittenblijven, maar kan ook veroorzaakt worden door ziekte en atypische studieovergangen. Leerlingen in het buitengewoon onderwijs en leerlingen met schoolse vertraging hebben een hoger risico op het niet voltooien van de schoolcarrière, een lagere eindkwalificatie en bijgevolg een groter risico om als volwassene een maatschappelijke zwakkere positie te bekleden. Tabel 32 geeft het percentage leerlingen dat te maken heeft met schoolse vertraging, in het lager en in het secundair onderwijs. Tabel 33 geeft de aandelen leerlingen in het buitengewoon onderwijs in het kleuter, lager en secundair onderwijs. In het secundair onderwijs worden zowel deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) als buitengewoon onderwijs (BuSO) meegerekend. Het relatief aantal leerlingen met schoolse vertraging is in lager dan het Vlaamse gemiddelde. Tabel 32: schoolse vertraging in het lager en secundair onderwijs, schooljaar 2004-2005 lager % secundair % 11,6 27,3 18,8 34,0 13,3 27,8 10,5 25,4 Asse 12,8 27,6 Arr. - 11,8 26,3 Vlaams-Brabant 10,7 25,4 Vlaamse Gemeenschap 15,3 28,4 Modulair onderwijs, zevende jaren, vierde graad en anderstalige nieuwkomers niet meegerekend. percentages t.o.v. totaal aantal leerlingen in het basis of secundair onderwijs Bron: Min. van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs Tabel 33: leerlingen in het buitengewoon onderwijs, schooljaar 2004-2005 gemeente kleuter % lager % secundair % 0,75 3,57 2,44 24

1,22 6,37 5,62 0,77 3,87 2,49 0,7 3,0 2,7 Asse 0,68 4,48 2,85 Arr. - 0,69 4,73 3,63 Vlaams-Brabant 0,75 5,27 3,63 percentages t.o.v. totaal aantal leerlingen in het kleuter, basis of secundair onderwijs Bron: Min. van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs 3.3 Allochtonen Nationaliteitsgroepen De nationaliteit is slechts een indicatie voor de aanwezigheid van allochtonen, aangezien er door de jaren heen al zeer veel naturalisaties hebben plaatsgevonden. Bovendien verwerft de derde generatie bij de geboorte automatisch de Belgische nationaliteit. Algemeen geldt dat hoe langer er immigratie vanuit een bepaald land is, hoe meer mensen de Belgische nationaliteit hebben verworven en hoe minder de cijfers een zicht geven op de werkelijke situatie. Aangezien er zo goed als geen andere cijfers beschikbaar zijn over allochtonen zijn we genoodzaakt toch met de nationaliteitscijfers te werken. Het absoluut aantal niet-belgen ligt erg hoog in deze regio, vooral in de gemeenten in de rand (zie Tabel 12). heeft relatief iets meer niet-belgen op het grondgebied dan het Vlaamse gemiddelde, maar minder als het gemiddelde van het arrondissement. Het zijn voornamelijk inwoners van de EU-landen. Binnen de groep van de niet-belgen kunnen we grosso modo drie groepen onderscheiden: een rijke groep van EU-ambtenaren en werknemers van de internationale bedrijven in en rond Brussel, de groep afkomstig uit de traditionele migratielanden (Turkije, Marokko, Spanje, Italië...) en de groep van de nieuwkomers (recente migratielanden, erkende vluchtelingen...). Niet-Belgen EU-15 (voor uitbreiding) 2004 % op totaal niet-belgen < 60 60-70 70-75 75-80 > 80 Bron data: NIS, FOD Economie Tabel 35: niet-belgen met de nationaliteit van een EU-land op 01/01/2004 EU-landen totaal buurlanden enkel EU-15 (voor uitbreiding) Spanje/Italië/Portugal aantal % aantal % aantal % aantal % 1.233 68,8 619 34,5 1.190 66,4 452 25,2 567 61,4 151 16,4 547 59,3 367 39,8 3.165 74,0 1.655 38,7 3.024 70,7 980 22,9 1.388 76,5 456 25,1 1.359 74,9 765 42,2 Asse 702 54,3 332 25,7 682 52,7 291 22,5 25

Arr. - 29.870 74,9 15.130 38,0 29.108 73,0 10.510 26,4 Vlaams-Brabant 43.347 70,8 24.929 40,7 41.858 68,4 12.447 20,3 Vlaams gewest 184.046 63,8 129.947 45,1 177.856 61,7 39.078 13,6 percentages t.o.v. totaal aantal vreemdelingen Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata Om een indicatie te hebben van de groep niet-belgen met een laag inkomen werd in functie van het sociaal impulsfonds (SIF) een indicator ontworpen (SIF-vreemdelingen) waarbij de nationaliteiten uit de landen met een laag inkomen (laag BNP per hoofd) en de EU-immigratielanden (Spanje, Portugal, Griekenland, Italië) samen worden genomen. Dit betekent natuurlijk niet dat alle opgenomen niet- Belgen een laag inkomen zullen hebben, het gaat zeker niet om een individuele beoordeling. Het relatief aantal SIF-vreemdelingen in blijft vrij constant. Tabel 36: SIF-vreemdelingen evolutie 2003 1999 1995 aantal % aantal % aantal % 1.032 3,1 1.023 3,1 887 2,7 684 5,6 657 5,6 580 5,0 1.922 6,8 1.657 6,2 1.607 6,1 1.237 3,2 973 2,6 851 2,3 Asse 856 3,0 648 2,3 706 2,6 Arr. - 19.094 3,4 17.967 3,2 17.119 3,1 Vlaams-Brabant 28.195 2,7 25.565 2,5 23.971 2,4 Vlaams gewest 138.926 2,3 160.076 2,7 165.730 2,8 % t.o.v. de bevolking Bron: NIS, FOD Economie, bevolkingsstatistieken Niet-Belgen lage inkomenslanden 2003 % op totale bevolking < 0,5 0,5-0,9 0,9-2,5 2,5-5,0 > 5,0 Bron data: NIS, bewerking APS Tabel 37 geeft een overzicht van de aanwezigheid van personen met de Marokkaanse en Turkse nationaliteit. In zijn er relatief weinig inwoners van Turkse of Marokkaanse nationaliteit. Tabel 37: niet-belgen met de Turkse en Marokkaanse nationaliteit op 01/01/2005 aantal per duizend inwoners jongeren (<20) actieve leeftijd (20-65) 160 4,8 20 122 18 224 18,1 46 154 24 ouderen (65+) 26

246 8,6 49 170 27 124 3,2 22 91 11 Asse 121 4,2 19 94 8 Arr. - 2.756 4,8 567 1.939 250 Vlaams-Brabant 3.925 3,8 791 2.805 329 Vlaams gewest 45.731 7,6 10.216 31.668 3.847 27

Niet-Belgen van Marokko en Turkije % op totale bevolking < 0,02 0,02-0,06 0,06-0,20 0,20-0,50 > 0,50 Bron data: NIS, FOD Economie Tabel 38: vluchtelingen en vaderlandslozen op 01/01/2004 vluchtelingen herkomst onbekend vluchtelingen herkomst bekend vaderlandslozen totaal <5 15 0 17 0,5 0 <5 0 <5 0,2 <5 57 0 61 2,2 <5 25 <5 27 0,7 Asse <5 52 0 56 1,9 Arr. - 54 357 8 419 0,7 Vlaams-Brabant 61 563 14 638 0,6 Vlaams gewest 287 3.763 129 4.179 0,7 Bron: NIS, FOD Economie, Ecodata per duizend inwoners De cijfers van de nieuwkomers (immigranten) omvatten als grootste groepen: de personen die in het kader van een gezinshereniging of gezinsvorming (huwelijken) immigreren, de ontvankelijk verklaarde asielzoekers (OVA) en de erkende vluchtelingen. Nieuwkomers (immigranten) ten opzichte van de bevolking zijn er vooral veel in, maar ook andere gemeenten in de regio hebben hoge aandelen:,,, en., en blijven onder het gemiddelde van het Vlaams gewest. Tabel 39: nieuwkomers per 2004 2003 2002 2001 duizend inwoners 2004 6,3 209 80 61 101 8,9 108 39 29 34 19,0 532 194 159 193 4,6 178 56 60 82 Asse 6,3 182 71 84 126 Arr. - 7,8 4.409 1.317 1.072 1.379 Vlaams-Brabant 7,8 8.016 3.429 3.097 3.272 Vlaams gewest 6,7 40.114 16.788 16.627 20.223 Bron: APS, portaal lokale statistieken 28

Allochtonen in de werkloosheidscijfers De VDAB stelt cijfers ter beschikking over de werklozen naar nationaliteit en naar etniciteit. Het aandeel niet- Belgen onder de werkzoekenden vergelijken met hun aandeel in de bevolking is moeilijk. De cijfers moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd en niet alleen omdat we weer enkel spreken over de 'nationaliteit'. Het is eventueel mogelijk dat onder de groep van de allochtonen die de Belgische nationaliteit hebben aangenomen de werkloosheid relatief lager ligt dan in de andere groep. De meeste werkzoekenden met een niet-europese nationaliteit hebben geen recht op een werkloosheidsuitkering. Zij zijn vrij ingeschreven of hebben een 'ander' statuut. Onder de groep van de Marokkanen en Turken is dit wel het geval (hoger aandeel uitkeringsgerechtigde volledig werklozen). Zij hebben zich waarschijnlijk door hun langere verblijf al rechten kunnen opbouwen. Tabel 40: werklozen (NWWZ) naar nationaliteit 2005 Belgen andere EU niet-eu aantal %* EU-15 aantal EU-10 aantal EU-25 %* aantal %* 827 86,2 62 <5 6,9 67 7,0 376 83,2 40 <5 9,1 36 8,0 708 80,9 90 <5 10,6 74 8,5 965 85,8 93 5 8,7 61 5,4 Asse 794 84,4 42 <5 4,6 104 11,1 Arr. - 14.151 87,2 1.048 41 6,7 991 6,1 Vlaams-Brabant 27.426 88,9 1.382 120 4,9 1.932 6,3 Vlaams gewest 206.408 87,7 8.614 737 4,0 19.586 8,3 * op het totaal NWWZ Bron: VDAB (Arvastat) De VDAB beschikt ook over gegevens van de etniciteit, op basis van voor- en achternaam van de werkzoekenden. In dit cijfer zitten dus ook de genaturaliseerden inbegrepen. Deze cijfers kunnen we al helemaal niet vergelijken met het aandeel in de totale bevolking, aangezien hierover geen cijfers gekend zijn. Tabel 41: werklozen met etniciteit niet-eu 2005 aantal %* 55 5,7 14 3,1 57 6,5 49 4,4 Asse 105 11,2 Arr. - 758 4,7 Vlaams-Brabant 1.594 5,2 Vlaams gewest 13.192 5,6 *t.o.v. het totaal aantal werklozen Bron: VDAB (Arvastat) 3.4 Personen met een handicap Tabel 42 geeft een overzicht van de erkenningen van personen met een handicap bij het Vlaams Fonds. (sinds april 2006 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap). 29

Tabel 42: aantal personen met een handicap, Vlaams Fonds 2006 aantal jongeren (< 20 jaar) actieve leeftijd (20-60) ouderen (60+) totaal % op de bevolking aantal %* aantal %* aantal %* 443 1,3 70 15,8 294 66,4 79 17,8 184 1,5 42 22,8 93 50,5 49 26,6 293 1,0 73 24,9 173 59,0 47 16,0 464 1,2 104 22,4 287 61,9 73 15,7 Asse 396 1,4 74 18,7 242 61,1 80 20,2 Arr. - 7.483 1,3 1.520 20,3 4.725 63,1 1.238 16,5 Vlaams-Brabant 19.279 1,9 3.708 19,2 12.593 65,3 2.978 15,4 Vlaams gewest nb nb nb nb nb nb nb nb * % t.o.v. totaal aantal personen met een handicap Bron: Vlaams Fonds (sinds april 2006 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) Personen met een handicap 2006 % totale bevolking < 1,0 1,0-1,3 1,3-1,8 1,8-2,4 > 2,4 Bron data: Vlaams Fonds De integratietegemoetkoming (IT) gaat naar wie omwille van zijn handicap en ten gevolge van vermindering van zelfredzaamheid, bijkomende kosten heeft om zich in het maatschappelijk leven in te passen. De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) bestaat er voor wie, omwille van zijn handicap, niet in staat is om meer dan één derde te verdienen van wat een gezond persoon kan verdienen. Tabel 43: begunstigden inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en/of integratietegemoetkoming (IT) 2004 aantal per duizend inwoners 232 7,0 97 8,0 125 4,5 233 6,0 Asse 177 6,2 Arr. - 3.800 6,7 Vlaams-Brabant 8.154 7,9 Vlaams gewest nb nb Bron: FOD sociale zekerheid, PD personen met een handicap 30

Personen met een inkomensvervangende tegemoetkoming 2004 per duizend inwoners < 5,5 5,5-6,5 6,5-7,5 7,5-10,0 > 10,0 Bron data: FOD sociale zekerheid, DG personen met een handicap Het relatief aantal personen met een inkomensvervangende tegemoetkoming ligt voor onder het Vlaams gemiddelde. 3.5 Maatschappelijk kwetsbare gezinnen Gezinnen met een verhoogd risico om in de armoede terecht te komen zijn alleenstaanden, eenoudergezinnen met minderjarige kinderen en gezinnen die bestaan uit meer dan zes personen. Deze cijfers zijn slechts te beschouwen als een indicatie voor de aanwezigheid van deze risicogroepen. Niet alle grote gezinnen zitten in moeilijkheden en in de groep van de alleenstaanden zitten ook jonge singles die een carrière uitbouwen. Alleenstaande ouders Alleenstaande ouders hebben vaak te kampen met een veelheid aan problemen: emotionele problemen na een scheiding, een eigen inkomen moeten verwerven, met één inkomen rondkomen, opvang voor de kinderen vinden... Ook op de huisvestingsmarkt zitten ze in een moeilijke positie. De huur- en koopprijzen liggen in Vlaams-Brabant hoog, zodat het moeilijk is met één inkomen een geschikte woning te vinden. De sociale huisvestingsmaatschappijen krijgen meer en meer te maken met deze gezinsvorm. Tabel 44: alleenstaande ouders op 01/01/2004 alleenstaande moeders alleenstaande vaders alleenstaande ouders 969 171 1.140 8,0 348 80 428 8,5 882 129 1.011 8,6 1.171 218 1.389 8,8 Asse 816 157 973 8,2 Arr. - 15.406 3.035 18.441 8,1 Vlaams-Brabant 26.305 5.339 31.644 7,5 Vlaams gewest 147.148 31.704 178.852 7,2 * t.o.v. totaal aantal gezinnen Bron: APS, lokale statistieken % alleenstaande ouders* Het relatief aantal alleenstaande ouders is in, zoals in alle randgemeenten, hoger dan het Vlaamse gemiddelde, maar ligt wel in lijn met de vergelijkbare randgemeenten. 31

Alleenstaande ouders 2004 % op totaal aantal gezinnen < 6,0 6,0-6,5 6,5-7,5 7,5-9,0 > 9,0 Bron data: NIS, bewerking APS Grote gezinnen De gemiddelde gezinsgrootte (Tabel 45) is het laagst in de meer verstedelijkte gemeenten (met hoge bevolkingsdichtheden):, en en ook en Asse. Dit komt overeen met de aanwezigheid van een groter aandeel alleenstaanden (zie verder). Tabel 45: grote huishoudens (meer dan 6 personen) op 01/01/2004 aantal grote gezinnen % t.o.v. aantal gezinnen 53 0,4 2,4 37 0,7 2,4 67 0,6 2,4 59 0,4 2,5 Asse 70 0,6 2,4 Arr. - 1.268 0,6 2,5 Vlaams-Brabant 2.173 0,5 2,5 Vlaams gewest 14.965 0,6 2,4 Bron: Informatiesteunpunt WVG, Vlaamse Gemeenschap gemiddelde gezinsgrootte Gezinsgrootte 2004 gemiddelde gezinsgrootte < 2,40 2,40-2,50 2,50-2,58 2,58-2,65 > 2,65 Bron data: NIS, bewerking APS 32

Alleenwonenden Alleenwonenden hebben een verhoogd risico om in armoede en isolement terecht te komen. Ze moeten met één inkomen opdraaien voor alle vaste kosten, zoals huur, electriciteit, verwarming. Algemeen vinden we een hoger aandeel alleenstaanden in meer verstedelijkte gemeenten (zie kaart). Dit heeft vooral te maken met het woningaanbod: er zijn daar meer kleinere woningen zoals appartementen en studio's ter beschikking. De hoogste percentages vinden we in, en : bijna een derde van de gezinnen bestaat er uit één persoon. Tabel 46: alleenstaanden * t.o.v. het totaal aantal alleenstaanden ** t.o.v. het totaal aantal gezinnen Bron: Vlaamse Gemeenschap, Informatiecentrum WVG Tabel 46 vertelt ons ook nog dat er in alle gemeenten meer alleenstaande vrouwen zijn dan alleenstaande mannen. Alleenstaanden 2004 % op de bevolking < 20 20-22 22-25 25-30 > 30 2004 1999 mannen vrouwen totaal totaal aantal %* aantal %* aantal %** aantal %** 1.649 39,7 2.509 60,3 4.158 29,3 3.689 27,1 640 42,0 885 58,0 1.525 30,1 1.319 27,2 1.650 44,6 2.046 55,4 3.696 31,3 3.139 28,4 1.669 39,7 2.531 60,3 4.200 26,6 3.463 23,4 Asse 1.387 41,3 1.968 58,7 3.355 28,2 2.886 25,6 Arr. - 24.750 41,8 34.490 58,2 59.240 26,0 51.812 23,8 Vlaams-Brabant 50.890 43,7 65.527 56,3 116.417 27,7 105.477 26,1 Vlaams gewest 325.770 45,6 388.216 54,4 713.986 28,8 638.383 26,9 Bron data: NIS, bewerking APS 3.6 Werklozen Werkloosheidsgraden De werkloosheid is in zoals in alle gemeenten gestegen. In deze regio iets sneller dan het Vlaams gemiddelde doordat de werkloosheidsgraad in 1999 heel laag was in de regio. 33

Tabel 47: werkloosheidsgraden Werkloosheidsgraad Werkzaamheidsgraad Werkgelegenheidsgraad 2004 1999 index 1999-2004 2004 2002 6,1 4,4 139 71,5 55,8 7,4 5,0 148 72,1 208,5 6,8 4,7 145 65,2 272,4 6,0 4,7 128 71,3 52,3 Asse 6,8 5,2 131 72,3 81,5 Arr. - 6,0 4,8 125 nb 67,9 Vlaams-Brabant 6,2 5,2 119 nb 61,8 Vlaams gewest 8,0 7,3 110 nb 64,0 Bron: SWAV, VDAB, APS portaal lokale statistieken Werkloosheidsgraad: aantal niet werkende werkzoekenden (NWWZ) ten opzichte van de beroepsbevolking. Werkloosheidsgraad 2004 % NWWZ op de beroepsbevolking < 4,2 4,2-4,8 4,8-6,0 6,0-7,0 > 7,0 Bron data: VDAB/Steunpunt WAV via APS, portaal lokale statistieken Evolutie werkloosheidsgraad 1999-2004 Index (1999 = 100) < 103 103-110 110-120 120-135 > 135 Bron data: Steunpunt WAV via APS, portaal lokale statistieken 34