Inkoop Sociaal Domein Regio Centraal Gelderland Programma van Eisen Perceel Ondersteuning op locatie Versie 29 augustus 2016 1. PROGRAMMA VAN EISEN Bij het onderdeel A staan de eisen beschreven die voor alle producten in alle percelen gelden. De beschreven eisen in hoofdstuk 2 zijn aanvullend voor de producten in dit specifieke perceel. Eis A 1. A. ALGEMENE EISEN VOOR ALLE PERCELEN Voor de gemeenten ligt er voor de komende jaren een grote veranderopgave. Van opdrachtnemers wordt verwacht dat zij hier in hun dienstverlening en innovatie hierop aanpassen. De Regio Centraal Gelderland verwacht van opdrachtnemers dat ze aantoonbaar de zelfredzaamheid van de inwoners stimuleren of stabiliseren, en waar nodig compenseren of ondersteunen. Ook zal de opdrachtnemer aantoonbaar investeren in het afschalen van zorg, dat wil zeggen het verkorten van zorgzwaarte en zorgduur. De afschaling van zorg staat per traject omschreven in het ondersteuningsplan. De opdrachtnemer bevestigd daarom de volgende principes en zet bij zijn dienstverlening in op deze principes: a) lichtere vormen van zorg en ondersteuning inzetten die zorginzet vanuit de specialistische zwaardere zorg verkorten of de resultaten ervan verbeteren; b) bijdragen aan een meer integrale en / of multidisciplinaire dienstverlening met als doel het leveren van betere of goedkopere zorg. Eis A 2. Ondersteuningsplan De opdrachtnemer stelt bij de start van elk traject een plan van aanpak of een hulpverleningsplan/ondersteuningsplan op. Deze stemt de opdrachtnemer af met de lokale toegang. Het ondersteuningsplan mag alleen met instemming van de inwoner naar de lokale toegang worden gestuurd. Aan dit plan van aanpak worden nadere eisen gesteld over verplichte onderdelen die van het plan deel moeten uitmaken. De volgende zaken in ieder geval de volgende zaken: Wat wil de opdrachtnemer bereiken? Op welke onderdelen? Binnen welk tijdsbestek? 1
Als een doel of een resultaat niet gehaald wordt, is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor de motivering waarom dat doel of resultaat niet gehaald is. De opdrachtnemer beschrijft de wijze waarop de gestelde doelen wel behaald kunnen worden. Eis A 3. Voor simpele en kortdurende vormen van ambulante jeugdhulp vervalt de verplichting tot het opstellen een schriftelijk ondersteuningsplan, conform artikel 4 Jeugdwet. Bij indicaties die langer dan een jaar lopen rapporteert de opdrachtnemer tussentijds over de voortgang, tenzij dit vanuit privacy-overwegingen niet mogelijk is. In geval van afloop van de indicatie levert de opdrachtnemer zes weken voor afloop van de indicatie een evaluatie aan over de bereikte doelen uit het ondersteuningsplan. Eis A 4. Eis A 5. Eis A 6. Hierbij treden de gemeenten en de opdrachtnemers in overleg over de wijze waarop dit doel met zo min mogelijk administratieve lasten gerealiseerd kan worden en op welke manier het beste kan worden aangesloten bij bestaande instrumenten en gegevens van de opdrachtnemers zelf. De opdrachtnemer borgt dat de cliënt en (in geval van jeugdhulp) de ouders of wettelijke vertegenwoordigers van een cliënt periodiek worden geïnformeerd over de voortgang van een traject. De opdrachtnemer betrekt zoveel en waar mogelijk het netwerk van de cliënt bij de ondersteuning. De opdrachtnemer sluit aan bij het uitgangspunt 1 gezin 1 plan 1 regisseur. Als een ondersteuningsplan al aanwezig is, sluiten alle plannen voortvloeiend uit de in te zetten hulp aan op dit plan. Deze worden afgestemd met de inwoner en regisseur. Wanneer meerdere opdrachtnemers bij een traject betrokken zijn, wordt bij de gemeenten waar dat aan de orde een casusregisseur aangewezen. De aangewezen opdrachtnemer is verantwoordelijk voor een effectieve casusregie en heeft personeel in dienst die kwalitatief hoogwaardig casusregie kunnen voeren. Als een opdrachtnemer de casusregie niet voldoende uitvoert zoals is afgesproken bij de start van het traject, zal die opdrachtnemer het volgende half jaar geen casusregieverzoeken krijgen. Eis A 7. Eis A 8. Eis A 9. De opdrachtnemer declareert zorg onder juiste toepassing van het woonplaatsbeginsel. In geval van een vermoeden van verkeerde toepassing van de woonplaats informeert de opdrachtnemer de opdrachtgevende gemeente hierover. De opdrachtnemer conformeert zich aan de toeleidingsprocedure die door de deelnemende gemeenten wordt gehanteerd. Opnameverplichting en verplichting tot overleg De opdrachtnemer verplicht zich om een cliënt intramuraal op te nemen indien de situatie dit vereist. Indien zwaarwegende bezwaren plaatsing in de instelling van de aanbieder niet mogelijk maken, dan zijn de (Jeugd GGZ, LVB en jeugd en opvoedhulp)-zorgpartijen verplicht om met elkaar in overleg treden met als resultaat een passende oplossing voor de betreffende cliënt. Eis A 10. De opdrachtnemer werkt mee aan het binnen tien kalenderdagen bieden van die zorg die nodig is en biedt een alternatief tijdens een overbruggingsperiode als dat nodig is. Als dit 2
niet gebeurt kan de gemeente de opdracht terug nemen. Eis A 11. De opdrachtnemer is verplicht zijn informatievoorziening over zijn producten en diensten aan inwoners actueel te houden. Ook stelt de opdrachtnemer deze informatie bij voorkeur zoveel mogelijk beschikbaar via lokale digitale toepassingen. Eis A 12. De definitie van de producten zoals die zijn opgenomen in de meest recente NZAbeleidregels zijn leidend. Bij nieuwe producten gelden de beleidsregels van dat moment. Eis A 13. Opdrachtnemer houdt zich bij de verlening van hulp aan de toepassing van de verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldplicht calamiteiten en de meldplicht geweld. Verder zal de opdrachtnemer het meldpunt discriminatie en pesten in voorkomende gevallen gebruiken. Eis A 14. Calamiteiten Eis A 15. Verwijzen Opdrachtnemer meldt iedere calamiteit en ieder geweldsincident meteen aan de aangewezen toezichthoudend ambtenaar bij de gemeente waar de calamiteit zich voordoet. De opdrachtnemer gebruikt een format van de gemeente voor deze melding. Indien naar jeugdhulp is verwezen door een geautoriseerde verwijzer (jeugdarts, huisarts of medisch specialist) dient de opdrachtnemer de gemeente hierover binnen 5 werkdagen (via een elektronisch bericht JW315) te informeren. De meldingen bevatten ten minste de volgende gegevens: Naam van de cliënt en BSN van de cliënt; Naam van gezagsdrager of voogd; De prestatie die in rekening wordt gebracht en het tarief, behorend bij de prestatie, dat in rekening wordt gebracht; NAW gegevens van de wettelijke geautoriseerde verwijzer; NAW gegevens van de opdrachtnemer; Indicatie van de duur van de hulp. De opdrachtnemer houdt het volume (aantal bekostigingseenheden) en de kosten (op basis van tarieven) van deze verwijzingen bij. Zij rapporteren hier maandelijks over. Eis A 16. Opdrachtnemer heeft een effectieve en laagdrempelige regeling vastgelegd voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van gedragingen van de opdrachtnemer of haar medewerkers tegen een cliënt. Eis A 17. De opdrachtnemer levert de producten die gecontracteerd zijn. Iedere individuele gemeente waarvoor de opdrachtnemer een specifiek product heeft aangeboden, kan het product op ieder moment afroepen. Eis A 18. Voor het terugtrekken van een gecontracteerd product door de opdrachtnemer geldt een opzeggingstermijn van zes maanden. Tevens geldt dat de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor een warme overdracht. Indien de opdrachtgever en de opdrachtnemer in onderling overleg eerder tot gedragen een uitfasering van het product komen, dan kan een product eerder worden teruggetrokken. 3
Eis A 19. Als opdrachtnemer voornemens is een cliëntenstop in te stellen, moet de opdrachtnemer minimaal twee weken van tevoren de gemeente informeren. Vervolgens wordt in overleg getreden over acties/oplossingen. Eis A 20. In geval van tussentijdse stopzetting van een zorgtraject (bijvoorbeeld als de situatie van de cliënt te complex is of de problematiek niet goed behandeld kan worden) is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor een warme overdracht aan de opdrachtnemer die het traject overneemt. Deze overdracht vind in afstemming met de toewijzer plaats. Eis A 21. De opdrachtnemer geeft invulling aan Social Return. Eis A 22. De opdrachtnemer beschikt over en voert een vastgelegd privacybeleid. Daarnaast conformeert opdrachtnemer zich aan de eisen omtrent gegevensverwerking (privacy en toestemming) zoals opgenomen in het wetsvoorstel Wmo 2015 hoofdstuk 5 en de Jeugdwet hoofdstuk 7. De opdrachtnemer houdt zich aan geldende wet en regelgeving zoals Wet Bescherming Persoonsgegevens en indien van toepassing de WGBO. Eis A 23. De opdrachtnemer heeft een actieve signalerende functie ten aanzien van de gezondheidssituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de cliënt. Eis A 24. Opdrachtnemer garandeert dat mindervalide even eenvoudig de locatie van de Opdrachtnemer (waar de hulp wordt verleend) kunnen betreden als ieder ander. B. PROGRAMMA VAN EISEN JEUGDHULP Eis B 1. Eis B 2. Eis B 3. De opdrachtnemer beschikt over professionele vaardigheden en kennis met betrekking tot de aanpak van kindermishandeling. Hierbij geldt de door het NJi opgestelde Competenties in relatie tot de aanpak van kindermishandeling, als leidraad. De opdrachtnemer indien van toepassing - levert de inspanning om te zorgen voor voldoende veilige pleegzorgplaatsen in samenspraak met de opdrachtnemers in de regio Centraal Gelderland. De opdrachtnemer als aanbieder van Jeugd GGZ is bij gebruik van de DBC-systematiek verplicht de spelregels uit het geïntegreerd DBC-pakket 2017 te volgen, als vastgesteld door de VNG en tevens gepubliceerd door de NZA. Ook volgt de opdrachtnemer de Handreiking DBC s regio Arnhem van 17 december 2015 en eventuele aanpassingen daarop. Bij wederzijdse goedkeuring kunnen partijen besluiten om de DBC-systematiek los te laten. Eis B 4. Eis B 5. De opdrachtnemer Jeugd GGZ volgt de registratieverplichtingen, informatieverplichtingen, transparantieverplichtingen zoals vastgelegd in de Nadere regelingen GGZ (NR/CU-538 en 539) of de opvolger daarvan. Daar waar zorgautoriteit en zorgverzekeraar staat, moet u gemeente lezen. De opdrachtnemer Jeugd GGZ past hoofdbehandelaarschap toe conform de brief van de minister van VWS aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 2 juli 2013 betreffende 4
het Hoofdbehandelaarschap GGZ (kenmerk 129353-106301-CZ). Het in te zetten ondersteunend MBO-geschoold personeel werkt altijd onder verantwoordelijkheid van een hoofdbehandelaar. Eis B 6. Eis B 7. De opdrachtnemer Jeugd GGZ past de ROM of gelijkwaardig / vergelijkbaar toe als instrument voor de meting van de effectiviteit van behandeling van de jeugdige. De opdrachtnemer levert periodiek een rapportage aan. Opdrachtnemer maakt indien van toepassing gebruik van de verwijsindex risicojongeren (VIR). Eis B 8. Jeugdzorgaanbieders dragen zorg voor een goede doorgaande zorglijn van 18- naar 18+. Zij starten, samen met de jeugdige, op 16 jarige leeftijd met het maken van een toekomstplan. De regisseur vanuit het lokale (zorg)team wordt daar uitdrukkelijk bij betrokken. Netwerkondersteuning maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het toekomstplan. Eis B 9. De Jeugdhulp die moet worden ingezet vindt uitsluitend plaats in Nederland, tenzij hier uitdrukkelijk toestemming voor gegeven is door de Lokale Toegang. C. TARIEVEN EN OVERIGE FINANCIËLE EISEN Eis T 1. Uren voor het opstellen van een plan van aanpak kunnen niet worden gefactureerd. Alleen in gevallen waarbij de complexiteit van het traject er aanleiding toe geeft, treden de gemeente en de opdrachtnemer in overleg over de vergoeding van deze uren. Eis T 2. De vervoerscomponent van cliënten maakt geen deel uit van het tarief, aangezien het vervoer niet wordt gecontracteerd binnen deze aanbesteding. Eis T 3. Ten aanzien van DBC s wordt onderhanden werk gefinancierd zoals in de handreiking DBC is beschreven. Eis T 4. No-show kan niet worden gedeclareerd en no-show-tarieven worden niet geaccepteerd. Eis T 5. Alleen na instemming van de gemeenten is wijziging van ingediende producten mogelijk. Een wijziging vindt in principe alleen budgetneutraal plaats. Eis T 6. De opdrachtnemer is aangesloten op VECOZO en bezit een AGB-code (maximaal één voor Jeugdhulp en één voor Wmo). In de algemene bepalingen staat nader omschreven op welke wijze met VECOZO gewerkt moet worden. Eis T 7. Voor de vier Jeugd&Opvoedhulp-producten (niveau 1 tot en met 4) geldt dat de uren cliëntgebonden uren zijn. Cliëntgebonden uren gaan om uren die worden ingezet ten behoeve van de hulpvraag van de klant. 5
2. SPECIFIEKE EISEN PERCEEL ONDERSTEUNING OP LOCATIE Eis O 1. Eis O 2. Eis O 3. Eis O 4. Eis O 5. Eis O 6. Eis O 7. Dagactiviteit licht De voorziening wordt uitgevoerd door een professional van minimaal MBO 3 met een werk- en denk niveau Jeugdzorg, VVT, WMD, GGZ of een vergelijkbare richting. minimaal 1 begeleider op maximaal 9 deelnemers Dagactiviteit midden De dagactiviteit midden wordt uitgevoerd door een professional van MBO 4 met een werk- en denk niveau Jeugdzorg, VVT, WMD, GGZ of een vergelijkbare richting. Met 10% ondersteuning en consultatie van een HBO-er. De norm is minimaal één ondersteuner op een groep van vijf tot acht cliënten. Dagactiviteit zwaar De dagactiviteit zwaar wordt uitgevoerd door een professional van HBO met een werken denk niveau Jeugdzorg, VVT, WMD, GGZ of een vergelijkbare richting. De norm is minimaal één specialistische ondersteuner op een groep van maximaal vijf tot zes cliënten. Onder een dagdeel wordt verstaan: 3 tot 4 uur. Voor jongeren die voor hun 18e levensjaar onder de jeugdwet vallen kan de indicatie verlengd worden tot 23 jaar als de volwassen hulp niet genoeg aansluit op de ondersteuningsbehoefte van de jongvolwassene. De doelgroep die voorheen viel onder grondslag PG (H533) of som-ondersteunend (H800) gaat vallen onder dagactiviteit licht, midden of zwaar. De ondersteuningsbehoefte van de inwoner is bepalend voor de categorie waaronder hij/zij valt. De hulp wordt geboden door opdrachtnemers met erkende deskundigheid op het gebied van de stoornis (som, pg, vg, lg, zg, nah). 6