Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Brussel, februari 2015

Vergelijkbare documenten
Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de handel Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor de vrije beroepen. Brussel, januari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de horeca Brussel, februari Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de sector productie/transport. Brussel, februari 2015

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Werkbaar werk kortgeschoolde arbeider

Werkbaar werk uitvoerend bediende

Werkbaar werk geschoolde arbeider/technicus

werkbaar werk uitvoerend bediende

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

werkbaar werk geschoolde arbeider / technicus

Werkbaar werk middenkader-professional

Werkbaar werk zorg- of onderwijsfunctie

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-groeiers

Werkbaar werk zelfstandige ondernemers-starters

Werkbaar werk vrouwelijke. zelfstandige ondernemers.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel uitvoerende bedienden. Brussel maart Ria Bourdeaud hui. Stephan Vanderhaeghe

Rapport. Werkbaarheidsprofiel middenkaders en professionals Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel onderwijzend personeel. Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Rapport. Werkbaarheidsprofiel geschoolde arbeiders en technici Brussel, maart Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Sectorprofiel werkbaar werk in de financiële sector

Sectorprofiel werkbaar werk Gas-Water-Elektriciteit 2013

Sectorprofiel werkbaar werk in de horeca

Sectorprofiel werkbaar werk in de bouwsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de chemische industrie

Sectorprofiel werkbaar werk in de onderwijssector

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk in de metaalsector

Sectorprofiel werkbaar werk in de zakelijke dienstverlening

Sectorprofiel werkbaar werk in de voedingsindustrie

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Werkbaar werk leidinggevenden

Sectorprofiel werkbaar werk in het openbaar bestuur, (overheidsadministratie,

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Sectorprofiel werkbaar werk

Werkbaar werk Zelfstandige ondernemers

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Sectorprofiel werkbaar werk

Rapport. Werkbaarheidsprofiel leidinggevenden. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor voor werknemers, Brussel, april 2016

Sectorprofiel werkbaar werk

Werkbaar werk metaalarbeiders

Werkbaar werk vrouwelijke werknemers

Werkbaar werk zorgmedewerker

Werkbaar werk zorgmedewerker

WERKBAAR WERK IN DE HORECA 2016

Werkbaar werk onderwijzend personeel

Rapport Werkbaar werk bij werknemers met een arbeidshandicap Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Werkbaar werk in Vlaanderen Arbeiders bouwsector / andere sectoren

Wat meet de werkbaarheidsmonitor?

Werkbaar werk. bij werknemers ( ) en zelfstandige ondernemers (2007)

Technische nota. Brussel, december 2011

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de handel. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

WERKBAAR WERK IN VLAANDEREN WERKBAARHEIDSMONITOR Uitvoerende bedienden

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de intellectuele diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in het vrije beroep. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2018

Rapport. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de bouwsector. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Technische nota. Brussel, mei 2011

Rapport. Pendelen en werkbaar werk. Een analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor Brussel, juli 2016

Technische nota. Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2007

Rapport. Werkbaar werk voor zzp ers. Analyse zelfstandige ondernemers zonder personeel op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij zelfstandige ondernemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2016

Hoe werkbaar werk realiseren in de (kleine) zorg/welzijnsinstellingen? HR in zorg en welzijn: studievoormiddag 22 mei 2013

Wat maakt werk werkbaar voor zelfstandige ondernemers?

Rapport. Werkbaar werk voor werknemers in micro-ondernemingen. Werkbaarheidsprofiel op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor

Technische nota. Gender en leermogelijkheden in het werk op basis van de data van de werkbaarheidsmonitor. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken

Werkbaar werk

Rapport. Werkbaar werk bij starters, groeiers en vrouwelijke zelfstandige ondernemers. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor

Rapport. Werkbaar werk in het onderwijs. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, mei 2017

Rapport. Werkbaar werk in de chemische nijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017

Rapport. Werkbaar werk in de gezondheids- en welzijnszorg. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, maart 2017

Rapport. Werkbaar werk in transportbedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017

Rapport. Werkbaar werk in overheidsdiensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, september 2017

Rapport. Wat maakt werk werkbaar voor zelfstandige ondernemers?

Technische nota. Brussel, december 2011

Evoluties in werkbaar werk tussen 2004 en 2016

Rapport. Werkbaar werk in post- en telecombedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, december 2017

WERKBAAR WERK EN WERK-PRIVE BALANS IN VLAANDEREN

Rapport. Werkbaar werk in de bouwnijverheid. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, april 2017

Samenvatting. Eerste resultaten Nulmeting Vlaamse werkbaarheidsmonitor: Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid op de Vlaamse arbeidsmarkt 2004

Rapport. Werkbaar werk in de zakelijke diensten. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2017

Rapport. Arbeidshandicap en werkbaar werk. Analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, oktober 2018

Rapport. Haalbaarheid om tot het pensioen door te werken

Rapport. Tevredenheid over het zelfstandig ondernemerschap. Analyse op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor. Brussel, 3 juni 2015

Rapport. Werkbaar werk in de dienstenchequebedrijven. Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor Brussel, juni 2017

Rapport. Wat maakt werk werkbaar voor werknemers?

Technische nota. Tevredenheid van zelfstandige ondernemers en werkbaar werk. Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe

Transcriptie:

Rapport Werkbaarheidsprofiel voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 Brussel, februari 2015 Ria Bourdeaud hui, Stephan Vanderhaeghe.

Dit rapport verstrekt informatie uit de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor werknemers en zelfstandige ondernemers. Bekijk alle resultaten op www.serv.be/werkbaarwerk Bij gebruik van gegevens en informatie uit deze publicatie wordt een correcte bronvermelding op prijs gesteld. 2

Inhoud Inleiding... 1 1. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw2013. 2 1.1. Werkbaarheidsknelpunten en werkbaarheidsgraad bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013... 2 1.2. Werkbaarheidsrisico s bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013... 4 2. Vergelijking werkbaar werk zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw en Vlaanderen, 2013... 7 2.1. Werkbaarheidsknelpunten, vergelijking land- en tuinbouw Vlaanderen, 2013... 7 2.2. Werkbaarheidsrisico s vergelijking land- en tuinbouw Vlaanderen, 2013... 8 3. Risicoprofiel werkbaar werk voor de zelfstandige ondernemers in de landen tuinbouw... 9 3.1. Risicoprofiel voor werkstress... 9 3.2. Risicoprofiel voor problematische werk-privé-balans... 10 4. Werktijden, groeivooruizichten en tevredenheid bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw... 11 4.1. Werktijden... 11 4.2. Groeivooruitzichten... 11 4.3. Tevredenheid... 13 Besluit... 15 3

Inleiding In het Pact 2020 spraken de Vlaamse Regering en sociale partners af dat ze er niet enkel willen naar streven dat meer mensen op actieve leeftijd volwaardig werk hebben (werkzaamheidsgraad) maar ook dat ook de kwaliteit van het werk (werkbaarheidsgraad) verbetert. De doelstelling wordt als volgt geformuleerd: Zowel de werkbaarheid van werknemers als van zelfstandige ondernemers groeit jaarlijks gemiddeld met minstens 0,5 procentpunt. De werkbaarheidsgraad verhoogt voor werknemers daardoor tot minstens 60% in 2020 en komt voor zelfstandigen in 2020 zo dicht mogelijk bij 55%. Om de werkbaarheidsgraad cijfermatig in beeld te brengen ontwikkelde de Stichting Innovatie & Arbeid de werkbaarheidsmonitor. Driejaarlijks wordt met een schriftelijke vragenlijst, bij een representatief staal van werknemers (eerste meting 2004) en zelfstandige ondernemers (eerste meting 2007), naar de werkbaarheid gepeild. De recentste meting dateert van het voorjaar 2013. In deze nota brengen we in vier rubrieken de belangrijkste werkbaarheidsgegevens voor 2013 samen voor de zelfstandige ondernemers in de sector land- en tuinbouw 1. In een eerste rubriek worden de werkbaarheidsgegevens voor 2013 gepresenteerd (werkbaarheidsknelpunten, werkbaarheidsgraad, werkbaarheidsrisico s).in de tweede rubriek worden de werkbaarheidscijfers van de land- en tuinbouw vergeleken met het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen 2. In de derde rubriek wordt een risicoprofiel werkbaar werk voor de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw uitgetekend 3. In de vierde rubriek worden een aantal bijkomende gegevens samengebracht over de werktijden van zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw, hun groeivooruitzichten en de mate van tevredenheid over diverse aspecten van hun zelfstandige activiteit. 1 Er wordt voor een sector enkel gerapporteerd indien er minimum 200 bruikbare enquêtes zijn. In 2007 en 2010 waren er respectievelijk 158 en 134 bruikbare enquêtes (steekproef n=6.000) voor land- en tuinbouw; in 2013 waren er 244 bruikbare enquêtes (steekproef n=12.000). De sector bevat de respondenten die in de vragenlijst als best passende zelfstandige activiteit landbouw, tuinbouw, bosexploitatie, visserij aankruisen. 2 Informatie over de statistische toetsen in het rapport Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in zes sectoren. Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid in 2013. 3 Er werd geen risicoprofiel opgemaakt voor de werkbaarheidsknelpunten motivatie en leermogelijkheden omdat deze knelpunten vrij beperkt voordoen bij de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw.

1. Werkbaar werk bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 1.1. Werkbaarheidsknelpunten en werkbaarheidsgraad bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 In de werkbaarheidsmonitor staan vier facetten van kwaliteit van de arbeid centraal: psychische vermoeidheid, welbevinden in het werk, leermogelijkheden en werk-privébalans: Psychische vermoeidheid: de mate waarin de door psychosociale arbeidsbelasting opgebouwde (mentale) vermoeidheid recuperabel is dan wel leidt tot spanningsklachten en verminderd functioneren. Welbevinden in het werk: de mate waarin men door de aard van de job op het werk betrokken is/blijft dan wel gedemotiveerd raakt. Leermogelijkheden: de mate waarin men door formele opleiding en de dagdagelijkse ervaring op de werkplek zijn competenties op peil kan houden en verder ontwikkelen. Werk-privébalans: de mate waarin de taakeisen in de werksituatie al dan niet belemmerende effecten hebben op de handelingsmogelijkheden in de thuissituatie. Voor elk van de vier werkbaarheidsaspecten zijn grenzen bepaald die aangeven of de situatie al dan niet problematisch is. Bij een problematische situatie spreken we over een werkbaarheidsknelpunt. Problematische en niet-problematische situaties worden als volgt benoemd: niet problematisch problematisch Psychische vermoeidheid geen werkstress werkstress Welbevinden in het werk geen motivatieproblemen motivatieproblemen Leermogelijkheden voldoende leermogelijkheden onvoldoende leermogelijkheden Werk-privé-balans haalbare werk-privé-combinatie problemen werk-privé-combinatie In figuur 1 wordt voor elk van de vier werkbaarheidsindicatoren getoond welk percentage van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw tot de nietproblematische en tot de problematische groep behoort. 2

Figuur 1: werkbaarheidsindicatoren zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 psychische vermoeidheid 71,2 28,8 welbevinden in het werk 93,2 6,8 leermogelijkheden 94,2 5,8 werk-privé-balans 65,7 34,3 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 100,0 niet problematisch problematisch Voor psychische vermoeidheid behoort 71,2% tot de niet problematische categorie en 28,8% tot de problematische categorie (werkstress). Voor welbevinden in het werk behoort 93,2% tot de niet problematische categorie en 6,8% tot de problematische categorie (motivatieproblemen). Voor leermogelijkheden behoort 94,2% tot de niet problematische categorie en 5,8% tot de problematische categorie (onvoldoende leermogelijkheden). Voor werk-privé-balans behoort 65,7% tot de niet problematische categorie en 34,3% tot de problematische categorie (problemen werk-privé-balans). Een combinatie-oefening met een samengestelde WBM-indicator, waarbij wordt nagegaan welk deel van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw geen werkbaarheidsproblemen signaleert dan wel met één of meerdere werkbaarheidsknelpunten geconfronteerd wordt, levert volgende grafiek op: 3

Figuur 2: procent van zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw met werkbaar werk met (één of meerdere) werkbaarheidsknelpunten, 2013 5,8 0,9 15,6 werkbaar werk 1 knelpunt 21,8 56,0 2 knelpunten 3 knelpunten 4 knelpunten De werkbaarheidsgraad voor zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw bedraagt 56%. Dit betekent dat iets meer dan de helft van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw een kwaliteitsvolle job heeft, zowel op het vlak van psychische vermoeidheid (werkstress), welbevinden (motivatie), leermogelijkheden als werk-privébalans. De andere zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw worden met één of meerdere werkbaarheidsknelpunten geconfronteerd. 1.2. Werkbaarheidsrisico s bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 Eens men de omvang van de werkbaarheidsproblematiek in beeld gebracht heeft, komt uiteraard ook de vraag hoe werkbaarheidsproblemen ontstaan, wat een job werkbaar of onwerkbaar maakt. Het is immers pas door zicht te krijgen op de oorzaken van die problemen dat men ook weet waaraan gesleuteld moet worden om de werkbaarheid te verbeteren. De Vlaamse werkbaarheidsmonitor peilt daarom ook naar de kernfactoren in de arbeidssituatie die de kwaliteit of werkbaarheid van jobs bedreigen of bevorderen. Het gaat om vier werkaspecten (risico-indicatoren) die we hieronder kort omschrijven: Werkdruk: de mate van arbeidsbelasting vanuit kwantitatieve taakeisen zoals het werkvolume, het werktempo en tijdslimieten. 4

Emotionele belasting: de mate van arbeidsbelasting vanuit contactuele taakeisen (bv. contact met klanten, patiënten, medewerkers). Taakvariatie: de mate waarin de functie-inhoud een afwisselend takenpakket omvat en beroep doet op de vaardigheden van de zelfstandige ondernemer. Bij onvoldoende afwisseling spreken we over routinematig werk. Arbeidsomstandigheden: mate waarin men blootgesteld wordt aan fysische inconveniënten in de werkomgeving en lichamelijke belasting. Ook hier zijn voor elke risico-indicator grenzen bepaald die aangeven of de situatie al dan niet problematisch is. Bij een problematische situatie spreken we over een werkbaarheidsrisico. Problematische en niet problematische situaties worden als volgt benoemt: niet problematisch problematisch Werkdruk geen hoge werkdruk hoge werkdruk Emotionele belasting geen emotioneel belastend werk emotioneel belastend werk Taakvariatie geen routinematig werk routinematig werk Arbeidsomstandigheden geen belastende arbeidsomstandigheden belastende arbeidsomstandigheden In figuur 3 wordt voor elk van de risico-indicatoren getoond welk percentage van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw tot de niet-problematische en problematische categorie behoort. Figuur 3: risico-indicatoren bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw, 2013 werkdruk 71,7 28,3 emotionele belasting 91,2 8,8 taakvariatie 92,9 7,1 arbeidsomstandigheden 59,5 40,5 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 100,0 niet problematisch problematisch Voor werkdruk behoort 71,7% tot de niet problematische categorie en 28,3% tot de problematische categorie (hoge werkdruk). Voor emotionele belasting behoort 91,2% tot de niet problematische categorie en 8,8% tot de problematische categorie (emotioneel belastend werk). 5

Voor taakvariatie behoort 92,9% tot de niet problematische categorie en 7,1% tot de problematische categorie (routinematig werk). Voor (fysieke) arbeidsomstandigheden behoort 59,5% tot de niet problematische categorie en 40,5% tot de problematische categorie (belastende arbeidsomstandigheden). 6

2. Vergelijking werkbaar werk zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw en Vlaanderen, 2013 2.1. Werkbaarheidsknelpunten, vergelijking land- en tuinbouw Vlaanderen, 2013 Figuur 4: werkbaarheidsknelpunten, 2013 (% van zelfstandige ondernemers) werkstress 28,8 33,4 motivatieproblemen 6,8 8,4 onvoldoende leermogelijkheden 4,7 5,8 problemen werk-privé-balans 31,6 34,3 0 5 10 15 20 25 30 35 40 z.o. Vlaanderen z.o. land- en tuinbouw Voor geen werkbaarheidsknelpunt zijn er significante verschillen tussen de land- en tuinbouw en het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen. 7

2.2. Werkbaarheidsrisico s vergelijking land- en tuinbouw Vlaanderen, 2013 Figuur 5: werkbaarheidsrisico s, 2013 (% van zelfstandige ondernemers) hoge werkdruk 28,3 37,7 emotioneel belastend werk 8,8 29,6 routinematig werk 7,1 8,2 belastende arbeidsomstandigheden 17,6 40,5 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0 z.o. Vlaanderen z.o. land- en tuinbouw In vergelijking met het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen ligt het aandeel met een hoge werkdruk (28,3%) en emotioneel belastend werk (8,8%) lager bij de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw. Het aandeel met belastende arbeidsomstandigheden ligt de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw veel hoger (40,5% versus 17,6%). Voor routinematig werk is het verschil niet significant. 8

impact op werkstress Werkbaarheidsprofiel voor zeflstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 3. Risicoprofiel werkbaar werk voor de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw Hieronder schetsen we voor de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw een risicoprofiel voor werkstress en een problematische werk-privébalans. Om het profiel samen te stellen wordt rekening gehouden met vijf potentiële risico s in de arbeidssituatie: een hoge werkdruk, emotioneel belastend werk, routinematig werk, belastende arbeidsomstandigheden en een wekelijkse arbeidsprestatie van meer dan 50 uren. De wijze waarop de profielen geconstrueerd worden, is uitvoerig gedocumenteerd in het rapport Wat maakt werk werkbaar voor zelfstandige ondernemers. Onderzoek naar de determinanten van werkbaar werk op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2007-2010-2013. 3.1. Risicoprofiel voor werkstress Werkstress kan uiteraard allerlei oorzaken hebben. In de arbeidssituatie zijn verschillende risicofactoren voor werkstress. In de onderstaande grafiek wordt de ernstgraad van vijf werkbaarheidsrisico s geïllustreerd voor de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw. Een risico is ernstiger naarmate er meer zelfstandige ondernemers mee geconfronteerd worden en er een grotere kans is dat de zelfstandige ondernemers door dit risico werkstressproblemen krijgen. Figuur 6: werkstress en risico s in de arbeidssituatie (zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw) 2013 hoge werkdruk emotioneel belastend werk routinematig werk belastende arbeids omstandigheden meer dan 50 uren per week 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% % van de zelfstandige ondernemers 9

impact op onevenwicht werk-privé Werkbaarheidsprofiel voor zeflstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 2013 Leeswijzer: de figuur geeft de ernstgraad weer voor vijf risicofactoren voor werkstress. Deze ernstgraad wordt door 2 elementen bepaald: 1. percentage zelfstandige ondernemers dat met een risicofactor te maken heeft. Zo zijn er in de sector meer zelfstandige ondernemers met hoge werkdruk dan er zelfstandige ondernemers zijn met routinematig werk. 2. impact van risicofactor. Zo ligt het werkstressrisico hoger bij hoge werkdruk dan bij routinewerk. De hoge werkdruk en de emotionele belasting hebben de sterkste impact als risicofactor. Het aandeel dat met emotionele belasting geconfronteerd wordt is evenwel vrij beperkt (8,8%). Het aandeel met een hoge werkdruk bedraagt 28,3%. In de sector werkt 77,2% meer dan 50 uren per week. Ook dat is, in beperktere mate, een risicofactor voor werkstress. Dat geldt ook voor de belastende arbeidsomstandigheden, waar 40,5% mee geconfronteerd wordt. 3.2. Risicoprofiel voor problematische werkprivé-balans De hoge werkdruk is ook de belangrijkste risicofactor voor een problematische werkprivé-balans. Ook lange werkdagen (meer dan 50 uur per week) vormen voor een zeer grote groep zelfstandige ondernemers (77,2%) een belangrijke risicofactor voor de werk-privé-balans. Figuur 7: problematische werk-privé-balans en risico s in de arbeidssituatie (zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw) 2013 7 6 5 4 hoge werkdruk 3 2 emotioneel belastend werk meer dan 50 uur per week 1 belastende arbeids omstandigheden 0 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% % van zefstandige ondernemers Leeswijzer: de figuur geeft de ernstgraad weer voor vier risicofactoren voor problemen met de werk-privébalans. Deze ernstgraad wordt door 2 elementen bepaald: 10

1. percentage zelfstandige ondernemers dat met een risicofactor te maken heeft. Zo zijn er in de sector meer zelfstandige ondernemers die meer dan 50u per week werken dan er zelfstandige ondernemers zijn met emotioneel belastend werk. 2. impact van risicofactor. Zo ligt het risico voor een problematische werk-privé-balans hoger bij hoge werkdruk dan bij emotioneel belastend werk. 4. Werktijden, groeivooruizichten en tevredenheid bij zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw 4.1. Werktijden De werktijd van de zelfstandige ondernemers werd gemeten aan de hand van de vraag: Hoeveel uren werkt u gemiddeld per week?. Het gemiddeld aantal werkuren bedraagt 63,7 in de land- en tuinbouw. Het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen bedraagt 55 uren. Tabel 1: verdeling van werktijden van zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw vergeleken met het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen land- en tuinbouw Vlaanderen (zelfstandige ondernemers) werktijden % % max 40u 9,7 17,7 41-50u 13,1 27,4 51-60u 25,3 29,9 61-70u 25,7 13,9 > 70u 26,2 11,1 55,2% van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw is tevreden met de werktijden; 30,4% geeft aan noch tevreden, noch ontevreden te zijn en 14,3% is ontevreden (zie verder). 4.2. Groeivooruitzichten De groeivooruizichten van de zelfstandige ondernemers werden gemeten aan de hand van de vraag: Als u de nabije toekomst (3 à 5 jaar) voor ogen houdt, hoe schat u het niveau van uw zelfstandige activiteit in?. 11

35,5% van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw verwacht een (sterke of beperkte) groei, 45,9% verwacht het huidige peil te behouden en 18,6% verwacht een (beperkte of sterke) vermindering of stopzetting van de activiteit. Tabel 2: groeivooruitzichten van zelfstandige ondernemers in de landen tuinbouw vergeleken met het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen land- en tuinbouw Vlaanderen (zelfstandige ondernemers) % % sterke groei of uitbreiding van de activiteit 6,2 8,3 beperkte groei of uitbreiding van de activiteit 29,3 29,6 behoud van het huidig peil 45,9 42,7 beperkte vermindering van de activiteit 12,4 11,8 sterke vermindering of stopzetting van de activiteit 6,2 7,5 12

4.3. Tevredenheid In de werkbaarheidsenquête voor de zelfstandige ondernemers wordt gevraagd hoe tevreden ze, alles bij elkaar genomen, zijn met een dertiental werkaspecten. Meer dan 70% van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw is tevreden met de samenwerking met vennoot of meewerkende partner, contacten met klanten en contacten met leveranciers. Minder dan 20% is tevreden met de contacten met de overheidsadministratie en de sociale bescherming. Figuur 8: mate van tevredenheid over diverse werkaspecten van zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw. contacten met de overheidsadministratie 16,2 38,7 45,0 sociale bescherming 18,2 38,1 43,6 inkomen 25,3 29,6 45,1 financieel-economische toestand 28,6 30,8 40,6 mogelijkheid om leningen of financiering te bekomen 45,7 29,9 24,4 mate verantwoordelijkheid 54,9 32,2 12,8 werktijden 55,2 30,4 14,3 mate van onafhankelijkheid 59,9 31,3 8,8 personeel 63,5 32,2 4,3 keuze voor zelfstandig ondernemerschap 67,5 24,2 8,2 contacten met klanten 77,4 18,6 4,0 contacten met leveranciers 78,6 17,0 4,4 samenwerking met vennoot/meewerkende partner 83,4 13,0 3,6 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 100,0 tevreden noch tevreden, noch ontevreden ontevreden Als we de tevredenheidsscore (zeer tevreden, eerder tevreden) vergelijken met het gemiddelde van de zelfstandige ondernemers dan krijgen we volgende grafiek: 13

Figuur 9: tevredenheid over diverse werkaspecten van zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw, vergeleken met het gemiddelde voor zelfstandige ondernemers in Vlaanderen contacten met de overheidsadministratie sociale bescherming 18,2 16,2 18,4 18,2 financieel-economische toestand mogelijkheid om leningen of financiering te bekomen 28,6 45,1 47,9 45,7 inkomen 25,3 48,5 werktijden mate verantwoordelijkheid 56,6 55,2 54,9 61,4 mate van onafhankelijkheid 59,9 68,7 personeel 63,5 70,6 keuze voor zelfstandig ondernemerschap 67,5 73,9 samenwerking met vennoot/meewerkende partner contacten met leveranciers 76,5 78,0 78,6 83,4 contacten met klanten 77,4 89,4 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 100,0 vlaanderen land tuinbouw 14

Besluit Werkbaar werk houdt in dat je door het werk gemotiveerd wordt en voldoende kansen krijgt om bij te leren. Het houdt ook in dat je er niet overspannen van wordt en dat er ruimte blijft voor het gezin, vrienden en hobby s. In 2013 heeft 56% van de zelfstandige ondernemers in de land- en tuinbouw werkbaar werk. De andere zelfstandige ondernemers worden geconfronteerd met één of meerdere werkbaarheidsknelpunten. Van alle zelfstandige ondernemers in de sector heeft 28,8% werkstress en 6,8% motivatieproblemen (6,8%); 5,8% ervaart een gebrek aan leerkansen (5,8%) en 34,3% heeft problemen om werk en privé op elkaar af te stemmen. Deze cijfers verschillen niet significant van het gemiddelde voor de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen. Niet alle zelfstandige ondernemers worden in dezelfde mate met problemen geconfronteerd. Vooral de concrete arbeidssituatie is bepalend voor de werkbaarheid van de job. Zowel voor problematische werkstress als een problematische werk-privébalans blijkt uit het risicoprofiel dat de hoge werkdruk de belangrijkste risicofactor is. Meer informatie hierover in: http://serv.be/node/8857 Rapport Werkbaar werk in sectoren: zelfstandige ondernemers 2013. Indicatoren voor de kwaliteit van de arbeid van de zelfstandige ondernemers voor 6 sectoren2013. Rapport Wat maakt werk werkbaar 2007-2010-2013? Zelfstandige ondernemers' Onderzoek naar de determinanten van werkbaar werk op basis van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor voor zelfstandige ondernemers 2007-2010-2013. Alle informatie over de werkbaarheidsmonitor op www.werkbaarwerk.be De Vlaamse werkbaarheidsmonitor is een initiatief van de Vlaamse sociale partners en werd ontwikkeld door de Stichting Innovatie & Arbeid met de financiële steun van het Europees Sociaal Fonds 15