REACTIENOTA BEHORENDE BIJ TWENTERAND, DETAILHANDELSTRUCTUURVISIE 2017-2022 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Deze reactienota hoort bij Twenterand, Detailhandelsstructuurvisie 2017-2022. Het concept van de detailhandelsstructuurvisie heeft met ingang van vrijdag 4 november 2016 gedurende een periode van vier weken ter inzage gelegen. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het concept-beleid kenbaar te maken. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in het weekblad Twenterand Courant gepubliceerd. Daarnaast is het Platform Detailhandel per mail geïnformeerd over de ter inzage ligging. Het Platform Detailhandel is verzocht om het bekendmaking door te sturen naar hun leden. Er zijn vier zienswijze ingediend. In hoofdstuk 2 zijn de vier ingediende zienswijzen beoordeeld. Tevens zijn er ambtshalve wijzigingen doorgevoerd die in hoofdstuk 3 is beschreven. HOOFDSTUK 2 ZIENSWIJZE WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) mogen de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) niet op internet komen, zodat deze gegevens niet in dit voorstel zijn weergegeven. ONTVANKELIJKHEID De zienswijzen zijn binnen de termijn van ter inzage legging binnengekomen en kunnen derhalve ontvankelijk worden verklaard. BEOORDELING VAN DE ZIENSWIJZE De ingediende zienswijzen worden hierna per stuk samengevat weergegeven. Dit betekent niet, dat onderdelen van de zienswijze, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden worden betrokken. De zienswijze wordt in haar geheel beoordeeld. Zienswijze 1 Samenvatting 1. Handhaving, is de laatste jaren, nagenoeg nihil is geweest, behoudens enkele zaken welke door inwoners van Twenterand zijn aangedragen en de gemeente daardoor min of meer tot stellingname is gedwongen. Handhaving moet top prioriteit hebben om verder excessen te kunnen voorkomen. Zonder strikte handhaving van bestaande richtlijnen is het onmogelijk om de visie op bepaalde punten verder te verruimen. Ad 1. Handhaving hoeft niet specifiek benoemd te worden in een beleidsnota. De mogelijkheden voor het handhaven van beleid liggen vast in een juridisch kader. Naar aanleiding van deze
Zienswijze 2 Samenvatting zienswijze heeft intern overleg plaatsgevonden over de detailhandelsvisie in relatie tot handhaving, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Ook heeft overleg plaats gevonden met reclamant. Tijdens dit overleg is afgesproken dat er toch een alinea over handhaving in de visie zal worden opgenomen. Ook is afgesproken dat het gespreksverslag van dit overleg als bijlage wordt toegevoegd. 1. In de gemeentelijke structuurvisie ruimte wordt geboden voor detailhandel op perifere locaties. De ruimte die de structuurvisie biedt gaat hiermee verder dan de mogelijkheden die in ons beleid worden geboden. Op dit onderdeel is er sprake van strijd met het provinciaal beleid. Bestemmingsplannen die gebaseerd zijn op uw gemeentelijke structuurvisie kunnen daarmee alsnog in strijd zijn met het provinciale beleid. Graag gaan we het gesprek aan over deze visie om te kijken waar verbindingen liggen tussen gemeente en provincie bij uitvoering van deze visie. Reclamant nodigt Gemeente Twenterand uit om in gesprek te gaan over het concept van de detailhandelsstructuurvisie. De opmerkingen uit de zienswijze hebben betrekking op paragraaf 5.2 Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij andere bedrijvigheid op perifere locaties. Naar aanleiding van de zienswijze is het onderwerp diverse keren besproken met reclamant. Dit heeft tijd in beslag genomen waardoor het enige tijd heeft geduurd voordat deze nota kon worden opgesteld. Uiteindelijk heeft reclamant een schriftelijke reactie gestuurd: We hebben dit intern uitgebreid besproken. komen daarbij tot de slotsom dat het bieden van ruimte voor (reguliere) detailhandel op bedrijventerreinen als ondergeschikte nevenactiviteit niet in overeenstemming is met ons beleid en de Omgevingsverordening. 1. Beleid: detailhandel concentreren in centra Onze hoofdlijn van beleid m.b.t. detailhandel zoals opgenomen in de Omgevingsvisie is dat we detailhandel willen concentreren in centra. Deze staan op dit moment onder druk. Mede gelet hierop spannen we ons in, om samen met gemeenten en andere partijen in, gezamenlijk te werken aan de doelstelling deze centra zo vitaal en levendig te houden of te maken. Onze inspanningen ondersteunen we daarbij met kennisbijeenkomsten en subsidiemogelijkheden. Zo is er voor de retaildeal-ondertekenaars subsidie beschikbaar en ook in het kader van de stadsbeweging zijn er in principe mogelijkheden voor bijvoorbeeld met het laten invliegen van expertise en eventueel ook beperkt en onder voorwaarden ondersteuning met euro s, ondersteuning via HMO etc. Het beleid uit de detailhandelsstructuurvisie met betrekking tot het concentreren van detailhandel in de centra en het omzetten van de bestemmingen van leegstaande (winkel)panden buiten de centra sluit goed aan bij ons beleid uit de Omgevingsvisie en verordening. 2. Afwijkingsmogelijkheden voor detailhandel op bedrijventerreinen De Omgevingsverordening kent twee uitzonderingen voor het toestaan van detailhandel op bedrijventerreinen. Het betreft de categorieën grootschalige- en volumineuze detailhandel. Aan beide categorieën zijn nadere voorwaarden verbonden. Zo is alleen in de stedelijke centra (Netwerksteden) ruimte voor grootschalige detailhandel op bedrijventerreinen. Voor andere vormen van detailhandel op bedrijventerreinen biedt de Omgevingsverordening geen ruimte. 3. Conclusie Het concentreren van detailhandel in de centra is in overeenstemming met ons beleid uit de Omgevingsvisie en verordening. De ingekorte paragraaf 5.2 strookt niet met ons beleid uit de Omgevingsvisie en -verordening, omdat de visie ruimte biedt voor reguliere detailhandel op bedrijventerreinen als ondergeschikte nevenactiviteit. Gelet op de zienswijze en het feit dat niet in strijd met de verordening mag worden gehandeld zal paragraaf 5.2 onderschikte detailhandel worden aangepast. Het uitgangspunt blijft wel dat detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteiten bij bedrijven bij uitzondering kan worden toegestaan. Het betreft detailhandel bij bedrijven waarbij de
detailhandelsfunctie in ruimtelijk, functioneel en bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie en waarbij de goederen functioneel rechtstreeks verband houden met of voortvloeien uit de toegestane bedrijfsactiviteiten. Zienswijze 3 1. In de derde bullet onder 5.2 (blz. 27) wordt gesteld dat de detailhandel een rechtstreeks verband moet houden met de hoofdactiviteit van het bedrijf. De opsomming productie, installatie, groothandel, logisitiek lijkt daarbij echter een limitatieve opsomming te geven. In de visie zou de opsomming nadrukkelijk meer als een aantal voorbeelden van mogelijke varianten moeten worden gepresenteerd. Dat wordt bereikt door direct voor de opsomming de toevoeging waaronder bijvoorbeeld, maar niet limitatief toe te voegen. 2. Veranderende winkelconcepten, waarbij het bieden van beleving steeds belangrijker wordt voor MKB-ondernemers, vraagt om een toekomstbestendige detailhandelsbeleid. De gemeente Twenterand zou haar concurrentiepositie kunnen verbeteren door meer ruimte van maatwerk te bieden, waarbij een absolute beperking van het verkoopoppervlak tot 250 m2 onnodig beperkend acht. Juist ondernemers die belevingsconcepten aanbieden, iets waaraan in toenemende mate behoefte bestaat bij consumenten, hebben behoefte aan ruimte om het belevingsconcept zo veel mogelijk tot zijn recht te laten komen. Het voorstel is om de absolute beperking van de verkoopvlooeroppervlakte op te rekken tot 400 m2. Hiermee wordt de detailhandelsvisie toekomstbestendig en aantrekkelijk voor andere / nieuwe concepten. Bovendien wordt de gemeente in de regio beter onderscheidend en versterkt zij daarmee niet alleen haar concurrentiepositie, maar stimuleert zij ook het lokale ondernemersklimaat. Teneinde te voorkomen dat zich ontwikkelingen voordoen, die op voorhand onwenselijk zijn (te denken valt bijvoorbeeld aan een grote supermarkt op een bedrijventerrein) zou kunnen worden opgenomen dat de uitzonderingsbepaling niet wordt aangepast ten aanzien van supermarkten en horecagelegenheden (en eventueel andere nadrukkelijk te benoemen concepten). Beide punten van de derde zienswijze hebben betrekking op paragraaf 2.5 (Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij andere bedrijvigheid op perifere locaties). Deze paragraaf wordt aangepast zie zienswijze 2. De opmerkingen van reclamant inzake de vierkante meters wordt niet verwerkt / aangepast in de visie. Door de beschrijving in ruimtelijk, functioneel en bedrijfseconomisch inzicht ontstaan er wél mogelijkheden voor veranderende winkelconcepten. Zienswijze 4 1. Dat de relatie van gemeentelijke structuurvisie met de nieuwe detailhandelsstructuurvisie is voor reclamant onduidelijk. 2. Dat reclamant niet is uitgenodigd voor de begeleidingsgroep en de discussieavond op 18 april 2016. 3. BRO heeft onvoldoende gefunctioneerd tijdens dit proces. Reclamant heeft uitgebreide zienswijze ingediend, 10 pagina s, en een bijlage van 6 pagina s. In deze nota wordt alleen ingegaan op relevante onderwerpen voor de totstandkoming van en inhoud van het concept detailhandelsstructuurvisie. Ad. 1 De gemeentelijke structuurvisie is een algemene visie dat verschillende gebieden, zowel letterlijk als figuurlijk, met elkaar verbindt met als uiteindelijk doel een bloeiende gemeente Twenterand. De structuurvisie geeft richting aan de gewenste ruimtelijke inrichting van een gebied waardoor voor iedereen duidelijk is of nieuwe initiatieven daarbinnen passen. De verdere invulling gebeurt door specifiek beleid. In dit geval is dat het nieuwe detailhandelsbeleid. Ad. 2 Er is voor gekozen om het bestuur van de stichting platform detailhandel te vragen om deel te nemen in de begeleidingsgroep. Op 18 april 2016 is een discussie-avond georganiseerd om in een kleine groep de relevante algemene trends en ontwikkelingen detailhandel met elkaar te bespreken en de ontwikkeling en stand van zaken detailhandel in Twenterand te schetsen. Daarnaast is met elkaar gediscussieerd over kaders voor perifeer en overig winkelaanbod. De informatie die hier opgehaald is gebruikt voor de 4 bijeenkomsten in de verschillende kernen om met elkaar (ondernemers, gemeente
en BRO) de detailhandel in betreffende kern te bespreken. De bijeenkomsten in de vier kernen waren openbaar en iedereen kon zich hiervoor opgeven. Ad. 3 Reclamant heeft uitgesproken en negatief oordeel / mening over BRO. Hoewel het geen ruimtelijk relevant onderwerp is wordt het hier wel genoemd. BRO is een landelijk gerenommeerd bedrijf met veel expertise op detailhandelsbeleid. Het bureau is kundig en onafhankelijk. Ook heeft BRO de huidige detailhandelsstructuurvisie opgesteld. Met BRO is een uitgebreid en gezamenlijk proces afgesproken zodat alle belangen meegenomen kunnen worden. Gemeente deelt dit punt niet met reclamant. HOOFDSTUK 3 WIJZIGINGEN Naar aanleiding van de diverse zienswijzen, de gehouden gesprekken en de ontvangen reacties zal de detailhandelsstructuurvisie op een aantal punten worden aangepast. Het voorstel is om de volgende wijzigingen door te voeren: Wijzigen pagina 3, laatste alinea van de pagina, laatste 2 aandachtsstreepjes: De ondernemers vinden dat de gemeente beleidskeuzes moeten handhaven. De ondernemers vinden dat er behoefte is aan heldere spelregels, waarmee de wildgroei van allerhande winkels in garages, schuren en in bedrijfsloodsen wordt voorkomen. Paragraaf 3.2 Detailhandelsstructuurvisie 2016-2022 wijzigen in 2017-2022. Toevoegen paragraaf 3.6 Handhaving detailhandelsstructuurvisie Handhaving hoeft niet specifiek benoemd te worden in een beleidsnota. De mogelijkheden voor het handhaven van beleid liggen vast in een juridisch kader. Het team vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) maakt elk jaar een Uitvoeringsprogramma VTH. Dit programma bevat de planning van o.a. de uitvoering van de wettelijke taken. Daarnaast is er ruimte voor de lokale taken. Het programma wordt elk jaar door het college vastgesteld en ter informatie naar de gemeenteraad aangeboden. De uitdrukkelijke wens van de ondernemers is een aanpak van: gelijke monniken, gelijke kappen. De ondernemers hebben behoefte aan heldere spelregels en bijbehorende handhaving om een wildgroei aan ongewenste situaties te voorkomen. Gemeente Twenterand volgt de LHV (Landelijke handhavingsstrategie). Doel van deze strategie is een uniforme wijze van reageren na een geconstateerde overtreding. Hiermee is het gelijke monniken gelijke kappen principe voldoende gewaarborgd. Wijzigingen Hoofdstuk 4 Visie per kern In dit hoofdstuk zijn een aantal vlekken niet of niet duidelijk gedefinieerd: Blz. 17 roze vlek in figuur 4.1 Kansenkaart Vriezenveen Centrum. Toevoegen -> concentratiegebied detailhandel Vriezenveen Blz. 19, roze vlek in figuur 4.2 Kansenkaart Vroomshoop Centrum. Toevoegen -> concentratiegebied Vroomshoop. Blz. 22, gele vlek in figuur 4.3 Kansenkaart Den Ham Centrum. Toevoegen -> concentratiegebied Den Ham Blz. 24, gele vlek in figuur 4.4 Kansenkaart Westerhaar. Toevoegen -> concentratiegebied Westerhaar. Wijzigen paragraaf 5.2 Een groot gedeelte van de opmerkingen en discussies ging over de ruimte die wel / niet geboden moet worden aan detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit. De ruimte die in de concept-visie is geboden bleek te ruim te zijn. Nieuw tekstvoorstel: 5.2 Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij andere bedrijvigheid op perifere locaties Huidige ontwikkelingen in bedrijven en trends consumentengedrag maken dat bijzondere vormen van detailhandel opkomen. Een voorbeeld waarmee de gemeente Twenterand te maken heeft is niet volumineuze detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij bedrijven. Net als bij volumineuze detailhandel, geldt dat de gemeente Twenterand als uitgangspunt heeft dat centrumgebieden zijn aangewezen voor detailhandel en bedrijventerreinen in eerste instantie bedoeld zijn voor de industriële werkzaamheden. Detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij bedrijven kan bij uitzondering worden toegestaan. Het betreft hier detailhandel vanuit tot de bestemming behorende bedrijven, waarbij de detailhandelsfunctie in ruimtelijk, functioneel en bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie en waarbij de goederen functioneel rechtstreeks verband houden met of voortvloeien uit de toegestane bedrijfsactiviteiten.
Bij toepassing van de uitzondering dienen in ieder geval de volgende voorwaarden in acht te worden genomen: a. de behoefte dient aannemelijk te zijn gemaakt; b. de detailhandelsstructuur mag niet in betekende mate verstoord worden, waartoe burgemeester en wethouders in voorkomend geval kunnen verlangen dat terzake een ruimtelijke effectstudie wordt verricht; c. de detailhandel vindt plaats op hetzelfde bouwperceel als het hoofdgebouw; d. het betreft detailhandel met een specialistisch assortiment dat gericht is op een specifieke doelgroep die gericht op bezoek komt; e. detailhandel in voedings- en genotmiddelen, kleding en schoenen is niet toegestaan; f. er mag geen aantasting van een normale afwikkeling van het verkeer ontstaan; g. er is voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein; h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige functies en waarden; i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. Het betreft hier ondergeschikte detailhandel die rechtstreeks voortvloeit en/of rechtstreeks verband houdt met de hoofdactiviteit. Wanneer de ondergeschikte detailhandel geen problemen oplevert voor ongewenste verkeersbewegingen en geen afbreuk doet aan de echte detailhandelslocaties, is het vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening geen bezwaar deze ondergeschikte detailhandel toe te staan. Dit kan voldoende geregeld worden door voorwaarden te hanteren. Binnen deze criteria is de vestiging van internetwinkels met afhaalbalie/showroom ook mogelijk, indien groothandel of op- en overslag de hoofdactiviteit is. Hiermee wil de gemeente Twenterand ruimte bieden aan lokaal gevestigde bedrijven om extra werkgelegenheid te creëren en de leefbaarheid van de kern te behouden. Kansen creëren en bedrijven behouden die door groei een groter verzorgingsgebied hebben gekregen en een economische aanjaagfunctie hebben. Vriezenveen, april 2017