Provincie Oost Vlaanderen Arrondissement Oudenaarde VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 29 JANUARI 2013 om 19 uur Aanwezig: Verontschuldigd: TEIRLINCK Nele, voorzitter VANDE CATSYNE Anny, burgemeester DUWIJN Guy, MEIRHAEGHE Filip, VAN QUICKELBERGHE Isabel, VAN NIEUWENHUYZE Frederik en NACHTERGAELE Joris, schepenen BAUWENS Marc, DE COKER Herman, DE MAESENEIRE Hilde, LIPPENS Steven, DE TOLLENAERE Ann, PROVOST Danny, VAN QUICKELBERGHE Simon, VAN HEDDEGEM Yves, VAN WELDEN Marijke, raadsleden DIDIER Mark, gemeentesecretaris VAN BOVEN Herman, raadslid OPENBARE ZITTING 1 AKTENAME EN BEKRACHTIGING VAN DE POLITIEREGLEMENTEN GETROFFEN DOOR HET SCHEPENCOLLEGE EN/OF DE BURGEMEESTER DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, Neemt akte van collegebesluit van 15 januari 2013 houdende het treffen van een tijdelijk bijzonder politiereglement voor het snoeien van bomen van 28 januari 2013 tot 1 februari 2013. Neemt akte van collegebesluit van 29 januari 2013 houdende het treffen van tijdelijke bijzondere politiemaatregelen naar aanleiding van de Omloop het Nieuwsblad voor elite heren op zaterdag 23 februari 2012. 2 AKTENAME GOUVERNEMENTEEL SCHRIJVEN VAN 18 DECEMBER 2012 M.B.T. GEMEENTERAADSBESLUIT VAN 30 OKTOBER 2012 BETREFFENDE DE VASTSTELLING VAN DE BUDGETWIJZIGINGEN 3 EN 4 / 2012 VAN DE GEMEENTE DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, Neemt akte van het gouvernementeel schrijven van 18 december 2012 betreffende de kennisname van het gemeenteraadbesluit van 30 oktober 2012 houdende vaststelling van de budgetwijziging 3 en 4 voor het dienstjaar 2012.
3 VERLENGING VAN DE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET HET STADSBESTUUR VAN GERAARDSBERGEN VOOR DE BEMIDDELING INZAKE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES (GAS) DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, BEVOEGDHEID Art. 43, 2, 6 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. RECHTSGROND De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, laatst gewijzigd bij wet van 24 oktober 2011. Het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2008 houdende "gemeentelijke administratieve sancties vaststellen algemeen gemeentelijk politiereglement goedkeuring", laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 27 november 2011. Op 25 maart 2008 ging de gemeenteraad akkoord met het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met de stad Geraardsbergen in het kader van de bemiddeling inzake gemeentelijke administratieve sancties. De samenwerkingsovereenkomst tussen de federale staat en de stad Geraardsbergen m.b.t. het inzetten van een bemiddelaar voor het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde werd opnieuw met één jaar verlengd (van 1 november 2012 tot 1 november 2013. Voor het werkingsjaar november 2012 oktober 2013 ontvangt de stad een forfaitaire toelage van 53.000 euro. Art. 9 van de samenwerkingsovereenkomst werd in die zin aangepast. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de verlenging van de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met de stad Geraardsbergen goed te keuren. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; De hernieuwde en aangepaste samenwerkingsovereenkomst met het stadsbestuur Geraardsbergen voor het werkingsjaar november 2012 oktober 2013 wordt goedgekeurd en als bijlage aan dit besluit gehecht. Art. 2: De burgemeester en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om deze samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen. Een afschrift van dit besluit en de hernieuwde samenwerkingsovereenkomst zullen na ondertekening door de burgemeester en de secretaris aan het stadsbestuur van Geraardsbergen worden overgemaakt. 4 VASTSTELLEN VAN DE AANVULLENDE GEMEENTEBELASTING OP DE PERSONENBELASTING VOOR HET AANSLAGJAAR 2013 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, BEVOEGDHEID Art. 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012.
RECHTSGROND Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij wet van 27 december 2012. Wet van 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van aanslagjaar 2009, van artikel 465 tot 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Zuinigheid, creativiteit en efficiëntie zijn de begrippen die de basis moeten vormen om de gemeentelijke uitgaven beheersbaar te houden. Een dergelijk beleid moet toelaten de huidige belastingdruk niet te laten stijgen. Er wordt dan ook voorgesteld om voor de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting dezelfde belastingvoet van de vorige legislatuur aan te houden. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLIST: met eenparigheid van stemmen; Art. 2: Art. 4: Art. 5: Voor het aanslagjaar 2013 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. De belasting wordt vastgesteld op 7% van het volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het jaar dat aan het aanslagjaar voorafgaat. De vestiging en de inning van de aanvullende gemeentebelasting zullen gebeuren door toedoen van het bestuur der directe belastingen, overeenkomstig de bepalingen in artikel 469 en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Dit besluit treedt vanaf heden in werking. Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gestuurd en rechtstreeks naar mevr. Verbeeck, FOD Financiën, Mechanografische dienst Kardex, North Galaxy toren A, 19 de verdieping, Kon. Albert II laan 33 bus 43 te 1030 Brussel. 5 VASTSTELLEN VAN DE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING VOOR HET AANSLAGJAAR 2013 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, BEVOEGDHEID Art. 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. RECHTSGROND Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij wet van 27 december 2012. Decreet van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2001, laatst gewijzigd bij decreet van 21 december 2012.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Door het vestigen van opcentiemen op de onroerende voorheffing is het mogelijk om op een rechtvaardige basis zowel de ingezetenen als de niet in Maarkedal residerende personen een fiscale inspanning te laten genereren. Deze belastingvorm hanteert objectieve criteria (kadastraal inkomen) en waarborgt bijgevolg een eerlijke spreiding van de fiscale aanslag. Zuinigheid, creativiteit en efficiëntie zijn de begrippen die de basis moeten vormen om de gemeentelijke uitgaven in Maarkedal beheersbaar te houden. Een dergelijk beleid moet toelaten de huidige belastingdruk niet te laten stijgen. Er wordt dan ook voorgesteld om voor het aanslagjaar 2013 dezelfde opcentiemen op de onroerende voorheffing als tijdens de vorige legislatuur te heffen. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLIST: met eenparigheid van stemmen; Voor het aanslagjaar 2013 worden er ten bate van de gemeente duizend driehonderd (1300) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. Art. 2: Deze opcentiemen zullen geïnd worden door het Agentschap Vlaamse Belastingsdienst Onroerende Voorheffing, Bauwensplaats 13 te 9300 Aalst. Art. 4: Dit besluit treedt vanaf heden in werking. Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gestuurd en uiterlijk op 1 maart 2013 naar mevrouw Katrien Matthijs, Agentschap Vlaamse Belastingsdienst, Onroerende Voorheffing, Bauwensplaats 13, bus 2, 9300 Aalst. 6 HEFFING VAN EEN ALGEMENE MILIEUBELASTING VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM; BEVOEGDHEID Artikel 42 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. JURIDISCHE GROND Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, laatst gewijzigd bij decreet van 23 december 2011. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. Decreet van 14 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2005 houdende invoering van het DIFTAR systeem voor de ophaling van het restafval vanaf 9 mei 2006. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
De kosten voor de inzameling en verwijdering van de verschillende afvalfracties nemen steeds toe en wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. De toepassing van het principe de vervuiler betaalt vormt in onze gemeente reeds sedert een aantal jaren een substantieel onderdeel van het beleid inzake vermindering van de restafvalfractie. Voor de toepassing van het DIFTAR systeem worden volgende tarieven gehanteerd: * gebruik containerpark: 15 beurtenkaart: 25,00 euro 7 beurtenkaart: 12,50 euro 10 beurtenkaart (KMO s): 4 euro * PMD zakken (rol van 12 zakken): 3,00 euro * Luierzakken (rol van 10 zakken): 5,00 euro * DIFTAR belasting (restafval): per aanbieding van de container : 40 liter container 0,12 euro 120 liter container 0,25 euro 240 liter container 0,50 euro 1100 liter container 2,50 euro per kilogram aangeboden afval: 0,20 euro De kosten inherent aan de werking en de exploitatie van het containerpark stijgen voortdurend. De op stapel staande uitbreiding van het containerpark zal ook aanzienlijke bijkomende financiële lasten genereren. De gemeente heeft, door haar uitgestrektheid (4.500 ha) en rekening houdend met de vele wielerevenementen, ook steeds meer te maken met zwerfvuil en sluikstorten. De doortocht van talloze wielerwedstrijden en evenementen voor wielertoeristen en de daarmee gepaard gaande kosten voor zwerfvuilophaling verantwoorden een forfaitaire sokkel ruimschoots. Uit het antwoord van 22 april 2008 van de Minister in de commissie van binnenlandse aangelegenheden blijkt dat een kleine forfaitaire sokkel het meest aangewezen is om sluikstorten tegen te gaan. Rekening houdend met voormelde, is het wenselijk om te werken met een gemengd systeem waarbij enerzijds een kleine forfaitaire sokkel wordt aangerekend en anderzijds het principe de vervuiler betaalt wordt gehanteerd. Een verdere differentiatie van onderhavige belasting is verzekerd door het systeem van de sociale correcties dat conform het afzonderlijk toelagereglement, dat aan deze beslissing gekoppeld is, van toepassing is op bepaalde categorieën belastingplichtigen. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018 wordt er een jaarlijkse algemene gemeentelijke milieuheffing ingevoerd, verder A.G.M. genoemd.
Art. 2: De A.G.M. is ten laste van ieder gezin, bedrijf, vrij beroep of vereniging dat/die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente in het bevolkingsregister is ingeschreven, een tweede verblijf of een bedrijf bezit, een vrij beroep uitoefent of een verenigingslokaal bezet in de gemeente. A) Onder gezin wordt verstaan: 1. hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft; 2. hetzij een vereniging van 2 of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. B) De belasting wordt gevestigd ten laste van de gezinsverantwoordelijke, d.w.z. lastens één gezinslid ouder dan 18 jaar, dat in zijn gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en die als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is. C) Onder zelfstandige activiteit wordt verstaan: iedere activiteit die wordt ontplooid zonder hiervoor de rechtspersoonlijkheid te hebben aangenomen, zoals bijvoorbeeld ook de vrije beroepen van arts, architect, advocaat, (deze opsomming is niet limitatief). Art. 4: A) De belasting is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de gemeente gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden, ongeacht of het over een hoofdverblijf of ander verblijf gaat. B) Een woning, woongelegenheid, vestiging of bedrijf wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft of de hoofdingang gelegen is in de gemeente; deze plaats is ook de plaats van aanslag van de belasting. C) De belasting is verschuldigd per vestiging of bedrijf, vereniging, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de gemeente gelegen en door de gebruiker voorbehouden tot het uitoefenen van zijn zelfstandige activiteit of zijn vrij beroep, zijn vereniging (indien hij/zij voor die activiteiten geen rechtspersoon heeft opgericht). Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: De belasting wordt vastgesteld op 37,50 euro (zevenendertig euro en vijftig eurocent). Op bepaalde categorieën belastingplichtigen zijn de sociale correcties, voorzien in een afzonderlijk toelagereglement dat aan deze beslissing gekoppeld is, van toepassing. De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld én uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur en eveneens aan het secretariaat, de dienst financiën, milieudienst en de gewestelijke ontvanger van de gemeente. 7 VASTSTELLEN VAN TOELAGEREGLEMENT VOOR EEN SOCIALE CORRECTIE OP DE ALGEMENE MILIEUBELASTING VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM; BEVOEGDHEID Artikel 42 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012.
JURIDISCHE GROND Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, laatst gewijzigd bij decreet van 23 december 2011. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. Decreet van 14 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2005 houdende invoering van het DIFTAR systeem voor de ophaling van het restafval vanaf 9 mei 2006. Het verlenen van een ristorno voor bepaalde belastingplichtigen in de algemene gemeentelijke milieuheffing (AGM), hoort eerder thuis in een toelagereglement dan in een taksreglement. Rekening houdend met de afvalproductie van de bevolkingsgroep alleenstaande belastingplichtigen ouder dan 70 jaar en uit sociale overwegingen is het aangewezen om een automatische vermindering van 12,50 euro ten voordele van deze bevolkingsgroep te handhaven in de periode 2013 2018. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Art. 2: Art. 4: Ten behoeve van de alleenstaande belastingplichtigen ouder dan 70 jaar op datum van 1 januari van het aanslagjaar zal voor de aanslagjaren 2013 tot en met 2018 op de Algemene Gemeentelijke Milieuheffing (A.G.M.) een sociale correctie worden toegekend van 12,50 euro. Deze vermindering zal automatisch verrekend worden op de desbetreffende aanslagbiljetten overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd in onderling overleg met het centrum voor informatica dat instaat voor de aanmaak van de bestanden van de belastingplichtigen. Het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2008 houdende B) Algemene gemeentelijke milieuheffing 2008 2013 sociale correcties stemmen van een toelagereglement wordt ingetrokken. Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur en eveneens aan het secretariaat, de dienst financiën, milieudienst en de gewestelijke ontvanger van de gemeente. 8 HEFFING VAN EEN BELASTING OP DE INZAMELING EN VERWIJDERING VAN RESTAFVAL VOLGENS HET DIFTAR SYSTEEM VOOR HET DIENSTJAAR 2013 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, BEVOEGDHEID Art. 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012.
RECHTSGROND Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij wet van 3 augustus 2012. Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, laatst gewijzigd bij decreet van 23 december 2011. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2005 houdende invoering van het DIFTAR systeem voor de ophaling van het restafval vanaf 9 mei 2006. Het besluit van de gemeenteraad van 22 december 2005 houdende vaststellen van de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en KGA, laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2008. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het afvalbeleid in de gemeente steunt op het principe van de ladder van Lansink waarbij afvalvoorkoming prioritair wordt gestimuleerd gevolgd door hergebruik en recyclage. Het afval dat niet kan hergebruikt of gerecycleerd worden, moet op een reglementaire wijze verwijderd worden. Overeenkomstig het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen laat het gemeentebestuur het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval om de twee weken aan huis inzamelen door middel van een DIFTAR systeem (gedifferentieerde TARieven) met containers. Dit gemeentelijk inzamelcircuit van huisvuilophalingen wordt opengesteld voor de burger, de kleine KMO en de zelfstandige ondernemers. De kosten van inzameling en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wegen zwaar op de gemeentelijke financiën. Er wordt in de gemeenten aangesloten bij de intercommunale IVLA gestreefd naar een zo optimaal mogelijke afstemming van de belasting op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Het bestuur wil voor het aanslagjaar 2013 voor de ophaling en verwijdering van het huisvuil opnieuw een gedifferentieerde kohierbelasting invoeren. Hierbij wordt het principe van "de vervuiler betaalt" toegepast. Volgende tarieven worden voorgesteld: per aanbieding van de container: 40 liter container 0,12 euro 120 liter container 0,25 euro 240 liter container 0,50 euro 1100 liter container 2,50 euro per kilogram aangeboden afval: 0,20 euro De minimumbelasting per aansluitpunt bedraagt 1 euro per maand. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Voor het aanslagjaar 2013 wordt een belasting geheven op het ophalen en verwijderen van het restafval dat via een huis aan huis inzameling wordt opgehaald.
Art. 2: De belasting is verschuldigd per aansluitpunt in het kader van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis aan huis inzameling van de restfractie van het huishoudelijk afval en naar aard en hoeveelheid vergelijkbaar bedrijfsafval. 1. Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld: per aanbieding van de container: 40 liter container 120 liter container 240 liter container 1100 liter container per kilogram aangeboden afval: 0,12 euro 0,25 euro 0,50 euro 2,50 euro 0,20 euro De minimumbelasting per aansluitpunt bedraagt 1 euro per maand. 2. Per aansluitpunt wordt maximum één container tot maximum 240 liter gratis ter beschikking gesteld. Eén 1100 liter container wordt enkel gratis ter beschikking gesteld van onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en grotere appartementsblokken en rusthuizen. KMO s en bedrijven kunnen NIET beschikken over 1100 liter container. Art. 4: 1. De kleuter en basisscholen in de gemeente Maarkedal worden vrijgesteld van de vaste kost per lediging/aanbieding. 2. Worden eveneens vrijgesteld van deze minimumbelasting: eenieder die in de periode waarvoor de belasting wordt vastgesteld geen gebruik gemaakt heeft van de gemeentelijke restafvalinzameling en die binnen de drie maanden na ontvangst van het aanslagbiljet aantoont, door voorlegging van een factuur met ledigingsbewijs in de aangegeven periode, dat zijn restafval werd opgehaald door een erkende afvalfirma. Art. 4: Art. 5: Art. 6: Deze belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat halfjaarlijks wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier is samengesteld uit de belasting voor de geregistreerde gewichten en de belasting voor de aanbiedingen op het ophaalpunt voor de aangegeven periode, met een minimum van 1 euro per maand. Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan: de gouverneur van de provincie Oost Vlaanderen; OVAM Aminal milieu inspectie I.VL.A. de diensten secretariaat, rekendienst, de financieel beheerder en milieudienst van de gemeente. 9 HEFFING VAN EEN GEMEENTEBELASTING OP DE TWEEDE VERBLIJVEN VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, met het vereiste quorum; BEVOEGHEID Artikel 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012.
JURIDISCHE GRONDSLAG Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Omzendbrief BB 2012/1 houdende instructies voor het opstellen van de meerjarenplannen en de budgetten 2013 van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. De belangrijkste fiscale inkomsten van de gemeente vloeien voort uit de heffing van een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en uit de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. De onroerende voorheffing belast het onroerend patrimonium en de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting treft enkel het inkomen van de ingezetenen. Er bestaat dus op gemeentelijk vlak een ongelijke fiscale behandeling tussen enerzijds de ingezetenen en anderzijds de tweede verblijfhouders. De tweede verblijfhouders genieten immers eveneens in belangrijke mate van de gemeentelijke dienstverlening en infrastructuur zoals wegen, riolering, afwatering,.... Het bestuur acht het daarom billijk dat de tweede verblijfhouders hun deel bijdragen in de algemene financiering van de gemeentelijke uitgaven door een belasting te heffen op de tweede verblijven. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018 wordt een belasting geheven op de tweede verblijven. Art. 2: Als tweede verblijf wordt beschouwd, elke constructie met woon of verblijfsgelegenheid en waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van het hoofdverblijf. Art. 4: Art. 5: De belasting bedraagt op jaarbasis 625 euro (zeshonderdvijfentwintig) per tweede verblijf per jaar. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf. Zijn er meerdere eigenaars, dan zijn ze onderling en solidair aansprakelijk voor de betaling van de belasting. De belasting wordt berekend per jaar. Hierbij wordt uitsluitend de toestand per 1 januari van het belastingjaar in aanmerking genomen. Vallen niet onder toepassing van de belasting: het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; de tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij zij minstens zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te kunnen dienen; de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of kampeerverblijfpark.
Art. 6: Art. 7: Art. 8: Art. 9: De belastingplichtige moet aangifte doen van het belastbaar tweede verblijf. De aangifte moet gedaan worden op het formulier dat door het gemeentebestuur wordt toegestuurd of dat kan bekomen worden op volgend adres: dienst financiën, Nederholbeekstraat 1, 9680 Maarkedal. Ingeval van eigendomsverwerving in de loop van het jaar, dient de aangifte binnen de maand te geschieden. De belastingkohieren zullen door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld en uitvoerbaar verklaard worden. Dit besluit treedt in werking op heden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur, de gewestelijke ontvanger en de afdeling interne zaken. 10 HEFFING VAN EEN GEMEENTEBELASTING OP DE VERSPREIDING VAN RECLAMEDRUKWERKEN VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, met het vereiste quorum; BEVOEGHEID Artikel 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. JURIDISCHE GRONDSLAG Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij wet van 3 augustus 2012. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreet van de Vlaamse overheid van 21 december 2012. Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse regering van 4 mei 2012 en 16 november 2012. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. De belangrijkste fiscale inkomsten van de gemeente vloeien voort uit de heffing van een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing; De gemeente heeft geen hoge gemeentelijke belastingdruk en de budgettaire ruimte voor de werkingsuitgaven is al te beperkt om een aantal initiatieven te concretiseren. Het bestuur acht dat het billijk voorkomt om de belasting op de bedeling van niet geadresseerd reclamedrukwerken te bestendigen. Maandelijks wordt per Maarkedals huisgezin 3 à 4 kilogram niet geadresseerd reclamedrukwerk verspreid. De huisophaling van papierafval en de organisatie voor het sorteren, afvoeren en verwerken van papierafval zijn milieubelastend. Het principe de vervuiler betaalt indachtig, lijkt het aangewezen een belasting te heffen op de huis aan huis verspreiding van niet geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.
De vergoeding die de gemeente ontvangt uit het sectoraal fonds Milieubeleidsovereenkomst oud papier dekt slechts een fractie van de kosten voor de inzameling, het afvoeren en verwerken van dit papierafval waardoor een belasting op de huis aan huis verspreiding van niet geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten te rechtvaardigen is. De hoofdbeweegreden voor de invoering van deze belasting is echter niet de kostendekking, maar eerder de voorkoming van afval. Daarom past het om tarieven te hanteren die in voldoende mate de verspreiding kunnen terugdringen. De invoering van een gedifferentieerde kohierbelasting laat de gemeente toe het principe de vervuiler betaalt toe te passen, waarbij prioriteit gegeven wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte aan recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Het bestuur wenst een differentiëring in de tariefstructuur door te voeren met dien verstande dat de belastingplichtigen die spontaan de vereiste aangifte verrichten een lager tarief zullen genieten dan degene die hiertoe slechts na een schriftelijke aanmaning overgaan of zelfs helemaal in gebreke blijven, met een ambtshalve inkohiering tot gevolg. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLIST: met eenparigheid van stemmen; 1. Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018 wordt er een gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid. 2. Onder gelijkgestelde producten worden onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die aanzetten tot gebruiken, verbruiken of aankopen van diensten, producten of transacties. Deze opsomming is niet limitatief. 3. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd. Art. 2: De belasting wordt gevestigd op elk afzonderlijk te onderscheiden entiteit, ook al zijn de publicaties gebundeld en/of verpakt. 1. De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die de opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. 2. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig art. 6 of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. 3. Indien ook de verantwoordelijke uitgever niet gekend is, dan is respectievelijk de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid en de drukker hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Art. 4: 1. Deze belasting is verschuldigd per bedeeld exemplaar.
2. Drukwerken met een gewicht van 20 gram of minder worden aangerekend aan 5 euro per bedeeld exemplaar. Voor drukwerken met een gewicht van meer dan 20 gram wordt per aangesneden schijf van 20 gram een bedrag van 5 euro per bedeeld exemplaar aangerekend. 3. De aan te rekenen bedragen worden naar boven afgerond op de eerstvolgende eurocent. 4. Het aan te rekenen bedrag bedraagt in elk geval minstens 25 euro. Art. 5: Art. 6: Van de belasting zijn vrijgesteld: de publiekrechtelijke rechtspersonen de vormings en onderwijsinstellingen de verenigingen voor zover zij sociale en/of culturele doeleinden nastreven en het drukwerk met het oog op deze doeleinden wordt verspreid de door het gemeentebestuur erkende adviesraden de Maarkedalse verenigingen de politieke partijen alsmede de kandidaten bij de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke, federale of Europese verkiezingen. de overlijdensberichten 1. De belastingplichtige is gehouden ten laatste de dag waarop de verspreiding aanvangt, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens te verstrekken. 2. Voor de periodieke verspreiding moet de aangifte ten laatste de dag waarop de eerste verspreiding aanvangt, aan het gemeentebestuur worden overgemaakt. 3. De aangifte bedoeld onder artikel 6, 1 dient alle inlichtingen te bevatten, nodig voor het vestigen van de aanslag. Een daartoe bestemd formulier wordt door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld van de belastingplichtigen. 4. Van ieder verspreid drukwerk of gelijkgesteld product dient bij de aangifte een specimen te worden gevoegd. Art. 7: 1. Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. 2. De tarieven overeenkomstig artikel 4 worden verdubbeld en op minimum 50 euro gebracht in de gevallen opgesomd in het eerste lid, namelijk indien er geen of een laattijdige, onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte overeenkomstig artikel 6 werd gedaan. 3. Indien het aantal verspreide exemplaren niet binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn wordt medegedeeld, wordt de belasting berekend op basis van het forfaitair aantal verspreide exemplaren dat bepaald wordt op 2.550 exemplaren. Art. 8: Art. 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur, de gewestelijke ontvanger en de afdeling interne zaken.
11 HEFFING VAN EEN GEMEENTEBELASTING OP DE AFGIFTE VAN STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN EN MILIEUVERGUNNINGEN VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, met het vereiste quorum; BEVOEGHEID Artikel 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. JURIDISCHE GRONDSLAG Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, laatst gewijzigd bij decreet van 21 december 2012. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem Titel I), laatst gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2012. Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, laatst gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012. Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, laatst gewijzigd bij Ministerieel Besluit van 28 oktober 2010. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen brengen een grotere werklast met zich mee. Deze werklast rechtvaardigt de heffing van een dossiertaks. Met de huidige dossiertaks zijn lang niet alle kosten zijn gedekt; elk dossier kost minstens 25 euro aan portkosten alleen. Er wordt best een onderscheid per soort dossier gemaakt. In functie van de financiële toestand van de gemeente wenst het bestuur deze dossiertaks te heffen voor een termijn van zes jaar. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Art. 2: Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018 wordt een belasting (dossiertaks) geheven op de aflevering van milieuvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen. Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald: Verkavelingsvergunning: Stedenbouwkundige vergunning: Milieuvergunning klasse I: Milieuvergunning klasse II: Melding: 25 euro 25 euro 250 euro 80 euro 25 euro
Vergunningen voor particuliere klasse III inrichtingen voor de melding van opslag propaangas en opslag stookolie, bebossingsvergunningen en natuurvergunningen worden vrijgesteld van deze belasting. Portkosten in het kader van een openbaar onderzoek worden verrekend zoals bepaald in de Codex ruimtelijke ordening. Art. 4: De belasting is contant te betalen: cash, via proton of bancontact en wordt geheven op het ogenblik van de aanvraag van het belastbare stuk. Het bewijs van de betaling van de belasting blijkt uit het opstellen van een factuur waarop het belastingbedrag is vermeld. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag der belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur, de gewestelijke ontvanger, de afdeling interne zaken en de afdeling grondgebiedzaken. 12 HEFFING VAN EEN GEMEENTEBELASTING OP HET PARKEREN IN BLAUWE ZONE VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, met het vereiste quorum; BEVOEGHEID Artikel 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. JURIDISCHE GRONDSLAG Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, gewijzigd bij decreet van 9 juli 2010. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap, laatst gewijzigd bij Ministerieel Besluit van 23 juni 2011. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. In functie van de financiële toestand van de gemeente wenst het bestuur deze belasting te vestigen voor een termijn van zes jaar. Het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden brengt voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich mee. De verhoging van de parkeermogelijkheden op het grondgebied vereist nieuwe mogelijkheden voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen. Overeenkomstig artikel 10/1 in hoofdstuk V/1 van het decreet van 16 mei 2008 is het voor het voor de gemeente mogelijk om een aanvullend reglement vast te stellen dat betrekking heeft op het parkeren voor een beperkte tijd. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018, wordt een gemeentebelasting gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar een blauwe zone reglementering van toepassing is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4 1, 2 de lid van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. Art. 2: De belasting wordt als volgt vastgesteld: Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden; Een forfaitair bedrag van 20 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975. Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van persoon met een handicap wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991. De belasting is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig. De belasting is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief. Art. 4: De gebruiker van een motorvoertuig die de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig. In geval van niet betaling van de belasting binnen de vijf dagen wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Art. 7: Art. 8: Dit reglement treedt in voege vanaf heden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur, de gewestelijk ontvanger en de afdeling interne zaken.
13 HEFFING VAN EEN RETRIBUTIE VOOR HET HAKSELEN AAN HUIS VAN SNOEIHOUT VOOR HET AANSLAGJAAR 2013 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM, BEVOEGDHEID Art. 42, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. RECHTSGROND Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatst gewijzigd bij wet van 3 augustus 2012. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. Via het DIFTAR systeem wordt het snoeihout 6 keer per jaar op afroep aan huis opgehaald. Rekening houdend met de beperkte ingezamelde hoeveelheid lopen de kosten voor dergelijke inzameling hoog op. Het is een taak van het gemeentebestuur om het thuis composteren van GFT afval en het thuis verwerken van snoeihout zoveel mogelijk aan te moedigen. Het hakselen van snoeiafval aan huis kadert binnen deze doelstelling. Sommige burgers wensen hun eigen snoeiafval te hakselen maar beschikken niet over een hakselaar. Om aan deze nood tegemoet te komen, hakselt de gemeentelijke technische uitvoeringsdienst aan huis. Gehakseld snoeihout kan prima gebruikt worden als mulchlaag (= deklaag) tussen beplantingen. Indien de aangebrachte laag voldoende dik is, zal dit de groei van onkruiden tegengaan. Het gehakseld materiaal is ook nuttig voor de thuiscomposteerder om bijvoorbeeld te mengen met grasmaaisel. Door de inzet van het materiaal (hakselaar en tractor) en de personeelskost kan deze dienst niet gratis aangeboden worden, maar wordt een forfaitair tarief voorgesteld. Bij de vaststelling van dit tarief wordt rekening gehouden met de particuliere marktprijs voor het huren van een hakselaar en het verhakselen door particuliere tuinaanleggers. Voor het dienstjaar 2013 wordt opnieuw een billijke retributie voorgesteld van 10 euro per begonnen kwartier. De milieudienst stelde een reglement op voor het hakselen van snoeihout aan huis. Het document is bijgevoegd bij dit besluit. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Art. 2: Art. 4: Voor het aanslagjaar 2013 wordt ten behoeve van de gemeente een retributie geheven op het hakselen van snoeihout bij particulieren ten bedrage van 10 euro per begonnen kwartier. Het reglement betreffende het hakselen van snoeihout bij particulieren, zoals bijgevoegd, goed te keuren. Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Afschrift van dit retributiereglement zal aan de heer gouverneur, de gewestelijke ontvanger, de afdeling grondgebiedzaken en de dienst financiën worden overgemaakt.
14 HEFFING VAN EEN GEMEENTEBELASTING OP HET WEGHALEN VAN AFVALSTOFFEN DIE GESTORT WORDEN OP PLAATSEN WAAR DIT WETTELIJK OF REGLEMENTAIR VERBODEN IS EN OP HET WEGHALEN VAN AFVALSTOFFEN DIE GESTORT OF ACHTERGELATEN ZIJN OP NIET REGLEMENTAIRE TIJDSTIPPEN OF IN NIET REGLEMENTAIRE RECIPIËNTEN 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, met het vereiste quorum; BEVOEGDHEID Artikel 42, 43 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. RECHTSGROND Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Artikel 119 bis van de Nieuwe Gemeentewet, laatst gewijzigd bij wet van 24 oktober 2011. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. De gemeente wordt meer en meer geconfronteerd met sluikstorten waarbij het opsporen van de sluikstorters supplementaire inspanningen vergt. De gemeentelijke diensten dienen bij elke sluikstort in te staan voor het opruimen en selecteren ervan. Het gemeentelijke inzamelcircuit van de huisophalingen én het containerpark is ruim voldoende om de verschillende afvalfracties aan te bieden. Dit inzamelcircuit wordt opengesteld voor zowel de burgers als de KMO s en zelfstandigen; Er wordt eveneens vastgesteld dat er niet steeds op een correcte wijze gebruik gemaakt wordt van voormelde dienstverlening en dat soms allerhande afval en verpakkingsmateriaal bij de containers achtergelaten wordt. Ook de gemeentelijke vuilbakjes worden meer en meer gebruikt voor het deponeren van huishoudelijk restafval; het achterlaten van huishoudelijk restafval in deze vuilbakjes kan ook als een vorm van sluikstort beschouwd worden. De potentiële sluikstorters moeten ontmoedigd worden in hun afwijkend gedrag. De kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. Er dient bijgevolg drastisch te worden opgetreden tegen diegenen die deze kosten nodeloos de hoogte in jagen. Het vorderen van een billijke vergoeding jegens de sluikstorter voor de door de gemeente geleverde diensten dient als een maatregel van goed bestuur beschouwd te worden. Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT: met eenparigheid van stemmen; Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018 wordt gemeentebelasting geheven op het ambtshalve opruimen van sluikstorten door of in opdracht van de gemeente.
Art. 2: Art. 4: Art. 5: Art. 6: De belasting is in hoofdorde verschuldigd door ieder persoon die afvalstoffen achterlaat, opslaat of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van afval op het containerpark en andere wettelijke bepalingen zoals vervat in het Veldwetboek, het Bosdecreet, VLAREM, e.d In bijkomende orde wordt de eigenaar van de afvalstoffen aansprakelijk gesteld, voor zover aangenomen en bewezen kan worden dat de eigenaar ook effectief schuldig of medeplichtig is aan de sluikstorting. Ook het deponeren van zakjes met huishoudelijk restafval in de gemeentelijke openbare vuilbakken wordt als sluikstort aanzien. De belasting wordt vastgesteld op 200 (tweehonderd) euro per begonnen kubieke meter, onverminderd de gerechtelijke vervolgingen die tegen de overtreder(s) kunnen ingesteld worden. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de heer Gouverneur en eveneens aan de dienst secretariaat, de dienst financiën, de afdeling grondgebiedzaken en de gewestelijke ontvanger van de gemeente. 15 HEFFING VAN EEN RETRIBUTIE OP HET GEBRUIK VAN CONTAINERPARKKAARTEN, PMD ZAKKEN EN LUIERZAKKEN VOOR DE PERIODE 2013 2018 DE GEMEENTERAAD, IN OPENBARE ZITTING VERGADERD, MET HET VEREISTE QUORUM; BEVOEGDHEID Artikel 42 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, laatst gewijzigd bij decreet van 29 juni 2012. JURIDISCHE GROND Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij decreet van 17 februari 2012. Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, laatst gewijzigd bij decreet van 23 december 2011. Decreet van 14 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2005 houdende invoering van het DIFTAR systeem voor de ophaling van het restafval vanaf 9 mei 2006. Door de invoering van het DIFTAR systeem schakelde de gemeente over naar het principe de vervuiler betaalt.
PMD afval wordt enkel aan huis opgehaald. Het PMD afval moet worden aangeboden in speciaal daartoe bestemde zakken. Er worden geen verhoogde productiekosten voorzien voor het vervaardigen van deze zakken. Daarom wordt voorgesteld om de retributie van 3 euro per rol PMD zakken aan te houden. Luierafval en incontinentiemateriaal kunnen via speciale zakken gratis (indien geen andere fracties aangeboden worden) gedeponeerd worden in 1.100 liter containers op het containerpark. Vermits de verwerking van dit afval duur is, werd beslist om voor de luierzakken een retributie te heffen. Er worden geen verhoogde productiekosten voorzien voor het vervaardigen van deze zakken. Daarom wordt voorgesteld om de retributie van 5 euro per rol luierzakken aan te houden. De kosten voor de werking en de exploitatie van het containerpark bedroegen ongeveer 78.000 euro voor het werkingsjaar 2012. Rekening houdend met het principe de vervuiler betaalt wordt per bezoek aan het containerpark en afhankelijk van de aangevoerde hoeveelheid afval betaald door middel van een beurtenkaart. Er wordt voorgesteld om in afwachting van de uitbreiding van het containerpark dezelfde retributie voor de containerparkkaarten aan te houden. Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLIST: met eenparigheid van stemmen; Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018, een gemeentelijke retributie gevestigd op het gebruik van het containerpark als volgt: - voor particulieren: 15 beurtenkaart: 25 euro - voor particulieren: 7 beurtenkaart: 12,50 euro - voor zelfstandigen en KMO s: 10 beurtenkaart: 40 euro. Art. 2: Art. 4: Art. 5: Art. 6: Art. 7: Art. 8: Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018, wordt ten behoeve van de gemeente een retributie van 3 euro per rol van 12 PMD zakken geheven. Voor een periode van zes jaar eindigend op 31 december 2018, wordt ten behoeve van de gemeente een retributie van 5 euro per rol van 10 luierzakken geheven. De aankoop van de containerparkkaarten; de PMD zakken en de luierzakken kan enkel gebeuren bij de milieudienst en de bevolkingsdienst van de gemeente. De PMD zakken en luierzakken dienen in standaardverpakking te worden aangekocht. De belasting is contant te betalen, cash of met bancontact, en wordt geheven op het ogenblik van aankoop van de kaarten en/of zakken. Het bewijs van betaling van de belasting blijkt uit het afleveren van een ontvangstbewijs. Indien het document niet onmiddellijk kan worden meegegeven dienen de personen of instellingen die aan de belastingen onderworpen zijn op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting te betalen. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Dit besluit treedt vanaf heden in werking. Een afschrift van dit belastingreglement zal bij aangetekend schrijven aan de Heer Gouverneur van de Provincie Oost Vlaanderen en aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst worden toegezonden.