Aan: GGD Haaglanden; Bouw- en woningtoezicht gemeente Delft Geachte heer Jansen, Geachte heer Van den Berg, Het concept-rapport van de GGD over de ventilatieproblematiek Korvezeestraat geeft me aanleiding tot de volgende opmerkingen en vragen: (1) Tot mijn spijt moet ik vaststellen dat onze probleemanalyse in het handhavingsverzoek en in de ingebrekestelling, alsook de nadere vragen in mijn e-mail van 25 juni, nauwelijks opgepakt zijn in het concept-rapport van de GGD. Hoe dan ook is een inhoudelijke beantwoording vooralsnog nagenoeg geheel uitgebleven. Bijgevolg blijft een en ander voluit op tafel liggen. Ik verzoek u vriendelijk om het rapport alsnog dienovereenkomstig aan te passen. Kunt u serieus aandacht geven aan de opgeworpen kwesties en de vragen deugdelijk beantwoorden? (2) Het taalgebruik in het concept-rapport is mijns inziens nogal eufemistisch en bagatelliserend. In concreto plaats ik de volgende kanttekeningen: (3) Woningen, pagina 5. De begane grond bestaat niet uitsluitend uit 2-persoonswooneenheden. De helft van de eenheden op de begane grond zijn groepen van twee wooneenheden met gezamenlijke voorzieningen, gelijk aan die op de eerste en tweede verdieping (type C). Dit is van belang omdat juist in deze woningen alle problemen samenvallen. Op de begane grond valt het ontbreken van raamroosters niet te compenseren door het raam/de terrasdeur in de kiepstand te zetten (vanwege insluipgevaar). Bovendien speelt bij de groepen van twee met gezamenlijke voorzieningen het ontbreken van overstroomvoorzieningen (door de brandwerende tussendeuren). De afvoerventielen kunnen dan niet functioneren, omdat ze slechts onderdruk opbouwen. (4) Ontwerpeisen, pagina 7. De bouwvergunning stelt niet alleen eisen aan de ventilatiedebieten van keuken, badkamer en toilet. Getuige de gewaarmerkte bouwtekening behorend bij de bouwvergunning (2 juli 1982, nr. 24415; 11 mei 1983, nr. 4178) is tevens een ontwerpeis dat alle woningkozijnen voorzien zijn van ventilatieroosters (1240 stuks). Deze roosters blijken echter overal te ontbreken. Een dergelijke afwijking van de bouwvergunning is niet geoorloofd, te meer omdat de belangen van de huurders door deze afwijking van de bouwvergunning ernstig worden geschaad. B&W Delft suggereren in hun dwangsombesluit dat bewoners de ventilatieproblematiek kunnen compenseren door gebruik te maken van natuurlijke ventilatie. Dit maakt de ontbrekende ventilatieroosters des te belangrijker.
Getuige de offerte en technische omschrijving van firma Feenstra voor de centrale verwarmingsinstallatie en de mechanische ventilatie (1 juli 1982), geldt voor de balansventilatie tevens als ontwerpeis dat afgezogen luchthoeveelheid = toegevoerde luchthoeveelheid. Nu blijkt uit het GGD-onderzoek een erg grote onbalans, waarbij zelfs ná de drastische reiniging en de inregeling van het balansventilatiesysteem in blok 2, nog in 20% van de woningen een onbalans wordt aangetroffen van maar liefst circa 100%. Bijgevolg ontstaan grote drukverschillen tussen de woningen onderling waarbij vieze lucht zich in sterke mate via kieren naar de buren kan verspreiden. Het GGD-rapport geeft aan dat bij een onbalans boven 10% klachten kunnen worden verwacht. Het GGD-rapport verwijst naar de regels uit de destijds geldende bouwverordening. Inmiddels gelden echter voor bestaande bouw primair de regels uit het Bouwbesluit 2012. De GGD haalt voorwaarde 26 aan uit de bouwvergunning: De keukens moeten op een doeltreffende plaats zijn voorzien van ventilatieopeningen, waaronder regelbare luchttoevoeropeningen, waarmede een luchtverversing kan worden verkregen van 0,021 m3/sec. Tot deze ventilatievoorzieningen moet in ieder geval een ventilatiekanaal behoren met een doorsnede van tenminste 0,012 m2 (artikel 113 bouwverordening). De GGD verzuimt in zijn onderzoek echter te constateren dat de keukens van de typen B en C niet beschikken over de vereiste luchttoevoeropening (B = eenpersoonswoning met aparte keuken; C = groep van twee wooneenheden met gezamenlijke voorzieningen). Deze keukens beschikken noch over een raam noch over een overstroomvoorziening (spleet onder de tussendeur). Bijgevolg kan het afvoerventiel van de ventilatie niet functioneren. In deze keukens levert de balansventilatie geen debiet/flow maar slechts onderdruk. Meetmethode. De GGD geeft geen informatie over de meetmethode van de ventieldebieten. De meting geschiedt met een venturi-debietmeter. De praktijk is dat men de meting uitvoert met de kamerdeuren geopend. Dit is ook de methode van firma Eltag. Het probleem is dat de debietmeting met open deuren totaal niet representatief is voor de bovengeschetste situatie met geblokkeerde luchttoevoer bij de woningtypen B en C. Bijgevolg geven de gemeten afvoerventiel-debieten voor deze woningtypen een veel te rooskleurig beeld van de werkelijkheid. De reële ventilatiedebieten voor de keukens en badkamers in de woningtypen B en C zijn ontegenzeglijk nog veel slechter dan de meetwaarden. Helaas heeft de GGD gemist dat de in- en uitlaatpunten van de ventilatieunits op het dak zich op dusdanig korte afstand van elkaar bevinden (op circa 1 m) dat de inlaat wel verontreinigde lucht moet aanzuigen. (5) Onderhoud, pagina 8. Het GGD-rapport refereert aan een opgave door Duwo van het onderhoudsschema. Onduidelijk is of Duwo hier een samenvatting heeft overlegd, of dat de GGD de beschikking heeft gekregen over de onderliggende documentatie. In het dossier van bouw- en woningtoezicht ontbreekt deze informatie totaal. Het handhavingsverzoek zou de GGD duidelijk aanleiding moeten geven om de gegevens van Duwo systematisch te wantrouwen. Verzoekers hebben dan ook gevraagd om de bevoegdheden van bouw- en woningtoezicht te gebruiken teneinde de
vereiste documentatie op te vragen (met name het inregelrapport, het intern door Duwo gehanteerde onderhoudsschema, en het onderhoudlogboek). Zonder deze informatie is een door Duwo overlegd summier onderhoudsschema niet toetsbaar, niet door de GGD en al helemaal niet door de lezers van het GGD-rapport. Zowel de GGD, bouw- en woningtoezicht, alsook de verzoekers blijven hier dus onwetend. Volgens opgave van Duwo worden ieder jaar de filters van de ventilatieunits op het dak vervangen (terwijl dit minstens eenmaal per maand nodig is). Daarnaast zouden er ieder jaar nog drie kleine filterbeurten plaatsvinden. Dit is totaal ongeloofwaardig. Het zou betekenen dat de monteurs ieder jaar tenminste vier maal op de 8 blokken werkzaam zijn. De toegang daarvoor gaat in nagenoeg alle gevallen via de bovenste verdiepingen, met een mee te brengen trapje via de verdiepingsbalkons. De verdiepingsbewoners zullen de monteurs hiervoor toegang moeten verschaffen. De bewoners laten echter weten dat er slechts zeer zelden aan de ventilatieunits wordt gewerkt. Als het gestelde onderhoudsschema al bestaat dan bestaat het slechts op papier. Het geeft dan ook te denken hoe enorm veel stof er uit de toevoerventielen komt -- in plaats van de vereiste schone lucht. De ventielen blijken regelmatig verstopt met grote proppen stof (antracietgrijze vastgekoekte compacte stofcilinders, zoals we aan de bezwaarcommissie zullen overleggen). Vreemd genoeg laat de GGD dit totaal onvermeld. Ook blijft in het rapport onvermeld in welke staat de dakfilters, toevoerkanalen en toevoerventielen door de onderzoekers werden aangetroffen. Volgens het rapport stelt Duwo dat iedere acht jaar alle ventilatiekanalen gereinigd worden (afzuigen inblaaskanalen). De inblaaskanalen zijn tot nog toe echter sowieso nog nooit gereinigd. Dit blijkt ook wel uit het feit dat bij de reiniging van de ventilatiekanalen in blok 2 begin 2014, de aannemer geen toegang bleek te hebben tot de hoofdkanalen op de derde verdieping zonder eerst grote gaten in de ventilatiekokers te zagen. Zonder dat had hij zijn werk niet kunnen doen. De toevoerkanalen bleken niet via luiken toegankelijk. Duwo stelt verder dat het in de praktijk goeddeels onmogelijk is om de inblaasventielen te reinigen, doordat bewoners daarvoor vaak geen toegang verlenen. Dit verklaart totaal niet waarom veel nieuwe huurders bij aanvang ernstig verontreinigde inblaasventielen moeten aantreffen, welke al dan niet door eerdere bewoners afgeplakt zijn. (6) Aanwijzingen bewoners voor de verwarming en het ventilatiesysteem, pagina 8. De GGD suggereert dat Duwo de bewoners een informatieblad geeft hoe om te gaan met de verwarming en het ventilatiesysteem. Dit is volstrekt onjuist. Het betreffende informatieboekje van de architect is door de toenmalige SDSH alleen verstrekt aan de eerste bewoners dertig jaar geleden. Geheel ten onrechte wordt de suggestie gewekt dat de huidige bewoners van Duwo instructies hebben ontvangen hoe ze dienen om te gaan met de balansventilatie. Dit is beslist niet het geval. Slechts een enkeling bleek over het stoffige informatieboekje te beschikken. Pas in het kader van het handhavingsverzoek is het op het complexforum gepost. (7) Aanwezigheid van schimmel, pagina 15. Het rapport stelt: "In een aantal woningen is aanwezigheid van schimmel geconstateerd, vooral in badkamers." Kan deze constatering worden gepreciseerd? Hoeveel woningen, in welke mate, en waar anders dan in de badkamers? Gaat het ook
om schimmel die schadelijk is voor de gezondheid? Is het ook te koppelen aan gemelde gezondheidsklachten van de bewoners? Heeft de GGD zelf ook woningen aangetroffen met de ernstige schimmelproblematiek zoals geschetst in het handhavingsverzoek onder punt (5)? (8) Conclusies, pagina 16. Het rapport stelt: "de metingen aan het binnenmilieu wijzen niet op een onvoldoende kwaliteit." Het is goed om hier de kanttekening te maken dat niet is getoetst aan de hoeveelheid/soort stof in het binnenmilieu. Ook is het goed dat de meetresultaten en conclusies worden uitgesplitst per woningtype. Het gaat dan vooral om de probleemgevallen van type C en met name die op de begane grond. Door de metingen uit te voeren in blok 2, het blok met het centrale ketelhuis, heeft de GGD de problematiek van te lage winter-temperaturen in de woningen onderbelicht gelaten. Door de slecht functionerende balansventilatie wordt er veel minder energie teruggewonnen dan volgens het ontwerp. Bovendien zien veel bewoners zich gedwongen om extra te luchten ter compensatie van de ventilatieproblemen. Dit geeft veel energieverlies. Al met al is het gevolg dat de verwarmingscapaciteit bij het ontwerp van het complex veel te laag is ingeschat. Het effect hiervan wordt bij koud weer het eerste merkbaar in woningen aan de periferie van de verwarmingsinstallatie. Dit is dus juist níet in blok 2. (9) Adviezen, pagina 16. "Kan balansventilatie in een wooncomplex als dit goed functioneren?" Het ware goed als de GGD dieper zou ingaan op de preciezere vraag of balansventilatie überhaupt goed kan functioneren op een studentencomplex van een verhuurder als Duwo. Is balansventilatie wel verenigbaar met een onverschillige, individualistische en nogal anarchistische cultuur? Is balansventilatie wel verenigbaar met een verhuurder die fors wil bezuinigen op het noodzakelijke beheer? Is balansventilatie wel verenigbaar met een gebouw met aanzienlijke ontwerpfouten? (gezien het stelselmatig ontbreken van de raamroosters alsook van veel overstroomvoorzieningen). Dit te meer omdat het destijds ging om een nog experimentele toepassing van balansventilatie. Helaas besteedt het (concept)rapport van de GGD vooralsnog nauwelijks aandacht aan de probleemanalyse als geschetst in het handhavingsverzoek en in de ingebrekestelling, alsook aan de nadere vragen in mijn e-mail van 25 juni. Met vriendelijke groet, Hans Talmon Hans Talmon lid adviesraad huurdersorganisatie WijWonen Clara van Sparwoudestraat 120 2612 RW Delft telefoon: 015-2138265
e-mail: info@campuscontract.com Van: info@campuscontract.com [mailto:info@campuscontract.com] Verzonden: zondag 29 juni 2014 3:36 Aan: Wim van den Berg
Onderwerp: inzage dossier ma/di; toezenden rapport [enkele vragen [Re: dwangsom Korvezeestraat]] Geachte heer Van den Berg, Vriendelijk dank voor het toezenden van het besluit van B&W. Ik heb alvast enkele vragen: Kunt u aangeven waarom de last onder bestuursdwang/dwangsom niet van toepassing zou zijn op de overige punten van strijd met de regelgeving en met de bouwvergunning, zoals samengevat in de eerste alinea van onze brief d.d. 4 juni 2014? (a) Is de ernstig vervuilde retourlucht van het balansventilatiesysteem niet in strijd met het vereiste in