Lezingen: Psalm 116 Matt. 14 : 22-33 (geïnspireerd door Oceans - live Hillsong United) https://www.youtube.com/watch?v=m9gcyhpptmk Intro We hebben een week met heel wat mooi weer achter de rug. Voor sommigen was het misschien wat te warm, maar de meesten van ons hebben genoten van weer, waarbij je zo maar naar buiten kunt lopen zonder je druk te maken of je nog iets extra s aan moest trekken; genoten van avonden waarop je lang buiten kon zitten; genoten van een stukje zomer in de week waarin de zomervakantie net weer achter de rug was. Wij waren deze week aan het eind van de middag ook een keer aan het strand; het was eb en je moest een heel eind lopen voor je bij het water was en daar was die dan: de zee! Ja, wat er voor door moest gaan. Een vlakke spiegel, een branding van nog geen 20 centimeter en trouwens een heerlijke temperatuur om erin te gaan. Maar níet de zee, zoals je je die meestal voorstelt bij een stevige Noord-westen-wind. Golven om in te duiken! Dit was het tegenovergestelde. In de Bijbelse tijd zouden ze je trouwens raar hebben aangekeken dat je voor je plezier naar zee ging... Je brood verdienen op zee, OK: vissen, handel misschien... het was een noodzakelijk kwaad, maar verder... De Zee, de grote Zee, Middellandse Zee en de kleine Zee, het Meer van Galilea, het zijn plaatsen waar een gewoon mens niet moest zijn. Om over de Zoute Zee, de Dode Zee, maar niet te spreken. Want water is bedreigend - het kan je overspoelen, je kan er in verdrinken, het staat voor chaos. Het laatste Bijbelboek Openbaring zegt zelfs in het visioen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde: En de zee is er niet meer (Openbaring 21: 1). En dan horen wij vandaag voorlezen over het Meer van Galilea, soms wel de zee van Genesareth genoemd. En over de Man uit Galilea, trekkend rond dat meer, met een schare mensen achter zich aan. En het gaat goed met Hem. Alhoewel..., de mensen worden steeds opdringeriger. Daarom is Hij naar een eenzame plaats gegaan aan de overzijde van het meer - en wéér staan er die mensen. Maar Jezus blijft trouw aan zijn roeping. Hij vertelt, Hij geneest en... Hij geeft te eten (Matt. 14: 13-21). Een hoogtepunt in zijn optreden... Vijfduizend mensen, meer dan genoeg, twaalf manden over... genoeg voor heel Israël. Jezus, Koning... wordt er al geroepen. En dan horen we... En Hij gelastte is dát nou een woord voor een Nieuwe Bijbelvertaling? Maar OK, er stond vroeger Hij dwong Copyright Protestantse Gemeente te Zuidland - www.kerkeninzuidland.nl 1 / 5
- Hij gelastte zijn leerlingen om in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant. Ga in het schip, zegt Gij... (zingt NLB 917) De zéé opgestuurd, al ben je visser, ze vonden het maar niets. Alleen, wind tegen, geteisterd door de golven, niet te zeilen - Johannes vertelt dat ze moesten roeien (6:19). Midden op het meer... Hij zou komen, maar... eerste nachtwake, tweede, derde,... en geen Jezus! Jezus, die de scharen netjes uitgeleide wil doen; Jezus, die de berg op gaat bij het vallen van de avond... Jezus, die bidt, alleen, in de eenzaamheid... de eenzaamheid, die Hij zolang tevergeefs gezocht had op zoek naar de hand van Vader. Hij bidt, maar Hij ziet ook hoe de discipelen zich aftobben - zo vertelt Marcus in zijn Evangelie (6: 48). Drie van de vier evangelisten vertellen het gebeuren. Ieder met de eigen accenten, maar de kern is gelijk. Pas tegen het einde van de nacht - zo vertaalt de NBV die vierde nachtwake tegen de morgen... opeens een schim, een spook. Ook dat nog, de verhalen deden wel de ronde, maar zélf hebben ze het nog niet eerder meegemaakt. Ze zijn verbijsterd en schreeuwen het uit van angst. Verblind als ze zijn: een spook een fantasma zegt het Grieks ja, je fantasie gaat ermee op de loop. Wij kennen het verhaal, maar je moet je eens voorstellen... Volkomen vervreemd in tijd en ruimte... Wordt het nog dag, komen we nog aan de overkant...? en dan opeens ja, wat is het, wie is het? Maar dan klinkt het Evangelie: Blijf kalm, Ik ben het, wees niet bang! Logisch toch, dat Hij het is - Hij zou toch komen... Nee, de mensen in het bootje denken dat hun laatste uur geslagen heeft. Niet meer opgewassen tegen de elementen. Moe, zo moe! Het is een evangelie-gedeelte, voor het eerst geschreven voor de jonge christenen. Mensen, die het schip van de kerk proberen drijvend te houden. Mensen, die geloven in Jezus, die zijn geweldige daden misschien nog wel zélf hebben meegemaakt. Die weten van Opstanding en Hemelvaart, maar die Jezus lijfelijke aanwezigheid zo missen. Wij zijn ook vaak in storm op zee. En er bestaat geen mooi-weerchristendom. Dat wordt ons soms voorgehouden: áls je maar genoeg bidt, rijkdom als zegen, altijd Halleluja. Copyright Protestantse Gemeente te Zuidland - www.kerkeninzuidland.nl 2 / 5
Maar geloof in Jezus Christus dwingt mensen erop uit te gaan - om dat woord dwingen, gelasten uit het Evangelie nog even te gebruiken. Niet maar blijven stil staan bij de hoogtepunten uit het verleden, maar ga naar de overkant, wacht daar op Mij Ik ben het het past in de lijn van alle Ik-ben woorden, die we kennen uit het Evangelie. Het sluit aan op de Gods openbaring aan Mozes bij de berg Horeb: Ik ben er voor jou! - zo Vader, zo Zoon. De IK BEN van de Uittocht, die zijn volk niet in de steek laat, zelfs als ze het er naar maken, die zelfde IK BEN laat zich zien in Jezus Christus. Jezus, lopend over het water. Veel is er over gezegd. Van vrijzinnig tot orthodox, van grappen tot verklaringen. Maar - zó las ik ergens - de kernvraag is niet hoe Jezus over het meer van Galilea gelopen heeft; dát geloven velen wel - de kernvraag is of Jezus ook nu nog mensen in hun nood nabij is. In onze angst, in onze onzekerheid, in al die situaties waar je als mens in terecht kunt komen, ook als gelovig mens. En naar mijn idee gaat het Bijbelgedeelte ook daarop in. Want er komt als het ware een close-up van de situatie aan boord. Er wordt ingezoomd En je ziet Petrus, de individuele gelovige. Heer, als U het bent, zeg me dan dat ik over het water naar U toe moet komen. Met Jezus erbij kun je alles. Kun je iedere situatie aan. Já toch... En Jezus zegt: Kom. Ook hier weer Evangelie. Kom tot Mij, allen, die... Wie dorst heeft, kome... Kom! En Petrus komt, gaat. Geen punt. Ziende op Jezus (zie Hebr.12: 1) Maar... de golven zijn zo groot en de wind zo sterk, de diepte zo donker. Het spookt... in zijn hoofd. Zee, chaos en dood... En hij begint te zinken. Here, red mij... Heer, help ons,... En voor de derde keer horen we: meteen (22, 27, 31). En meteen, direct steekt Jezus hem de hand toe en grijpt hem. Wat verlangen we daar soms naar - voor ons zelf én anderen. Klein-gelovige, waarom heb je getwijfeld? vraagt Jezus. Is dat een verwijt? Of is het een vraag uit liefde?... Waarom toch? Klein-geloof, dat is géén óngeloof, maar het is ten diepste klein van Jezus denken en van de weeromstuit groot van de omstandigheden... in plaats van andersom. Dat is zo begrijpelijk. Want de omstandigheden zijn vaak bedreigend. Voor het schip van de kerk, voor de enkele gelovige, voor een kleine mens op een grote, diepe en donkere zee. Copyright Protestantse Gemeente te Zuidland - www.kerkeninzuidland.nl 3 / 5
En al zijn er nog zoveel hoogtepunten, de diepte, de dip kan er direct op volgen. Maar ook het klein-geloof roept Jezus om hulp!! Hier is mijn hand klinkt het dan. Heer, red mij! Ja! Hier ben IK! We hoorden het ook in Psalm 116 die Psalm, die zingt van de liefde voor God. God, die als Redder en Bevrijder is ervaren. (vers 4) Toen riep ik de naam van de HEER: HEER, red toch mijn leven! Machteloos was ik en Híj heeft mij bevrijd. (vers 8) Zo klimt Jezus - met Petrus - aan boord. Hij gaat niet verder over zee. Hij draagt hun angst, hun verblindheid zelfs met Zich mee. En de wind gaat liggen. Gewoon, op tijd, of een wonder? De mannen aan boord knielen neer U bent werkelijk Gods Zoon! Het is een voorbode van de belijdenis van Petrus, die in een volgend hoofdstuk komt. U bent de Messias, de Zoon van de Levende God (16: 16). Hier - bij Matteüs- wordt ook de belijdende gemeente geschetst, die níet altijd op de bergtoppen leeft, maar in haar nood de uitredding ervaart. De christen, die soms tegen zichzelf zegt: hoe kon ik zo verblind zijn, dat ik Jezus niet herkende? Jezus, die naar me toe kwam, zelfs mijn hand wilde pakken?! Die leert, dat je je níet hoeft vast te klampen aan wat niet helpen kan, omdat je zélf wordt vast gehouden. Het lied Ga in het schip (NLB 917), heb ik jaren geleden voor het eerst gezongen - op een iets eenvoudiger melodie. Er was zelfs nog geen oud liedboek. Maar voor mij zelf is het een lied geweest dat mij nooit heeft losgelaten Ga in het schip zegt Gij, steek van het strand. Vaar tegen wind en tij, vaar naar de overkant wacht daar op Mij Ik ben het, zegt Gij dan. Kom maar met Mij mee naar de overkant. Wees maar niet bang, zegt Gij, hier is mijn hand. Zo is je leven. Koers gezet naar de overkant. Want dáár wacht Iemand op je. Soms tegen wind en tij. - En de meeste tegenwind zit vaak in jezelf - Maar je zúlt er aankomen - een behouden aankomst. Dát is Evangelie... via het volk Israël, bevestigd door Jezus, de ZOON, doorgegeven door de leerlingen - alle tijden door. Copyright Protestantse Gemeente te Zuidland - www.kerkeninzuidland.nl 4 / 5
Jezus komt in onze nood. Hij zal ons leiden, niet alleen naar de vérre toekomst. Ja, ook dat geloven we meestal wel. Maar ook in de nabije toekomst. Ook door de handen van anderen, die zeggen: Hier, in Jezus Naam. En door die ervaringen - in zomertijd, maar ook vanmorgen in de regen. Aan zee - ja, ga toch maar óf in de bossen of de polder... Door die ervaringen van nabijheid - ondanks alles, ondanks onszelf - mogen we de naam van Jezus prijzen: Hij is het weer! Kom mee naar de overkant! Hier is Mijn hand! Amen. Copyright Protestantse Gemeente te Zuidland - www.kerkeninzuidland.nl 5 / 5