Vleermuisonderzoek in het kader van de voorgenomen ontwikkeling van het Vromanshof in Loon op Zand

Vergelijkbare documenten
Aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels op drie locaties in het centrum van Berkel en Rodenrijs

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Nader onderzoek Vleermuizen en Steenmarter Ellertshaar 6 (gemeente Borger Odoorn)

Resultaten vleermuisonderzoek Huutgraaf te Beuningen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Notitie flora en fauna

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek Vleermuizen Sportpark Middelweide

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Vleermuizenonderzoek Heemse Rabobank te Hardenberg

Resultaten vleermuis- en huismussenonderzoek in een woonwijk in Zuidlaren

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Vleermuisonderzoek Kildijk

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Geachte mijnheer Eggenhuizen,

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Vleermuisonderzoek. Heideweg 52 Soest. In het kader van de Wet natuurbescherming

BM-RAPPORT Vleermuisonderzoek. Veenendaal Industrielaan. M.W. van den Hoorn, 5 oktober 2011.

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Tabel 1. Overzicht veldbezoeken, onderzochte soorten en weersomstandigheden. Onderzoekers: EC = Eric Claassen, LH = Lone Hulsen

Hierbij ontvangt u het briefrapport inzake de inventarisatie van vleermuizen in het projectgebied Almere hout te Almere.

Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

: Holdingmaatschappij D. v.d. Plas BV : dhr. D. van der Plas jr. : Steenbakkerstraat 2 : 2222 AT Katwijk

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Vleermuisonderzoek. Het Nardusboer 215 te Oldenzaal. In het kader van de Wet natuurbescherming

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Vleermuisonderzoek. Monnickendam

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

Notitie. Aanvullend faunaonderzoek locatie Brusselse Poort te Maastricht

Opdrachtgever: Gemeente Hardenberg projectnummer:

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Buro Maerlant. Bakel Auerschootseweg. Nader onderzoek vleermuizen en huismus BM-NOTITIE 2014

BM-RAPPORT Onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluw en huismus. T.P. Molenaar en L. Boon, 30 september DEFINITIEF

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

SCHOLEN LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en naar de functie van de omgeving voor vleermuizen

Vleermuisonderzoek Molukse Wijk, Tiel

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Onderzoek boombewonende vleermuizen herontwikkeling Meer en Bosch te Heemstede. 4 september Concept

Vleermuisonderzoek Schuttersbosch Eindhoven

ASSCHATTERWEG LEUSDEN. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van de omgeving voor vleermuizen

Onderzoek vleermuizen

Aanvullend onderzoek naar vleermuizen en vogels met een vaste verblijfplaats ten behoeve van het Centrumplan te Den Hoorn

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t

(O, Omgevingsdienst regio Utrecht

Vleermuizenonderzoek MFA Borger

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

Nader onderzoek beschermde soorten Bossingschaaf 20, Zaandam

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Vleermuizen & vogels Pr. Steynstraat e.o. te Velsen

Vleermuizen in bestemmingsplangebied Nieuwendam-Noord gegevens van onderzoek in de periode

Nader onderzoek beschermde soorten Mozartstraat 1 t/m 15 (oneven), Elst

Bijlage 2 Ecologisch onderzoek vleermuizen en planten

Vleermuisonderzoek Geuzenveld-Slotermeer R.M. Koelman

Oriënterend vleermuizenonderzoek Harderwijk, Sporthal de Sypel

Vleermuisonderzoek Gorinchem

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Onderzoek vleermuizen

Vleermuizen in de Hoge hof (Biesbosch)

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

Natuurwaarden onderzoek de Hallen

Rapport vleermuisonderzoek Voormalige boomkwekerij Kuijer BAARN

AANVULLEND ECOLOGISCH VELDONDERZOEK PLANGEBIED 'HOOIVORK II' TE DE MOER GEMEENTE LOON OP ZAND

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Nader onderzoek beschermde soorten De Slinger 3, Houten ( )

Vleermuizen rond verzorgingstehuis Ruijschenbergh, Gemert

Antea Group T.a.v.: Dhr. E. Riphagen Projectleider Water Postbus AA ALMERE

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Vleermuizen MOB Ulicoten Onderzoek naar het gebruik van MOB complex Ulicoten door vleermuizen

Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van de gemeente Wijchen. Vleermuisonderzoek Cultureel Centrum t Mozaïek, Wijchen

VLEERMUIZEN ONDERZOEK HELLEVOETSLUIS 2008

Vleermuisonderzoek De Molenhof te Havelte.

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

PLANGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING

Aanvullend onderzoek naar de Rugstreeppad (Epidalea calamita) in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs

Vleermuisonderzoek RWZI Zuidoostbeemster

Vleermuizen- en vogelonderzoek Zandweg Leidsche Rijn

AANVULLEND VLEERMUIZENONDERZOEK HAZELAARSTRAAT 18 TE SINT WILLEBRORD GEMEENTE RUCPHEN

Nader onderzoek vleermuizen en huismussen. Bedrijvenpark de Hoogt, Loon op Zand

VOSSEVELD SOEST. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen en de functie van gebouwen, bomen en omgeving voor vleermuizen

Vleermuisinventarisatie De Annenborch, Rosmalen

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Vleermuis onderzoek Vervangende nieuwbouw Bredius Amsterdam

Soortgericht onderzoek

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

VLEERMUIZENONDERZOEK KAMPWEG 11 NIJBROEK. Adviseur Henk Jansen I versie 1.1

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

Transcriptie:

Vleermuisonderzoek in het kader van de voorgenomen ontwikkeling van het Vromanshof in Loon op Zand Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

Vleermuisonderzoek in het kader van de voorgenomen ontwikkeling van het Vromanshof in Loon op Zand Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

Vleermuisonderzoek in het kader van de voorgenomen ontwikkeling van het Vromanshof in Loon op Zand Opdrachtgever: Familie Vromans Uitvoering: Natuur-Wetenschappelijk Centrum Veldwerk: Tamar Braaksma, Manuela Dubbeldam, Vivian Maas, Marielle Oomen, Sanne Westbroek Samenstelling: Vivian Maas Foto voorpagina: Toekomstige situatie binnen het plangebied Vleermuisonderzoek in het kader van de voorgenomen ontwikkeling van het Vromanshof in Loon op Zand [Samenst.: Maas, V]. Met lit. opg., Dordrecht: Strix/ NWC. Trefw.: Flora- en faunawet, vleermuizen, Vromanshof, Hoge Steenweg, Loon op Zand W1190/ P16-044 Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, door middel van; druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of de opdrachtgever. Dordrecht, september 2016

Inhoud 1 Inleiding 5 2 Gebiedsbeschrijving 7 3 Methode 9 4 Resultaten 11 5 Effecten, verplichtingen en aanbevelingen 13 Referenties Bijlagen: Bijlage 1: Vleermuizen, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet

1. Inleiding De familie Vromans heeft plannen om op een locatie aan de Hoge Steenweg in Loon op Zand nieuwbouw te realiseren. Uitgangspunt hierbij is het levensloopbestendig wonen waarbij de bewoners voor elkaar zorgen en zo langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Om deze plannen te kunnen verwezenlijken wordt een groot deel van de bestaande bebouwing binnen het plangebied gesloopt en zal er sanering van de bodem plaatsvinden. In het kader van de natuurwetgeving (Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en Natuurnetwerk Nederland) dient bij ruimtelijke ingrepen onderzoek gedaan te worden naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden en dient een beoordeling plaats te vinden van de mogelijke negatieve effecten van de plannen op deze waarden. In juli 2014 is door een andere partij reeds een dergelijk natuurwaardenonderzoek uitgevoerd in het plangebied aan de Hoge Steenweg in Loon op Zand (Flora- en faunaonderzoek in het kader van de realisatie van nieuwbouwproject Vromanshof in Loon op Zand, 2014). Hieruit kwam naar voren dat de huidige bebouwing binnen het plangebied geschikt is als verblijfplaats voor vleermuizen. Alle vleermuissoorten worden strikt beschermd door de Flora- en faunawet en ook de vaste verblijfplaatsen van deze soorten zijn jaarrond beschermd. Hierdoor is er, bij ruimtelijke ingrepen, een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist wanneer vaste verblijfplaatsen aangetast, vernield en/of verstoord zullen worden of wanneer individuen van de soorten verwond of gedood zullen worden. Het is daarom noodzakelijk om middels aanvullend onderzoek de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen vast te stellen dan wel uit te kunnen sluiten. De familie Vromans heeft het NWC opdracht gegeven om het benodigde aanvullende onderzoek naar vleermuizen uit te voeren. 5

Figuur 1: Begrenzing plangebied aan de Hoge Steenweg 62 in Loon op Zand (rood omlijnd) 6

2. Gebiedsbeschrijving Het plangebied ligt aan de Hoge Steenweg 62 in Loon op Zand (provincie Noord- Brabant) ten zuidoosten van Kaatsheuvel en ten noorden van Tilburg. In het noorden wordt het plangebied begrensd door een aantal woonkavels die aan de Salm- Salmstraat liggen, in het oosten door woningen en bijbehorende tuinen aan de Willibrordusstraat en in het zuiden door het woonkavel aan de Hoge Steenweg 56. In het westen vormen de Hoge Steenweg en het woonkavel aan de Hoge Steenweg 58 de grens (figuur 1 op de vorige pagina). Voorheen was op de locatie een leerlooierij en klompenmakerij gevestigd. De voormalige bedrijfsbebouwing is nog aanwezig binnen het plangebied en bestaat uit een aantal hallen/loodsen die momenteel voornamelijk gebruikt worden als opslagruimte (foto 1, 2 en 3). De hallen/loodsen zijn opgetrokken uit baksteen en golfplaten en beschikken, op één na, over een plat dak (foto 4). Het dak van de hal/loods zonder plat dak is bedekt met golfplaten. Foto 1: hallen/loodsen gezien vanaf Hoge Steenweg Foto 2: deel van de hallen richting Hoge Steenweg Foto 3: bebouwing in gebruik als opslagruimte Foto 4: zicht op platte daken hallen/loodsen 7

Het merendeel van de bestaande bedrijfsbebouwing verkeert in een verwaarloosde staat: op plekken zijn de daken lek, de houten boeiborden raken los, veel muren vertonen scheuren en rondom de hallen/loodsen is een verwilderde begroeiing van onder andere jonge berk, biggenkruid, brandnetels en stinkende gouwe aanwezig. 8

3. Methode Vleermuizen gebruiken het landschap gedurende het jaar op verschillende manieren: in verschillende perioden van het jaar maken ze gebruik van kraamplaatsen, zomerverblijfplaatsen, paarverblijven, winterverblijfplaatsen en jachtgebied. Daarnaast gebruiken ze landschapselementen, zoals bomenrijen en watergangen als vliegroute. Het meest recente vleermuisprotocol (maart 2013) dat door onder andere de Zoogdiervereniging en de gegevensautoriteit GaN is opgesteld, stelt daarom dat tenminste vier inventarisatiemomenten, verspreid over de periode half mei - begin oktober, nodig zijn om de verschillende functies die de aanwezige bebouwing mogelijk voor vleermuizen vervult zo goed mogelijk te inventariseren (bijlage 1). Uit het verkennende onderzoek dat in 2014 is uitgevoerd, bleek dat de bomen binnen het plangebied niet over geschikte holtes en andere openingen beschikken die door vleermuizen gebruikt kunnen worden als verblijfplaats. Om deze reden ontstaan er geen nadelige gevolgen voor verblijfplaatsen in bomen en bestond er geen noodzaak om de functie van de bomen voor vleermuizen nader te onderzoeken. Tijdens het onderzoek bleek echter dat de te slopen bebouwing wel geschikt is als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Nader onderzoek naar de functie van de bebouwing voor vleermuizen was daarom nodig. Het aanvullende onderzoek naar vleermuizen op de locatie aan de Hoge Steenweg in Loon op Zand is geheel volgens het vleermuisprotocol uitgevoerd: twee inventarisaties hebben in de kraam/zomerperiode (half mei - half juli) plaatsgevonden en ook in de zomer/paarperiode (half augustus - begin oktober) hebben twee inventarisaties plaatsgevonden. De inventarisaties zijn uitgevoerd op 31 mei, 28 juni, 18 augustus en 12 september 2016. De weersomstandigheden (temperatuur, neerslag en windkracht) op deze dagen, de start- en eindtijden van de vleermuisinventarisaties, de tijd van zonsondergang/zonsopkomst (ZO) en het aantal waarnemers per veldbezoek, worden vermeld in onderstaande tabel. Tabel 1: Weersomstandigheden, start- en eindtijd en aantal waarnemers per veldbezoek Datum Temp. (ºC) Neerslag Wind (Bft) Start Eind ZO # Waarnemers 31/05/ 16 19 Droog 0 21:20 23:20 21:50 2 28/06/ 16 11 Droog 1 04:15 06:00 05:25 2 18/08/ 16 20 Droog 1 20:55 22:55 20:58 2 12/09/ 16 23 Droog 0 20:00 21:55 20:02 2 De gegevens over de weersomstandigheden zijn door de veldmedewerkers terplekke gemeten of ingeschat. 9

Drie van de vier inventarisaties zijn in de avond en nacht uitgevoerd. Eén inventarisatie heeft in de vroege ochtend plaatsgevonden om eventueel zwermgedrag waar te kunnen nemen. De inventarisaties zijn telkens door twee personen uitgevoerd waarbij zoveel mogelijk van de bebouwing overzien werd. Tijdens de bezoeken is vooral gelet op uitvliegende, invliegende en/of zwermende vleermuizen en op vleermuizen die al rond zonsondergang actief waren. Wanneer een vleermuis rond zonsondergang wordt waargenomen, kan dit namelijk op de aanwezigheid van een verblijfplaats duiden. Dit omdat de meeste vleermuissoorten rond zonsondergang hun verblijfplaats verlaten en dan naar hun foerageergebieden vliegen. Vleermuizen die rond zonsondergang bij het te onderzoeken object worden waargenomen, hebben nog geen grote afstand af kunnen leggen, waaruit opgemaakt kan worden dat zij mogelijk in het object een verblijfplaats hebben. Tijdens de inventarisaties in de paarperiode is tevens gelet op vleermuizen die sociale geluiden (waaronder paarroepjes) uitstoten en die paargedrag vertonen. Dergelijke geluiden en gedrag kunnen duiden op de aanwezigheid van een paarverblijfplaats. Onderzoek naar winterverblijfplaatsen is niet goed uit te voeren. Bij aanwezigheid van vleermuisverblijfplaatsen in het najaar (einde paarseizoen) moet er daarom zekerheidshalve vanuit worden gegaan dat het gebouw ook dienst doet als winterverblijfplaats. Tijdens de vier veldbezoeken is gebruikgemaakt van heterodyne batdetectors (type Pettersson D-100). Met behulp van deze batdetectors zijn de waargenomen vleermuissoorten op naam gebracht. 10

4. Resultaten Er zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen in de bebouwing aan de Hoge Steenweg 62 in Loon op Zand. Er zijn vier verschillende vleermuissoorten waargenomen: de Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), de Laatvlieger (Eptesicus serotinus), de Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) en de Rosse vleermuis (Nyctalus noctula). Opvallend is dat er in het algemeen slechts weinig activiteit van vleermuizen werd waargenomen en dat op 18 augustus en 12 september (in het paarseizoen) weinig werfroepjes van vleermuizen zijn gehoord. Deze werfroepjes worden uitgestoten door mannelijke vleermuizen om vrouwtjes naar hun paarverblijf te lokken en om hun territorium af te bakenen. Dat er zo weinig werfroepjes gehoord zijn, steunt de bewering dat er geen verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn binnen het plangebied. Bij veel en constant roepen is de kans namelijk groot dat er ergens in de directe omgeving een paarverblijfplaats aanwezig is. Wel is tijdens de eerste inventarisatie op 31 mei al snel na zonsondergang een waarneming van een Gewone dwergvleermuis gedaan: twee minuten na zonsondergang werd één Gewone dwergvleermuis passerend vanuit oostelijke richting waargenomen. Er kan echter met zekerheid gesteld worden dat deze vleermuis niet uit de te slopen bebouwing kwam, maar van elders. Tijdens iedere telling zijn in het hele plangebied kleine aantallen van de Gewone dwergvleermuis jagend en passerend waargenomen. Geen van de vleermuizen bleef echter lange tijd aanwezig in het plangebied. De Rosse vleermuis en de Laatvlieger zijn bij iedere avondtelling waargenomen. Deze soorten passeerden het plangebied alleen. De Rosse vleermuis heeft daarnaast alleen verblijfplaatsen in bomen, waardoor de aanwezigheid van een verblijfplaats van deze soort in het plangebied uitgesloten kan worden. Alle rosse vleermuizen kwamen ook vanuit westelijke richting waar de natuurgebieden Loonse en Drunense Duinen en Huis ter Heide liggen. Vermoedelijk hebben de vleermuizen daar hun verblijfplaatsen. De Gewone grootoorvleermuis is tijdens de laatste telling voor korte tijd foeragerend waargenomen. Het plangebied zelf heeft geen belangrijke waarde als jachtgebied of onderdeel van een vliegroute: geen van de vleermuizen foerageerde voor langere tijd achter elkaar binnen het plangebied en in de directe omgeving zijn voldoende alternatieve foerageergebieden aanwezig (in de vorm van de tuinen van omliggende woningen). Daarnaast zijn tijdens de veldbezoeken geen aanwijzingen gevonden waaruit blijkt dat bomen binnen het plangebied deel uitmaken van een vliegroute. Bovendien wordt het plangebied in de toekomstige situatie geschikter voor vleermuizen als foerageergebied doordat er meer groen in de vorm van tuinen gerealiseerd gaat worden. 11

Tabel 2 hieronder geeft een overzicht van de waarnemingen die tijdens de vier veldbezoeken gedaan zijn. Tabel 2: Vleermuiswaarnemingen Hoge Steenweg, Loon op Zand Datum Waargenomen soorten Aantallen en gedrag 31/05/2016 28/06/2016 18/08/2016 12/09/2016 Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Rosse vleermuis Gewone dwergvleermuis Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Rosse vleermuis Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Rosse vleermuis Gewone grootoorvleermuis - één individu passerend aan noordzijde plangebied. Niet bekend vanuit welke richting - enkele (1-4) individuen passerend vanuit oostelijke richting - één individu korte tijd foeragerend tussen bebouwing binnen plangebied - één individu passerend vanuit oostelijke richting - één individu passerend aan noordzijde plangebied. Niet bekend vanuit welke richting - één individu passerend vanuit westelijke richting. Hoog overvliegend - één individu passerend vanuit noordelijke richting - één individu korte tijd foeragerend tussen bebouwing binnen plangebied - enkele (1-4) individuen passerend vanuit oostelijke richting - twee individuen passerend vanuit westelijke richting - één individu passerend vanuit westelijke richting. Hoog overvliegend - één individu passerend vanuit zuidelijke richting - één individu passerend vanuit oostelijke richting - één individu passerend vanuit westelijke richting - twee individuen korte tijd foeragerend tussen bebouwing binnen plangebied 12

5. Effecten, verplichtingen en aanbevelingen Uit de inventarisaties blijkt dat er geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn in de te slopen bebouwing aan de Hoge Steenweg 62 in Loon op Zand. Bij de sloop van deze gebouwen zullen daarom geen verblijfplaatsen van vleermuizen aangetast, vernield en/of verstoord worden en zullen er ook geen individuen verstoord, verwond of gedood worden, waardoor overtreding van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet niet aan de orde is. Daarnaast kan afgeleid worden dat het plangebied (deels) door vleermuizen gebruikt wordt om te foerageren. De aantallen vleermuizen die waargenomen zijn, zijn echter klein en in de directe omgeving zijn voldoende alternatieve en geschikte foerageergebieden aanwezig, zoals de tuinen van de woningen rondom het plangebied. Op basis van de waarnemingen uit het vleermuisonderzoek kan ook gesteld worden dat er geen vliegroutes aanwezig zijn binnen of in de directe omgeving van het plangebied: er zijn kleine aantallen vleermuizen waargenomen die allen vanuit verschillende richtingen aan kwamen vliegen en hierbij geen gebruikmaakten van de begroeiing binnen het plangebied. Om deze redenen zullen er, ten aanzien van vleermuizen, geen overtredingen van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet plaatsvinden en zijn geen ontheffing of maatregelen nodig. Wel wordt aangeraden om zoveel mogelijk groen (in de vorm van bomenrijen en grasveldjes) binnen het plangebied te behouden of in de nieuwe situatie terug te brengen. Daarnaast is het raadzaam om in de nieuwe situatie zo min mogelijk verlichting te gebruiken of om maatregelen te nemen waardoor (licht)- verstoring van de dieren zoveel mogelijk voorkomen wordt. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van amberkleurige verlichting en lichtbronnen die naar beneden gericht zijn. 13

14

Referenties Soons, P.J.A., Huber, M & D. van der Meijden, 1999-nu, Flora- en Faunawet bewerking en toelichting. Band 1-5 Koninklijke Vermande, Den Haag 15

Bijlage 1: Vleermuizen, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet Vleermuizen en hun leefgebied zijn beschermd door de Flora- en faunawet. In geval van een ruimtelijke ingreep moet ruim van tevoren bekeken worden of deze ingreep nadelige invloed kan hebben op vleermuizen en hoe hiermee omgegaan moet worden. Verblijfplaatsen Vleermuizen maken het hele jaar door gebruik van verschillende verblijfplaatsen (o.a. in bomen en gebouwen). Grofweg zijn vleermuisverblijfplaatsen op te delen in winterverblijfplaats (waar overwinterd wordt), dagkwartieren (waar de mannetjes in de kraamkolonieperiode overdag zitten, alleen of in kleine groepjes), kraamkolonies (vrouwtjes en hun jongen, vaak in grote groepen), paarverblijven (waar gepaard wordt, vaak in het najaar, soms gelijk aan de winterverblijfplaats) en tussenkwartieren (gebruikt in de periode tussen overwinteren en de zomerperiode in). Per type verblijfplaats gebruiken vleermuizen vaak meerdere verblijven waar tussen gewisseld wordt, bijvoorbeeld wanneer elders het klimaat geschikter is of om aan parasieten te ontkomen. Vleermuizen zijn wel zeer honkvast wat betreft de diverse verblijven die ze gebruiken. Dit betekent dat hun verblijven belangrijk zijn voor instandhouding van de populatie en dat deze daarom beschermd worden door de Flora- en faunawet. Sinds mei 2009 is het Vleermuisprotocol vastgesteld. Dit is opgesteld door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging VZZ in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN). Het protocol dient als leidraad voor het bepalen hoe en hoe vaak geïnventariseerd moet worden om te voldoen aan de Flora- en faunawet. In maart 2013 is het protocol aangepast. Let op: voor het bepalen of een gebouw of een potentieel geschikte boom van belang is als vleermuisverblijfplaats, is over het algemeen een relatief langlopend onderzoek nodig (van april t/m september/oktober) en zijn gemiddeld 4 bezoeken nodig. Bij het verdwijnen van een verblijfplaats dient een ontheffing aangevraagd te worden bij het Ministerie van Economische Zaken (Dienst Regelingen). Onderdeel van deze ontheffingsaanvraag is een activiteitenplan waarin maatregelen beschreven staan die genomen worden om de nadelige effecten, als gevolg van de voorgenomen plannen, op vleermuizen zoveel mogelijk te voorkomen/verminderen. De te nemen maatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het aanbieden van inpandige voorzieningen in nieuwbouw, zodat deze geschikt is voor vleermuizen om in te verblijven. Jachtgebied en vliegroutes Naast verblijfplaatsen bestaat het leefgebied van vleermuizen uit foerageergebied en vliegroutes (vaak bomenrijen of waterlopen). Deze zijn ook beschermd als zij van significant belang zijn. Zij gelden als significant belangrijk indien bij aantasting de functionaliteit van de verblijfplaats(en) in het geding komt. Is dat het geval, dan zijn maatregelen nodig die dit voorkomen, anders is een ontheffing nodig. Ook hier geldt dat deze alleen verstrekt wordt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.

Soortenstandaards Voor een aantal beschermde soorten, waaronder een aantal vleermuissoorten, heeft het Ministerie soortenstandaards opgesteld. Deze standaards bevatten informatie over de betreffende beschermde soort en zijn leefomgeving, regels en hun toepassing, onderzoek en mogelijke maatregelen. De informatie is per soort gespecificeerd naar veel voorkomende activiteiten zoals slopen van gebouwen en kappen van bomen. Zie www.drloket.nl