Raadsvoorstel. 375 Dienst. Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Commissie. Welzijn, Onderwijs en Cultuur Datum. 11 december 2001 Betreft

Vergelijkbare documenten
Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van de Verordening kinderopvang

Betreft cie MO: Voorstel tot wijziging van de Verordening Kinderopvang 2000.

I^SCAND^ CXe. adres: SEssc. l beleidsvoorstel D hamerstuk D Kabinet. Datum 12 mei 2003 Dienst Onderwijs & Welzijn

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Gemeenteraad 2 maart 2010 Gemeenteblad

Verordening kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Heemskerk

Raadsvoorstel. Dit voorstel is behandeld in de commissie voor Algemene Bestuurszaken en Middelen.

Inspectierapport. Gastouderbureau OOK (GOB) Boterdijk NG De Kwakel Registratienummer:

Voorstel Overgaan tot vaststelling van de voorliggende Verordening Wet kinderopvang.

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid J.E. Labuche. sv RIS Regnr. BOW/ Den Haag, 21 december 2004

Handreiking bij aanvraag tot exploitatie van KDV of BSO

Artikelgewijze toelichting

Inspectierapport. KindKoers B.V. (BSO) Dreef 7A 1431 WC Aalsmeer Registratienummer:

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid J.E. Labuche. sv RIS121702_09-nov-2004 Regnr.BOW/ Den Haag, 9 november 2004

Inspectierapport Steenvoorde, locatie Kiezel (BSO) Dr Poelslaan VD RIJSWIJK ZH Registratienummer

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Zeist 2011

Raadsvoorstel. Commissie Welzijn, Onderwijs en Cultuur. Nummer 53 Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Welzijn, Onderwijs en Cultuur.

Raadsvoorstel AANLEIDING

Raadsvoorstel. Bijlage(n) Samenvatting. Voorstel

Raadsvoorstel 2003/ 235

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Eindhoven 2011

Raadsvoorstel 2003/434

Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Den Haag 2006

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 28 januari 2014 KNDK/2013/

Kinderverblijf Het Strand. Organisatie: 1e locatie Burgemeester Amersfoordtlaan DM Badhoevedorp

Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente

Raadsvoorstel 2004/30

De Verordening Wet inburgering gemeente Boxtel 2010 gewijzigd vast te stellen en met terugwerkende kracht in te voeren per 1 januari 2013.

Inspectierapport Kinderdagverblijf/BSO Okidoki (Mahonie) te Dordrecht

Stimulans kwaliteit BPV kinderopvang Amsterdam

Inspectierapport Chr. kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Wageningseberg GR Amersfoort Registratienummer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raadsvoorstel. Bijlage(n) Samenvatting

Inspectierapport Nader Onderzoek. Gastouderbureau Maat

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 februari 2012

Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen met de inflatiecorrectie van 1,5%. 221,52 224,88. Voorstel

Raadsvoorstel. Planontwikkeling eiland 5

VERORDENING RUIMTE- EN INRICHTINGSEISEN PEUTERSPEELZALEN HELMOND 2012

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van xxx, nr. WJZ/ xxx, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Beleidsnotitie Toezicht & handhaving wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 1997, nr. JWH/96-266a;

Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Achtkarspelen

Datum Agendapunt Nummer. 22 mei R06S003. Wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Zeewolde 2009

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Voorgesteld besluit de Verordening Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Wijk bij Duurstede 2012 wordt vastgesteld.

Onderwerp Wet Stimulering arbeidsparticipatie (Wet Stap) - Wijziging Reïntegratieverordening WWB

Voorgesteld besluit De Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Emmen vast te stellen.

Voorstel Een verordening vast te stellen tot wijziging van de verordening leerlingenvervoer gemeente Noordenveld 2009.

Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul; nr. verordening en beleidsregel Kinderopvang,

Handhavingsbeleid kwaliteit Kinderopvang Gemeente De Bilt 2013

REGLEMENT LEERLINGBOUWPLAATSSUBSIDIE

Voorstelnummer: Houten, 25 maart 2014

Inspectierapport Gastouderbureau Het Kuikentje (GOB) Welsumerlaan PL Barneveld Registratienummer

Inspectierapport Roodkapje R. Kales (GOB) Grote Boterbloem LL VELSERBROEK

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

REGLEMENT OVERGANGSREGELING TEGEMOETKOMINGEN

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

B&W.nr , d.d. 6 september Vaststellen concept verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Leiden 2011 voor de inspraak

Nota van B&W. Met deze nota stellen wij het handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang vast.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Datum: 16 december 2014 Nummer: Onderwerp: Aanwijzings- en delegatiebesluit Omgevingsvergunning gemeente Dinkelland

Inspectierapport De Notedop - Beukenoot (KDV) Peppelkade AK HOUTEN Registratienummer

Inspectierapport BSO de Cocon (BSO) 't Hooft KB KLUNDERT Registratienummer

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen ten aanzien van de kwaliteit van peuterspeelzalen;

Inspectierapport Solo Bambini (GOB) Heuvelstraat AP ALPHEN NB Registratienummer:

B en W. nr d,.d Onderwerp Vaststellen jaarverslag Wet kinderopvang 2011

Raadsvoorstel. Geachte raad, Samenvatting: Wijziging Verordening jeugdhulp gemeente Renswoude 2015

003. Verordening advisering planschade

Onderwerp: Verordening inrichting gemeentelijke antidiscriminatievoorziening gemeente Emmen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2011, 11JOS25310; raadsstuk ;

Onderwerp Vaststellen Verordening basisregistratie personen Tytsjerksteradiel 2014

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

Inspectierapport Grote Vriendelijke Reus Gouwzee (BSO) Wilhelminalaan CW MONNICKENDAM Registratienummer:

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

wetten.nl - Regeling - Subsidieregeling stageplaatsen zorg II - BWBR

Verordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal De raad van de gemeente Bloemendaal;

X X X B. en W. d.d. 16 augustus 2016 Nr. 10B

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

Inspectie in kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

Inspectierapport De Wipwap (KDV) Kolhornseweg RS Hilversum Registratienummer

Onderwerp : Tweede verordening tot wijziging van de Legesverordening 2014

Raadsvoorstel Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Weststellingwerf 2015.

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

Inspectierapport. Kindercentrum Moeders Schoot B.V. (BSO) Dr. H.Colijnstraat CE AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Belle Fleur (KDV) Vijverstraat AT PRINSENBEEK Registratienummer

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

categorie agendanr. Stuknr. Raad B. en W RA B 4 17/419

Transcriptie:

Raadsvoorstel Nummer 375 Dienst Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Commissie Welzijn, Onderwijs en Cultuur Datum 11 december 2001 Betreft Vaststellen van de verordening kinderopvang Haarlemmermeer 2002 Bijlage(n) Geen Samenvatting De raad van de gemeente Haarlemmermeer heeft in de openbare vergadering van 19 december 1996 de verordening kinderopvang Haarlemmermeer 1997 vastgesteld. Op 1 januari 2003 zal de nieuwe wet basisvoorziening Kinderopvang (Wbk) in werking treden. Deze wet zal veranderingen brengen op de volgende aandachtsgebieden; kwaliteit, toezicht, financiering, handhaving en sanctionering. Dit raadsvoorstel doet u vooruitlopend op de vaststelling van deze wet een voorstel met betrekking tot de kwaliteit in de kinderopvang. Het gaat hierbij om de deskundigheidseisen aan de functionarissen. Hiertoe dient de verordening kinderopvang te worden aangepast. Voorstel De Vereniging van Nederlandse Gemeenten stelt de gemeenten voor om de verordening op dit punt aan te passen en heeft aangegeven op welke wijze dat kan. De aanwijzingen van de VNG zijn in het raadsvoorstel gevolgd. Het raadsvoorstel geeft aan op welke wijze de verordening wijzigt. In de verordening kinderopvang is een functionaris als volgt gedefinieerd: Een in een kindercentrum (of gastouderbureau) werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor de kinderopvang geldende CAO en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt. Het daadwerkelijke beschikken over de benodigde opleiding is daarin een belangrijk uitgangspunt. Hierin gaat de verordening verder dan de eisen die in de kinderopvang geldende CAO worden gesteld (de CAO Kinderopvang en niet meer de CAO Welzijn) en in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang. Volgens de CAO Kinderopvang is het namelijk ook mogelijk dat iemand die nog in opleiding is als functionaris aan te stellen. Het ministerie van VWS sluit zich bij dat standpunt aan. Sinds het opstellen van de modelverordening heeft zich in de kinderopvang een aantal ontwikkelingen voorgedaan die ervoor pleiten om ruimer met het door de VNG gehanteerde uitgangspunt om te gaan. Ten eerste is er in 1999 een start gemaakt met een traject waarin de combinatie van werken en leren centraal staat, de zogenaamde beroepsbegeleidende leerweg (BBL), in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. In het project Werken en leren in de kinderopvang hebben 16 pilot-organisaties beleid ontwikkeld en de randvoorwaarden benoemd om de BBL-route succesvol te laten verlopen, met (zo veel mogelijk) behoud van kwaliteit. CAO-partijen zijn overeengekomen dat leerlingen die deze leerweg volgen in het eerste en tweede leerjaar, afhankelijk van de beoordeling, 0 tot 100% formatief inzetbaar zijn en vanaf het derde jaar volledig formatief inzetbaar. De mate van inzetbaarheid in het eerste en tweede leerjaar wordt na overleg met de praktijkopleider en de opleidingsbegeleider bepaald en is dus per individu verschillend. Ten tweede is het, net als in veel andere sectoren, steeds moeilijker om personeel voor de kinderopvang te vinden, waardoor gezocht wordt naar manieren om nieuw personeel voor de sector te interesseren. Commissie Welzijn, Onderwijs en Cultuur

Volgvel 2 Deze twee ontwikkelingen resulteren erin dat wij van mening zijn, dat het onder voorwaarden mogelijk moet zijn om functionarissen aan te stellen die nog niet over een afgeronde opleiding beschikken, maar nog bezig zijn deze te volgen. Omdat steeds de kwaliteit van de kinderopvang voorop moet blijven staan, adviseren wij hier nadrukkelijk om alleen onder voorwaarden het formatief inzetten van BBL-leerlingen mogelijk te maken. Dit ook om te voorkomen dat hiermee een mogelijkheid wordt geschapen om financieel voordeel uit de inzet van BBL-leerlingen te behalen (deze worden namelijk lager ingeschaald dan degenen die over een afgeronde opleiding beschikken), terwijl het eigenlijke doel is om zonder te veel in te boeten aan kwaliteit toch een bijdrage te leveren aan het oplossen van het personeelsprobleem. Hieronder worden bovenstaande overwegingen in een tekstvoorstel gevat. In het tekstvoorstel voor de bijbehorende toelichting worden de voorwaarden waaronder de inzet van BBLleerlingen mogelijk is, nader uitgewerkt. Door deze tekstvoorstellen in de gemeentelijke verordening over te nemen, wordt het mogelijk om, onder voorwaarden, BBL-leerlingen formatief in de kinderopvang in te zetten. Hiervoor het volgende tekstvoorstel voor artikel l.lid j (de cursieve tekst is nieuw): functionaris: 1. a. in een kindercentrum werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor kinderopvang geldende CAO en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt; b. in een kindercentrum werkzame persoon van minimaal 18 jaar oud die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, onder de voorwaarden dat het kindercentrum een erkend leerbedrijf is, beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid en de betreffende persoon op een adequate manier begeleidt; 2. in een gastouderbureau werkzame persoon, belast met de bemiddeling van gastouderopvang, die voor zijn werkzaamheden de op grond van de voor de kinderopvang geldende CAO benodigde opleiding heeft. Deze wijziging in artikel 1. j leidt vervolgens weer tot de volgende aanvulling in de artikelsgewijze toelichting op artikel 1. j (wederom is de cursieve tekst nieuw). De definitie uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang is aangescherpt. Functionarissen onderscheiden zich van begeleiders doordat zij voldoen aan bepaalde opleidingseisen. De meeste functionarissen zullen een arbeidsovereenkomst hebben op grond van de CAO Kinderopvang. Daarin is aangegeven welk opleidingsniveau bij een bepaalde functie hoort. Door de aanscherping van de definitie behoren stagiaires en groepshulpen met een ID-baan niet tot de functionarissen, maar tot de begeleiders. In onderdeel l b van het artikel wordt een uitzondering gemaakt op de algemene regel dat functionarissen aan de opleidingseisen moeten voldoen. Ook de in een kindercentrum - werkzame persoon die de beroepsbegeleidende leerweg volgt (en dus nog niet over een afgeronde opleiding beschikt), kan gezien worden als een functionaris in de zin van deze verordening. Dit kan echter alleen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan. 1. Voorwaarden met betrekking tot de structuur van de instelling voor kinderopvang: - Het kindercentrum voldoet aan de door de OVDB vastgestelde regeling voor de erkenning van leerbedrijven. - Het kindercentrum beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid waarin de opleidingsplaatsen zijn aangegeven en heeft inzichtelijk wie op welke positie een

Volgvel 3 opleidingsplaats bezet, wie vanuit welke functie als praktijkopleider en wie als opleidingsbegeleider fungeert. Onder praktijkopleider wordt verstaan degene die met succes de OVDB-opleiding tot praktijkopleider heeft gevolgd of voornemens is hier binnen een halfjaar mee te starten. De opleidingsbegeleider is degene die de leerling vanuit de onderwijsinstelling begeleidt. - Er is sprake van adequate begeleiding van de BBL-leerling. Het kindercentrum draagt er zorg voor dat de BBL-leerling altijd tezamen met een functionaris wordt ingezet, die na een afgeronde opleiding ten minste twee jaar ervaring heeft als gekwalificeerd groepsleider. Deze functionaris is in de groep aanwezig als de leerling in de groep werkt en heeft tijd ter beschikking voor reflectie en rapportage met en over de leerling in het kader van de opleiding, naast de eigen taken als functionaris in en buiten de groep. 2. Voorwaarden met betrekking tot de BBL-leerling: - Voorop staat dat de BBL-leerling slechts beperkt mag worden ingezet, aangezien de leerling nog in opleiding is. De formatieve inzetbaarheid, zowel qua tijd als verantwoordelijkheid, hangt af van de ontwikkeling van de leerling in kwestie en van de begeleiding die hij ontvangt. De formatieve inzetbaarheid wordt (van 0-100%) bepaald op grond van een advies van de praktijkopleider en de opleidingsbegeleider. - De BBL-leerling die (gedeeltelijk) formatie/ wordt ingezet, is ten minste 18 jaar oud. Overigens hebben de sociale partners in de kinderopvang onlangs een vooraankondiging gedaan voor een stimuleringsmaatregel Op de groei 2001. Doel van deze regeling is om kinderopvangorganisaties financiële ruimte te bieden om extra BBL-leerlingen aan te stellen en op te leiden tot gekwalificeerd personeel. Toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang De inzet en begeleiding van de BBL-leerlingen zal zowel door de inspecteur Kinderopvang als de GGD worden gecontroleerd. De kindercentra dienen aan de gemeente schriftelijk door te geen wanneer zij deze leerling(en) gaan inzetten Aan de GGD zal worden gevraagd tijdens de jaarlijkse inspectie van een kindercentrum alert te zijn op de aanwezigheid van BBL-leerlingen. In het inspectierapport dient men het aantal leerlingen en de wijze van begeleiding te vermelden. Als blijkt dat er verhoudingsgewijs teveel leerlingen zijn ingezet, of de begeleiding niet goed is geregeld, zullen er tegen het desbetreffende kindercentrum maatregelen worden getroffen. Wij stellen u derhalve voor: 1. De verordening kinderopvang Haarlemmermeer 1997 op de voorgestelde wijze aan te passen. Deze aangepaste verordening de titel mee te geven; verordening kinderopvang Haarlemmermeer 2002. 2. De inwerkingtreding van de verordening kinderopvang Haarlemmermeer 2002 vast te stellen op 1 januari 2002 3. De verordening kinderopvang Haarlemmermeer 1997 per 1 januari 2002 in te trekken. De verordening kinderopvang Haarlemmermeer 1997 en de ledenbrief van de VNG d.d. 10 augustus 2001 liggen ter inzage in de raadsportefeuille.

Volgvel 4 Dit voorstel is behandeld in de raadscommissie van Welzijn, Onderwijs en Cultuur. Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester, mw. ir. H.J. Wijsenbeek J. van Houwelingen

Raadsbesluit De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 december 2001, nummer 375; besluit: 1. Vast te stellen de verordening kinderopvang Haarlemmermeer 2002. 2. De inwerkingtreding van de verordening kinderopvang Haarlemmermeer 2002 vast te stellen op 1 januari 2002. 3. Per 1 januari 2002 in te trekken de Verordening Kinderopvang Haarlemmermeer 1997. Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2001. De secretaris De voorzitter, mw. ir. H.J. Wijsenbeek J. van Houwelingen Commissie Welzijn, Onderwijs en Cultuur