DRAAIBOEK. Vrijwillige diefstalpreventieadviseurs helpen inbraken voorkomen



Vergelijkbare documenten
Gids ter attentie van gemeenten en politiezones. Vrijwilligers in technopreventie

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging.

VRIJWILLIGERSWERK INFORMATIEPLICHT

Gemeentebestuur Oostrozebeke. informatienota voor vrijwilligers. Een informatienota voor vrijwilligers

Informatienota : Rechten en plichten van de vrijwilliger

INFORMATIENOTA VOOR DE VRIJWILLIGERS 1. O RGANISATIE 2 2. S OCIALE DOELSTELLING 3 3. J URIDISCH STATUUT 3 4. T AKENPAKKET VAN DE VRIJWILLIGER 4

INFORMATIENOTA. 1.Organisatie. Stad en OCMW Bree. OCMW Bree Peerderbaan Bree Tel

WZC HERDERSHOVE VZW Bejaardenzorg O.L.V. van 7 Weeën Ruiselede Oude Oostendsesteenweg BRUGGE PE 121 Tel. 050/ Fax. 050/45.40.

VRIJWILLIGERSOVEREENKOMST

VRIJWILLIGERSOVEREENKOMST

INFORMATIE-NOTA. Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger

O R GA N I SA T I E N O T A

School & Ziekzijn S&Z - afdeling Oost-Vlaanderen vzw n. e voor studiebegeleiding van zieke leerlingen ORGANISATIENOTA

AFSPRAKEN- EN INFORMATIENOTA Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger stadsbestuur Turnhout dienst.

Vrijwilligersovereenkomst

Informatienota vrijwilligerswerk. Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger

ENGAGEMENTSVERKLARING vzw LEJO

Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger. Gemeente Schoten: Gemeentelijke Academie

Info Vrijwilligerswerk

Informatienota voor vrijwilligers

GUIDELINES VRIJWILLIGERSWERK IN DE SPORT

VRIJWILLIGERSCONTRACT Vonk! vzw

INFORMATIENOTA VOOR VRIJWILLIGERS

Vrijwilligersovereenkomst stad Vilvoorde

ORGANISATIENOTA vrijwilligers Basketbal in Malle vzw

Eindelijk een statuut voor de vrijwilliger

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

AFSPRAKENNOTA VRIJWILLIGERSWERK

ERKENNINGSDOSSIER. Basisbegrippen technopreventie

Alvast bedankt, we appreciëren dat we op je kunnen rekenen, Welzijnsraad Leopoldsburg, Werkgroep Buitenbeenpop, Verantwoordelijke Vrijwilligers

Kunnen vrijwilligers bij de politie aan de slag?

WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK

Vrijwilligerswerk OCMW en Gemeente Anzegem

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

1. Organisatie. Werkhuizenstraat 3, 1080 Brussel. Tel.nr 02/

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

VRIJWILLIGERS OP PROVINCIAAL NIVEAU

Ja...Ik wil...!! Samen gestructureerd werken in veiligheid Politiezone Het Houtsche

Vrijwilligers: een nieuwe toekomst voor de politie?

INFORMATIENOTA. Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger

Koninklijke Roei- en Nautische Sport Oostende vzw 104 Prins Albertlaan 8400 Oostende. De Vrijwilligerswet

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Als vrijwilliger aan de slag?

Wet van 3 JULI 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, B.S., 29 agustus 2005

Vrijwilligerswerk en de wet - hoe zit dat weer?

AFSPRAKENNOTA VRIJWILLIGERS - VERVOER

Vrijwilligersovereenkomst animator Spelewijs

Brochure vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk. Wie kan er op jou rekenen?

Brochure vrijwilligerswerk. in samenwerking met

Waar kan je vrijwilligerswerk doen?

Brochure vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswetgeving

Vrijwilligers en PAB

Belgisch comité voor UNICEF: Informatienota voor vrijwilligers 2016

Vrijwilligerswerk en PAB / PGB HANDLEIDING VOOR BUDGETHOUDERS DIE WERKEN MET VRIJWILLIGE ASSISTENTEN

Vrijwilligerswerk Gemeente en OCMW Anzegem

Waar kan je vrijwilligerswerk doen?

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger. Een beknopt overzicht

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

Vrijwilligerswerk OCMW en Gemeente Anzegem

ZOHRA ORGANISATIENOTA

Premiestelsel beveiliging woningen

de vrijwilligers verzekeren?

= een activiteit die uitgevoerd word door een vrijwilliger binnen een organisatie.

Ontwerp van decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING,

Brochure vrijwilligerswerk

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten

Verslag beheerraad Overpeltse sportraad van 3 september 2013 (VS )

15 MEI Wet tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot

ORGANISATIE NOTA VZW JONGERENANIMATIE

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

VRIJWILLIGERSCONTRACT Vonk! vzw

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Informatienota voor vrijwilligers

INFORMATIENOTA. Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger. /

Vrijwilligerswerk en PAB

Belgisch Comité voor UNICEF Informatienota voor vrijwilligers 2019

TOELICHTENDE NOTA. Vergadering van de gemeenteraad van 22 maart Goedkeuring notulen van de vorige vergadering

DE WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK

Informatienota voor vrijwilligers

Informatie- en afsprakennota vrijwilligers

Draaiboek voor een geïntegreerde aanpak van

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Diensthoofd interne werking en burgerzaken (B1-B3)

Afsprakennota vrijwilligers Begeleidingscentrum Spermalie Het Anker Campus Spermalie

KANKER HAIR PROFESSIONAL BEROEPSGEHEIM. Omgaan met vertrouwelijke informatie

Vrijwilligerswerk en PAB

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD

Trends binnen de verschillende pijlers van diabeteszorg = prikkels tot gedeelde kwaliteitszorg

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

Gecoördineerde versie van de wet op de gemeenschapswachten van 15 mei 2007 (gewijzigd door Wet houdende diverse bepalingen van 24 juli 2008).

REFERENTIEDOSSIER. Technopreventief Adviseur - Voortgezette opleiding

Voorwoord 11 INHOUDSTAFEL

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE

Kaas met gaten of gaten met kaas

Provinciale Verzekering vrijwilligerswerk. Ingrid De Cuyper Belfius Verzekeringen

Transcriptie:

DRAAIBOEK Vrijwillige diefstalpreventieadviseurs helpen inbraken voorkomen

Inhoudsopgave VOORWOORD... 1 1. Waarom vrijwilligers inzetten?... 2 2. Wat wordt van het bestuur verwacht?... 2 2.1 Principeakkoord... 2 2.2 Coördinator... 2 2.3 Selectie van vrijwilligers... 3 2.3.1 Oproep en infosessie... 3 2.3.2 Screening, selectiegesprek, selectiecomité... 4 2.3.3 Hoeveel vrijwilligers?... 4 2.4 Afsprakennota en legitimatiekaart... 5 2.4.1 Afsprakennota... 5 2.4.2 Legitimatiekaart... 5 2.5 Financiële implicaties... 5 2.5.1 Aansprakelijkheid en verzekering... 5 2.5.2 Onkostenvergoeding vrijwilliger... 6 2.5.3 Loonkost coördinator... 6 2.5.4 Materiële ondersteuning... 6 3. Wat wordt van de coördinator verwacht?... 7 3.1 Coördinatie... 7 3.1.1 Aanvraag tot diefstalpreventief advies... 7 3.1.2 Overlegmomenten en ondersteuning... 7 3.2 Evaluatie vrijwilligers... 7 4. Wat wordt van de vrijwilliger verwacht?... 8 4.1 Definitie... 8 4.2 Functiebeschrijving... 8 4.3 Mag iedereen vrijwilligerswerk uitvoeren?... 8 4.3.1 Werklozen en bruggepensioneerden... 8 4.3.2 Leefloners... 9 4.3.3 Arbeidsongeschikten... 9 4.3.4 Personen in wachttijd voor RVA-uitkering... 9 4.3.5 Personen met een vervangingsinkomen... 9 4.3.6 Ambtenaren... 9 4.4 Geheimhoudingsplicht en deontologische code... 9 5. Wat biedt de provincie?... 10 5.1 Basisopleiding... 10 5.2 Bijscholing... 10 5.3 Ondersteuning... 10 NUTTIGE DOCUMENTATIE... 11 BIJLAGE 1: Functiebeschrijving diefstalpreventieadviseur... 12 BIJLAGE 2: Afsprakennota voorbeeld stad Diest... 13

VOORWOORD Politie- en preventiediensten geven meer dan twintig jaar advies over welke preventieve maatregelen de burger kan nemen om inbraak te voorkomen. Onderzoek naar de effectiviteit en kwaliteit van het diefstalpreventieadvies in Vlaams- Brabant leert ons dat het individueel advies goed scoort. De kwaliteit van het advies en van de adviseurs is goed. Veel mensen voeren het advies uit. Ze nemen een aantal bijkomende veilige leefgewoonten in acht. Het geeft hen een veiliger gevoel. Er gaat een preventief effect van uit, minstens in de zin dat er verhoudingsgewijs minder inbraken waren en dat het vaker bij een poging bleef. De impact op het totaal aantal inbraken kan niet worden aangetoond. Sinds men in Nederland werkt met een politiekeurmerk, blijkt duidelijk dat het aantal inbraken daalt omdat de woning beter is beveiligd. Vermits nog steeds geldt dat de gelegenheid de dief schept, blijft het de opdracht om de woning goed te beveiligen. Liefst gebeurt dit van bij de nieuwbouw of verbouwing. We hebben hiertoe een model gemeentelijke politieverordening techno-preventieve maatregelen tegen inbraak bij nieuwbouw of verbouwing van een woning met een nieuwe of aangepaste gevelopening opgesteld. De gemeente verplicht hiermee de bouwheer om onmiddellijk degelijk inbraakwerend materiaal te plaatsen (norm drie minuten weerstand bieden tegen een inbraakpoging). We stellen vast dat te weinig woningen worden bereikt met een diefstalpreventieadvies. Een berekening leert dat slechts 0,5% van de woningen in Vlaams-Brabant een advies hebben gevraagd en gekregen in 2012. Om het aantal adviezen te doen toenemen, moeten we meer inwoners bereiken. Dit kan door meer adviseurs in te zetten of de capaciteit van deze adviseurs te verhogen. In 2005 lanceerden we het idee om vrijwilligers op te leiden om diefstalpreventief advies te geven, naar analogie met het succesvol inschakelen van vrijwilligers bij brandweer, het Rode Kruis, slachtofferhulp, De stad Diest en de gemeente Dilbeek startten een pilootproject op in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant en met de hulp van de Koning Boudewijnstichting. Op basis van hun ervaringen stelden we in 2008 het eerste draaiboek Vrijwilligers helpen inbraken voorkomen ter beschikking. Sindsdien zijn er 3 projecten bijgekomen. Anno 2013 blijft inbraak in woningen de prioriteit voor de politiezones in Vlaams-Brabant. Politiezones en preventiediensten kampen met beperkte capaciteit en krijgen een groeiend takenpakket. Creatieve oplossingen dringen zich op. Eén van de mogelijkheden is een beroep doen op vrijwillige diefstalpreventieadviseurs. Deze vrijwilligerswerking is recent door ons geëvalueerd. Dit draaiboek is hiervan het resultaat. Het biedt een praktische handleiding voor politie- of preventiediensten die hun team willen versterken met gemotiveerde vrijwilligers die kwaliteitsvol diefstalpreventieadvies geven. Lodewijk De Witte 6 december 2013 1

1. Waarom vrijwilligers inzetten? Elke politiezone of gemeente beschikt over een beperkt aantal diefstalpreventieadviseurs (DPA). Deze adviseurs hebben ook andere taken naast het verstrekken van diefstalpreventieve adviezen waardoor ze vaak te weinig tijd of aandacht schenken aan deze preventieve taak. Het gratis diefstalpreventief advies promoot men minder of niet door tijdsgebrek of omwille van de vrees de grotere vraag niet aan te kunnen. Het werken met vrijwillige diefstalpreventieadviseurs heeft de volgende voordelen: 1) Meer adviesaanvragen Door het inschakelen van vrijwilligers kan men meer inzetten op de bekendmaking van het diefstalpreventief advies. Hoe meer aandacht je kan schenken aan diefstalpreventie, hoe meer aanvragen je krijgt. Dit leidt dan weer tot meer preventieve adviezen en tot een stijging van inbraakwerende woningen. 2) Beter kunnen inspelen op de bestaande aanvragen voor adviezen Politie- en preventiediensten hebben te weinig tijd om de adviezen uit te voeren. Het inschakelen van vrijwilligers die hier wel tijd voor kunnen maken, zorgt voor een betere opvolging. Vrijwilligers stellen zich vaak flexibel op en kunnen zeer kort na de aanvraag een huisbezoek afleggen. Dit huisbezoek kan s avonds of in het weekend plaatsvinden. Voor politie- of gemeentepersoneel ligt dit moeilijker. Door een beroep te doen op vrijwillige diefstalpreventieadviseurs, ontstaat er een capaciteitsuitbreiding en kunnen meer mensen een beroep doen op een adviseur. 3) Kwaliteitsvolle adviezen verstrekken Politie- en preventiediensten geven aan te weinig tijd te hebben om zelf alle adviezen met zorg uit te voeren. Mits de nodige opleiding, zijn de vrijwilligers geschikt om de dienst bij te staan in deze preventieve taak. Doordat zij voldoende aandacht aan het huisbezoek en de administratieve afhandeling kunnen besteden, blijft de kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd. 2. Wat wordt van het bestuur verwacht? 2.1 Principeakkoord Om vrijwillige diefstalpreventieadviseurs in te zetten en om de middelen te bepalen die daarvoor ter beschikking worden gesteld, is een voorafgaand akkoord van het bestuur vereist. Een beslissing van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad wanneer de vrijwilligerswerking gebeurt binnen de gemeentelijke preventiedienst; een beslissing van politiecollege en raad bij een vrijwilligerswerking in een politiezone. 2.2 Coördinator Een toegewijde coördinator is onontbeerlijk om de kwaliteit van de adviezen te garanderen. De coördinator is verbonden aan de gemeentelijke preventiedienst, de politiedienst of is een ambtenaar van de stad of gemeente. Deze coördinator heeft de basisopleiding 2

diefstalpreventie zelf gevolgd en is erkend als DPA door de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Lokale Integrale Veiligheid (SLIV). 1 De coördinator begeleidt en ondersteunt de vrijwilligers. Hij spendeert ongeveer een halve tot een volledige dag per week aan zijn coördinerende taak (afhankelijk van het aantal wooneenheden, aantal aanvragen, aantal preventieve acties). 2 De concrete invulling van de functie vindt u onder 3. Wat wordt van de coördinator verwacht?. 2.3 Selectie van vrijwilligers Het is belangrijk om op voorhand duidelijk het takenpakket en het profiel van de vrijwillige diefstalpreventieadviseur op te stellen. Het is immers een basisgarantie om de juiste personen aan te werven. De functiebeschrijving verduidelijkt onder meer dat de vrijwilliger zich belangeloos inzet, zich houdt aan de geheimhoudingsplicht, een basisopleiding volgt en beschikt over de nodige communicatieve en sociale vaardigheden. Bij voorkeur zijn de vrijwilligers ouder dan 18 jaar en in het bezit van een rijbewijs B. (Een uitgebreide functiebeschrijving vindt u in de bijlage 1.) 2.3.1 Oproep en infosessie Kandidaat vrijwilligers kunnen gerekruteerd worden via een oproep in de lokale media (bv. infoblad van de gemeente), de website van politie en/of gemeente maar ook door persoonlijke contacten. Een voorbeeld van persbericht: Gezocht: vrijwillige diefstalpreventieadviseurs Wil jij onze bevolking helpen informeren over een betere beveiliging van hun woning? De POLITIEDIENST / PREVENTIEDIENST van (GEMEENTE) zoekt enthousiaste vrijwilligers om de bevolking te informeren over betere beveiligingsmaatregelen voor hun woning. Als vrijwillige diefstalpreventieadviseur volg je eerst een opleiding 'adviseur inbraakpreventie' aan de provinciale politieschool (PIVO). Na deze opleiding ga je bij onze inwoners op huisbezoek en bekijk jij de zwakke en inbraakgevoelige punten van hun woning. Je adviseert de bewoners hoe ze hun woning beter kunnen beveiligen tegen een mogelijke inbraak. Ben jij bereid om je belangeloos in te zetten? Heb je interesse voor inbraakpreventie? Kan jij je tijdens de dag en 's avonds regelmatig vrij maken? Ben jij bereid om een 5-daagse opleiding ' adviseur inbraakpreventie' te volgen? Heb jij eventueel technische kennis? JA? Dan ben jij de persoon die wij zoeken! Voor meer informatie kan je contact opnemen met: (CONTACTGEGEVENS COORDINATOR DIEFSTALPREVENTIE) Men kan ervoor opteren om gericht op zoek te gaan naar geschikte vrijwilligers. Ervaring leert dat vrijwillige adviseurs via hun (vroegere) professionele activiteit vaak al enige kennis 1 PREV 31: Omzendbrief ter verduidelijking van de functie, het profiel en de erkenning van de technopreventieve adviseurs (B.S. 4 maart 2010). 2 Dit blijkt uit de evaluatie: werken met vrijwilligers. Project vrijwillige Inbraakpreventieadviseurs. Internrapport dienst maatschappelijke veiligheid, oktober 2013. Op te vragen via dmv.preventie@vlaamsbrabant.be. 3

hebben van beveiliging bv. gepensioneerde politieagenten, bewakingsagenten, slotenmakers. Een vrijwillige diefstalpreventieadviseur mag zijn functie niet cumuleren met een functie die tot belangenvermenging leidt of een objectieve dienstverlening in het gedrang brengt. Tijdens een infosessie kunnen de kandidaat vrijwilligers uitgebreid geïnformeerd worden over het project: de taken, de doelstellingen, de selectie, de ondersteuning, de opleiding.... Op deze manier weten ze op voorhand waar ze zich mogen aan verwachten en kunnen ze beslissen om zich al dan niet kandidaat te stellen. 2.3.2 Screening, selectiegesprek, selectiecomité De politie screent alle kandidaat vrijwilligers op voorhand. Elke kandidaat krijgt een positief of negatief advies. Enkel de kandidaten met een positief advies ontvangen een uitnodiging voor een mondelinge selectie. Dit gesprek kan voorafgegaan worden door een schriftelijke selectie. In het schriftelijke gedeelte worden naast algemene vragen ook specifieke praktijksituaties bevraagd. De doelstelling van het schriftelijke gedeelte is: inwinnen van bijkomende persoonsgegevens testen van de administratieve vaardigheden toetsen van de verwachtingen van de kandidaat testen van het functioneren van de kandidaat als vrijwillige diefstalpreventieadviseur (praktijksituaties). Het schriftelijke gedeelte wordt nadien besproken tijdens het selectiegesprek. Belangrijk is dat men tijdens de selectie polst naar: motivatie verantwoordelijkheidszin en betrouwbaarheid bereidheid om zich belangeloos in te zetten beschikbaarheid communicatieve, sociale en administratieve vaardigheden technische voorkennis opvattingen over preventie, slachtofferschap,... Het selectiecomité bestaat bij voorkeur uit de preventieambtenaar of coördinator, een diefstalpreventieadviseur van de eigen politiezone en van een andere politiezone en een afgevaardigde van de provincie. Een voorbeeld van schriftelijke proef kan aangevraagd worden bij onze dienst via e-mail (dmv.preventie@vlaamsbarbant.be). 2.3.3 Hoeveel vrijwilligers? Het is nuttig op voorhand te bepalen met hoeveel vrijwilligers men wil starten. Dit aantal is voor elke gemeente, stad of politiezone verschillend. Het hangt onder meer af van het aantal aanwezige actieve adviseurs, de beschikbare tijd van de coördinator, het aantal huidige adviesaanvragen en het aantal verwachte adviesaanvragen. 4

Wanneer je te veel vrijwilligers inschakelt, loop je het gevaar dat ze niet goed opgevolgd en begeleid kunnen worden of dat er onvoldoende adviesaanvragen zijn om de vrijwilligers actief en gemotiveerd te houden. 2.4 Afsprakennota en legitimatiekaart 2.4.1 Afsprakennota Vooraleer de vrijwilliger start met zijn activiteit ontvangt en ondertekent hij een afsprakennota die hem informeert over: de sociale doelstelling en het juridisch statuut van de organisatie; het verzekeringscontract dat afgesloten is voor zijn vrijwilligerswerk en eventueel andere risico's die gedekt worden; de onkostenvergoeding verbonden aan het vrijwilligerswerk; de geheimhoudingsplicht waaraan de vrijwilliger zich moet houden. (Zie bijlage 2: voorbeeld afsprakennota van de stad Diest.) 2.4.2 Legitimatiekaart De vrijwilligers beschikken niet zoals politieambtenaren, over een kaart om zich te identificeren en legitimeren wanneer ze op huisbezoek gaan. Gezien de aard van het vrijwilligerswerk is dit zeer nuttig. Eén van de organisatorische tips die de inbraakpreventieadviseurs immers aan de burgers meegeven, is te vragen naar en het verifiëren van de identiteit van een niet-gekende persoon aan de deur die toegang wil verschaffen tot de woning. Erkende adviseurs die voldoende bijscholingsuren verzamelen, kunnen hun legitimatiekaart aanvragen bij de Directie Lokale Integrale Veiligheid (SLIV). 3 De legitimatiekaart vermeldt naam, adres en foto van de adviseur en geeft aan bij welke dienst hij/zij is aangesloten. Belangrijk is te streven naar erkende vrijwilligers zodat elke adviseur up to date blijft van de nieuwste beveiligingstechnieken en modus operandi. (Zie ook verder bij de voorwaarde van opleiding.) Adviseurs die geen erkenning krijgen, kunnen via de gemeente of politiedienst een legitimatiekaart bekomen. Deze bevat minimum dezelfde gegevens als de legitimatiekaart van Binnenlandse Zaken en is ondertekend door de burgemeester, de gemeentesecretaris of de korpschef. 2.5 Financiële implicaties 2.5.1 Aansprakelijkheid en verzekering De organisatie is verantwoordelijk voor de schade die de vrijwilliger aanbrengt tijdens het uitoefenen van zijn vrijwilligerswerk. De vrijwilliger is enkel aansprakelijk als er sprake is van zware schuld of bedrog. De organisatie sluit een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid af tot dekking van de risico's met betrekking tot het vrijwilligerswerk, voor ten minste de organisatie. Als de organisatie (= de vrijwilliger) een fout maakt, die schade veroorzaakt aan derden, zal de verzekering de schade moeten vergoeden. 3 Legitimatiekaart aan te vragen via: https://www.besafe.be/nl/gegevens-legitimatiekaart-dpa. 5

Ook de vrijwilliger moet verzekerd zijn, zowel tijdens de uitvoering van zijn activiteiten, als tijdens de verplaatsingen uitgevoerd in het kader daarvan. 2.5.2 Onkostenvergoeding vrijwilliger Het staat elke organisatie vrij al dan niet kosten te vergoeden. Uit de evaluatie van de praktijk blijkt dat alle vrijwilligers vergoed worden voor hun onkosten. Bij de aanvang van het vrijwilligerswerk moet duidelijk vermeld worden welke kosten in aanmerking komen en welke niet en volgens welk systeem de organisatie deze zal vergoeden, zodat er geen misverstanden ontstaan. Men moet geen belastingen betalen, geen fiscale fiches opstellen (vergelijkbaar met systeem kosten eigen aan de werkgever) en geen bijdragen voor sociale zekerheid betalen zolang de vrijgestelde maxima worden gerespecteerd. Er bestaan twee systemen van kostenvergoeding. 4 a) Reële kostenvergoeding Dit betreft kosten die bewezen moeten worden met tickets e.d. of kostennota's voor kmvergoedingen. De bedragen zijn onbegrensd, maar buitensporige bedragen worden niet aanvaard. De maximale kilometervergoeding voor verplaatsingen met de wagen of motorfiets bedraagt 0,3461euro/km vanaf 01/07/2013. b) Forfaitaire kostenvergoeding De forfaitaire kostenvergoeding betreft kosten die (verantwoord) geraamd worden en waarvoor geen bewijzen nodig zijn. De tarieven worden op voorhand meegedeeld. De forfaitaire kostenvergoeding wordt geregeld door een omzendbrief van het Ministerie van Financiën van 5 maart 1999, waardoor vrijwilligers niet belast worden indien de kostenvergoeding niet hoger is dan 32,71 euro per dag en/of 1308,38 euro per jaar (index 2013). 2.5.3 Loonkost coördinator Indien de functie van coördinator opgenomen wordt door een personeelslid dat reeds in dienst is van de lokale initiatiefnemer, vervallen deze extra loonkosten! 2.5.4 Materiële ondersteuning Om de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen, zorgt de organisatie ervoor dat de vrijwilliger het nodige materiaal (brochures, folders, checklist, voorbeeldmateriaal, ) ter beschikking heeft. Zowel de dienst maatschappelijke veiligheid van de provincie Vlaams- Brabant als de Directie Lokale en Integrale Veiligheid (SLIV) van de FOD Binnenlandse Zaken bieden folders, brochures, materiaal aan. Houd er rekening mee dat meer en meer informatie enkel online terug te vinden is. Indien een (vrijwillige) adviseur een brochure wil overhandigen aan de aanvrager, voorziet de dienst een budget om de brochures af te drukken. 4 Voor de actuele bedragen zie www.vrijwilligerswerk.be 6

3. Wat wordt van de coördinator verwacht? Een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het project is een goede coördinator. Hij/Zij delegeert, stuurt en ondersteunt de vrijwillige adviseurs bij het verlenen van beveiligingsadviezen. De coördinator is het aanspreekpunt voor de burger en voor de vrijwilligers. Hij motiveert hen en bewaakt de kwaliteit van de adviezen. Hij zorgt ervoor dat de vrijwilligers op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen in het inbraakpreventielandschap. Hij registreert het aantal diefstalpreventieadviezen. Hij fungeert als contactpersoon voor de dienst maatschappelijke veiligheid van de provincie. 3.1 Coördinatie De coördinator bezorgt zijn vrijwilligers correcte informatie over de aanvragen, belegt regelmatig vergaderingen, zorgt voor de nodige ondersteuning inzake informatie en materiaal. 3.1.1 Aanvraag tot diefstalpreventief advies De coördinatie kan op verschillende manieren verlopen: De coördinator stuurt de contactgegevens van de aanvrager via mail door: de vrijwilliger neemt zelf contact op met de aanvrager. Dit heeft een minimale werklast voor de coördinator tot gevolg. De adviseur bepaalt zelf wanneer de afspraak doorgaat. Het vergt meer inspanningen van de adviseur maar hij krijgt meer vrijheid. De coördinator legt zelf de afspraak vast: de coördinator vraagt bijvoorbeeld telkens de vrije momenten gedurende de twee volgende weken van de vrijwilligers op. Dit vergt meer inspanningen van de coördinator. Deze werkwijze kan meer vertrouwen geven aan de aanvrager omdat de politie/gemeente de afspraak vastlegt en meedeelt wie het bezoek zal uitvoeren. De vrijwilliger is enkel verantwoordelijk voor het uitvoeren van het advies en het opstellen van het verslag. 3.1.2 Overlegmomenten en ondersteuning Uit de evaluatie blijkt dat zowel de coördinatoren als de vrijwilligers periodieke overlegmomenten zinvol vinden. 5 Tijdens dergelijke samenkomsten leren de vrijwilligers elkaar kennen, wisselen ze ervaringen en informatie uit, bespreken ze moeilijke huisbezoeken. De coördinator bewaakt het verloop van deze vergaderingen en luistert naar de voorstellen van de vrijwilligers. 3.2 Evaluatie vrijwilligers De coördinator ziet er op toe dat de vrijwilliger deskundige adviezen aflevert en blijft voldoen aan de gemaakte afspraken. Hij kan dit doen door: - af en toe mee op huisbezoek te gaan - verslagen na te kijken - een rondvraag te organiseren bij de aanvragers over de kwaliteit van het advies De vrijwillige diefstalpreventieadviseur geeft advies in opdracht van de gemeente of de politiezone. Als de vrijwilliger niet meer voldoet aan de gemaakte afspraken, kan de coördinator beslissen om geen beroep meer te doen op de vrijwilliger. 5 Evaluatie: werken met vrijwilligers. Project vrijwillige Inbraakpreventieadviseurs. Intern rapport dienst maatschappelijke veiligheid, oktober 2013. Op te vragen via dmv.preventie@vlaamsbrabant.be. 7

4. Wat wordt van de vrijwilliger verwacht? 4.1 Definitie Vrijwilligerswerk is elke activiteit die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht ten behoeve van één of meerdere personen, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling. Bovendien moet het een organisatie zijn die geen familiale of privé-verband heeft met de vrijwilliger. 6 Een vrijwilliger is elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht. Meer info over vrijwilligerswerk is te vinden op www.vrijwilligerswerk.be. 4.2 Functiebeschrijving De vrijwillige diefstalpreventieadviseur wordt ingezet om de capaciteit van de dienstverlening inzake diefstalpreventie te kunnen vergroten. De vrijwilliger zien we niet als vervanger, maar als verlengstuk van de diefstalpreventieadviseur. De vrijwilliger verricht diefstalpreventief advies onder coördinatie van de gebrevetteerde DPA verbonden aan de gemeente, politie of provincie. Een gedetailleerde beschrijving van het takenpakket is terug te vinden in de bijlage 1. De vrijwilliger voldoet aan dezelfde minimumvoorwaarden als elk ander diefstalpreventieadviseur zoals omschreven in de omzendbrief Prev 31 (B.S. 4 maart 2010): - minstens 18 jaar zijn; - niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer; - niet tegelijkertijd een functie uitoefenen in het kader van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid; - voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding (zie verder). 4.3 Mag iedereen vrijwilligerswerk uitvoeren? Voor mensen die werkloos of arbeidsongeschikt zijn, een pensioen of een ander vervangingsinkomen ontvangen, betekent vrijwilligerswerk een kans op maatschappelijke (re)integratie en op het verrichten van nuttige taken voor de maatschappij. Indien deze personen interesse hebben om als vrijwilliger aan de slag te gaan, moeten zij de bevoegde instanties verwittigen of toestemming vragen om vrijwilligerswerk te mogen doen. Kandidaat vrijwilligers hebben er alle belang bij om zich vooraf degelijk te informeren vermits het niet naleven van bepaalde voorwaarden tot gevolg kan hebben dat hun uitkering geschrapt wordt. Hieronder vindt u de belangrijkste categorieën (zie ook www.vrijwilligerswerk.be) 4.3.1 Werklozen en bruggepensioneerden Indien er een algemene toelating voor de organisatie bestaat om vrijwilligers te werk te stellen, moet de vrijwilliger geen formaliteiten vervullen. Zonder algemene toelating moeten kandidaat-vrijwilligers vooraf aan hun uitbetalingsinstelling melden dat ze vrijwilligerswerk gaan doen. 6 Definitie van vrijwilligerswerk, conform de Wet van 3 juli 2005 hoofdstuk II, artikel 3. 8

4.3.2 Leefloners Mensen met een leefloon moeten hun vrijwilligerswerk meedelen aan hun dossierbeheerder bij het OCMW. 4.3.3 Arbeidsongeschikten De adviserend geneesheer moet vaststellen of het vrijwilligerswerk verenigbaar is met de gezondheidssituatie van de kandidaat-vrijwilliger, die wegens een ziekte, invaliditeit of een zwangerschap geen beroepsactiviteit kan uitoefenen. Het is de verantwoordelijkheid van de vrijwilliger om dit aan te vragen. 4.3.4 Personen in wachttijd voor RVA-uitkering Werklozen in wachttijd moeten geen formaliteiten vervullen omdat ze niet uitkeringsgerechtigd zijn. 4.3.5 Personen met een vervangingsinkomen Er zijn geen wettelijke beperkingen voor het uitoefenen van vrijwilligerswerk voor personen met een vervangingsinkomen, vb. loopbaanonderbreking, pensioen, overlevingspensioen, 4.3.6 Ambtenaren Ambtenaren vallen onder een specifieke regeling. Voor elke activiteit die een ambtenaar naast het ambt uitoefent, moet hij/zij toestemming vragen aan zijn hiërarchische overste. Dat geldt ook voor activiteiten in de privésfeer, zoals vrijwilligerswerk. 4.4 Geheimhoudingsplicht en deontologische code Vrijwilligers zijn gebonden door de geheimhoudingsplicht naar analogie van het beroepsgeheim bij professionelen (art. 458 van het Strafwetboek). Vrijwilligers die in het kader van hun opdracht in vertrouwen worden genomen en persoonlijke, vertrouwelijke informatie over iemand hebben verkregen, mogen deze informatie niet naar buiten brengen vanwege het beroepsgeheim. Een schending van het beroepsgeheim wordt door de wetgever aanzien als een strafrechtelijk feit waarbij de vrijwilliger een veroordeling kan oplopen (bijvoorbeeld een boete en vermelding op het strafblad). Er kan overwogen worden om de vrijwilligers een eed te laten afleggen waarbij ze er zich toe verbinden de nodige discretie aan de dag te leggen met betrekking tot de vertrouwelijke informatie waarover zij beschikken en de bepalingen inzake beroepsgeheim na te leven. Diefstalpreventieadviseurs, waaronder de vrijwilligers worden geacht een objectief advies op te stellen. Om deze reden kunnen zij geen merk of firma aanbevelen. Een adviseur verduidelijkt de technische aspecten van zijn advies a.d.h.v. hulpmiddelen zoals de inkijkbundel 7, folders en brochures. De adviseurs gebruiken promotiemateriaal van meerdere firma s zodat zij de deontologische code respecteren en geen campagne voeren voor één onderneming. Indien de bewoner vraagt waar hij het aanbevolen materiaal kan aankopen, kan de adviseur een lijst met minstens drie verkooppunten overmaken met de duidelijke vermelding dat hij geen specifieke installateur verkiest. 7 Inkijkbundel Overzicht mechanische maatregelen inbraakpreventie van de provincie Vlaams-Brabant 2013. 9

5. Wat biedt de provincie? 5.1 Basisopleiding De vrijwilligers die ingeschakeld worden om diefstalpreventieve adviezen te geven, bestuderen particuliere woningen, analyseren de zwakke punten en stellen oplossingen voor die het risico op een inbraak verkleinen. Om de vrijwilligers in staat te stellen deze taak naar behoren te vervullen, volgen ze een technische opleiding. Om de kwaliteit van de vrijwilligers te waarborgen volgen ze de basisopleiding technopreventie, erkend door de FOD Binnenlandse Zaken en georganiseerd door een erkende politieschool. De opleiding bevat 3 modules: Module 1: globale beveiligingsmethodologie Module 2: bijzondere beveiligingsmethodologie zelfstandige ondernemers Module 3: bijzondere beveiligingsmethodologie openbare gebouwen De provincie Vlaams-Brabant subsidieert de opleiding van de vrijwillige diefstalpreventieadviseurs binnen de provincie. 5.2 Bijscholing Gezien de continue ontwikkelingen op het vlak van inbraakpreventie is het aangewezen de vrijwilligers, net als de professionele diefstalpreventieadviseurs, regelmatig bij te scholen. Dit zowel inzake technische kennis als inzake communicatieve en andere vaardigheden. De FOD Binnenlandse Zaken verwacht van de erkende adviseurs dat zij per cyclus van 2 jaar minimum 8 uur bijscholing volgen. De adviseurs ontvangen (eventueel via de coördinator) de uitnodigingen voor de bijscholingen georganiseerd door de provincie. Adviseurs die niet erkend zijn en toch de recente ontwikkelingen wensen op te volgen, krijgen eveneens de uitnodiging toegestuurd. 5.3 Ondersteuning De dienst maatschappelijke veiligheid van de provincie Vlaams-Brabant ondersteunt zowel de coördinatoren als de adviseurs tijdens de uitoefening van hun preventieopdrachten door hen advies te geven, campagnemateriaal aan te bieden, informatie te bundelen en nuttige informatie door te spelen. De medewerkers verspreiden regelmatig communicatietips waar de adviseurs tijdens huisbezoeken of infoavonden naar kunnen verwijzen. 10

NUTTIGE DOCUMENTATIE K. BOON, H. PEERAER en A. VERKOYEN, Technopreventief advies: nuttig of zinloos? Resultaten effectiviteitstudie technopreventief advies, Leuven, Provincie Vlaams-Brabant Cel Criminaliteitspreventie, 2004. L. SYMONS, J. DEKLERCK, D. GELDERS, G. BOUCKAERT en S. PLEYSIER, Tevredenheid en effectiviteit van technopreventief advies, Leuven, Eindrapport onderzoeksproject in opdracht van Directie Lokale Integrale Veiligheid FOD Binnenlandse Zaken, 2008. S. CHRISTIAENSEN, A. DORMAELS en S. VAN DAELE (eds.), Diefstal in woningen. Bijdragen voor een geïntegreerde beheersing vanuit beleid, praktijk en wetenschap, Antwerpen, Apeldoorn, Maklu, 2012.criminaliteitspreventie, 2004. Dezelfde bevinding vinden we ook terug in het federaal onderzoek in 2008. Evaluatie: werken met vrijwilligers. Project vrijwillige Inbraakpreventieadviseurs. Intern rapport dienst maatschappelijke veiligheid, oktober 2013. PREV 31: Omzendbrief ter verduidelijking van de functie, het profiel en de erkenning van de technopreventieve adviseurs (B.S. 4 maart 2010). Model gemeentelijke politieverordening techno-preventieve maatregelen tegen inbraak bij nieuwbouw of verbouwing van een woning met een nieuwe of aangepaste gevelopening. Voor meer informatie en opvragen van de documenten: dmv.preventie@vlaamsbrabant.be tel. 016/26.78.01 11

BIJLAGE 1: Functiebeschrijving diefstalpreventieadviseur 1. Taken Onder leiding van de preventieambtenaar/coördinator-diefstalpreventieadviseur draagt de vrijwillige diefstalpreventieadviseur bij tot de ontwikkeling van een geïntegreerd preventiebeleid, in het bijzonder de voorkoming van woninginbraken. De vrijwillige adviseur verleent een beveiligingsadvies op maat van de particuliere woning. Hiervoor brengt hij een bezoek aan de te beveiligen woning. Hij maakt hiervan een beknopt schriftelijk verslag. De vrijwillige diefstalpreventieadviseur kan bijstand en ondersteuning bieden tijdens een informatieavond over inbraakpreventie, een buurtvergadering, een opendeurdag, een woonbeurs (infostand). 2. Functieprofiel Interesse hebben voor de inbraakproblematiek (ook technisch m.b.t. het schrijnwerkerij, sluit- en hangwerk) en voor de slachtofferervaring. Bereid zijn om zich belangeloos in te zetten met de nodige verantwoordelijkheidszin. Bereid zijn om voldoende tijd te investeren om zijn opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren. Bereidheid tot het volgen van een 5-daagse opleiding diefstalpreventieadviseur en deze opleiding succesvol afsluiten. Bereid zijn om op een loyale en vertrouwelijke manier met alle betrokkenen samen te werken. De verkregen informatie discreet behandelen. Over voldoende sociale en communicatieve vaardigheden beschikken. Beschikken over een luisterende houding. Beschikken over administratieve vaardigheden (nauwkeurig, ordelijk, correct). Zowel zelfstandig als in groepsverband kunnen werken. Flexibel zijn en bereid om 's avonds (na 18u) en op zaterdag huisbezoeken uit te voeren. Beschikken over een rijbewijs B. 12

BIJLAGE 2: Afsprakennota voorbeeld stad Diest Rechten en plichten van de organisatie en de vrijwilliger 1. Organisatie Naam Preventiedienst stad Diest Adres Tel.nr e-mail De stedelijke preventiedienst staat in voor de uitvoering van het veiligheidsen preventiecontract dat de stad Diest afsluit met de Minister van Binnenlandse Zaken. Het veiligheids- en preventiecontract levert een bijdrage tot de verwezenlijking van de prioriteiten van de Federale Regering betreffende het veiligheids- en preventiebeleid waarvan de doelstellingen worden geformuleerd als volgt: 1. het waarborgen van de veiligheid van de burgers in de steden en gemeenten; 2. het tegemoet komen aan de lokale behoeften met betrekking tot de veiligheid en de bescherming van de burgers. Sociale doelstelling Juridisch statuut De preventieve maatregelen die in het veiligheids- en preventiecontract zijn opgenomen hebben tot doel bijkomende impulsen te verlenen aan het lokale veiligheidsbeleid. Ze zijn geïnspireerd vanuit de volgende principes: 1. tegemoetkomen aan de noden op het terrein en als dusdanig een specifiek antwoord op de problemen geven die binnen de gemeente worden vastgesteld; 2. rekening houden met de betrokkenheid en bezorgdheid van de burger bij het criminaliteitsgebeuren; 3. bestrijden van het onveiligheidsgevoel; 4. deelnemen aan de strijd tegen de fenomenen waarvan de beheersing een prioritaire doelstelling vormt binnen het Federaal Regeerakkoord. 5. zich integreren in een globaal gemeentelijk veiligheidsbeleid; 6. versterken van het sociale weefsel in de gemeenten. De maatregelen genomen in het veiligheids- en preventiecontract en de uitvoering ervan worden geïntegreerd in het globale veiligheidsbeleid van de gemeente. Gemeentebestuur Verantwoordelijke of gemandateerde voor ondertekening van de organisatienota. 1. Naam 2. 13

Functie 1. burgemeester 2. stadssecretaris Verantwoordelijke voor informatie over 'rechten en plichten van organisatie en vrijwilliger'. Naam Functie preventieambtenaar Verantwoordelijke van de organisatie, die moet verwittigd worden bij ongevallen. Naam Functie Preventieambtenaar Tel. - GSM - 2. Aard van het Vrijwilligerswerk De vrijwilliger vervult de functie van vrijwilliger adviseur inbraakpreventie (verder de vrijwilliger genoemd). De vrijwilliger engageert zich om voor de stad Diest belangeloos activiteiten te verrichten. De vrijwilliger verleent adviezen betreffende inbraakpreventie voor woningen gelegen op het grondgebied van de stad Diest. Onder coördinatie van de stedelijke preventiedienst gaat de vrijwilliger op huisbezoek en informeert de bewoner(s) over een betere inbraakbeveiliging van de woning. De vrijwilliger bekijkt hiervoor alle zwakke en inbraakgevoelige punten van de woning en adviseert de bewoners hoe ze deze beter kunnen beveiligen en zodoende het risico op een inbraak aanzienlijk kunnen verlagen. De vrijwilliger verstrekt eveneens informatie over de ondersteunende maatregelen die de overheid voorziet in verband met inbraakpreventie. De vrijwilliger ondersteunt de stedelijke preventiedienst op lokale informatiemomenten betreffende inbraakpreventie. De vrijwilliger: - volgt hiervoor de basisopleiding "diefstalpreventieadviseur" erkend door de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Lokale en Integrale Veiligheid. - loopt stage bij een diefstalpreventieadviseur erkend door de FOD Binnenlandse Zaken, Directie Lokale en Integrale Veiligheid. - én slaagt in het afsluitende examen. - De vrijwilliger volgt de nodige bijscholingen. 3. Verzekeringen 3.1. Verplichte verzekering Waarborgen Maatschappij Polisnummer De burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilliger. 14

3.2. Vrije verzekeringen Lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers bij ongevallen tijdens Waarborgen de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op weg naar- en van de activiteiten Maatschappij Polisnummer Waarborgen Rechtsbijstand voor de twee genoemde risico s Maatschappij Polisnummer 4. Vergoedingen De stad Diest betaalt een forfaitaire vergoeding van 10 (rekening houdend met de wettelijk vastgestelde maxima) voor de onkosten die verbonden zijn aan een advies. Deze onkosten houden onder meer in: - de verplaatsingskosten om naar de woning van de adviesaanvrager te gaan (brandstof, onderhoud en verzekering voertuig). - De kosten van telefonie (en eventueel mail) om de communicatie met de preventiedienst te voeren. - De kosten om bij de adviesverlening een verzorgde kledij te dragen. - 5. Aansprakelijkheid De organisatie is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van het vrijwilligerswerk de organisatie of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. 6. Geheimhoudingsplicht Vanwege de aard van de functie adviseur inbraakpreventie, is de vrijwilliger onderworpen aan de geheimhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 458 van het Strafwetboek. "Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van honderd tot vijfhonderd frank". 7. Wederzijdse rechten en plichten De vrijwilliger heeft recht op informatie over zijn activiteiten, afbakening van zijn werkveld en werktijden, een contactpunt bij conflictsituaties, over de noodzakelijke uitrusting, wanneer mogelijk over aangepaste vorming en bijscholing, 15

De organisatie heeft recht op een correcte deontologische houding van de vrijwilliger m.b.t. het naleven van de onderlinge afspraken, het respecteren van de afbakening van het activiteitsveld, Dit betekent dat: - De vrijwilliger werkt onder de coördinatie van de stedelijke preventiedienst. De vrijwilliger levert geen inbraakpreventie-adviezen op eigen initiatief af. - De vrijwilliger respecteert de vastgelegde werkafspraken. - De vrijwilliger verricht activiteiten voor de stedelijke preventiedienst dat deel uitmaakt van de lokale overheid. De vrijwilliger neemt een loyale houding aan die in overeenstemming is met de organisatie waarvoor hij zijn activiteiten verricht. - De vrijwilliger krijgt de nodige uitrusting technopreventie ter beschikking gesteld. - De vrijwilliger draagt de nodige zorg over het ter beschikking gesteld materiaal. Dit materiaal blijft te allen tijde eigendom van de stad Diest. - De vrijwilliger bewaart steeds een neutrale houding ten overstaan van commerciële initiatieven van inbraak- en diefstalbeveiliging. - De vrijwilliger ontvangt van de stedelijke preventiedienst de nodige opleidingen, navormingen en ondersteuning die hem in staat stelt zijn opdracht naar goed behoren uit te oefenen. - De vrijwilliger wordt steeds tijdig verwittigd van een uit te voeren adviesaanvraag. - De vrijwilliger informeert steeds tijdig de stedelijke preventiedienst over zijn onbeschikbaarheid. Datum: Namens het college van burgemeester en schepenen: de secretaris de burgemeester-voorzitter Naam en voornaam van de vrijwilliger Adres Tel. en/of GSM Perso(o)n(en) verwittigen ongeval te bij Voor ontvangt en akkoord: Datum: Handtekening: 16