Een toegangscode voor de installateur beveiligt de toegang tot het programmeermenu.

Lastenboek voor analoge centrale met 2 of 4 lussen 1. Algemeen De analoge adresseerbare centrale en de er op aangesloten componenten voldoen aan de betreffende Europese CEN normen van de reek EN 54, en zijn gecertificeerd door een geaccrediteerd Europees certificatieorganisme( BRE of gelijkwaardig). De installateur dient over de kennis te beschikken die vereist is voor het installeren, programmeren en het onderhouden van de volledige installatie en dient houder te zijn van een FiSQ certificaat als gespecialiseerde onderneming in detectie-en alarmsystemen. De installatie dient gerealiseerd volgens de NBN S21-100, deel 1 en deel 2. 2. De centrale Het paneel leest gelijktijdig de adressen van de detectoren en hun analoge waarden. De centrale beschikt over een touch screen beeldscherm. Dit beeldscherm heeft de volgende eigenschappen: Afmeting beeldscherm: 320 x 240 mm. LCD. Alarmindicaties. Codeklavier. Toegang tot alle functies van de centrale via het beeldscherm. Opstarttijd twee minuten. In de standby-stand toont het beeldscherm de tijd, de datum, de status van de lussen, de dag- of nachtstand en de situatie van de zones. Afzonderlijke informatie per detector betreffende Attentie, Voor-alarm, Alarm en de real time waarde van de detector. Weergave per zone van de volgende gegevens: o Waarde in real time van alle detectoren. o De hoogste, de laagste, of de gemiddelde waarde. De centrale bevat: 96 zone-led's. Alle noodzakelijke indicatie-led's voor storing en brandalarm. De supervisie, de programmering van de centrale en de bewaking van de lussen kunnen via PC of het touch screen beeldscherm worden uitgevoerd. Het programmeren biedt de volgende mogelijkheden: Adresseren van de detectoren. Weergave van de apparatuur. Buiten dienst stellen van apparatuur, zones en lussen voor onderhoudswerkzaamheden. Detectoren instellen voor alarmbevestiging. Zones instellen voor alarmbevestiging. Apparatuur toewijzen aan zones en alarmniveau. Een toegangscode voor de installateur beveiligt de toegang tot het programmeermenu. De centrale heeft de volgende kenmerken: Opladen van de accu's in 24 uur. Automatische adressering. Toegang op 3 niveaus (met wachtwoorden). Het verwijderen van een detector of een apparaat uit een lus leidt tot een storingsmelding die alleen opgeheven kan worden door de detector of het apparaat terug te plaatsen. Dit is niet van invloed op het juist functioneren van de rest van de installatie. Bediening van de in- en uitgangen 'contact' en een tabel 'oorzaak/gevolg'. Via het paneel kunnen alle in- en uitgangen van een netwerk worden geprogrammeerd. Geschikt voor een open of gesloten netwerk via een LON-verbinding. Het netwerk kan 'master' of 'slave' zijn. Het protocol hiervoor is ECHELON. Beschermingsklasse IP30. Omgevingstemperatuur: -5 +40 C. Eaton www.coopersafety.be Page 1

Luchtvochtigheidsgraad: max. 75%. Voeding: 230 VAC +10%;-15%. Accu: 2x 12Ah. Afmetingen : (BxLxH) : 395x495x125 mm Detectielus: 4 uitbreidbaar tot 19 lussen (met lus-splitter). Kabeldoorvoeringen: 31. Het LON-netwerk biedt: Netwerk van maximaal 125 centrales. Afstandsbediening (site monitor via TCP/IP). Centrale programmering van in- en uitgangen. OPTIES: Een integrale printer in de centrale. Print 40 tekens per regel op thermisch papier. Een transparante deur ter bescherming van de LED's en het touch screen beeldscherm. 2.1 De lussen Een lus wordt gevormd door twee kabels. Deze twee kabels zorgen voor de voeding en de signalen tussen de detectoren en het paneel. Elke lus kan maximaal 220 adressen bevatten. Een adres wordt gedefinieerd op het moment dat het apparaat op de lus wordt aangesloten. De lussen kunnen gesloten zijn met de mogelijkheid een 'aftakking' te creëren; een 'adresseerbare open lus'. Als standaard versie wordt de centrale geleverd voor twee lussen met uitbreidingsmogelijkheden tot 4 lussen. Optioneel en met behulp van lus-splitters biedt de centrale het beheer van 19 gesloten lussen. De opdracht tot automatische adressering komt vanuit de centrale. De apparaten worden geadresseerd in de chronologische volgorde waarop zij op de lus zijn aangesloten. Ieder onderdeel van de lus beschikt over een integrale beveiliging tegen kortsluiting. Herkenning van de geprogrammeerde detectoren is mogelijk met een test-led van de detectoren. Het is mogelijk om elk onderdeel van de lus opnieuw in te schakelen zonder de voeding van de overige onderdelen te onderbreken. Het paneel reageert binnen 3 seconden op alarmmeldingen van handmelders. De sokkels bevatten geen elektronica. Alle onderdelen van een lus dienen van hetzelfde fabrikaat te zijn. De centrale herkent elk type apparaat van een lus teneinde de installatie te beveiligen tegen het plaatsen van een ongeschikt apparaat. Het paneel reageert als in een lus een apparaat afwezig is. De lengte van de lus (heen en terug) mag niet groter zijn dan 2 km. De interne capaciteit is maximaal 0,5 µf per ader. De doorsnede van de signaalkabel voor een lus is minimaal 1 mm², evenals die van de massaleiding voor aansluiting op de aarde, waarmee de aansluitblokken voor de voeding van de lus-componenten met elkaar worden verbonden. 2.2. De netwerkkaart Bij de installatie met verschillende onderling verbonden centrales, dient de LON netwerkkaart gebruikt te worden. Deze kaart dient in de centrale geplaatst te worden. 2.3. De loopsplitter Met de loopsplitter kan het aantal loops in een centrale verhoogd worden. Een loopsplitter heeft 16 loops (4x4). De loopsplitter moet geïntegreerd worden in de centrale. Er kan slechts één loopsplitter gebruikt worden per centrale. 2.4 In- en uitgangen De centrale beschikt minimaal over de volgende uitgangen: Algemene relaisuitgangen. Algemene storing. Bewaakte uitgangen: o Sirenes en zoemers. o Brandweer/Ontruiming. Brandalarmtransmissie max. 60 ma. Brandbeveiligingsapparatuur max. 60 ma. 4 sirene-uitgangen 4x 1,5 ma; 2 uitgangen Sirene 1 en 2 uitgangen Sirene 2. 1 uitgang 24 V; 30 ma. Eaton www.coopersafety.be Page 2

Zoemer. De 1.000 laatste gebeurtenissen van de centrale evenals 250 gebeurtenissen van het systeem worden op het beeldscherm getoond. Het geheugen beheert de opslag volgens het principe 'Eerste In - Laatste Uit'. 2.5 Communicatie De centrale is standaard voorzien van een RS232-poort. Een LON-netwerkkaart is optioneel leverbaar. Voor het communicatiesysteem van de centrale gelden de onderstaande mogelijkheden: ESPA 444 LON - LON LON - IP IP - Glasvezel LON - Modem LON - TCP/IP LON - IP Ethernet LON - PC 2.6 Codeklavier De centrale beschikt over een touch screen beeldscherm waarmee het systeem zonodig kan worden geprogrammeerd. Het is eveneens mogelijk het systeem via een PC te programmeren. 2.7 Indicaties Behalve het LCD-beeldscherm biedt de centrale de volgende visuele indicaties: - Ingeschakeld groen - Brand rood - Algemene storing geel - Systeemstoring geel - Storing voeding geel - HS sirene geel - Storing sirene geel - HS systeem geel - Test geel - HS alarmtransmissie geel - Storing alarmtransmissie geel - Blusinstallatie actief geel - Vertraging actief rood De centrale is standaard uitgevoerd met 96 brand-zones met rode indicatie-led's. 3. Adresseerbare onderdelen 3.1 Optische detector Deze detector voldoet aan de norm EN54-7 NBN S 21-107 - sectie 7. De optische sensor reageert op roetdeeltjes. De detector is uitgevoerd met een knipperende indicatie-led die onder 360 zichtbaar is. De detector is geschikt voor automatische adressering. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Met behulp van een inbouwset kan de detector worden ingebouwd. o Stroomverbruik max. 220 µa. o Omgevingstemperatuur -20 +60 C. o Kleur: wit. o Goedgekeurd door BOSEC. 3.2 Thermische detector Deze detector voldoet aan de norm EN54-5 NBN S 21-105 - sectie 5. De thermische sensor reageert op snelle temperatuurswijzigingen. De detector is uitgevoerd met een knipperende indicatie-led die onder 360 zichtbaar is. De detector is geschikt voor automatische adressering. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Met behulp van een inbouwset kan de detector worden ingebouwd. o Stroomverbruik max. 220 µa. o Omgevingstemperatuur -20 +60 C. o Kleur: wit. Eaton www.coopersafety.be Page 3

o Goedgekeurd door BOSEC. 3.3 Opto-thermische detector Deze detector voldoet aan de norm NBN S 21-105 - sectie 5 en NBN S 21-106 - sectie 6. De sensor reageert op een geleidelijke temperatuurswijziging en roetdeeltjes. De twee detectietechnieken kunnen met behulp van programmering gescheiden worden in 'Optisch' of 'Thermisch' en ze zodanig in de dag- /nachtstand gebruiken. De detector is uitgevoerd met een knipperende indicatie-led die onder 360 zichtbaar is. De detector is geschikt voor automatische adressering. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Met behulp van een inbouwset kan de detector worden ingebouwd. o Stroomverbruik max. 220 µa. o Omgevingstemperatuur -20 +60 C. o Kleur: wit. o Goedgekeurd door BOSEC. 3.4 Standaard sokkel Deze sokkel wordt gebruikt voor analoge detectoren. Hij is voorzien van een AAN/UIT-schakelaar. De sokkel bevat geen elektronisch circuit. De sokkel is voorzien van twee ingangen en twee uitgangen voor kabelaansluitingen. De sokkel beschikt over een vergrendeling ter beperking van vandalisme. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De uitvoering is conform beschermingsklasse IP40. 3.5 Sokkel met zoemer Deze sokkel wordt gebruikt voor analoge detectoren. De integrale zoemer genereert een audiosignaal waarvan de functie vanaf de centrale kan worden geprogrammeerd. Via de centrale kunnen 4 toonsoorten en 3 volumeniveaus worden geprogrammeerd. Hij is voorzien van een AAN/UIT-schakelaar en een kabeldoorvoering. De sokkel beschikt over een vergrendeling ter beperking van vandalisme. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De uitvoering is conform beschermingsklasse IP40. 3.6 Sokkel met zoemer en flitser Deze sokkel wordt gebruikt voor analoge detectoren. De integrale zoemer genereert een audiosignaal waarvan de functie vanaf de centrale kan worden geprogrammeerd en een flitser voor visuele indicatie. Vanaf de centrale kunnen 4 toonsoorten en 3 volumeniveaus worden geprogrammeerd. Hij is voorzien van een AAN/UIT-schakelaar en een kabeldoorvoering. De sokkel beschikt over een vergrendeling ter beperking van vandalisme. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De uitvoering is conform beschermingsklasse IP40. 3.7 Handmelder 3.7.1 Handbrandmelder De adresseerbare handmelder voldoet aan de normen EN 54-11 en BS5839-2. De handmelder wordt standaard voor opbouw geleverd maar kan, met behulp van een inbouwset, ook worden ingebouwd. Hij is leverbaar met een breekglaasje of met een drukknop voor herinschakelen. Een transparante beschermingskap is optioneel leverbaar. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Technische gevens: o Behuizing ABS. o Stroomverbruik < 170 µa. o Stroomverbruik bij alarm < 6 ma. o Omgevingstemperatuur -25 + 55 C. o Kleur: rood. o Beschermingsklasse IP42. 3.7.2 Waarschuwingsmelder De adresseerbare handmelder voldoet aan de normen EN 54-11 en BS5839-2. De uitvoering van deze handmelder is conform beschermingsklasse IP42. Hij wordt standaard voor opbouw geleverd maar kan, met behulp van een inbouwset, ook worden ingebouwd. Hij is leverbaar met een breekglaasje of met een drukknop voor herinschakelen. Een transparante beschermingskap is optioneel leverbaar. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Technische gevens: o Behuizing ABS. o Stroomverbruik < 170 µa. Eaton www.coopersafety.be Page 4

o o o Stroomverbruik bij alarm < 6 ma. Omgevingstemperatuur -25 + 55 C. Kleur: geel. 3.7.3 Waterdichte handbrandmelder De adresseerbare handmelder voldoet aan de normen EN 54-11 en BS5839-2. De handmelder wordt standaard voor opbouw geleverd. Hij is leverbaar met een breekglaasje of met een drukknop voor herinschakelen. Een transparante beschermingskap is optioneel leverbaar. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. Technische gevens: o Behuizing ABS. o Stroomverbruik < 170 µa. o Stroomverbruik bij alarm < 6 ma. o Omgevingstemperatuur -25 + 55 C. o Kleur: rood. o Beschermingsklasse IP67. 3.8 Beam infrarood 50 m Deze actief infraroodcombi heeft een bereik van 50 meter. De detector is voorzien van een spiegel, een zender en een ontvanger in één en dezelfde behuizing. Daarom hoeft de bekabeling slechts aan een kant te worden aangelegd. Hij is speciaal ontworpen voor deze centrales en ontvangt de voeding van de detectielus. Dankzij het bevestigingssysteem kan de detector makkelijk gemonteerd worden. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De uitvoering is conform beschermingsklasse IP40. 3.9 Beam infrarood 100 m Deze actief infraroodcombi heeft een bereik van 100 meter. De detector is voorzien van een spiegel, een zender en een ontvanger in één en dezelfde behuizing. Daarom hoeft de bekabeling slechts aan een kant te worden aangelegd. Hij is speciaal ontworpen voor deze centrales en ontvangt de voeding van de detectielus. Dankzij het bevestigingssysteem kan de detector makkelijk gemonteerd worden. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De uitvoering is conform beschermingsklasse IP40. 3.10 Alarm-LED De automatisch adresseerbare alarm-led dient voor het signaleren van brandalarm buiten het beveiligde gebied. De LED is onder 360 zichtbaar. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De vormgeving is extra plat en vierkant. o Behuizing ABS. o Omgevingstemperatuur: -25 +55 C. o Beschermingsklasse: IP30. o Kleur behuizing: wit. o Kleur LED: rood. 3.11 Signalering flitsers De automatisch adresseerbare flitser dient voor het visueel signaleren van brandalarm. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De flitser wordt met sokkel geleverd. De flitser is gebaseerd op LEDtechnologie en heeft daardoor een laag stroomverbruik. De vormgeving is extra plat. o Behuizing ABS; lens polycarbonaat. o Stroomverbruik in rust < 250 µa. o Stroomverbruik in alarm < 4,1 ma. o Omgevingstemperatuur: -10 +55 C. o Beschermingsklasse: IP54. o Kleur: rood. o Frequentie: 0,5 Hz. 3.12 Sirene De automatisch adresseerbare sirene geeft een audiosignaal bij brandalarm of een gevaarlijke situatie. Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. De sirene wordt met sokkel geleverd. Eveneens leverbaar in waterdichte uitvoering.vanaf de centrale kunnen 4 toonsoorten en 3 volumeniveaus worden geprogrammeerd. Eaton www.coopersafety.be Page 5

o Behuizing: ABS. o Stroomverbruik < 330 µa. o Omgevingstemperatuur: -10 +55 C. o Beschermingsklasse: IP42 of IP66. o Kleur: rood. 4.0 Modules voor in-/uitgangen Via deze module kunnen externe apparaten worden bediend (bijv. openen/sluiten van deuren enz.). Geschikt voor het aansluiten van potentiaalvrije contacten (ingang) en die welke door het brandsysteem worden beheerd. De module kan worden gebruikt voor specifieke functies van brandmeldinstallaties en andere systemen (lift, ventilatie, pomp). Voorzien van integrale beveiliging tegen kortsluiting. o Stroomverbruik: 310 µa. o Voeding: 18 V - 30 VDC. o Beschermingsklasse: IP40. o Omgevingstemperatuur: -10 +60ºC. De module is in diverse uitvoeringen leverbaar: o Zonebewaking voor conventionele detectoren (kan zones met conventionele detectoren van oudere installaties herstellen). o Zonebewaking voor handmelders en conventionele detectoren (kan zones met conventionele detectoren van oudere installaties herstellen). o Zonebewaking voor handmelders, conventionele detectoren en sirenes (kan zones met conventionele detectoren van oudere installaties herstellen). o Sirenemodule voor 4 uitgangen. o Module met 1 ingang. o Module met 1 uitgang. o Module met 1 ingang + 1 uitgang. o Module met 3 ingangen + 3 uitgangen op 1 adres. o Module met 3 ingangen + 3 uitgangen met 3 adressen. o Moederbord met 32 uitgangen; toevoegen van 4 'slave'-modules elk met 32 uitgangen mogelijk ten behoeve van een synoptisch paneel; stroomverbruik max. 10 ma; 30 VDC. o Moederbord met 32 relaisuitgangen; toevoegen van 4 'slave'-modules elk met 32 relaisuitgangen mogelijk. o Module gasdetectie. 5. Nevenpanelen Algemeen De nevenpanelen bieden de mogelijkheid om de sirenes van de panelen waarop zij zijn aangesloten uit te schakelen en opnieuw te activeren. Het is mogelijk om deze samenwerking onafhankelijk te programmeren. 5.1 Nevenpaneel met LCD-display Het nevenpaneel wordt op het LON-netwerk aangesloten, of op een lus van het branddetectiesysteem en visualiseert de diverse alarmmeldingen van de panelen binnen het netwerk. Het nevenpaneel wordt gevoed met 230 VAC en een noodstroomaccu en is optioneel voorzien van een LON-kaart. Het nevenpaneel heeft een LCD-display met twee regels van 40 tekens. 5.2 Centrale met touch screen beeldscherm De centrale wordt als nevenpaneel gebruikt en aangesloten op een LON-netwerk of op een detectielus en visualiseert de diverse alarmmeldingen van de panelen binnen het netwerk. Elke centrale met touch screen beeldscherm die als nevenpaneel wordt ingezet is onafhankelijk vrijprogrammeerbaar op voorwaarde dat de centrale beschikt over een lus-kaart voor lus 1 en 2. 5.3 Schaduwpaneel Het PC-nevenpaneel wordt op het netwerk aangesloten en kan alarmmeldingen en storingen weergeven (het nevenpaneel kan in real time elk gewenst paneel raadplegen). 5.4 Repeater met aanrakingstoets Eaton www.coopersafety.be Page 6

Het repeaterpaneel voor branddetectie biedt de functionaliteiten van een touch screen met een eenvoudige gebruikersinterface, geïntegreerd in een compact paneel. Het wordt gebruikt als netwerkrepeater. Het is volledig conform aan de wettelijke normen EN60950 (LVD) en EN50130 (EMC) en is voorzien van een bewakingssysteem voor de voeding, conform aan de normen EN54 pt4. Het is meertalig. Er kan een externe printer op aangesloten worden. Het kan geprogrammeerd worden als actieve of passieve repeater. 6. Conventionele accessoires 6.1 Sirenes 6.1.1 Sirene met 26 toonsoorten o Basis: plat of verhoogd. o Hoge beschermingsklasse: IP65. o Twee verschillende ingangen 1 en 2 aangezien elke ingang een verschillende toonsoort biedt. o Geluidsterkte: 90 db op 2 meter. 6.1.2 Sirene met 3 toonsoorten o De sirene heeft een zeer laag stroomverbruik en een grote geluidsterkte. o Beschermingsklasse: IP42. o Geluidsterkte: 100 db op 2 meter. o Volumeregeling 20 db. 6.2 Signalisatieflitser o Rode flitser o Spanning: 24VCC spanning o Vermogen: 2W,FS 60/min 6.3 Evacuatie flitser De flitser dient voor het visueel signaleren van een brandalarm. Hij is voorzien van LED verlichting die 4 lux kan behalen aan de grond zoals opgelegd door de norm EN-54-23. De sokkel wordt bij de flitser geleverd. De flitser is voorzien van LED technologie met een zeer laag verbruik. Het design is extra plat. Technische kenmerken : o Behuizing uit ABS, lens uit polycarbonaat o Stroomverbruik: 10mA o Verbruik bij alarm: 25mA o Omgevingstemperatuur: -25 C +70 C o Beveiligingsgraad: IP 33 of IP 65 o Kleur: rood o Frequentie : specificatie EN 54-23 6.4 Sirene/ Signalisatieflitser combinatie o Rode sirene met geïntegreerde flitser. o Grote of kleine sokkel. o Geluidsterkte: 99 db op 2 meter. o Voeding: 9-28 VDC. o Stroomverbruik: 20 ma. 6.4 Combinatie sirene en evacuatieflitser De flitser dient voor het visueel en de sirene voor het auditief signaleren van een brandalarm. De flitser is voorzien van LED verlichting die 4 lux kan behalen aan de grond, zoals opgelegd door de norm EN-54-23. De sokkel wordt bij de flitser geleverd. De flitser is voorzien van LED technologie met een zeer laag verbruik. Het design is extra plat. Technische kenmerken: o Behuizing uit ABS, lens uit policarbonaat o Stroomverbruik: 22mA o Verbruik bij alarm: 37mA o 90-102 db Verbruik bij alarm 25mA? Eaton www.coopersafety.be Page 7

o Omgevingstemperatuur: -10 C +55 C o Beveiligingsgraad: IP 33 of IP 65 o Kleur: rood o Frequentie: specificatie EN 54-23 6.5 Elektromagneet De deurmagneet dient voor het openhouden van brandwerende deuren en biedt bovendien automatische ontgrendeling in alarmsituaties. Het eenvoudige en compacte design is geschikt voor kleine ruimtes. Systeem met diode voor 25-50 kg houdsterkte met ontgrendelknop voor zichtbare montage op de muur of vloer met een steun Materiaal behuizing Aluminium, epoxy gelakt, wit Materiaal kap Kunststof, zwart Materiaal van magneet Staal Spanning 24Vcc Stroom 25-45mA Force holding 25-50 kg / 245-490 N Diameter van magneet 50mm Dikte 45mm Ankerplaat 1351-CSA Draaihoek ankerplaat 120 Temperatuur -10 C 55 C Beschermingsklasse IP40 Gewicht 0,8kg Keuring CPD EN1155 :2003 Systeem met 2 diodes voor 50-100 kg houdsterkte met ontgrendelknop voor zichtbare montage op plafond, muur of vloer met een steun Materiaal behuizing Aluminium, epoxy gelakt, zwart Materiaal van magneet Staal Materiaal van de voet Staal, epoxy gelakt, zwart Materiaal kap Kunststof, zwart Spanning 24Vcc Stroom 45mA Force holding 50 kg / 490 N Diameter van magneet 50mm Hoogte max (D) 330-360mm Hoogte min (C) 277-307mm Led 2 Ankerplaat 1351-CSA Draaihoek ankerplaat 120 Temperatuur -10 C 55 C Beschermingsklasse IP40 Gewicht 1,45kg Keuring CPD EN1155 :2003 6.6 Voedingen De meest voorkomende toepassing van deze noodstroomvoorziening is voor brandmeldsystemen met een groot stroomverbruik van het centrale paneel voor elektrische deuropeners en synoptische panelen. Voor grote installaties zijn de beschikbare kabelsecties zeer belangrijk. De behuizing is voorzien van een sleutelslot. Het ontwerp van de schakelaar is gericht op een optimale beperking van de warmteontwikkeling. De unit is beveiligd tegen polariteit en kortsluiting. Vier zichtbare LED's geven de status van het stroomverbruik weer (groen: in bedrijf en opladen van de accu; rood: stroomstoring en ontlading van de accu). Materiaal van de behuizing Metaal, epoxy lak Voeding 230 Vac -15+10%, 50-60Hz Nominaal vermogen 140W Stroomverbruik 5A Eaton www.coopersafety.be Page 8

Voeding per uitgang 27,6Vdc Aantal accu's 2x12V 17A loodgel Afmetingen (HxlxD) 450x260x205mm Type kast B Klasse I Temperatuur +5 +40 C Beschermingsklasse 30 Gewicht 6,7 kg Sleutels 2 7. Software voor PC Met de software zullen de brand- en contactalarmen afkomstig van de ingang/uitgang modules kunnen getoond worden. De software zal toelaten een tekstpagina voor de operator in te voeren, vrij programmeerbaar, die informatie geeft over de te ondernemen acties, evacuatieroute, etc. Alle evenementen zullen bewaard worden in het logbook. De software kan lokaal op een paneel gebruikt worden, of lokaal op het netwerk of op IP router, optische vezel en Ethernet. In de modus ontvangstcentrum zal de computer de informatie tonen die binnenkomt. Volgende instellingen zullen mogelijk zijn: o de prioriteitsvolgorde voor de visualisering op het scherm o voor welke evenementen een geluidssignaal gegeven zal moeten worden o welke evenementen naar de harde schijf gestuurd mogen worden voor bewaring De verkregen informatie kan bewaard worden in Word- of Excelformaat. Bij het beheer van het logbook zullen opzoekingen in de historiek mogelijk zijn. De resultaten kunnen bewaard worden in Word- of Excelformaat. Eaton www.coopersafety.be Page 9