SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm. 1

Transcriptie

1 61 mm SC24000 NL Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. Kenmerken Montage Typische tweedeurs-toepassing Beschrijving van aansluitblok Instellingen van DIP-schakelaars Bedrading Fabrieksreset Programmering Anti-terugloop Voorbeelden Programmering met toetsenbord (LCSP, VKP, INOX, MTPAD-M) Programmering in dubbele beveiligingsmodus (LCSP) KENMERKEN Programmeerbare sleuflezers 4000 gebruikers (kaarten) 2 ingangen voor lezers (Wiegand26 / Wiegand34 met automatische detectie) 2 deurrelais (2 x 250VAC/4A) 2 ingangen voor deursensor 2 ingangen voor drukknoppen 2 alarmrelais: uitgang 1 (alarm deur geforceerd), Uitgang 2 (alarm open deur) Programmering met Master1&2, Wissen, APB resetten, Master 1- en Master 2-kaart Instelbare tijd voor deurrelais (1-250 sec of ON/OFF(tuimelschakel-) modus) Anti-terugloopoptie Normale wiegand-modus (alleen kaart) en LCSP-modus (kaart en PIN-code) op elke lezer - per gebruiker of per groep gebruikers Max. aantal gebruikers in 1 groep: 4000 (elke groep heeft 1 kaart) Eéndeursmodus / 2 lezers (één lezer aan elke kant van de deur) 2-deursmodus / 2 lezers (één lezer op elke deur) Blokkering van 60 sec na 15 ongeldige kaarten Registratie van opeenvolgende blokkering van kaarten - max. blokkering van 100 kaarten Elektrische kenmerken Bedrijfsspanning: Stroomverbruik: Deurrelais: Uitgangsrelais: Omgevingskenmerken 8 tot 15V DC max. 180 ma (zonder lezers) 250 VAC/4A 250 VAC/4A Omgevingstemperaturen: 0ºC tot +50ºC Bedrijfsvochtigheid: 0 tot 95% (zonder condensatie) Afmetingen PCB (mm): 102 L x 86 B v.b2 107 mm 90 mm 1

2 2. MONTAGE Aan de muur Achteraan-zicht 74,35mm 74,35mm Op DIN-rail 3. TYPISCHE TWEEDEURS-TOEPASSING 2

3 4. BESCHRIJVING VAN AANSLUITBLOK Lezer 1 Lezer 2 led s Voeding wiegand led s Voeding wiegand Led groen - Led rood - GND 12 VDC Data0 Data1 Led groen - Led rood - GND 12 VDC Data0 Data1 12 VDC GND 12 VDC GND NC COM NO NC COM NO Voeding Relais Deur 1 Relais Deur 2 Deursensors Knoppen voor afsluiten (NC) (NO) (NC) (NO) Deursensor 1 GND Drukknop 1 Deursensor 2 GND Drukknop 2 NC COM NO NC COM NO Alarm-uitgangen Alarm opengelaten deur Alarm geforceerde deur Opmerking: als de deursensors niet worden gebruikt, moeten Deursensor 1 en Deursensor 2 van de aansluitblokken worden kortgesloten met de AARDING. Volgens de fabrieksstandaard wordt de controller geleverd met kortgesloten deursensors. Opmerking: sluit geen verschillende lezers van het Wiegand-type aan. Beide lezers moeten ofwel Wiegand 26bit ofwel Wiegand 34bit zijn. Uitgang 1 (alarm opengelaten deur) - AAN als er een deur is opengelaten volgens de tijd ingesteld in: Alarm opengelaten deur instellen - UIT wanneer de deur gesloten is Uitgang 2 (alarm geforceerde deur) - AAN als een deur met geweld is geopend - UIT wanneer de deur gesloten is 5. INSTELLINGEN VAN DIP-SCHAKELAARS ON AAN Dubbele Wiegand op Lezer 1 Dubbele Wiegand op Lezer 2 APB volgsensor AAN Antiterugloopoptie AAN Masterkaart registreren AAN Fabrieksreset AAN 2-DEURSmodus Niet gebruikt UIT Enkele Wiegand op Lezer 1 Enkele Wiegand op Lezer 2 APB volgsensor UIT Antiterugloopoptie UIT Masterkaart registreren UIT Fabrieksreset 1-DEURSmodus Niet gebruikt OPMERKING: De dubbele wiegand wordt gebruikt voor een dubbele beveiliging (kaart + PIN-code). Als de LCSPEM/ MF is aangesloten en is ingesteld op dubbele beveiligingsmodus, zet dan dipschakelaar 1 of 2 in de AAN-stand. OPMERKING: Als de deursensors niet worden gebruikt, moet dipschakelaar nr.3 in de UIT-stand blijven staan. OPMERKING: In 1-deursmodus zijn beide lezers toegewezen aan Deur1. De kaart van de gebruiker kan zo worden geprogrammeerd dat beide relais worden geactiveerd, zodat er een optie is om het relais van de tweede deur te gebruiken als alarm 3

4 6. BEDRADING 6.1 BEDRADING TOETSENBORDEN LCSP, VKP, INOX, MTPAD-M 7. FABRIEKSRESET 1. Zet de voeding UIT 2. Zet dipschakelaar 6 in de AAN-stand 3. Zet de voeding AAN - Groene LED - AAN, Rode LED - knipperend 4. Zet dipschakelaar 6 in de UIT-stand - Groene LED - UIT, Rode LED - knipperend en daarna UIT (wacht tot de rode LED UIT gaat) 4

5 8. PROGRAMMERING BELANGRIJK: Sluit de proximiteitslezer (Wiegand26 of Wiegand34) aan op de ingang van LEZER 1, inclusief de vrije spannings-led s. De vrije spannings-led s worden gebruikt voor een visuele indicatie tijdens het programmeringsproces. Inbrengen van Masterkaarten 1. Zet de voeding UIT 2. Zet dipschakelaar nr.5 in de AAN-stand 3. Zet de voeding AAN - Rode LED - AAN 4. Steek de masterkaarten in Lezer1, in deze volgorde: Master1&2, Wis, Reset APB, Master1, Master2 Opmerking: Voor de eerste ingebrachte kaart knippert de groene led eenmaal, voor de tweede knippert groene led tweemaal enz. Het systeem kan werken zonder dat alle masterkaarten worden ingebracht (bv. alleen Master, Wissen en APB kunnen actief zijn). Er moeten minimaal twee masterkaarten worden ingebracht (Master1&2 en Wissen) 5. Zet de dipschakelaar in de UIT-stand (SC24000 wordt terug in bedrijfsmodus gezet) Markeer de masterkaarten met de stickers die zijn bijgeleverd in de set MASTER1&2 Card DELETE Card Reset APB Card Master1 Card Master2 Card OPMERKING: De vervanging van de Master- en de Delete-kaart gebeurt met dezelfde procedure. Oude Master-/Delete-kaarten worden automatisch gewist. Een gebruiker inschrijven 1. Breng de Masterkaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de in - Groene LED - AAN, Rode LED - UIT 3. Breng de in - Groene LED - knippert tweemaal op elke gebruikerskaart (of meerdere en) 4. Breng de Masterkaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Opmerking: Als een gebruiker is geregistreerd met de MASTER1-kaart, heeft die gebruiker alleen toegang via DEUR1. Als een gebruiker is geregistreerd met de MASTER2-kaart, heeft die gebruiker alleen toegang via DEUR2. Als een gebruiker is geregistreerd met de Master1&2-kaart, heeft die gebruiker toegang via DEUR1 en DEUR2. OPMERKING: de schaduwkaart kan worden uitgegeven voor 1 gebruiker of voor een groep gebruikers. Noteer in beide gevallen de naam van de gebruiker op de schaduwkaart en bewaar alle schaduwkaarten op een veilige plaats. OPMERKING: als er aan een zelfde schaduwkaart meer dan één gebruiker is verbonden, zullen bij het wissen met die schaduwkaart alle gebruikers worden gewist die verbonden zijn aan de schaduwkaart. OPMERKING: als een schaduwkaart moet worden vervangen, registreer dezelfde gebruiker dan met een andere schaduwkaart OF Groep

6 Een opeenvolgend blok van kaarten registreren Registratie van een blok van 100 opeenvolgende kaarten die zijn toegewezen aan Deur1: 1. Breng de Master1-kaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de in - Groene LED - AAN, Rode LED - UIT 3. Breng de beginkaart van het blok 3 maal in - Groene LED - knippert tweemaal 4. Breng de eindkaart van het blok 3 maal in - Groene LED - knippert tweemaal 5. Breng de Master1-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Opmerking: er is geen volgorde voor het nummeren van Mifare-kaarten. Opmerking: voor u een blok kaarten registreert dient u te controleren of de nummers in volgorde staan en of de reeks kleiner is dan 100. Een gebruiker wissen met de schaduwkaart 1. Breng de Wiskaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN (of meerdere schaduwkaarten) in 3. Breng de Wiskaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Opmerking: Bij het wissen van een schaduwkaart worden alle gebruikers gewist die aan deze schaduwkaart zijn verbonden. Een gebruiker wissen met een gebruikerskaart 1. Breng de Wiskaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de in - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN (of meerdere gebruikerskaarten) in 3. Breng de Wiskaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT ALLE gebruikers wissen 1. Breng de Wiskaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 1&2-kaart 3 maal in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Alle gebruikers wissen die zijn toegewezen aan DEUR1 1. Breng de Wiskaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 1-kaart 3 maal in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Alle gebruikers wissen die zijn toegewezen aan DEUR2 1. Breng de Wiskaart in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 2-kaart 3 maal in - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Alle APB-statussen resetten 1. Breng de Reset APB-kaart in een willekeurige lezer in 6

7 Tijd Deur1 open instellen 1. Breng de Master 1-kaart 3 maal in - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart in - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN Breng de kaart X maal in gedurende X seconden (Tijd deur open) 3. Breng de Master 1-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Deur1 in tuimelschakelmodus (AAN/UIT) instellen 1. Breng de Master 1-kaart 3 maal in - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Master1-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Tijd Deur2 open instellen 1. Breng de Master 2-kaart 3 maal in - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart in - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN Breng de kaart X maal in gedurende X seconden (Tijd deur open) 3. Breng de Master 2-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Deur2 in tuimelschakelmodus (AAN/UIT) instellen 1. Breng de Master 2-kaart 3 maal in - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Master2-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Alarm voor opengelaten deur instellen Om de tijd van het alarm voor opengelaten deur in te stellen op 40 seconden: 1. Breng de Master 1&2-kaart 3 maal in - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart 4 maal in - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN (4 x 10 sec. = 40 sec.) 3. Breng de Master1&2-kaart in - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Om het alarm uit te schakelen: Breng de Master1&2-kaart 3 maal in - Rode LED - AAN Breng de Master1&2-kaart in - Rode LED - UIT ON 9. ANTI-TERUGLOOP Dipschakelaar nr.4 - AAN Om de Anti-terugloopoptie in te schakelen zet u dipschakelaar nr. 4 gewoon in de AAN-stand. Als de deursensors niet worden gebruikt bij de installatie, laat u dipschakelaar nr.3 in de UIT-stand. In dit geval wordt de APB-status bepaald door een kaartponsing (werd de kaart ingebracht of niet). Als de deursensors worden gebruikt, moet dipschakelaar nr. 3 in de AAN-stand staan. In dit geval wordt de APBstatus bepaald door de deurstatus (was de deur open of niet). 7

8 10. VOORBEELDEN Taak1: Zet een 1-deursinstallatie op met 1 lezer. Registreer 2 gebruikers voor het openen van de deur. Instellingen van DIP-schakelaars: allemaal UIT 1. Breng de Master1-kaart in 2. Breng de schaduwkaart in 3. Breng 1 in 4. Breng 2 in 5. Breng de Master1-kaart in Taak2: Zet een 1-deursinstallatie op met IN- en UIT-lezer. Registreer Gebruiker1 met toegang tot Deur1 in anti-terugloopmodus, en Gebruiker2 zonder toegang tot Deur1, maar deze gebruiker kan wel de lichten in het kantoor AAN/UIT doen. Instellingen van DIP-schakelaars: Nr.4-AAN, alle andere UIT Relaisverbinding: Deurrelais1 - Deurvergrendeling; Deurrelais 2 - Hoofdschakelaar lichtenswitch 1. Breng de Master1-kaart in 2. Breng de schaduwkaart 1 in 3. Breng de 1 in 4. Breng de Master1-kaart in 1. Breng de Master2-kaart in 2. Breng de schaduwkaart 2 in 3. Breng de 2 in 4. Breng de Master2-kaart in 1. Breng de Master2-kaart 3 maal 2. Breng de Master2-kaart Gebruiker1 met toegang tot Deur1 Gebruiker2 kan Deurrelais 2 (lichten) activeren, maar Deurrelais 1 niet. Deurrelais 2 doen werken in AAN/UIT-modus Taak3: Voer 2 installaties voor deuren uit. Registreer Gebruiker 1 alleen voor het openen van DEUR1, Gebruiker 2 voor het openen van DEUR2 en Gebruiker3 voor het openen van Deur1 en Deur2. Instellingen van DIP-schakelaars: 7 - AAN; alle andere UIT Relaisverbinding: Deurrelais1 - Deurvergrendeling; Deurrelais 2 - Deurvergrendeling 1. Breng de Master1-kaart in 2. Breng de schaduwkaart 1 in 3. Breng de 1 in 4. Breng de Master1-kaart in 1. Breng de Master2-kaart in 2. Breng de schaduwkaart 2 in 3. Breng de 2 in 4. Breng de Master2-kaart in 1. Breng de Master1&2-kaart in 2. Breng de schaduwkaart 3 in 3. Breng de 3 in 4. Breng de Master1&2-kaart in Gebruiker1 met toegang tot Deur1 Gebruiker2 met toegang tot Deur2 Gebruiker3 met toegang tot Deur1 en Deur2 11.PROGRAMMERING MET TOETSENBORD (LCSP, VKP, INOX,MTPAD-M) De programmering is hetzelfde als de programmering met proximiteitslezer. Zie de programmering die uiteen is gezet op pagina s 4 tot 7, en vervang gewoon het woord Kaart door PIN-code Toetsenbord-instellingen Stel het toetsenbord zo in dat het compatibel is met de SC24000 Standalone Controller Druk op B om het menu te openen Druk op 6 Druk op 1 Druk op A om het menu af te sluiten Het toetsenbord wordt zo ingesteld op de modus Wiegand26 bit Normal, 4-cijferige PIN-code en Kaart of PIN-code (LCSP). Voor andere instellingen (zoals wijziging van de lengte van de PIN-code), zie de handleiding van het toetsenbord. 8

9 12. PROGRAMMERING IN DUBBELE BEVEILIGINGSMODUS (LCSP) De dubbele beveiligingsmodus kan alleen worden gebruikt op lezers met dubbele technologie (proximiteit + toetsenbord, LCSP) 1. Als de LCSP is aangesloten op de ingang van Lezer 1, zet dipschakelaar 1 dan op AAN Als de LCSP is aangesloten op de ingang van Lezer 2, zet dipschakelaar 2 dan op AAN 2. Stel het toetsenbord in op de dubbele beveiligingsmodus Druk op B om het menu te openen Druk op 6 Druk op 4 Druk op 5 Druk op 3 Druk op A om het menu af te sluiten ON Zo wordt het toetsenbord ingesteld op de modus Wiegand26 bit dubbel, 4-cijferige PIN-code en Kaart en PIN-code. Masterkaarten inbrengen 1. Zet de voeding UIT 2. Duw dipschakelaar nr.5 op de AAN-stand 3. Zet de voeding AAN - Rode LED - AAN 4. Breng in Lezer1 in de onderstaande volgorde de masterkaarten in: Master1&2 + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code Wis + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code Reset APB + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code Master1 + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code Master2 + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code Opmerking: Voor de eerste ingebrachte kaart knippert de groene LED eenmaal, voor de twee kaart knippert de groene LED tweemaal enz. Het systeem kan werken als alle masterkaarten zijn ingebracht (bv. alleen Master, Wis en APB kunnen actief zijn). Het minimale aantal masterkaarten is twee (Master1&2 en Wis) 5. Zet de dipschakelaar in de UIT-stand (SC24000 wordt terug in bedrijfsmodus gezet) Markeer de masterkaarten met de stickers die zijn bijgeleverd in de set MASTER1&2 Card DELETE Card Reset APB Card Master1 Card Master2 Card OPMERKING: De vervanging van de Master- en de Delete-kaart gebeurt met dezelfde procedure. Oude Master-/Delete-kaarten worden automatisch gewist. 9

10 Een gebruiker inschrijven 1. Breng de Masterkaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - UIT 3. Breng de in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - knippert tweemaal op elke gebruikerskaart (of meerdere en) 4. Breng de Masterkaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Opmerking: Als een gebruiker is geregistreerd met de MASTER1-kaart, heeft die gebruiker alleen toegang via DEUR1. Als een gebruiker is geregistreerd met de MASTER2-kaart, heeft die gebruiker alleen toegang via DEUR2. Als een gebruiker is geregistreerd met de Master1&2-kaart, heeft die gebruiker toegang via DEUR1 en DEUR2. BELANGRIJK: Met de bovenvermelde procedure wordt ALLEEN de kaart opgeslagen. Breng om de PIN-code op te slaan te pas geregistreerde kaart in (de oranje LED begint te knipperen) en voer de gewenste PIN-code in. Met andere woorden: na het afsluiten van de programmering wordt de eerste keer dat de kaart wordt geponst de eerste PIN-code die wordt ingevoerd de Pin-code die uitsluitend aan die kaart is toegewezen. Met deze functie kan worden vermeden dat de installateur de PIN-code van de gebruiker kent. De gebruiker kan zijn eigen PIN-code kiezen. OPMERKING: de schaduwkaart kan worden uitgegeven voor 1 gebruiker of voor een groep gebruikers. Noteer in beide gevallen de naam van de gebruiker op de schaduwkaart en bewaar alle schaduwkaarten op een veilige plaats. OPMERKING: als er aan een zelfde schaduwkaart meer dan één gebruiker is verbonden, zullen bij het wissen met die schaduwkaart alle gebruikers worden gewist die verbonden zijn aan de schaduwkaart. OPMERKING: als een schaduwkaart moet worden vervangen, registreer dezelfde gebruiker dan met een andere schaduwkaart OF Groep Een gebruiker met de schaduwkaart wissen 1. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de schaduwkaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED- AAN (of meerdere schaduwkaarten) 3. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Opmerking: Als een schaduwkaart wordt gewist, worden alle gebruikers die aan die schaduwkaart zijn verbonden gewist. Een gebruiker met gebruikerskaart wissen 1. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN (of meerdere gebruikerskaarten) 3. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT 10

11 ALLE gebruikers wissen 1. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 1&2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED- AAN, Rode LED- AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT ALLE gebruikers toegewezen aan DEUR1 wissen 1. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 1-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED- AAN, Rode LED- AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT ALLE gebruikers toegewezen aan DEUR2 wissen 1. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - AAN, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED- AAN, Rode LED- AAN, Oranje LED knippert eenmaal 3. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Tijd Deur1 open instellen 1. Breng de Master 1-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN Breng de kaart X maal in gedurende X seconden (Tijd deur open) 3. Breng de Master 1-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Deur1 in tuimelschakelmodus (AAN/UIT) instellen 1. Breng de Master 1-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 1-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Tijd Deur2 open instellen 1. Breng de Master 2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - knippert tweemaal, Rode LED - AAN Breng de kaart X maal in gedurende X seconden (Tijd deur open) 3. Breng de Master 2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Deur2 in tuimelschakelmodus (AAN/UIT) instellen 1. Breng de Master 2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Master 2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Alle APB-statussen resetten 1. Breng de Reset APB-kaart + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code in op een willekeurige lezer 11

12 Alarm voor opengelaten deur instellen Om de tijd van het alarm voor opengelaten deur in te stellen op 40 seconden: 1. Breng de Master1&2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal - Groene LED - UIT, Rode LED - AAN 2. Breng de Wiskaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 4 maal - Groene LED- knippert tweemaal, Rode LED- AAN (4 x 10 sec. = 40 sec.) 3. Breng de Master1&2-kaart in + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code - Groene LED - UIT, Rode LED - UIT Om het alarm uit te schakelen: Breng de Master1&2-kaart + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code 3 maal in - Rode LED - AAN Breng de Master1&2-kaart + EEN WILLEKEURIGE 4-cijferige code in - Rode LED - UIT Dit product voldoet aan de eisen van de EMC-richtlijn 2014/30/EU. En voldoet tevens aan de RoHS-richtlijn (BGS) EN50581: