Definitieve beschikking

Vergelijkbare documenten
Definitieve beschikking

Definitieve beschikking

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Definitieve beschikking

Definitieve beschikking

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit weigering melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Definitieve beschikking

Definitieve beschikking

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Definitieve beschikking

Voor de bezwaarmogelijkheid verwijzen wij kortheidshalve naar bijgaand besluit. Een gewaarmerkt exemplaar van uw melding doen wij u hierbij toekomen.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Weigeren salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Weigeren salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Het salderingsverzoek is gedaan voor de nieuwvestiging van een rundveebedrijf aan de Buitendijk 1 te Drimmelen.

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Mts. Classens te Ysselsteyn

Vergunning Natuurbeschermingswet 1998, Deurnese Peel en Mariapeel.

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet M.M. Nouwen. Zaaknummer:

DEFINITIEF BESLUIT. Vereniging Natuurmonumenten De heer A. van den Heuvel Postbus ZS s-graveland

Het salderingsverzoek is gedaan voor het wijzigen van een varkenshouderij aan de Bandert 14, 5754 PH te Deurne.

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer, gedateerd 4 december 2007, is bij ons ingekomen op 5 december 2007.

Maatschap J.C.M.M. Pijs en H.L.M. Pijs-Nuiten Bollendonkseweg NT ETTEN-LEUR

Gebroeders Brouwers VOF Strijbeekseweg SL ULVENHOUT. Weigeren salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Weigeren salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Definitieve beschikking

Weigeren salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 3 april 2007 is bij ons ingekomen op 4 april 2007.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Aan deze procedure is een projectnummer gekoppeld. Gelieve bij correspondentie dit nummer (19972) te vermelden.

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

SAPA Profiles NL BV Postbus AB DRUNEN. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Sillekens Landbouwbeheer B.V.

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet A.M.G.A. van Leeuwen. Zaaknummer:

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

DEFINITIEF BESLUIT. Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Definitieve beschikking

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus NB Maastricht. Geachte,

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Definitieve beschikking

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer gedateerd 4 januari 2007 is bij ons ingekomen op 11 januari 2007.

Vergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet E.L. van de Boel. Zaaknummer:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

2. Procedure De melding ingevolge artikel 8.19 Wet milieubeheer, gedateerd 22 april 2008, is bij ons ingekomen op 25 april 2008.

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Luttikhuisen, Broekhuizerdijk 38 te Melderslo Zaaknummer:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Salderingsverzoek Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Onderwerp Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

De verandering betreft: het plaatsen van een opslagloods ten behoeve van de opslag van non-ferro metalen.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

DEFINITIEF BESLUIT. Onderwerp Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en 19d Natuurbeschermingswet 1998

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontheffing in het kader van de Wet luchtvaart van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Milieuverzorging van Kaathoven BV Eversestraat SR SINT-OEDENRODE. Melding ex artikel 8.19 Wet milieubeheer

Op 4 augustus 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 9 augustus 2010, (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: Plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d met bladnummer NB-02.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Besluit melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

vingsdienst Midden- en West-Brabnot Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant C /

vinţįsdienst Midden- en West-Hrabint

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Definitieve beschikking

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Definitief besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en /of 19d Natuurbeschermingswet 1998

Transcriptie:

Definitieve beschikking De heer J.L.M. Basten Peelweg 1 5768 PR MEIJEL Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp Besluit op aanvraag om vergunning ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 Directie Ecologie Geachte heer Basten, Aanvraag Bij brief van 11 juli 2006 heeft u door tussenkomst van Dienst Landelijk Gebied te Roermond, een aanvraag ingediend om een vergunning ingevolge artikel 16 en/of 19d van de Natuurbeschermingswet 1998. De aanvraag is door de provincie Limburg ontvangen op18 juli 2006. Op 24 juli 2006 heeft de provincie Limburg de ontvangst van de vergunningaanvraag ex artikel 16 en/of 19d Natuurbeschermingswet 1998 per brief bevestigd. Omdat het Natura 2000 gebied De Groote Peel voor het grootste deel in de provincie Noord-Brabant is gelegen, zijn Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant bevoegd om op uw aanvraag te beslissen. In de ontvangstbrief is derhalve tevens aangegeven dat de aanvraag op 24 juli 2006 is doorgezonden naar Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. De aanvraag is op 25 juli 2006 ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de aanleg van een nieuwe drainage in de percelen, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, Sectie D nummer 1056, 1807, 1808 en 339 (deels). Het betreft de aanleg van ondiepe drainage. De beoogde aanleg vindt plaats binnen de hydrologische beschermingszone van het Natura 2000-gebied De Groote Peel. Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.

Procedure De aanvraag is ontvangen op 25 juli 2006. Bij besluit van10 oktober 2006 hebben wij gelet op het bepaalde in artikel 42, lid 2, van de wet met dertien weken verlengd. Bij ons schrijven16 juli 2007 en 27 september 2007 hebben wij u in kennis gesteld dat het beleid van de provincies Limburg en Noord-Brabant ten aanzien van grondwateronttrekkingen en drainages niet met elkaar overeenstemde en dat wij hierom geen besluit op uw aanvraag konden nemen. Adviezen Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 44, lid 2, van de wet hebben wij advies gevraagd aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meijel en gedeputeerde staten van Limburg. Tevens hebben wij, mede in overleg met de provincie Limburg, het waterschap Peel en Maasvallei in de gelegenheid gesteld om een generiek advies omtrent de aanvragen uit te brengen. Het advies van het waterschap is verwerkt in het advies van gedeputeerde staten van Limburg (zie hieronder). Tevens hebben wij ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de Werkgroep Behoud de Peel en Staatsbosbeheer de gelegenheid gegeven een advies inzake uw aanvraag naar voren te brengen. De volgende adviezen zijn ontvangen. Op 13 september 2006 hebben wij in deze procedure zienswijzen ontvangen van de Werkgroep Behoud de Peel. De zienswijzen van de werkgroep richten zich op het volgende; De werkgroep tekent bezwaar aan tegen de aanleg van een nieuwe, zogenaamde samengestelde drainage (Systeem van Iersel). De werkgroep is van mening dat elke grondwateronttrekking cq drainage binnen de beïnvloedingszone een negatieve invloed zal hebben op de grondwaterstand van het nabijgelegen natuurgebied. De werkgroep verzoekt in haar zienswijze de vergunning niet te verlenen. Reactie: De beoordeling van de werkgroep dat het hier gaat om een peilgestuurde drainagesysteem is niet juist. De aangevraagde drainage betreft een gewone ondiepe drainage waarbij de drains op ca 70 cm-mv liggen, evenals de uitstroomopeningen. Inzake het standpunt van de werkgroep dat elke nieuwe drainage een negatieve invloed zal hebben wordt in onze reactie op het advies van de provincie Limburg ingegaan. Op 14 december 2006 en 15 november 2007 hebben wij advies ontvangen van gedeputeerde staten van Limburg (brief d.d. 14 november 2007, kenmerk 2007/46605). Gedeputeerde staten van Limburg adviseren ons om de aangevraagde vergunning te verlenen. 2/12

Het college vraagt in haar advies eveneens aandacht voor een overleg dat is gevoerd met de Werkgroep behoud de Peel. Gedeputeerde staten van limburg adviseren in hun brief van 14 november 2007 inzake de aanvraag van de heer Basten het volgende: Voor de aanvraag voor de aanleg van ondiepe drainage door Basten verwijzen wij naar ons eerder advies dat u 14 december 2006 heeft ontvangen, inhoudende dat vergunningverlening mogelijk is. In de voornoemde brief stelt het college het volgende: Grondwateronttrekkingen in de vorm van o.a. landbouwberegeningen en drainages leiden, binnen de vastgestelde hydrologische bufferzone, in grondwaterafhankelijke milieus zoals die aanwezig zijn in de Groote Peel tot verdroging van het milieu. Dit proces heeft een negatieve invloed op de natuurwaarden. Activiteiten die bijdragen aan een grondwaterstandsdaling in Natura 2000 gebieden of beschermde natuurmonumenten dienen te beschikken over een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. De aanvraag betreft de aanleg van ondiepe drainage op 4 percelen. Op deze locaties was nog geen drainage aanwezig op het moment dat de Groote Peel als Habitatrichtlijngebied geplaatst werd op de communautaire lijst, d.d. 7 december 2004. De percelen zijn kadastraal bekend als gemeente Nederweert Sectie D nummer 1056, 1807, 1808 en 339 (ged) voor respectievelijk de percelen 1 t/m 4. Het beleid is erop gericht om in de nabijheid van kwetsbare natuurgebieden grondwater onttrekkingen niet te laten toenemen ten opzichte van het moment van plaatsing van het gebied op de communautaire lijst. In onderhavige aanvraag wordt reeds rekening gehouden met het effect dat een drainagesysteem kan hebben op de grondwaterstand. Aangevraagd is een zogenaamde ondiepe drainage. Dit houdt in dat de drainagebuizen gelegen zijn op maximaal 70 cm beneden maaiveld. Hiermee wordt bewerkstelligd dat als de grondwaterstand te ver dreigt weg te zakken de drains droog komen te vallen en deze geen water meer afvoeren. Anderzijds wordt door de aanwezigheid van drainagebuizen voorkomen dat het land te nat wordt voor bewerking vanwege de hogere capilaire opbolling in de boden die het gevolg is van een te hanteren hoger slootpeil. Voor de aanleg van drainage in perceel 4 is reeds vergunning ex artikel 19d ev van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend aan de gemeente Meijel, eigenaar van het perceel. Als pachter van de grond kan de heer Basten gebruik maken van deze reeds verleende vergunning. Vergunningverlening aan de heer Basten voor perceel 4 wordt derhalve niet nodig geacht. Wel is de provincie Limburg van mening dat aan vergunningverlening een aantal voorwaarden verbonden zouden moeten worden. Deze voorschriften zijn: Vergunning wordt verleend voor de aanleg van drainage op de percelen 1, 2 en 3 De uitstroomopening van de drainagebuizen mag gelegen zijn op maximaal 70 cm beneden maaiveld; 3/12

Het plan van aanpak verdrogingsbestrijding Groote Peel, H. de Boer, 28 februari 2006 dient integraal uitgevoerd te worden. Dit plan wordt hier aangehaald en ingelast beschouwd. Het plan gaat als gewaarmerkte bijlage bij deze vergunning; Indien het Plan van Aanpak Verdrogingsbestrijding Groote Peel voorziet in de aanleg van stuwen waarvoor vergunninghouder een stuwbeheer dient te voeren, dan geldt ten aanzien van dat stuwbeheer dat: o De stuwen worden ingesteld tussen het zomerpeil en het winterpeil (slootpeil) o De zomerpeilen / winterpeilen voor grasland 30/80 cm, voor bouwland 50/100 cm, voor tuinbouw 80/100 cm en voor asperges 100/120 cm beneden maaiveld zijn. o Voor de hiervoor genoemde vormen van grondgebruik wordt het zomerpeil ingesteld in het voorjaar tussen 1 april en 1 mei in stappen van 10 cm per keer, terwijl het afgesproken winterpeil wordt ingesteld in de periode half augustus tot 1 oktober, eveneens in stappen van 10 cm per keer. o In zeer natte perioden kan van het hiervoor gestelde worden afgeweken conform het bepaalde in bijgaande regelgeving stuwbediening Vergunninghouder verplicht zich zorg te dragen voor een adequate monitoring van stuwen die hem worden toegewezen, conform de Regelgeving stuwbediening en is verplicht mee te werken aan monitoring van waterpeilen in de betrokken primaire en secundaire sloten. Vergunninghouder is verplicht, jaarlijks voor 31 december het registratieformulier zoals bedoeld in bijlage 1 van de Regelgeving stuwbeheer, ingevuld toe te zenden aan de provincie Limburg, afdeling Landelijk Gebied, Postbus 5700 6202 MA Maastricht. Het in het Plan van Aanpak verdrogingsbestrijding voorziene peilbeheer geldt ook voor de primaire sloten waarvoor het Waterschap Peel en Maasvallei verantwoordelijkheid draagt. Reactie: Gezien het advies van gedeputeerde staten van Limburg achten wij ook de door de werkgroep ingediende zienswijzen voldoende beantwoord. Uit het advies blijkt dat de aanleg van ondiepe drainage niet zal leiden tot verdrogingseffecten op het beschermd gebied Groote Peel. Dit indien de mitigerende maatregelen worden uitgevoerd. Het advies van gedeputeerde staten van Limburg nemen wij in deze volledig over in onze beschikking. De voorgestelde voorschriften zullen wij aan deze vergunning verbinden. Natuurbeschermingswet 1998 (wettelijk kader) Aanwijzingsbevoegdheid De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) kan een natuurmonument aanwijzen als beschermd natuurmonument (artikel 10, eerste lid, van de wet). 4/12

Op grond van artikel 10a van de wet wijst de minister van LNV gebieden aan ter uitvoering van richtlijn (EEG) nr. 79/409 (Vogelrichtlijn) en richtlijn (EEG) nummer. 92/43 (Habitatrichtlijn). Een besluit houdende de aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet vervalt met ingang van het tijdstip waarop doch slechts voor zover dat beschermd natuurmonument deel uitmaakt van een aangewezen gebied als bedoeld in artikel 10a, eerste lid van de wet. De instandhoudingsdoelstelling van laatstgenoemd gebied heeft in dat geval mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen aanwijzingsbesluit (zie artikel 15a, tweede en derde lid, van de wet). Ingevolge artikel V, eerste lid, van de Wet van 20 januari 2005 tot wijziging van de wet in verband met Europeesrechtelijke verplichtingen, gelden de reeds door de minister van LNV aangewezen vogelrichtlijngebieden als besluiten als bedoeld in artikel 10a van de wet. Ingevolge het tweede lid van artikel V vervalt met ingang van 1 oktober 2005 in gevallen waarin een beschermd natuurmonument geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van een reeds aangewezen vogelrichtlijngebied, het besluit houdende de aanwijzing van dat beschermde natuurmonument. Bevoegd gezag inzake vergunningverlening Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant zijn bevoegd gezag inzake deze vergunningaanvraag op grond van artikel 2, eerste lid, van de wet. Deze bevoegdheid bepaalt zich tot de aangewezen beschermde natuurmonumenten op grond van artikel 10 en de aangewezen vogelrichtlijngebieden op grond van artikel 10a van de wet. De minister van LNV heeft de habitatrichtlijngebieden nog niet conform artikel 10a dan wel artikel 12, derde lid (voorlopig), van de wet aangewezen. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie de door Nederland aangemelde habitatrichtlijngebieden op de communautaire lijst geplaatst. De Habitatrichtlijn maakt voor de toepasselijkheid van artikel 6, lid 2, 3 en 4 geen onderscheid tussen formeel aangewezen gebieden en gebieden die door de Europese Commissie zijn vastgesteld. Nu de wet dient ter implementatie van de Habitatrichtlijn dient artikel 19d van de wet richtlijnconform te worden geïnterpreteerd. Voornoemde toepassing os conform de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 28 februari 2007 (nummer 200604026). 5/12

Vergunningplicht Op grond van artikel 16, eerste lid, van de wet is het verboden zonder vergunning in een beschermd natuurmonument handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen, die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument of die het beschermd natuurmonument ontsieren, dan wel in strijd met de bij een vergunning gestelde voorschriften of beperkingen handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen. Artikel 19d, eerste lid, van de wet bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften of beperkingen projecten te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een op grond van artikel 10a, eerste lid, van de wet aangewezen gebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval, projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de wet moet rekening worden gehouden met de gevolgen die een project of andere handeling kan hebben gelet op de instandhoudingsdoelstelling van het betrokken gebied (artikel 19 e van de wet). Beschermd gebied Beschermd natuurmonument De Groote Peel is bij besluit van 13 november 1990, aangewezen als beschermd natuurmonument (kenmerk NMF-90-8848) en staatsnatuurmonument (kenmerk NMF-90-8858). Het gebied is in deze beschikking omschreven als een complex van fragmenten levend hoogveen, beginstadia van regenererend hoogveen, droge en natte heidegemeenschappen, oligotrofe tot mesotrofe vennen en droog tot nat loofbos, die tezamen een in ecologisch en hydrologisch opzicht samenhangend geheel vormen. De Groote Peel behoort tot de in Nederland zeldzaam geworden hoogveenlandschappen en is als zodanig van grote betekenis. Vogelrichtlijngebied De Groote Peel is aangewezen als speciale beschermingszone krachtens de richtlijn inzake behoud van de vogelstand (79/409/EEG), bij besluit van 29 oktober 1986, kenmerk J 4755. Zoals hiervoor bij het wettelijk kader is aangegeven, is deze aanwijzing een besluit overeenkomstig artikel 10a van de wet. Voor zover het beschermd natuurmonument deel uitmaakt van dit gebied, vervalt het beschermd natuurmonument. 6/12

De doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit maken onderdeel uit van de instandhoudingsdoelstelling zoals die is opgenomen in de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn. De Groote Peel kwalificeert als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn, omdat het gebied van betekenis is voor een aantal vogelsoorten die er in behoorlijke aantallen voorkomen. De aanwijzing als Vogelrichtlijngebied heeft betrekking op de volgende vogelsoorten: A004 Dodaars (broedvogel); A008 Geoorde fuut (broedvogel); A039 Taigarietgans (niet broedvogel); A039 Toendrarietgans (niet broedvogel); A041 Kolgans (niet broedvogel); A119 Porseleinhoen (broedvogel); A127 Kraanvogel (niet broedvogel); A272 Blauwborst (broedvogel); A276 Roodborsttapuit (broedvogel). Habitatrichtlijngebied De Groote Peel is aangemeld als speciale beschermingszone krachtens de Habitatrichtlijn (92/43/EEG). Op 20 mei 2003 vond de definitieve aanmelding plaats. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie de lijst vastgesteld. Het gebied is nog niet aangewezen en er zijn nog geen instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd. De Groote Peel is van belang omdat het één van de laatste, grotendeels afgegraven, hoogveengebieden is die gespaard zijn gebleven voor ontginning. Het gebied de Groote Peel is op de communautaire lijst geplaatst vanwege het voorkomen van de volgende habitattype: H7120 Aangetast hoogveen waar natuurlijke regeneratie nog mogelijk is. Feiten en omstandigheden Beschrijving van de vergunningsplichtige aktiviteit: ondiepe drainage. Uit de vergunningaanvraag blijkt het volgende. In de in de aanhef van dit besluit genoemde percelen wordt een drainage aangelegd. Dit betreft de aanleg van een ondiepe drainage waarbij het uitstroompunt op 70 cm-mv komt te liggen. De afstand tussen de drains bedraagt 6-10 meter. 7/12

Uit het advies van de provincie Limburg blijkt dat de aanleg van ondiepe drainage tot gevolg heeft dat deze alleen functioneert indien er sprake is van een hogere capilaire opbolling in de bodem die het gevolg is van een hoog slootpeil Bij een lage grondwaterstand komen de drains droog te vallen en kunnen deze geen water meer afvoeren. Overwegingen De Groote Peel is erg gevoelig voor verdroging. Verdroging treedt op doordat water uit de gebieden wegzijgt naar de lagere, omliggende gebieden. Dit proces wordt versterkt omdat in de directe omgeving van beide gebieden landbouwgronden zijn gelegen. Deze gronden worden gedraineerd om draagkracht voor landbouwmachines te behouden. Daarnaast vindt beregening plaats van gewassen. Hiervoor zijn op verschillende plaatsen grondwaterputten geslagen. Drainage en grondwaterputten leiden tot het verlagen van het grondwaterpeil ter plaatse. Door drainage en beregening wordt grondwater uit de grond getrokken. Dit water verdwijnt vervolgens, deels via verdamping en deels via afstroming naar het oppervlaktewater. Dit oppervlaktewater wordt, in het kader van peilbeheer, afgevoerd. Gezien de wezenlijke kenmerken, het natte en voor verdroging gevoelige habitattypes en soorten waarvoor het gebied de Groote Peel is aangemeld en aangewezen, kunnen de aangevraagde activiteiten leiden tot een verslechtering van de instandhoudingsdoelstellingen van de Groote Peel. Het Plan van Aanpak Verdrogingsbestrijding Groote Peel, H. de Boer, 28 februari 2006 is de basis van onze overweging. Naar aanleiding van het advies van de provincie Limburg zijn wij van mening dat de uitvoering van dit plan niet wordt gehinderd. Dit betekent dat (significante) negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen worden voorkomen. Op basis van het ingebrachte advies en zienswijze, is het ons inziens mogelijk om tijdelijk vergunning te verlenen tot aan de definitieve vaststelling vanhet beheerplan Groote Peel als bedoeld in artikel 19a Natuurbeschermingswet 1998 met voorschriften die ervoor zorgen dat de instandhoudingsdoelstellingen van de Groote Peel niet in gevaar komen. 8/12

Besluit Gelet op de bepalingen in de Natuurbeschermingswet 1998 VERLENEN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT HIERBIJ VERGUNNING EX ARTIKEL 16 EN/OF 19d aan J.L.M. Basten te Meijel voor de aanleg van ondiepe drainage in de percelen, kadastraal bekend als gemeente Nederweert Sectie D nummer1056 (perceel 1), 1807 (perceel 2) en 1808 (perceel 3). Met betrekking tot het in de aanvraag opgenomen perceel nr. 4 met kadastrale gegevens Gemeente Nederweert, sectie D, nummer 339 (ged) is reeds door gedeputeerde staten van Limburg vergunning ex artikel 19d ev van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend aan de gemeente Meijel. Derhalve betrekken wij dit perceel niet in ons besluit. De vergunning wordt verleend voor bepaalde tijd tot aan de definitieve vaststelling vanhet beheerplan Groote Peel als bedoeld in artikel 19a Natuurbeschermingswet 1998. Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden: 1. Wanneer de houder van de vergunning handelt in strijd met de voorschriften, kan deze vergunning op grond van artikel 43, lid 2, Natuurbeschermingswet 1998, worden gewijzigd of ingetrokken. 2. Vergunning wordt verleend voor de aanleg van drainage op de percelen 1, 2 en 3; 3. De uitstroomopening van de drainagebuizen mag gelegen zijn op maximaal 70 cm beneden maaiveld; 4. Het plan van aanpak verdrogingsbestrijding Groote Peel, H. de Boer, 28 februari 2006 dient integraal uitgevoerd te worden. Dit plan wordt hier aangehaald en ingelast beschouwd. Het plan gaat als gewaarmerkte bijlage bij deze vergunning; 5. Indien het Plan van Aanpak Verdrogingsbestrijding Groote Peel voorziet in de aanleg van stuwen waarvoor vergunninghouder een stuwbeheer dient te voeren, dan geldt ten aanzien van dat stuwbeheer dat: De stuwen worden ingesteld tussen het zomerpeil en het winterpeil (slootpeil) De zomerpeilen / winterpeilen voor grasland 30/80 cm, voor bouwland 50/100 cm, voor tuinbouw 80/100 cm en voor asperges 100/120 cm beneden maaiveld zijn. 9/12

Voor de hiervoor genoemde vormen van grondgebruik wordt het zomerpeil ingesteld in het voorjaar tussen 1 april en 1 mei in stappen van 10 cm per keer, terwijl het afgesproken winterpeil wordt ingesteld in de periode half augustus tot 1 oktober, eveneens in stappen van 10 cm per keer. In zeer natte perioden kan van het hiervoor gestelde worden afgeweken conform het bepaalde in bijgaande regelgeving stuwbediening 6. Vergunninghouder verplicht zich zorg te dragen voor een adequate monitoring van stuwen die hem worden toegewezen, conform de Regelgeving stuwbediening en is verplicht mee te werken aan monitoring van waterpeilen in de betrokken primaire en secundaire sloten. 7. Vergunninghouder is verplicht, jaarlijks voor 31 december het registratieformulier zoals bedoeld in bijlage 1 van de Regelgeving stuwbeheer, ingevuld toe te zenden aan de de provincie Noord-Brabant Postbus 90151, 5200 MC s-hertogenbosch en de provincie Limburg, afdeling Landelijk Gebied, Postbus 5700 6202 MA Maastricht. 8. Het in het Plan van Aanpak verdrogingsbestrijding voorziene peilbeheer geldt ook voor de primaire sloten waarvoor het Waterschap Peel en Maasvallei verantwoordelijkheid draagt. 's-hertogenbosch, 11 maart 2008 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze, ir. M.C. Visser, bureauhoofd Natuurverkenningen. 10/12

Bekendmaking en kennisgeving Dit besluit wordt bekendgemaakt door toezending aan aanvrager (J.L.M. Basten te Meijel) en degene die een zienswijze hebben ingediend. Kennisgeving vindt plaats in het Limburgs Dagblad Gewest Noord Limburg d.d. 19 maart 2008. Rechtsmiddelen Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u schriftelijk bezwaar maken binnen zes weken (vanaf 1 dag) na verzending van dit besluit. Het bezwaarschrift moet voorzien zijn van een handtekening, naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en waarom u het met dat besluit niet eens bent. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Het secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Wij verzoeken u om in de linkerbovenhoek van de envelop het woord bezwaarschrift te vermelden. Het secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl. Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA s-gravenhage. Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om het bezwaar te behandelen. Voorwaarde om zo n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van een spoedeisend belang. Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 11/12

Afschrift aan: 0 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Natuur, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag 0 Ministerie van LNV, Directie Regionale Zaken, Vestiging Eindhoven, De heer G. Verschuren, Postbus 6111, 5600 HC EINDHOVEN 0 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meijel, Postbus 4, 5768 ZG Meijel 0 Brabantse Milieufederatie, t.a.v. F. Swinkels, Postbus 591, 5000 AN Tilburg 0 Werkgroep Behoud de Peel, De heer Chris Vieveen, Postbus 139, 5750 AC Deurne 0 Staatsbosbeheer, Mevr. G. Durville, Postbus 330, 5000 AH Tilburg 0 Waterschap Peel en Maasvallei, Postbus 3390, 5902 RJ VENLO 0 Provincie Limburg, Afdeling Vergunningen en Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht 0 handhaver (ROH/HNBW, N1-K40) 0 A. v/d Zee (ROH/HNBW, N1-K40) 0 E. Deckers, auteursexemplaar (NV - V13-flex) 0 dossier 12/12