Vlaamse Regering AMV/000126822/1002



Vergelijkbare documenten
AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

Vlaamse Regering :~~~= ~ = ',.. "~ AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

AMV/ /1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

)"1 = Vlaamse Regering :~~"= , " AMV/ /1000

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

:.~~'l. ::?i. n'l AMV/ /1017

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

VLAAMSE REGERING AMV/ /1001

VLAAMSE REGERING AMV/ /1025

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1000 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV! !1038. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Vlaamse Regering ::J..~-

.J" Vlaamse Regering ~ AMV/ /1020

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1001

MLAV1/ /MV/bd

::7 :.~~~ AMV/ /1027

MLAV1/ /MV/lydr.

AMV/ /1006. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

AMV/OOO 13008/ De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

MLAV1/ /RP/si

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

MLVER/ /PAG/sdv

MLVER/ /RTH/AG/sdv

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

MLAV1/ /RP/bd

VLAAMSE GEMEENSCHAP. ~j) .~~ AMV/ /1008

AMV/ /1006 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING. NATUUR EN LANDBOUW,

Besluit van de Deputatie

Vlaamse Regering :~~~= )~ = :n- AMV/ /1002

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

AMV/ /1011 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW

Besluit van de Deputatie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

VLAAMSE REGERING AMV/ /1017

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Vlaamse Regering :~~~= t,.. AMV/ /1007

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Vlaamse Regering :~~.= :~ = AMV/000787/1004

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING AMV/ /1007B

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Explosieveiligheidsdocument

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S

AMV /1042. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

Uittreksel uit de notulen van Omgevingscollege van 13 november 2018

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

Besluit van de Deputatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer

ATEX. Wordt ATEX 137 de nieuwe standaard? Atmosphère. Explosible

Instructienota voor de berekening van de inkuipingscapaciteit voor vaste houders voor de opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

Bijlage 1 Toelating voor het uitvoeren van handelingen. Toelating voor het uitvoeren van specifieke handelingen of werken

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

Liersesteenweg 268 te 2800 Mechelen. Eikestraat 1 en 1A te 2800 Mechelen Afdeling 12402, sectie B, percelen 302 K, 302 L en 302 M

Melding van de overname van een vergunde inrichting

college van burgemeester en schepenen Zitting van 29 januari 2016

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VLAAMSE REGERING. AMV/ l/l03lB

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

~~.~ AMV/ /1004

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Besluit van de Deputatie

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

Transcriptie:

Vlaamse Regering AMV/000126822/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.4.1.6, 2 en 5.4.2.2, 3, 4 0 van titel 11 van het VLAREM ingediend door de NV Resiplast, Gulkenrodestraat 3, 2160 Wommelgem voor een inrichting voor het verwerken van kunstharsen, gelegen op hetzelfde adres. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011;

- 2- AMV1126822/1002 Gelet op de aanvraag ingediend door de NV Resiplast, Gulkenrodestraat 3, 2160 Wommelgem, exploitant van een inrichting voor het verwerken van kunstharsen gelegen te 2160 Wommelgem, Gulkenrodestraat 3, kadastrale percelen, afdeling 1, sectie D, perceelnummers 16/t en 16/8, tot afwijking van de volgende artikelen van titel 11 van het VLAREM: 1 van de volgende zin van artikel 5.4.1.6, 2, luidende: "De installaties voor de productie van lak, verf, drukinkten enlof pigmenten, voor de bereiding enlof het aanbrengen van bedekkingsmiddelen alsmede voor het thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen moeten opgesteld worden in een volledig van de opslagruimten door brandvrije muren afgescheidenlokaal."; 2 artikel 5.4.2.2, 3, 4, luidende: "In geval er ontvlambare stoffen worden gebruikt enlof ontvlambare producten worden geproduceerd mag in de sub 1 bedoelde lokalen een maximum hoeveelheid van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten worden gestockeerd die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag."; Gelet op de ontvangst van de afwijkingsaanvraag op 25 januari 2011 ; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: - de beschikbare ruimte in het bedrijfsgebouw van Resiplast is beperkt en op het huidige perceel kan het bedrijf niet uitgebreid worden; door de productieruimte niet volledig te scheiden van de opslagruimte kan de beschikbare ruimte optimaal en maximaal benut worden; - in de productiezone is er een maximale opslag van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag; Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: - bij productie is er steeds een werknemer in de buurt om het productieproces te observeren en in geval van calamiteit onmiddellijk in te grijpen; door het niet scheiden van productie- en opslagruimte is er een goede controle mogelijk; alle opslag van zeer licht en licht ontvlambare stoffen gebeurt uitsluitend in brandwerende opslagcontainers; door een erkend keuringsorganisme werd een zoneringsdossier opgesteld voor de opslag- en productieruimten; er werd eveneens een explosieveiligheidsdocument opgesteld voor de opslag- en productieruimten; dit explosieveiligheidsdocument werd in 2010 herzien; de verschillende aanbevelingen uit dit document werden geïmplementeerd en strikt nageleefd; de werknemers worden via tooiboxmeeting uitgebreid op de hoogte gesteld

3- van de te volgen werkprocedure; nieuwe werknemers worden tijdens hun opleidingsperiode vertrouwd gemaakt met de voorgeschreven werkprocedures; - een explosievrije heftruck werd aangeschaft voor het verplaatsen van de zeer licht en licht ontvlambare stoffen in en uit de brandwerende opslagcontainers; - de zeer licht en licht ontvlambare stoffen mogen uitsluitend in de daarvoor bestemde zone gebruikt worden; deze zone werd uitgerust met een afzuiging die gestuurd en beveiligd wordt met een gasmeter; in deze zone mag alleen met de explosievrije heftruck gereden worden; - de brandweer deed een rondgang in de gebouwen en gaat volledig akkoord met de wijze van handelen; het advies van de brandweer is gunstig mits aan de voorwaarden wordt voldaan; Gelet op het besluit nr. 8.444/NVK van het college van burgemeester en schepenen van 30 oktober 1995 houdende het verlenen van de vergunning voor de exploitatie van een inrichting voor de verwerking van kunstharsen voor de bouwnijverheid, voor een termijn verstrijkend op 31 oktober 2015; Gelet op het besluit nr. MLAV1/02-333 van de deputatie van de provincie Antwerpen van 26 juni 2003, houdende het veranderen door uitbreiding van een inrichting voor de verwerking van kunstharsen, voor een termijn verstrijkend op 31 oktober 2015; Gelet op het besluit nr. MLAV1/05-161 van de deputatie van de provincie Antwerpen van 8 december 2005, houdende het veranderen door uitbreiding en wijziging van een inrichting voor de verwerking van kunstharsen, voor een termijn verstrijkend op 31 oktober 2015; Gelet op het gunstige subadvies van oktober 2011 gemeente Wommelgem; van de brandweer van de Gelet op het gunstig advies van 7 november 2011 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het gunstige advies van 16 november 2011 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie;

- 4- Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied voor ambachtelijke bedrijven en kmo's volgens het gewestplan "Antwerpen", vastgesteld bij koninklijk besluit van 3 oktober 1979; Overwegende dat het een producent van kunstharssystemen, voornamelijk gebaseerd op epoxy- of polyurethaanverbindingen betreft; Overwegende dat de exploitant enerzijds een afwijking vraagt van artikel 5.4.1.6 van titel I1 van het VLAREM, waarin gesteld wordt dat de installaties voor de productie van lak, verf, drukinkten en/of pigmenten, voor de bereiding en/of het aanbrengen van bedekkingsmiddelen alsmede voor het thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen moeten opgesteld worden in een volledig van de opslagruimten door brandvrije muren afgescheiden lokaal; dat hetzelfde artikel ook een zinsnede bevat waarin gesteld wordt dat de vloer van dit lokaal moet voorzien zijn van een opvanggoot en één of meer opvangputten; dat de vloer, opvanggoot en de opvangputten moeten uitgevoerd worden in een voor de erop terechtkomende stoffen ondoorlatend en chemisch inert materiaal; dat van deze laatste zinsnede geen afwijking wordt gevraagd; Overwegende dat anderzijds een afwijking gevraagd wordt van artikel 5.4.2.2, 3,4 van titel 11 van het VLAREM, waarin gesteld wordt dat in lokalen waar er ontvlambare stoffen worden gebruikt en/of ontvlambare producten worden geproduceerd een maximum' hoeveelheid van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten worden gestockeerd die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag; Overwegende dat deze aanvraag een regularisatie betreft van een bestaande toestand en kadert in een vroegtijdige hernieuwing van de milieuvergunning; Overwegende dat de exploitant als belangrijkste technische reden voor de afwijkingsaanvraag aangeeft dat de beschikbare ruimte in het bedrijfsgebouw van Resiplast beperkt is; dat op het huidige perceel niet meer kan uitgebreid worden; dat de beschikbare ruimte optimaal benut wordt door de productieruimte niet volledig te scheiden van de opslagruimte; dat bijgevolg de productieruimte zich bevindt in dezelfde hal waar ook de opslag van grondstoffen en afgewerkte producten gebeurt;

5- dat in de productieruimte een duidelijk zichtbare explosiegevaarlijke werkzone van ongeveer 10 m op 16 m is ingericht met specifieke apparatuur en werkmiddelen; Overwegende dat de exploitant stelt dat er in de productiezone een maximale opslag van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten plaatsvindt die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag; dat het aangewezen is dit mee op te nemen in een bijzondere voorwaarde; Overwegende dat door een erkend keuringsorganisme een zoneringsdossier werd opgesteld voor de opslag- en productieruimten in januari 2011; dat de productiezone en opslagzone afgebakend zijn zoals voorgesteld in het zoneringsdossier; Overwegende dat er eveneens een explosieveiligheidsdocument werd opgesteld voor de opslag- en productieruimten op 14 oktober 2010; dat in dit document verschillende maatregelen worden opgelijst: - buiten de explosiegevaarlijke zones is er een veiligheidsschakelaar om de voeding van het elektrisch materieel te onderbreken (tenzij deze afschakeling een groter gevaar vormt dan het mogelijk ontploffingsgevaar); het elektrisch materieel dat in de gevaarlijke zones wordt gebruikt, voldoet aan de eisen zoals weergegeven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; ter controle hiervan wordt de installatie onderworpen aan een gelijkvormigheidsonderzoek volgens artikel 270 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREl); deze installatie wordt volgens artikel 271 van het AREl tenminste 5-jaarlijks opnieuw op zijn conformiteit nagekeken; hoofdequipotentiale verbindingen zijn aangebracht aan de hoofdleidingen van gas, water, centrale verwarming, perslucht en tevens aan de metalen delen die deel uitmaken van de constructie van het gebouw; alle elektrisch geleidende delen in de gevaarlijke zones worden met elkaar verbonden door middel van een equipotentiaalverbinding (geel-groene geleider met een sectie van 10 mm 2 ) waardoor vermeden wordt dat er vonken zouden ontstaan indien twee geleidende delen met elkaar verbonden worden; naast elk toestel (menger, vulinstallatie en reinigingsinstallatie) is er een laagste explosie grens (LEL) meting geplaatst; bij een meting boven 10 % van de onderste explosiegrens (OEG) verwittigt een geluidssignaal en/of een zwaailicht het personeel; bij een meting boven 20 % van de onderste explosiegrens (OEG) wordt het elektrisch vermogen naar de productie eenheid van de vloeistoffen onderbroken en vergrendeld (behalve deze van de explosieveilige ventilatoren); totdat de meting onder de 20 % van de onderste explosiegrens daalt; het elektrisch vermogen naar de productie eenheid van de vloeistoffen wordt automatisch afgeschakeld als de plaatselijke afzuiging boven de toestellen niet aan staat, faalt of onvoldoende is; na de werkzaamheden wordt er

6- gedurende enkele minuten nageventileerd zodat alle gassen en dampen weg zijn; als het afzuigdebiet beneden een bepaalde drempel daalt, wordt de elektriciteit automatisch uitgeschakeld; indien de ventilatie bij de opslagcontainers binnen wegvalt, zorgt een alarm (geluidssignaal en/of zwaailicht) voor de weergave hiervan; - ook GSM's en telefoontoestellen die in de gevaarlijke zones worden gebruikt, moet voldoen aan de eisen zoals weergegeven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; toestellen zonder de correcte explosiemarkering mogen niet in de explosiegevaarlijke zones meegenomen worden, uitgezonderd wanneer zij uitgeschakeld zijn; - de arbeiders moeten via een waarschuwingssignaal (auditief en/of visueel) verwittigd worden dat er explosiegevaar dreigt; alle heftrucks moeten dan meteen uitgeschakeld worden; - de apparatuur in de explosiegevaarlijke zones wordt bij elk gebruik door de gebruiker kort gecontroleerd om na te gaan of de apparatuur nog correct werkt, er geen openingen zijn in de omhulsels,.. ; wanneer er gebreken worden vastgesteld, worden deze verholpen vooraleer de apparatuur verder gebruikt wordt; op regelmatige basis wordt inspectie uitgevoerd op de afzuigventilatoren, brandbestrijdingsmiddelen, elektriciteit en thermografische controle zoals beschreven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; - werkzaamheden moeten steeds door geschoold personeel worden uitgevoerd; dit houdt in dat dit personeel de risico's van werken binnen explosiegevaarlijke zones correct weet in te schatten en er als dusdanig kan naar handelen; alvorens werkzaamheden binnen het Ex-gemarkeerde gebied worden aangevat, wordt de uitvoerder door de zaakvoerder op de hoogte gebracht over de precieze locatie van de gevaarlijke zones (zoneringsplan en -tabel) en de regels die hierbinnen van toepassing zijn (zoals beschreven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument); - binnen de gevarenzones worden geen gemakkelijk brandbare stoffen (bv. hout, gedroogd gras, etc.) opgeslagen; - er zijn brandblusmiddelen opgehangen, verspreid over het gehele bedrijf en zeker in de buurt van de explosiegevaarlijke zones; - de explosiegevaarlijke zones zijn aangegeven door middel van pictogrammen; binnen de gebouwen geldt een rook- en vuurverbod; dit wordt duidelijk aangegeven bij het betreden van het terrein; - de personeelsleden worden op de hoogte gesteld van de bestaande explosiegevaren en de getroffen voorzorgsmaatregelen; er wordt op gewezen hoe het explosiegevaar ontstaat en op welke plaatsen dit gevaar aanwezig is; verder wordt uitgelegd hoe de getroffen technische maatregelen ter bescherming tegen explosies functioneren en er wordt ingegaan op de organisatorische maatregelen; deze scholing moet plaatsvinden bij de aanstelling, overplaatsing of wijziging van functie, invoering of wijziging van arbeidsmiddelen en de invoering van een nieuwe technologie en dit voor zowel interne als externe werknemers;

7- Overwegende dat de aanbevelingen in het bedrijf werden geïmplementeerd en strikt worden nageleefd; dat de opslag van zeer licht en licht ontvlambare stoffen uitsluitend gebeurt in brandwerende opslagcontainers (5 x 5.000 I en 2 x 10.000 I) met lekbak buiten de explosiegevaarlijke zone; dat zeer licht en licht ontvlambare stoffen uitsluitend in de daarvoor bestemde zone gebruikt worden; dat deze explosiegevaarlijke zone werd uitgerust met een afzuiging, die gestuurd en beveiligd wordt met een gasmeter; dat in deze zone alleen met de explosievrije heftruck gereden mag worden; dat een explosievrije heftruck werd aangeschaft voor het verplaatsen van de zeer licht en licht ontvlambare stoffen in en uit de brandwerende opslagcontainers; Overwegende dat de brandweer van Wommelgem in oktober 2011 een voorwaardelijk gunstig advies gaf in het kader van de afwijkingsaanvraag met de volgende voorwaarden: - de Pi en P2 producten moeten opgeslagen worden in brandwerende opslagcontainers; - een duidelijk zichtbare, explosieve werkzone moet ingericht worden met specifieke apparatuur en werkmiddelen; - een multi-range branddetectiecentrale met permanente bewaking met mogelijke escallatieprocedure bij een calamiteit moet geïnstalleerd zijn; - een zoneringsplan en de zoneringstabel uit het zoneringsdocument worden nauwkeurig gevolgd; dat de inrichting momenteel aan deze voorwaarden voldoet; dat het aangewezen is deze voorwaarden in de bijzondere voorwaarden op te nemen; Overwegende dat met het uitvoeren van bovenstaande maatregelen de afwijking kan toegestaan worden; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepalingen waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen; BESLUIT: Artikel 1. De vraag van de NV Resiplast, Gulkenrodestraat 3, 2160 Wommelgem, exploitant van een inrichting voor het verwerken van kunstharsen gelegen te 2160 Wommelgem, Gulkenrodestraat 3, kadastrale percelen, afdeling 1, sectie D,

- 8- AMV1126822/1002 perceelnummers 16/t en 16/8, tot afwijking van de volgende artikelen van titel 11 hetvlarem: van 1 artikel 5.4.1.6, 2, luidende: "De installaties voor de productie van lak, verf, drukinkten enlof pigmenten, voor de bereiding enlof het aanbrengen van bedekkingsmiddelen alsmede voor het thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen moeten opgesteld worden in een volledig van de opslagruimten door brandvrije muren afgescheiden lokaal."; 2 artikel 5.4.2.2, 3, 4, luidende: "In geval er ontvlambare stoffen worden gebruikt enlof ontvlambare producten worden geproduceerd mag in de sub 1 bedoelde lokalen een maximum hoeveelheid van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten worden gestockeerd die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag.", wordt ingewilligd. Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn van de nog te verkrijgen milieuvergunning voor de verdere exploitatie van de inrichting. Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden: - de P1 en P2 producten moeten opgeslagen worden in brandwerende opslagcontainers; - het zoneringsplan en de zoneringstabel uit het zoneringsdocument worden nauwkeurig gevolgd; - een duidelijk zichtbare, explosieve werkzone is ingericht met specifieke apparatuur en werkmiddelen; de maatregelen opgenomen in het explosieveiligheidsdocument worden geïmplementeerd, met name: - buiten de explosiegevaarlijke zones is er een veiligheidsschakelaar om de voeding van het elektrisch materieel te onderbreken (tenzij deze afschakeling een groter gevaar vormt dan het mogelijk ontploffingsgevaar); - het elektrisch materieel dat in de gevaarlijke zones wordt gebruikt, voldoet aan de eisen zoals weergegeven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; ter controle hiervan wordt de installatie onderworpen aan een gelijkvormigheidsonderzoek volgens artikel 270 van het AREl; deze installatie wordt volgens artikel 271 van het AREl tenminste 5-jaarlijks opnieuw op zijn conformiteit nagekeken; hoofdequipotentiale verbindingen zijn aangebracht aan de hoofdleidingen van gas, water, centrale verwarming, perslucht en

9- tevens aan de metalen delen die deel uitmaken van de constructie van het gebouw; alle elektrisch geleidende delen in de gevaarlijke zones worden met elkaar verbonden door middel van een equipotentiaalverbinding (geel-groene geleider met een sectie van 10 mm 2 ) waardoor vermeden wordt dat er vonken zouden ontstaan indien twee geleidende delen met elkaar verbonden worden; - naast elk toestel (menger, vulinstallatie en reinigingsinstallatie) is er een laagste explosie grens (LEL) meting geplaatst; bij een meting boven 10 % van de onderste explosiegrens (OEG) verwittigt een geluidssignaal en/of een zwaailicht het personeel; bij een meting boven 20 % van de onderste explosiegrens (OEG) wordt het elektrisch vermogen naar de productie eenheid van de vloeistoffen onderbroken en vergrendeld (behalve deze van de explosieveilige ventilatoren); totdat de meting onder de 20 % van de onderste explosiegrens daalt; - het elektrisch vermogen naar de productie eenheid van de vloeistoffen wordt automatisch afgeschakeld als de plaatselijke afzuiging boven de toestellen niet aan staat, faalt of onvoldoende is; na de werkzaamheden wordt er gedurende enkele minuten nageventileerd zodat alle gassen en dampen weg zijn; als het afzuigdebiet beneden een bepaalde drempel daalt, wordt de elektriciteit automatisch uitgeschakeld; indien de ventilatie bij de opslagcontainers binnen wegvalt, zorgt een alarm (geluidssignaal en/of zwaailicht) voor de weergave hiervan; - ook GSM's en telefoontoestellen die in de gevaarlijke zones worden gebruikt, moet voldoen aan de eisen zoals weergegeven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; toestellen zonder de correcte explosie-markering mogen niet in de explosiegevaarlijke zones meegenomen worden, uitgezonderd wanneer zij uitgeschakeld zijn; - de arbeiders moeten via een waarschuwingssignaal (auditief en/of visueel) verwittigd worden dat er explosiegevaar dreigt; alle heftrucks moeten dan meteen uitgeschakeld worden; - de apparatuur in de explosiegevaarlijke zones wordt bij elk gebruik door de gebruiker kort gecontroleerd om na te gaan of de apparatuur nog correct werkt, er geen openingen zijn in de omhulsels,.. ; wanneer er gebreken worden vastgesteld, worden deze verholpen vooraleer de apparatuur verder gebruikt wordt; op regelmatige basis wordt inspectie uitgevoerd op de afzuigventilatoren, brandbestrijdingsmiddelen, elektriciteit en thermografische controle zoals beschreven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument; - werkzaamheden moeten steeds door geschoold personeel worden uitgevoerd; dit houdt in dat dit personeel de risico's van werken binnen explosiegevaarlijke zones correct weet in te schatten en er als dusdanig kan naar handelen; alvorens werkzaamheden binnen het Exgemarkeerde gebied worden aangevat, wordt de uitvoerder door de zaakvoerder op de hoogte gebracht over de precieze locatie van de gevaarlijke zones (zoneringsplan en -tabel) en de regels die hierbinnen van toepassing zijn (zoals beschreven in bovenvermeld explosieveiligheidsdocument);

10 - - binnen de gevarenzones worden geen gemakkelijk brandbare stoffen (bv. hout, gedroogd gras, etc.) opgeslagen; - er zijn brandblusmiddelen opgehangen, verspreid over het gehele bedrijf en zeker in de buurt van de explosiegevaarlijke zones; - de explosiegevaarlijke zones zijn aangegeven door middel van pictogrammen; - binnen de gebouwen geldt een rook- en vuurverbod; dit wordt duidelijk aangegeven bij het betreden van het terrein; - de personeelsleden worden op de hoogte gesteld van de bestaande explosiegevaren en de getroffen voorzorgsmaatregelen; er wordt op gewezen hoe het explosiegevaar ontstaat en op welke plaatsen dit gevaar aanwezig is; verder wordt uitgelegd hoe de getroffen technische maatregelen ter bescherming tegen explosies functioneren en er wordt ingegaan op de organisatorische maatregelen; deze scholing moet plaatsvinden bij de aanstelling, overplaatsing of wijziging van functie, invoering of wijziging van arbeidsmiddelen en de invoering van een nieuwe technologie en dit voor zowel interne als externe werknemers; - een multi-range branddetectiecentrale met permanente bewaking met mogelijke escallatieprocedure bij een calamiteit is geïnstalleerd; in de productiezone is er een maximale opslag van gebruikte grondstoffen en gefabriceerde producten die overeenstemt met de behoeften, respectievelijk de productie van één dag. Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Brussel, De Vlaamse minist Natuur e Joke S