Tommie, Dik en Esmeralda

Vergelijkbare documenten
Televisie. binnenwerk_herrie 64 pagina s inclusief schutbladen_ indd 4

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Niemand op mijn kerstfeest

Edward van de Vendel. De grote verboden zolder

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Het Verloren Ei. Geschreven door. Judie McEwen Illustraties van. Dick Rink

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

KARAM IN DE MENSENWERELD Janny Spijker Eerste druk. Illustratie Debbie van Bruggen, Grafisch Vormgeven

\C-o. Hansje en Fransje wonen boven op een berg Naar boven is het sjouwen, maar naar beneden is het niet erg.


Boekverslag Engels The skeleton man door Joseph Bruchac

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Ik ben geen vis! riep hij nu tegen Konijn. Dat was tenminste al een opluchting. Hij ging zitten en staarde wat voor zich uit. Nee, zei Konijn breed

DE NAAM JON FOSSE. NAMNET (1995) Een toneelstuk. Vertaling Tom Kleijn ********** PERSONEN. Meisje Jongen Zus Moeder Vader Bjarne ***********

Roodkapje en haar zieke voorleesoma

Hansje en Fransje. F.A. Haak-Ochsendorf. Zie voor verantwoording:

De kleine draak vindt het drakenland Iris Kater. Vandaag wil ik jullie iets vertellen over een kleine draak.

Vertaling naar het Nederlands: Desiree Dibra

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Verhaal: Jozef en Maria

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

René van der Velde. met tekeningen van Georgien Overwater. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

MENSEN ZIJN LUI ONDERBOUW

MUIZENVAL. avonturen te lezen! Ik ben. Mijn naam is Stilton, Geronimo Stilton! Jullie staan op het punt een van mijn favoriete

Maya s moeder kijkt verbaasd naar de dichte deur. Ze hoort haar dochter snikken. Nou, zo erg is het toch niet, denkt ze.

HOE BOER JAN AAN ZIJN ACHTERNAAM KWAM.

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

MENSEN ZIJN LUI BOVENBOUW

Vlucht uit Sint-Petersburg

De brug van Adri. Rollen: Verteller Martje Adri Wim

HET LELIJKE JONGE EENDJE

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Strange Stories Test (volwassenen versie)


De magische deur van KASTEEL013

Pannenkoeken met stroop

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

2016 Marianne Busser en Ron Schröder 2016 Illustraties: ivan en ilia 2016 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 4 De familie

Het apenboekje. drie stoute aapjes. C.A. Leembruggen. bron C.A. Leembruggen, Het apenboekje. W. van Hoeve, Deventer 1944.

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

DE TIJD VOOR DE GEK ONDERBOUW

Ik keek naar haar oren. Van dichtbij zagen ze er nog wat zachter en hariger uit dan van veraf. En ze bewogen. Terwijl Ariane de rest van haar kop

Ik ben de voet, en ik loop heel goed.

Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

2

Verloren grond. Murat Isik. in makkelijke taal

»05« Het marktplein. Nog nooit had hij zijn boterham zo snel opgegeten. Mam, Erika en Lien hadden hem verbaasd aangekeken.

Op hun knieën blijven ze wachten op het antwoord van Maria. Maar het beeld zegt niets terug.

TONEELSTUK Marama en de krokodillenrivier.

Shayla en de bewegende ster

Geschreven voor Ivy en Tess. met hun woordje Brompeltje

Nooit had zijn moeder over haar vader gesproken en nu hij dood was, moest ze de hele dag huilen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Mirjam Oldenhave. fixit. Met tekeningen van Rick de Haas. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Ankie. het meisje uit de bossen van Karoetsja. Antoon Kersten ooit geschreven voor zijn kleindochter Karin. blad 1

Oma Pleuntje en opa Joep

Ernst Knijff Tineke van der Meer De ware koning

Het Drakenfeestje Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

Het Drakenfeestje. Tekst Mathias Dellaert Illustraties Siri Austvik

De steen die verhalen vertelt.

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Capuchon. Nardo gaat op een plaats voor invaliden zitten. Niet omdat er geen andere plaatsen meer zijn. De tram is helemaal niet vol.

In één klap. Auteur: Johanna van Caspel

Het allerleukste meisje


Er waren eens vier kleine konijntjes. Ze heetten Flopsie, Mopsie, Wipstaart

LES 6. De Tempel opbouwen

HET JUNGLEBOEK Drie verhalen over Mowgli. Rudyard Kipling. in makkelijke taal

gans e n broer Moeyaert Dendooven met tekeningen van

Tussen koppensnellers en krokodillen

1. De verstopkampioen

1. Halt. 1. Dit avontuur is te lezen in Freek en Gerdien deel 9 Verboden vuurwerk.

Het huis Anubis - Hoofdstuk 1

Ruth 1 - God gaat altijd met je mee!

De gebroeders Leeuwenhart

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Extra Materiaal groep 1-2

Het feest van de olifant

Voor onze broers en zussen met een verstandelijke beperking.

Toen ze opkeek, zag ze dat ze niet meer alleen was. Bij de koeien stond een jongen met een stok. Hij had blond haar, dat rood leek in het late

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

HOOFDSTUK 1. Tak-Tak

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 12 Op straat

Hoofdstuk 14 Botsingen

Haarbandjes en wedstrijdkriebels

O help, straks herkent ze mij. Ik draai me snel om. Ze mag niet zien dat ik het ben. Ik doe net of ik iemand anders ben.

Wie zijn Pluck & Pien?

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis

2015 Marianne Busser en Ron Schröder 2015 Illustraties: ivan en ilia 2015 Moon, Amsterdam Ontwerp omslag en binnenwerk: Petra Gerritsen

roodkapje Er was eens

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Transcriptie:

Tommie, Dik en Esmeralda Een tijd gelden woonden twee meisjes genaamd Marieke en Ineke met hun vader en moeder op een boerderij in Afrika. Er was geen televisie, er was geen school, er was geen bibliotheek en hun opa en oma woonden heel ver weg. De vader bedacht dat het leuk zo zijn als hij elke avond een verhaal zou vertellen. Waar moet het verhaal over gaan? vroeg hij. Over konijntjes, zei Ineke. En hoe moeten die dan heten? Eén moet Tommie heten, en een andere Dik, bedacht Marieke. Er moet ook een meisje bij, riep Ineke. Het meisje heet Esmeralda. Waar gaan de verhalen over? vroeg de vader. Dat wisten de meisjes niet. De vader wist het ook niet. Begin maar pap, zei Marieke. En dat deed hij. En was de konijntjes beleefden de vreemdste avonturen. 1

Inhoud Het mobieltje Het verdwaalde meisje De kinderboerderij In de klas Gevangen De picknick Overstroming Lichtjes Winter in het bos 2

Het mobieltje In het gras naast het fietspad zaten drie konijnen. Ze knabbelden aan het malse gras. Tussen het knabbelen door maakten ze de vreemdste capriolen. Ze holden op elkaar af en sprongen op dan wild over elkaar heen. Of ze stopten opeens vlak voordat ze met de neuzen tegen elkaar zouden botsen. En dan gingen ze weer rustig door met gras knabbelen. Het waren Tommie, Dik en Esmeralda, twee broertjes met hun zusje. Ze woonden in het bos vlakbij de stad. Het hol waar ze in woonden lag naast het fietspad. Het fietspad begon in de stad en eindigde bij het zwembad. Of andersom, het is maar hoe je het bekijkt. De vader en moeder van Tommie, Dik en Esmeralda lagen in het hol te slapen. Mogen we in het bos spelen, had Tommie die middag gevraagd. Eerst vonden vader en moeder het niet goed. Nee hoor, zei moeder. Het bos is veel te groot en gevaarlijk, en jullie zijn nog maar heel kleine konijntjes. Tommie, Dik en Esmeralda waren toen gaan zeuren. Ja, maar we zijn met zijn drieën, had Esmeralda gezegd. We zijn helemaal niet klein, en we zijn heel slim, had Tommie eraan toegevoegd. We zullen héél voorzichtig zijn, beloofde Dik. Ach, toe nou, please, please, please! Zo waren ze doorgegaan tot hun vader en moeder er genoeg van hadden. Nou vooruit dan, hadden die na een tijdje gezegd. Maar blijf bij het hol in de buurt. En heel erg-goed-oppassen, had moeder er nog bij gezegd. Tommie, Dik en Esmeralda waren over elkaar heen buitelend het bos in gehold. Ze hadden eerst konijnen-tikkertje gedaan dat was leuk, alleen niet voor Dik. Die kon niet zo hard lopen als Tommie en Esmeralda. 3

Daarna hadden ze verstoppertje gedaan. Dat was nog leuker maar ook moeilijk. Er was altijd wel een oor te zien, hoe goed ze zich ook verstopten. Ze hadden honger gekregen van het spelen. En nu zaten ze aan het malse gras naast het fietspad te knabbelen. Ik zie iets! zei Esmeralda plotseling onder het knabbelen door. Tommie en Dik hoorden het niet. Ze hadden het te druk met eten. Hé, Tommie, Dik! Kijk eens hier! riep Esmeralda iets harder. Tommie en Dik keken op. Wat is er? Ik zie iets in het gras. Het glimt! Tommie en Dik huppelden naar Esmeralda. Kijk, zei zij. Daar in dat bosje gras. Er lag iets in het gras, maar wat was het? De drie konijnen liepen er voorzichtig naar toe. Niet te snel, zei Dik, denk aan wat moeder heeft gezegd! Wat heeft ze dan gezegd? vroeg Tommie. Dat we voorzichtig moeten zijn. Oh, dat. Tommie hield niet van voorzichtig zijn. We zijn toch voorzichtig, zei Esmeralda. De drie konijnen zaten vlak bij het glinsterende ding. Ik zal eens even ruiken, Tommie hield zijn neus boven het glinsterende ding. Maar wel voorzichtig, mompelde Dik. Hoe kan je nou voorzichtig ruiken, vroeg Esmeralda. Tommie hield zijn neus nu tegen het glinsterende ding. Ruik je iets? vroeg Esmeralda. Ik ruik, eh,... ik ruik..ik ruik helemaal niks! Gauw wegwezen, zei Dik. Waarom vroeg Esmeralda, die inmiddels ook aan het glinsterende ding zat 4

te ruiken. Het ruikt nergens naar! Dat zeg ik toch, suffie, lachte Tommie. Opeens begon het glinsterende ding te brommen. Oh,oh, riep Dik verschrikt. Het bromt, wegwezen, het bromt! Dik holde hard weg en bleef op een veilige afstand staan kijken. Tommie en Esmeralda keken elkaar verbaasd aan. Dik, bangerik, riep Esmeralda. Kom eens hier, er is niets aan de hand. Er ligt een glinsterend ding in het bos. Het bromt en dat is alles. Niets om bang voor te zijn. Kun jij makkelijk zeggen, zei Dik. Stapje voor stapje kwam hij dichterbij. Opeens klonken er stemmen op het bospad. Een zware mannenstem, en de stem van een jongen. Om de bocht van het fietspad kwamen een jongen en een man. Ze liepen met de fiets aan de hand. De man hield iets in zijn hand tegen zijn oor gedrukt. Krijg je antwoord? vroeg de jongen. Nee. Hij gaat wel over. zei de man. Hij deed het ding in zijn zak. En waar heb je het dan verloren? de man keek een beetje boos naar het jongetje. Ik weet het niet. Of ben je het misschien in het zwembad vergeten? Ik weet het niet. Je bent ook zo n sloddervos, hoe kun je het nou al kwijtraken. Je hebt het nog maar een paar dagen. Ik weet het niet. Ik weet het niet? Is dat alles wat je kunt zeggen? Even was het stil. Ik weet het niet, klonk het weer. Nou eerst maar eens naar het zwembad. De man en het jongetje stapten op de fiets. 5

Zonder de konijnen te zien fietsten ze Tommie, Dik en Esmeralda voorbij. Dat kwam natuurlijk ook omdat de drie jonge konijnen heel stil bleven zitten totdat ze weg waren. De konijnen keken nog steeds naar het vreemde glinsterde ding. Het bromde niet meer. Omdat er verder niets gebeurde gingen ze weer verder met gras knabbelen. Na een tijdje hoorden de dezelfde stemmen weer. De man en het jongetje kwamen terug. Ze liepen nog steeds met de fiets aan de hand langzaam terug. Onder het lopen keken ze voortduren in het gras. We blijven net zo lang zoeken tot we het hebben gevonden, zei de man. Mij best, zei het jongetje. Ja, jou misschien, maar mij niet. zei de man een beetje mopperend. De man liep sneller dan het jongetje. Of het jongetje zocht beter dan de man, dat zou ook kunnen. Toen de man al om de bocht van het fietspad heen was, liep het jongetje nog vlakbij Tommie, Dik en Esmeralda te zoeken. Ik heb een idee, zei Esmeralda. Ze liep met huppelpasjes naar het bosje gras waar het glinsterde ding lag. Wat ga je doen, zei Tommie. Pas nou op, zei Dik. Esmeralda zei helemaal niets. Ze ging rechtop in het gras zitten, vlakbij het glinsterende ding. Pas nou op, zei Dik nog eens. Esmeralda maakte wat geluidjes. Die kon het jongetje echter niet horen. Konijnen maken maar heel zachte geluidjes. Tommie die begreep wat Esmeralda wilde doen, holde zo hard hij kon naar het jongetje toe. Hé, een konijn, zei het jongetje. Tommie liep snel tussen de benen van het jongetje door, vlak langs Esmeralda. Het jongetje draaide zich om, en zag toen Esmeralda op haar achterpootjes zitten. Hij zag ook het glinsterende ding. 6