Onderzoek naar de waarde van Boomkwekerij van Krugten voor dassen Inhoudsopgave Verslag opgesteld door Stichting Das&Boom opvang en advies in opdracht van dhr. van Krugten. Beek-Ubbergen, mei 2007
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Beleidskader 2 3. Gebiedsbeschrijving 2 4. Ecologie das 2 5. Onderzoeksmethode 3 6. Resultaten 4 6.1 Huidige grondgebruik 4 6.2 Dassenburchten en dassenactiviteit 5 6.3 Dassenslachtoffers 5 7. Conclusies 5 Bijlagen Kaart 1 Ligging plangebied, grondgebruik en dassenburcht 1
1. Inleiding In het streekplan van Noord-Brabant (2002) wordt aangegeven dat het gebied waarbinnen de boomkwekerij Van Krugten zich bevindt dassenleefgebied is. Dhr. van Krugten, eigenaar van de boomkwekerij, is voornemens om een bedrijfshal en bedrijfswoning binnen het bouwblok te bouwen. Volgens de gemeente Heusden is dit in strijd met het vigerende streekplan, ondanks het feit dat bij de streekplanvaststelling op dit bouwblok een door de kroon gesanctioneerde bouwclaim lag. De gemeente Heusden heeft aangegeven dat er moet worden aangetoond dat door de huidige inrichting en gebruik de percelen ongeschikt zijn als leefgebied voor de das. Om de waarde van de percelen van de boomkwekerij voor de das te onderzoeken heeft dhr. van Krugten aan Das&Boom het verzoek ingediend om een onderzoek in te stellen. 2. Beleidskader Juridische bescherming das: In 2002 is de Flora- en faunawet ingevoerd, waarbij zowel de das als zijn burcht beschermd zijn. Dassen en dassenburchten mogen niet verstoord of vernietigd worden. In 2005 is deze bescherming uitgebreid waardoor er ook voor een ingreep in het landschap een zogenaamde Habitattoets uitgevoerd dient te worden, waarin maatschappelijk belang, gebrek aan alternatieven en het minimaliseren van negatieve effecten aangetoond dienen te worden alvorens er sprake kan zijn van compensatie. Bij deze toets wordt niet alleen gekeken naar effecten op de dieren zelf, maar ook naar effecten op de dassenburchten, voedselgebieden en migratieroutes. 3. Gebiedsbeschrijving Het perceel (kadastraal D3354) waarop dhr. van Krugten een bedrijfswoning en hal wil bouwen (plangebied) bevindt zich direct ten oosten van de Duinweg nabij het gehucht Giersbergen. Het perceel bevindt zich in de gemeente Heusden (kaart 1). 4. Ecologie das De das (Meles meles) is met zijn lengte van circa 1 meter en een gemiddeld gewicht van circa 12 kilogram het grootste roofdier van Nederland. Dassen zijn territoriale dieren; een dassenfamilie verdedigt tegenover andere dassenfamilies haar territorium. De territoriumomvang is afhankelijk van de kwaliteit als voedselgebied en varieert van minimaal 50 hectare tot 200 hectare. In een territorium zijn één of meer burchtlocaties aanwezig en kunnen de dassen zich voortplanten en voldoende voedsel vinden om te overleven. Regenwormen vormen het stapelvoedsel van dassen. Hun dieet bestaat voor circa 75% uit regenwormen. Verder eten zij onder andere insecten, maïs (beperkte periode), kleine zoogdieren, amfibieën, valfruit, bessen en noten. Graslanden zijn als regenwormleverancier de belangrijkste voedselreservoirs voor dassen. Lijnvormige landschapselementen, zoals hagen en houtwallen, verhogen de waarde van een foerageergebied aanzienlijk door drie effecten. De beschutting tegen wind en zon zorgt voor een relatief vochtig microklimaat, ook in de strook weiland direct grenzend aan het lijnelement. Daar is dan een vrijwel permanent aanbod van regenwormen. Als er voldoende lijnvormige elementen in een juiste spreiding aanwezig zijn, strekt het microklimaat zich uit een groot gedeelte van de omgeving. Verder zorgt een lijnvormig element zoals een haag met overstaande bomen direct en indirect voor voedsel voor de das. De haag zelf kan bestaan uit bes- en nootdragende struiken en bomen zoals 2
meidoorn, sleedoorn, mispel, zoete kers, tamme kastanje, hazelaar, eik. Ook houden veel insecten, amfibieën en kleine zoogdieren zich op in en rondom het lijnelement. Ten derde zijn lijnelementen belangrijk omdat dassen zich voornamelijk hierlangs verplaatsen. Zodra een deel (van de kwaliteit) van het foerageergebied verloren gaat, ontstaat stress in een dassenfamilie. Zij zal zich zolang mogelijk in haar burcht(en) proberen te handhaven en zal ter compensatie haar territorium proberen te vergroten. Zomogelijk annexeert de dassenfamilie terrein, grenzend aan haar territorium. Indien dat terrein deel uitmaakt van een territorium van een andere dassenfamilie, ontstaan schermutselingen met mogelijk dodelijke afloop. Stress leidt tot het stil vallen van de reproductie. Indien een aanzienlijk deel van het foerageergebied verloren gaat of onbereikbaar wordt, waardoor de dassen ter plaatse onvoldoende voedsel kunnen vinden, gaan zij zwerven, op zoek naar een nieuwe, geschikte locatie die nog niet bezet is door een andere dassenfamilie. Bij deze migratietochten gaan zij voornamelijk af op geursporen van soortgenoten. Als door het verdwijnen van dassen in een gebied deze geursporen vervagen zullen toekomstige migrerende dassen een dergelijk gebied mijden. Alleen indien zo n leeg gebied ideaal is ingericht voor das (kleinschalig cultuurlandschap met bemest en begraasd grasland) zal het gebied alsnog bewoond kunnen raken. Tijdens deze zwerftochten worden diverse wegen of kanalen doorkruist waardoor de kans op overleven verkleind wordt. 5. Onderzoeksmethode Op 16 mei 2007 is het plangebied en het direct daaraan omringende gebied ( straal van circa 1 km rondom plangebied) door een medewerker van Das&Boom bezocht. Hierbij zijn een aantal zaken onderzocht: 1. Het huidige grondgebruik; 2. De locatie en status van de dassenburchten in het gebied, evenals sporen die duiden op de aanwezigheid van dassen zoals graafactiviteit, wroetsporen, mestputten en wissels; 3. Om de aanwezigheid van dassen in het gebied verder te bepalen worden de gegevens van verkeersslachtoffers onder dassen meegenomen. 3
6. Resultaten 6.1 Huidige grondgebruik Voor de bepaling of het gebied leefgebied voor de das is, is onder andere het huidige of recente grondgebruik belangrijk. Een maatstaf hierin vormt de aan- of afwezigheid van voedsel voor de das. Het huidige grondgebruik van het plangebied evenals het directe gebied eromheen is aangegeven op kaart 1(zie bijlage). Het plangebied maakt deel uit van een boomkwekerij. De soorten die hier worden geteeld zijn: - Taxus baccata - Buxus sempervirens - Ilex aquifolium (Hulst) - Picea omorica (Servische spar) - Prunus laurocerasus rotundifolia (Laurierkers) Foto 1 en 2 geven een impressie van het grondgebruik van het plangebied. Foto 1: Perceel D3354 gezien vanuit het noorden Foto 2: Idem, gezien vanuit het zuiden Tussen de struikenrijen wordt het gras en onkruid zowel mechanisch als chemisch (Actor/Roundup) verwijderd. De insecten worden zowel biologisch (aaltjes) als chemisch (diverse middelen tegen o.a luis, taxuskever en buxustopmijt) bestreden Foto 3: Tussen de rijen wordt gras en onkruid bestreden. 4
Het gebied rondom de boomkwekerij bestaat grotendeels uit akkers en dichter bij het westelijk gelegen bos uit gras- en weilanden. 6.2 Dassenburchten en dassenactiviteit De enige dassenburcht in het onderzoeksgebied bevindt zich hemelsbreed op circa 1000 meter van het plangebied in het bosgebied ten westen van de Duinweg (kaart 1). Deze burcht is recent ontdekt en wordt permanent bewoond door das. Geschat wordt dat deze burcht pas vorig jaar gegraven is door das. Binnen het plangebied en rondom de gehele boomkwekerij van Van Krugten zijn géén sporen gevonden die wijzen op het gebruik van het gebied door de das. 6.3 Dassenslachtoffers Das&Boom registreert vanaf 1990 alle slachtoffers onder dassen. In het gebied binnen een straal van 2 kilometer vanaf het plangebied zijn bij Das&Boom geen verkeersslachtoffers onder dassen bekend. 7. Conclusies Volgens het streekplan van de provincie Noord-Brabant (2002) bevindt het plangebied zich binnen het potentiële dassenleefgebied (bron: dassenleefgebiedenkaart als bijlage van het streekplan). De basis voor deze kaart waren de gegevens van dassenburchten tot 1997. Vanaf 1999 zijn dassen uitgezet in de Loonse en Drunense Duinen. Inmiddels is deze populatie flink gegroeid. In 2007 is in het gebied rondom Giersbergen de eerste dassenburcht gevonden, waardoor delen van het gebied nu ook actueel dassenleefgebied zijn (graslanden en weilanden). Een dassenleefgebied heeft drie functies: 1. Verblijfplaats; 2. Foerageerplaats 3. Verbindingsroute Géén van deze drie functies heeft betrekking op het plangebied. De dassen wonen er niet, er is geen geschikt voedsel voor hen voor handen, en doordat het plangebied een open karakter heeft en bovendien rondom ingerasterd is, zullen ze er ook niet doorheen trekken. Het gebied direct rondom het plangebied zowel ten oosten als ten westen van de Duinweg is met uitzondering van een paardenwei bovendien ook onaantrekkelijk voor dassen. De dassen afkomstig van de enige dassenburcht in het gebied zullen voornamelijk actief zijn in de bossen en graslanden/weilanden in de directe omgeving van de burcht. Het plangebied, is derhalve totaal ongeschikt als leefgebied voor de das. 5
BIJLAGEN 6