Deel II. De verschillende takken van de sociale zekerheid

Vergelijkbare documenten
Titel I. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

WET betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. gecoördineerd op 14 juli 1994

Coordinatie--ZIV--KB forfaitaire-honoraria-klinische-biologie--niet-in-ziekenhuis.doc

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

WET betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. gecoördineerd op 14 juli 1994

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

WET betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994

DEEL I: BEROEPSORGANISATIE EN WERKING VAN DE ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING... 25

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

III. Statistieken van de geneeskundige evaluatie en controle

10 DECEMBER Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

BS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)

VR DOC.0834/4BIS

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

BS 26/07/1999 in voege 26/07/1990

4 JUNI Wet tot wijziging van de wetgeving met het oog op de bevordering van de patiëntenmobiliteit

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

19 JULI Wet betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg. BS 26/07/2018 in voege vanaf 1 januari 2019

VR DOC.0332/2BIS

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

VR DOC.1242/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

Artikel Art. 2.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

Diensten waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld. Maximum aantal en erkenningsnormen

Gewijzigd door: KB 21/02/2014 BS 05/03/2014 in voege vanaf 15/03/2014 (blz. 116) coordinatie--ziv--kb uitvoering-ziv-wet.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

N Apothekers A03 Brussel, MH/BL/LC ADVIES OP EIGEN INITIATIEF. over EEN VOORSTEL VAN ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGINGEN VOOR DE APOTHEKERS

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

betreffende de derdebetalersregeling

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE. Nota CGV 2012/412 Brussel, december 2012

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 15 maart 2002;

Gewijzigd door: KB 27/03/2017 BS 27/04/2017 in voege vanaf 1 januari 2016 (blz. 2, 5-8 en 10)

Klinische proeven in buitenland. Tussenkomst ziekteverzekering

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

Coordinatie--Organen--Transplanteren--Belgische transplantatieraad--kb doc

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

11 FEBRUARI Koninklijk besluit tot vaststelling. van de regels voor de medische verkiezingen. zoals bedoeld in artikel 211, 1,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

TITEL III UITKERINGS- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I ORGANEN. Afdeling I Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen

Fonds voor de medische ongevallen

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS )

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS

Art. 37. van toepassing vanaf 01/07/2014

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3

Privacywet. Vlaamse Sociale Bescherming

16 DECEMBER Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen.

betreffende de derdebetalersregeling Gewijzigd door: KB 21/07/2017 BS 09/08/2017 KB 18/09/2017 BS 05/10/2017 in voege vanaf 28/09/2017 (blz.

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

17 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de functie van logistiek assistent (1) De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 5 december 2005;

WET betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. gecoördineerd op 14 juli 1994

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

VR DOC.0277/4BIS

verzekeringsinstellingen aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering moeten overmaken

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

VR DOC.1441/2BIS

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 22 december 2004; Gelet op de brief van de Kruispuntbank van 2 oktober 2006;

Transcriptie:

Deel II. De verschillende takken van de sociale zekerheid

Titel I. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging I. Administratieve organisatie en financiering Inleiding In de praktijk heeft de volledige Belgische bevolking een verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Die komt tussen in een brede waaier van geneeskundige verzorging, opgenomen in een nomenclatuur die geregeld wordt aangepast, rekeninghoudend met de ontwikkeling van de medische technieken. Inzicht in de structuren is dan ook belangrijk. De recentste hervormingen berusten op de volgende basisprincipes: Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING alle ontvangende partijen van het systeem bewust maken van hun verantwoordelijkheid; beslissingen nemen die zo dicht mogelijk aanleunen bij de dagelijkse werkelijkheid. De regering kan enkel als laatste redmiddel tussenkomen. In overleg met de betrokken partijen moet ze de grote budgetten uitwerken, rekening houdend met een modernisering van het gezondheidsbeleid. De algemene principes van de administratieve organisatie van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging worden bepaald door de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli1994, en door het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. De financieringsprincipes van de verplichte verzekering worden vastgelegd, enerzijds bij de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der werknemers en de wet van 29 juni 147

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING 1981 tot bepaling van de algemene principes van de sociale zekerheid voor de werknemers die betrekking hebben op de globale financiering van de sociale zekerheid, en anderzijds door de teksten waarvan sprake is in de vorige paragraaf. Bij de werking van het systeem zijn talrijke instellingen betrokken. Hun structuur beantwoordt aan bepaalde organisatorische vereisten, maar ook aan historische ontwikkelingen, gekenmerkt door een zeer grote inspraak van de sociale partners in het beheer. Die inspraak kreeg concreet gestalte met de oprichting van sociale parastatalen die belast werden met het beheer van een bepaalde tak van de sociale zekerheid en geleid werden door vertegenwoordigers van de sociale gesprekspartners. Afdeling 1. Administratieve organisatie A. Algemene verdeling van de bevoegdheden in de geneeskundige verzorging op institutioneel niveau Aangezien de verzekering voor geneeskundige verzorging en de uitkeringsverzekering takken van de sociale zekerheid zijn, vallen zij onder de uitsluitende bevoegdheid van de federale overheid. Hoewel de verzekering voor geneeskundige verzorging door de federale overheid wordt beheerd, bezitten de deelstaten bevoegdheden in persoonsgebonden aangelegenheden, zowel op het vlak van het gezondheidsbeleid als op dat van het welzijnsbeleid. De Franse, de Vlaamse en de Duitstalige Gemeenschap en de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie voor de tweetalige instellingen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn bevoegd: I. Wat het gezondheidsbeleid betreft: 1 Het beleid betreffende de zorgenverstrekking in en buiten de verplegingsinrichtingen, met uitzondering van: a) de organieke wetgeving; b) de financiering van de exploitatie, wanneer deze geregeld is door de organieke wetgeving; c) de ziekte- en invaliditeitsverzekering; d) de basisregelen betreffende de programmatie; e) de basisregelen betreffende de financiering van de infrastructuur, met inbegrip van de zware medische apparatuur; f) de nationale erkenningsnormen uitsluitend voor zover deze een weerslag kunnen hebben op de bevoegdheden bedoeld in b), c), d) en e) hiervoren; g) de bepaling van de voorwaarden voor en de aanwijzing tot universitair ziekenhuis overeenkomstig de wetgeving op de ziekenhuizen. 2 De gezondheidsopvoeding alsook de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, met uitzondering van de nationale maatregelen inzake profylaxies. (art. 5, 1, I., Bijzondere wet van 8 augustus 1980) II. Op het vlak van het welzijnsbeleid: (...) 5 Het bejaardenbeleid met uitzondering van de vaststelling van het minimumbedrag, van de toekenningsvoorwaarden en van de financiering van het wettelijk gewaarborgd inkomen voor bejaarden. (art. 5, 1, II, 5, Bijzondere wet van 8 augustus 1980). 148

Sinds 1 januari 1994 oefenen het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, eerstgenoemde op het grondgebied van het Waals Gewest en laatstgenoemde op het grondgebied van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap met betrekking tot het gezondheidsbeleid uit, met uitzondering van de universitaire ziekenhuizen, het ziekenhuis van de Universiteit van Luik, de Académie royale de médecine de Belgique, alles wat tot de bevoegdheid van Kind en Gezin behoort, de gezondheidsopvoeding, de activiteiten en diensten inzake preventieve geneeskunde en het medisch schooltoezicht. In het kader van hun bevoegdheden kunnen de deelstaten een beleid inzake zorgenverstrekking en een derde leeftijdsbeleid uitwerken en uitvoeren. Ze stellen hen ook in staat om: de erkenningsvoorwaarden voor de rusthuizen voor bejaarden, de coördinatiecentra voor verzorging en thuisverzorging, geneeskundige centra (geïntegreerde gezondheidsverenigingen), diensten voor geestelijke gezondheid en beschutte woningen te bepalen; de bevoegde overheid voor de erkenning van de bovengenoemde instellingen aan te duiden en te waken over de naleving van de erkenningsvoorwaarden; diezelfde instellingen te steunen, aan te moedigen en te subsidiëren; ziekenhuizen te erkennen met inachtneming van de federale erkenningsnormen en de naleving van de normen te controleren. B. De administratieve structuur 1. Het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging valt onder de bevoegdheid van het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. 1 Binnen dat ministerie houdt het Bestuur van de sociale zekerheid zich meer bepaald bezig met de diverse takken van de sociale zekerheid voor werknemers uitgezonderd de werkloosheid. De dienst geneeskundige verzorging en uitkeringen is in deze administratie verantwoordelijk voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Hij is onder meer bevoegd voor het opstellen en de interpretatie van de wetgeving en de reglementering, de verstrekking van adviezen, studies of analyses over alle problemen met betrekking tot de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, het beheer van geschillen voor de Raad van State en het Arbitragehof. De dienst werkt ook mee aan het opstellen van Europese verordeningen en internationale conventies in het kader van deze wetgeving. De uitvoering en de praktische toepassing van die wetgeving behoren tot de bevoegdheden van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, geïnstalleerd bij het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van de andere instellingen die hierna worden beschreven. Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING 1 Dit ministerie, opgericht in 1995, is een samensmelting van de vroegere departementen van Sociale Voorzorg en Volksgezondheid en Leefmilieu. 149

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING 2. Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) De organisatie van de diensten van het RIZIV wordt ingrijpend gewijzigd door de wet van 15 februari 1993. 1 De dienst voor geneeskundige verzorging ontsnapt niet aan die herstructurering. Het beheerscomité wordt vervangen door twee nieuwe organen: de Algemene Raad en het Verzekeringscomité. Het Instituut is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, belast met de algemene directie en de controle van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Binnen het RIZIV zijn er vier speciale diensten, elk met een duidelijk afgebakende taakomschrijving: de Dienst Geneeskundige Verzorging is belast met de verzekering voor geneeskundige verzorging. De verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt beheerd door een Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging die wordt bijgestaan door een Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging; de Dienst Uitkeringen is belast met de uitkeringsverzekering. De uitkeringsverzekering wordt beheerd door een Beheerscomité waarbij een Geneeskundige Raad voor Invaliditeit zetelt. Het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen beheert de uitkeringsverzekering van de zelfstandigen; de Dienst Geneeskundige Controle wordt beheerd door een comité: het Comité voor geneeskundige controle. Dit comité bestaat uit raadsleden van het Hof van Beroep (in de hoedanigheid van voorzitter en ondervoorzitter), artsen die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen, artsen die het geneesherenkorps en de Orde van Geneesheren, vertegenwoordigen tandheelkundigen en apothekers. Het Comité is belast met de geneeskundige controle van de prestaties van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de uitkeringsverzekering; het heeft een disciplinaire bevoegdheid en beslecht in beroep medische geschillen tussen adviserend-geneesheren en geneesheren- inspecteurs. De geneesheren-inspecteurs van deze dienst controleren de activiteiten van de adviserend-geneesheren en gaan in voorkomend geval over tot het onderzoek van de gerechtigden. De adviserendgeneesheren die voor de verzekeringsinstellingen werken, zijn verantwoordelijk voor de geneeskundige controle van de primaire arbeidsongeschiktheid en van de geneeskundige verzorging; de Dienst Administratieve Controle is belast met de administratieve controle van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de uitkeringsverzekering. De naleving van de wetten en verordeningen wordt gecontroleerd door inspecteurs en adjunct-inspecteurs. Het Comité van de Dienst voor Administratieve Controle kan geldstraffen uitspreken ten laste van de verzekeringsinstellingen. Het RIZIV is onderworpen aan de regels bepaald bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en de wet van 5 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. 1 Wet van 15 februari 1993 houdende de hervorming van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en regeling van een stelsel van verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering (de zogeheten wet- Moureaux, naar de minister onder wiens impuls de wet werd opgesteld). 150

Het administratief en algemeen beheer van het Instituut wordt waargenomen door een Algemeen Beheerscomité. Het Algemeen Beheerscomité heeft een drieledige structuur en is paritair samengesteld uit: een voorzitter; twee ondervoorzitters benoemd uit de hierna genoemde leden; vijf leden die de representatieve organisaties van alle werkgevers en de representatieve organisaties van de zelfstandigen vertegenwoordigen; vijf leden die de representatieve organisaties van alle werknemers vertegenwoordigen; vijf leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen. De vergaderingen worden bijgewoond door twee regeringscommissarissen die door de Koning zijn benoemd op voorstel van respectievelijk de minister van Sociale Zaken en de minister van Begroting. 2.1. De Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV Het bestuur en het beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging worden waargenomen door een Dienst voor Geneeskundige Verzorging, geïnstalleerd bij het RIZIV. Deze dienst wordt beheerd door een Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bijgestaan door een Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging. a) De Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging Ingevolge de wet van 9 augustus 1963, vormden de representatieve werkgevers en werknemersorganisaties een minderheid in het beheerscomité van deze dienst. Werkgevers en de vakbonden werden vertegenwoordigd door slechts acht leden (4 werknemers, 2 werkgevers, 2 zelfstandigen) op een totaal van 38 stemgerechtigden. De overige 30 leden vertegenwoordigden de verzekeringsinstellingen, de beheerders van ziekenhuizen, de apothekers en de beoefenaars van vrije beroepen. 1 Door de oprichting van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging bij de wet van 15 februari 1993 kwam er een einde aan die minderheidspositie van de sociale gesprekspartners. Door die wet hebben er nu ook vertegenwoordigers van de overheid zitting die de hoedanigheid van gesprekspartners bezitten en niet van controleurs, zoals bij de regeringscommissarissen. De Algemene Raad heeft een vierledige structuur. Hij bestaat uit: (art. 5, 1, KB, 03.07.1996, en art. 15 W. 14.07.1994) Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING een voorzitter; twee ondervoorzitters; vijf leden die de overheid vertegenwoordigen; vijf leden die de representatieve organisaties van alle werkgevers en de representatieve organisaties van de zelfstandigen vertegenwoordigen; vijf leden die de representatieve organisaties van alle werknemers vertegenwoordigen; vijf leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen; 1 Cf. verslag nr. 42 van de Nationale Arbeidsraad, p. 23. Er kwamen 15 vertegenwoordigers van het geneesherenkorps en de tandartsen bij, maar zij hadden slechts een adviserende stem 151

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING acht leden met adviserende stem, waaronder vier geneesheren, drie vertegenwoordigers van de beheerders van de verplegingsinrichtingen en een verpleegkundige, als vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties. De Algemene Raad heeft bijzonder ruime bevoegdheden, in het bijzonder op het financiële vlak. De bevoegdheden worden vastgelegd in artikel 16 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 (art. 16, W. 14.07.1994). Enkele voorbeelden worden hieronder weergegeven. De Algemene Raad: bepaalt de algemene beleidslijnen, stelt de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling vast en legt, na advies van het Verzekeringscomité, de globale begrotingen van de financiële middelen ter goedkeuring aan de Minister voor; waakt over het financieel evenwicht van de verzekering voor geneeskundige verzorging, onder meer op basis van de kwartaalverslagen van de Commissie voor begrotingscontrole; maakt de begroting van de verzekering voor geneeskundige verzorging op; stelt de rekeningen van de verzekering voor geneeskundige verzorging vast; beslist over de rechtsvorderingen binnen zijn bevoegdheid; onderzoekt het jaarverslag dat, voor wat de verplichte ziekteverzekering betreft, wordt opgesteld door de Controledienst voor de ziekfondsen en de landsbonden van ziekfondsen, alsook de verslagen die hem door de Dienst voor geneeskundige controle en de Dienst voor administratieve controle worden bezorgd en brengt aan de Minister verslag uit over de maatregelen die hij besloten heeft te nemen of die hij voorstelt; beslist, na advies van de Commissie voor begrotingscontrole, of de overeenkomsten en akkoorden die ter goedkeuring aan het Verzekeringscomité worden voorgelegd, in overeenstemming zijn met de begroting; stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het de Koning ter goedkeuring voor; houdt een inventaris bij van bepaalde financiële weerslagen; bepaalt het bedrag en het percentage dat in aanmerking wordt genomen voor bepaalde nieuwe overeenkomsten; ingeval de Commissie voor begrotingscontrole een voorstel doet, beslist hij over de opportuniteit om correctiemaatregelen te nemen in de mate waarin deze moeten genomen worden. De Algemene raad zendt jaarlijks aan de Regering een omstandig rapport over de eenvormige toepassing van de wetgeving in heel het land. Dit rapport omvat een evaluatie van de eventuele ongerechtvaardigde verschillen en voorstellen tot wegwerking ervan. b) De Commissie voor begrotingscontrole Bij de dienst voor geneeskundige verzorging is er een Commissie voor begrotingscontrole ingesteld. De taken van deze Commissie zijn vastgesteld in de artikelen 18 en 51 van de wet van 14 juli 1994: 152

De Commissie voor begrotingscontrole brengt jaarlijks advies uit aan de Algemene Raad, over het globaal voorstel van het Verzekeringscomité voor de vaststelling van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling. Bij die gelegenheid brengt ze onder meer advies uit over de ramingen van de Dienst met betrekking tot de te verwachten uitgaven voor de opname in een ziekenhuis. Ze onderzoekt hierbij inzonderheid de samenhang met de gegevens beschikbaar vanuit het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. Voorts brengt de Commissie eveneens jaarlijks aan de Algemene Raad, en aan de ministers van Sociale Zaken en van Begroting, advies uit over de wijze waarop het Verzekeringscomité zijn bevoegdheid inzake de vaststelling van de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen van de overeenkomsten en akkoordencommissies heeft uitgeoefend. De Commissie brengt verder om het kwartaal aan de Algemene Raad, aan het Verzekeringscomité, aan de commissies belast met het sluiten van de overeenkomsten of akkoorden en aan de ministers van Sociale zaken en van Begroting, verslag uit over het beheer van de sector verzekering voor geneeskundige verzorging en over de ontvangsten en uitgaven ervan, in het bijzonder over de vooruitzichten ter zake en de verschillende aspecten van de evolutie ervan. De Commissie brengt met name aan de Algemene Raad, aan het Verzekeringscomité, aan de commissies belast met het sluiten van de overeenkomsten of de akkoorden en aan de ministers van Sociale Zaken en van Begroting, verslag uit over de uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomsten en akkoorden met de diverse categorieën van zorgverleners en uit de wijzigingen die worden voorgesteld in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen voor revalidatie en herscholing en van de geneeskundige verstrekkingen in het algemeen. Ze oefent de specifieke bevoegdheden uit die haar worden toegekend met betrekking voor het geval van een beduidende overschrijding of een risico op een beduidende overschrijving van de begrotingsdoelstelling (art. 51, W. 14.07.94). De Commissie is eveneens ermee belast de ministers van Sociale Zaken en van Begroting, de Algemene Raad en het Verzekeringscomité te adviseren over alle financiële en begrotingsaspecten betreffende het verstrekken van geneesmiddelen zoals bedoeld in artikel 34, 5, W. 14.07.94. Ze ziet met name toe op de naleving van de uitgavennorm en de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstelling inzake geneesmiddelen. De Commissie brengt tenslotte advies uit over alle overige aangelegenheden waarover de Algemene Raad haar budgettair advies inwint. De Commissie heeft in het raam van haar opdracht de meest uitgebreide onderzoeksbevoegdheden, zonder evenwel toegang te hebben tot de individuele gegevens. Ze onderzoekt de verrichtingen die een financiële weerslag of een weerslag op de begroting hebben, krijgt inzage van alle dossiers en archieven en ontvangt van de diensten van het Instituut alle inlichtingen die ze vraagt. Ze mag sommige van haar leden afvaardigen naar de vergadering van de raden, commissies en andere bij de diensten van het Instituut ingestelde organen waarvan de activiteiten een weerslag hebben op de verzekering voor geneeskundige verzorging. De Commissie is als volgt samengesteld: twee leden die de representatieve organisaties van alle werkgevers en van de zelfstandigen vertegenwoordigen; Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING 153

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING twee leden die de representatieve organisaties van de werknemers vertegenwoordigen; drie leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen; drie leden die de zorgverleners vertegenwoordigen; vier leden voorgedragen door de minister van Sociale Zaken wegens hun bekwaamheid in budgettaire en financiële aangelegenheden met betrekking tot de verzekering voor geneeskundige verzorging, waarvan één lid wordt voorgedragen in overleg met de minister die Begroting onder zijn bevoegdheden heeft; de begrotings- en financieel adviseur die bij het RIZIV is aangesteld door de ministers van Sociale Zaken en Begroting. de voorzitter van de afdeling financiering van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen. De begrotings- en financieel adviseur is voorzitter van de Commissie. c) Het Verzekeringscomité Net zoals de Algemene Raad werd dit orgaan opgericht bij de wet van 15 februari 1993. De samenstelling is echter sterk verschillend. De voornaamste bevoegdheden worden hierna weergegeven. De volledige gedetailleerde opsomming is opgenomen in artikel 22 van de wet van 14 juli 1994 (art. 22, W 14.07.1994). Het Verzekeringscomité is als volgt samengesteld: (art. 10, KB 03.07.1996 en art. 21, W. 14.07.1994) een voorzitter; twee ondervoorzitters; eenentwintig leden die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen; acht leden, waaronder zeven geneesheren en een tandheelkundige, die de representatieve beroepsorganisaties vertegenwoordigen; twee apothekers die de representatieve beroepsorganisaties vertegenwoordigen; vijf leden die de representatieve beroepsorganisaties van de beheerders van ziekenhuizen, wettelijk bepaalde diensten en instellingen en revalidatie- en herscholingsinrichtingen vertegenwoordigen; zes leden, waaronder een verpleegkundige, een kinesitherapeut, een logopedist, een opticien, een verstrekker van prothesen en toestellen, een leverancier van implantaten, die de representatieve beroepsorganisaties vertegenwoordigen; zes leden, waaronder drie vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers en de representatieve organisaties van alle zelfstandigen, en drie vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties. Zij hebben een adviserende stem. Het Comité bezit ruime bevoegdheden om advies te geven, voorstellen in te dienen en geschillen tussen de diverse deelsectoren te beslechten. Het Comité: doet een globaal voorstel tot bepaling van de jaarlijkse begrotingsdoelstellingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging, rekening houdend met de specifieke behoeften van de subsectoren, en bezorgt dat voorstel aan de Algemene Raad en de Commissie voor Begrotingscontrole [art. 39, lid. 3, W. 14.07.1994]; stelt de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen van de overeenkomsten- en akkoordencommissies vast en zendt aan de Algemene Raad zijn voorstellen teneinde een evenwichtige verdeling van de uitgaven tussen de verschillende sectoren van de verzekering voor geneeskundige verzorging tot stand te brengen [art. 22, 1, W. 14.07.1994]; 154

keurt de overeenkomsten en akkoorden goed, rekening houdend met de beslissing van de Algemene Raad aangaande hun overeenstemming met de begroting [art. 22, 3, W. 14.07.1994]; volgt de evolutie van de uitgaven op en bezorgt de overeenkomsten- en akkoordencommissies, indien de correctiemaatregelen ontoereikend zijn, alle voorstellen betreffende de bijkomende correctiemaatregelen [art. 22, 5, W. 14.07.1994]; stelt aan het Algemeen Comité de begroting van de administratiekosten van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging voor [art. 22, 2, W. 14.07.1994]; beslist over het doorsturen aan de minister van Sociale Zaken van de voorstellen tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen [art. 22, 4, W. 14.07.1994]; stelt de interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast (art. 22, 4 bis, W. 14.07.1994); sluit op voorstel van het College van geneesheren-directeurs de overeenkomsten met de revalidatie- en herscholingsinrichtingen en met de medisch-pediatrische centra [art. 22, 6, W. 14.07.1994]; sluit op voorstel van de betrokken overeenkomsten- en akkoordencommissie en na advies binnen de twee maanden van de bevoegde technische raad, met de verplegingsinrichtingen of de andere zorgverleners overeenkomsten betreffende de geneeskundige verstrekkingen [art. 22, 6 bis, W. 14.07.1994]; spreekt de voorziene straffen uit voor overtredingen op de bijzondere regels met betrekking tot publiciteit in het kader van de geneeskundige verstrekkingen die zijn opgenomen in de nomenclatuur [art. 22, 8, W. 14.07.1994]; maakt de teksten op van de overeenkomsten met bepaalde categorieën van zorgverleners volgens de voorwaarden bepaald door de wet [art. 22, 9, W. 14.07.1994]; sluit overeenkomsten betreffende de tussenkomst van de verzekering voor bepaalde modellen van verstrekkingen of uitbetalingen voor geneeskundige verzorging [art. 22, 10, W. 14.07.1994]; werkt de in de gecoördineerde wet bedoelde verordeningen uit, onder meer betreffende de voorwaarden voor het verkrijgen van recht op de verstrekkingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en stelt de voorwaarden vast waaronder de geneeskundige verstrekkingen worden vergoed [art. 22, 11, W. 14.07.1994]; wijst de inkomsten die aan het stelsel van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zijn toegekend, toe aan de verzekeringsinstellingen [art. 22, 12, W. 14.07.1994]; bepaalt de regelen volgens welke de verzekeringsinstellingen hun rekeningen bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging indienen en verantwoorden [art. 22, 13, W. 14.07.1994]; sluit overeenkomsten met de referentie-laboratoria die erkende specifieke prestaties verrichten met betrekking tot het acquired immune deficiencysyndrome [art. 22, 15, W. 14.07.1994]. d) De Wetenschappelijke Raad Sinds 1963 voorziet de wet in een oprichting van een Wetenschappelijke Raad bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging [art. 19, W. 14.07.1994]. Deze raad moet alle wetenschappelijke aspecten onderzoeken die verband houden met de verzekering Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING 155

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING voor geneeskundige verzorging en de kwaliteit van de zorgenverstrekking. Hij doet suggesties die nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen binnen het bereik van de gerechtigden van de verzekering voor geneeskundige verzorging kunnen brengen, en dit in de beste omstandigheden op het vlak van efficiëntie, economie en kwaliteit. De adviezen en aanbevelingen van de afdelingen van de Wetenschappelijke Raad worden uitgebracht, hetzij op zijn initiatief, hetzij op vraag van de ministers die respectievelijk Sociale Zaken en Volksgezondheid onder hun bevoegdheid hebben, hetzij op vraag van de Gewest- of Gemeenschapsministers bevoegd voor Volksgezondheid, de Algemene Raad of het Verzekeringscomité. e) Het College van geneesheren-directeurs Het College van geneesheren-directeurs heeft de volgende taken: voor elk geval beslissen of de programma s en de verstrekkingen inzake revalidatie en herscholing en de verstrekkingen verricht door de medisch-pediatrische centra aan kinderen die getroffen zijn door de chronische ziekte ten laste worden genomen door de verzekering (art 23, 1, W. 14.07.1994). De Koning bepaalt de voorwaarden en de regels volgens dewelke de tenlasteneming van de programma s en verstrekkingen inzake revalidatie en herscholing en de verstrekkingen verricht door medisch-pediatrische centra gebeurt zonder beslissing van het college van geneesheren-directeurs of van de adviserend-geneesheer (art. 23, 1, laatste lid, W. 14.07.1994). de Koning advies verstrekken voor het vaststellen en het wijzigen van de nomenclatuur van de herscholingsverstrekkingen alsmede haar toepassingsregelen, en dit na het advies van de Raad voor Advies inzake Herscholing te hebben ingewonnen [art. 23, 2, W. 14.07.1994]; met de revalidatie- en herscholingsinrichtingen en de medisch-pediatrische centra voor kinderen getroffen door een chronische ziekte ontwerpen opmaken van te sluiten overeenkomsten en ze daartoe voorleggen aan het Verzekeringscomité (art. 23, 3, W. 14.07.1994); met de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging ontwerpen van met hen te sluiten overeenkomsten opmaken en ze daartoe aan het Verzekeringscomité voorleggen [art. 23, 3bis, W. 14.07.1994]; het Verzekeringscomité alle adviezen bezorgen betreffende de vaststelling en het toezicht op de naleving van de normen van goede medische praktijk [art. 23, 4, W. 14.07.1994]; het Verzekeringscomité en de begrotings- en financieel adviseur alle adviezen betreffende de toepassing en de interpretatie van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bezorgen, na ze te hebben meegedeeld aan de Raad voor Advies inzake Revalidatie. Bij de adviezen die aan de begrotings- en financieel adviseur worden bezorgd, wordt een verslag gevoegd aan de hand waarvan de financiële weerslag van die adviezen kan worden geëvalueerd [art. 23, 4, W. 14.07.1994]. Het College stelt vast wat onder een specifieke zeldzame aandoening die continue verzorging noodzaakt moet worden verstaan en dat de verstrekkingen waarvoor een tegemoetkoming wordt gevraagd voldoen aan de wettelijke voorwaarden (art. 25, 2, W 14.07.1994). 156

Het College is als volgt samengesteld: een voorzitter; twaalf leden, doctors in de geneeskunde, die de verzekeringsinstellingen vertegenwoordigen in evenredigheid met hun ledenbestand, waarbij elke instelling minimaal over één mandaat beschikt; twee leden, doctors in de geneeskunde of artsen, ambtenaren op de Dienst voor Geneeskundige Verzorging. f) De Adviesraad voor Revalidatie De Adviesraad vervult de volgende taken: het Verzekeringscomité advies verstrekken over de voorstellen betreffende het opstellen of het wijzigen van de nomenclatuur van de verstrekkingen voor revalidatie en over de bijbehorende toepassingsregels [art. 24, 3, W. 14.07.1994]; advies verstrekken over revalidatie-overeenkomsten die het Verzekeringscomité kan sluiten met de instellingen voor revalidatie. g) De overeenkomsten- of akkoordencommissies De financiële en administratieve betrekkingen tussen de gerechtigden en de verzekeringsinstellingen enerzijds, en de apothekers, ziekenhuizen, vroedvrouwen, verpleegkundigen, en de diensten thuisverpleging, kinesitherapeuten, logopedisten, verstrekkers van prothesen, apparaten en implantaten, erkende diensten en instellingen met toepassing van de wetgeving op de ziekenhuizen of met toepassing van de wetgeving houdende de rusthuizen voor bejaarden en de diensten en instellingen met betrekking tot beschut wonen en tijdelijke opvangcentra anderzijds, worden in principe geregeld door de overeenkomsten [art. 42 tot 49 en 51 tot 53, W. 14.07.1994]. De financiële en administratieve betrekkingen tussen de artsen of tandheelkundigen en de gerechtigden, alsook de betrekkingen tussen de representatieve beroepsorganisaties van het geneesherenkorps en de tandheelkundigen en de verzekeringsinstellingen, worden in principe geregeld door overeenkomsten [art. 50 en 51 tot 53, W. 14.07.1994]. Zo werden de volgende overeenkomstencommissies opgericht: Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING de Commissie voor overeenkomsten met de apothekers [art. 11, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de rust- en verzorgingstehuizen, de rusthuizen voor bejaarden en de centra voor de dagverzorging [art. 12, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de psychiatrische verzorgingstehuizen [art. 13, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de verplegingsinrichtingen [art. 14, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de vertegenwoordigers van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten [art. 15, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de vroedvrouwen [art. 16, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de verpleegkundigen [art. 17, KB 03.07.1996]; 157

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING de Commissie voor overeenkomsten met de kinesitherapeuten [art. 18, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de logopedisten [art. 18bis, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de opticiens [art. 19, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de orthopedisten [art. 20, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de gehoorprothesisten [art. 21, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de bandagisten [art. 22, KB 03.07.1996]; de Commissie voor overeenkomsten met de verstrekkers van implantaten [art. 23, KB 03.07.1996]; Zo werden de volgende akkoordencommissies opgericht: de nationale commissie geneesheren-ziekfondsen [art. 29, KB 03.07.1996]; de nationale commissie tandheelkundigen-ziekfondsen [art. 30, KB 03.07.1996]; de commissie belast met het sluiten van akkoorden over het forfait [art. 32, KB 03.07.1996]. h) De technische raden Bij de overeenstemmende overeenkomsten- of akkoordencommissies of bij de geneesmiddelencommissie en, bij gebreke daarvan, bij het Verzekeringscomité, worden technische raden ingesteld [art. 27, W. 14.07.1994]. Zo werden de volgende technische raden opgericht: de Technische Farmaceutische Raad [art. 47 en 52 tot 59, KB 03.07.1996]; de Technische Raad voor Kinesitherapie [art. 48 en 52 tot 59, KB 03.07.1996]; de Technische Raad voor Ziekenhuisverpleging [art. 49 en 52 tot 59, KB 03.07.1996]; de Technische Raad voor Farmaceutische Specialiteiten [art. 50 en 52 tot 59, KB 03.07.1996]; de Technische Raad voor Implantaten [art. 51, KB 03.07.1996]; de Technische Raad voor bandagen, orthesen en prothesen [art. 51bis, KB 03.07.1996]; de Technische Geneeskundige Raad [art. 60, 62 en 63, KB 03.07.1996]; de Technische Tandheelkundige Raad [art. 61 tot 63, KB 03.07.1996]; Zij vervullen de volgende taken [art. 35, 2 en 3 W. 14.07.1994]: op eigen initiatief voorstellen formuleren tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die voorleggen aan de bevoegde overeenkomsten- of akkoordencommissie die over het doorsturen ervan aan het Verzekeringscomité en aan de Commissie voor begrotingscontrole beslist; op verzoek van de Minister van Sociale Zaken of de bevoegde overeenkomsten of akkoordencommissie, voorstellen formuleren tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Die voorstellen worden medegedeeld aan het Verzekeringscomité en aan de Commissie voor begrotingscontrole; 158

adviseren van voorstellen tot wijziging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen ingediend door de bevoegde overeenkomsten- of akkoordencommissie of door de Minister van Sociale Zaken of het Verzekeringscomité; voorstellen tot wijziging van de nomenclatuur van de geneesmiddelen formuleren in het kader van een herziening van de toelating. Die voorstellen worden voorgelegd aan de bevoegde overeenkomsten- of akkoordencommissie die beslist of ze worden doorgestuurd aan het Verzekeringscomité en aan de Commissie voor de begrotingscontrole. Die raden zijn bevoegd om aan het Verzekeringscomité voorstellen van interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen te doen. Voor verstrekkingen verleend door de personen die behoren tot beroepen waarvoor geen technische raad bestaat, wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de overeenstemmende Overeenkomstencommissie (art. 27, derde lid, W. 14.07.1994). Elk voorstel of advies moet het voorwerp uitmaken van een advies van de Dienst voor geneeskundige controle, met uitzondering van de voorstellen of adviezen van de Technische Raad voor farmaceutische specialiteiten die louter betrekking hebben op de vaststelling van bases van tegemoetkoming. Dat advies wordt geformuleerd tijdens de vergadering van de Technische Raad of, bij ontstentenis van een Technische Raad, tijdens de vergadering van de Overeenkomstencommissie. In gemotiveerde uitzonderingsgevallen zal dat advies schriftelijk worden geformuleerd binnen vijf werkdagen die volgen op de dag van de vergadering van de Technische Raad of de Overeenkomstencommissie. Dat advies wordt geacht te zijn gegeven door de Dienst voor geneeskundige controle indien het niet is geformuleerd binnen de voormelde termijn van vijf dagen (art. 27, vierde lid, W. 14.07.1994). Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING i) De Technische Commissie voor Boekhouding en Statistieken Deze Commissie, ingesteld bij het RIZIV [art. 206, W. 14.07.1994], is samengesteld uit veertien vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, die als enigen stemgerechtigd zijn, en een aantal ambtenaren [KB 10.06.1996] 1. De Technische Commissie voor Boekhouding en Statistieken vervult de volgende taken: advies verstrekken over de boekhoudkundige en statistische elementen die als basis dienen voor het opmaken van de begrotingsontwerpen voorgelegd door de Algemene Raad, het Verzekeringscomité en het Beheerscomité van de dienst voor Uitkeringen; advies verstrekken over alle financiële, boekhoudkundige en statistische problemen die haar worden voorgelegd door de minister van Sociale Zaken, het Algemeen Comité, de Algemene Raad of het Comité van één van de bijzondere diensten van het RIZIV; 1 Dit besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23.08.96. Deze regeling is dus niet opgenomen in het algemeen besluit van 03.07.1996. 159

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING alle financiële, boekhoudkundige of statistische problemen onderzoeken en haar eventuele voorstellen voorleggen aan het Algemeen Comité, de Algemene Raad of het bevoegde Comité. j) De Geneesmiddelencommissie De Geneesmiddelencommissie werd opgeheven: W. 25.01.1999, B.S., 06.02.1999. k) De profielencommissies Bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV worden profielencommissies ingesteld die tot taak hebben een evaluatie van de profielen per zorgverlener, per voorschrijver van verzorging, per plaats waar de verstrekkingen worden verricht, per verplegingsinstelling en per anoniem ziekenhuisverblijf te maken [art. 30, W. 14.07.1996]. Zo werden er profielencommissies opgericht voor: de verstrekkingen van de kinesitherapeuten [art. 65, 1, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen van de verpleegkundigen [art. 65, 2, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen van de tandheelkundigen [art. 65, 3, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen en voorschriften van de huisartsen [art. 65, 4, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen en voorschriften van de geneesheren-specialisten, met uitzondering van de geneesheren gespecialiseerd in de klinische biologie, nucleaire biologie, anatomie-pathologie [art. 65, 5, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen van de geneesheren gespecialiseerd in de klinische biologie, nucleaire biologie, anatomie-pathologie, de apothekers-biologen en de licentiaten in de wetenschappen die door de minister van Volksgezondheid gemachtigd zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten [art. 65, 6, 66 en 67, KB 03.07.1996]; de verstrekkingen verricht in de ziekenhuizen en de verpleegdagen [art. 65, 7, 66 en 67, KB 03.07.1996]; Voor de individuele evaluatie van de profielen zijn ze gemachtigd om [art. 68, KB 03.07.1996 en art. 30, W. 14.07.94]: kennis te nemen van de statistische tabellen per verstrekker, per voorschrijver of per ziekenhuis; de betrouwbaarheid van die gegevens te onderzoeken, eventueel door de betrokkene op te roepen voor een schriftelijke of mondelinge ondervraging; in voorkomend geval, die gegevens te overhandigen aan de bevoegde instanties; preventieve en educatieve acties te voeren ten aanzien van verstrekkers en/of voorschrijvers die hoge uitgaven veroorzaken. l) Erkenningsraden De Erkenningsraden hebben als taak het Verzekeringscomité de erkenning voor te stellen van personen die ze bevoegd achten om voor de gerechtigden van de verzekering verstrekkingen te verrichten die, in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, tot de bevoegdheid van een categorie van zorgverleners behoren [art. 215, W. 14.07.1994] Zo werden de volgende erkenningsraden opgericht: de Erkenningsraad voor Kinesitherapeuten [art. 69 tot 77 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; 160

de Erkenningsraad voor Orthopedisten [art. 78 tot 81 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; de Erkenningsraad voor Bandagisten [art. 82 tot 86 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; de Erkenningsraad voor Verstrekkers van Implantaten [art. 87 tot 89 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; de Erkenningsraad voor Gehoorprothesisten [art. 90 tot 93 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; de Erkenningsraad voor Opticiens [art. 94 tot 98 en 99 tot 106, KB 03.07.1996]; de Erkenningsraad voor logopedisten [art. 98 bis, KB 03.07.1996]. m) Het Nationaal College van Adviserend-geneesheren Dit College, opgericht bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging, vervult de volgende taken [art. 120 tot 122, KB 03.07.1996]: zorg dragen voor de follow-up van de beslissingen van de adviserend-geneesheren om de gerechtigden in bepaalde verzorgingsinstellingen te laten opnemen; controleren op welke manier de verzorgingsinstellingen en de rusthuizen zich houden aan de wettelijke en reglementaire bepalingen houdende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; de Dienst voor Geneeskundige Controle en de Dienst voor Administratieve Controle inlichten over elke onregelmatigheid die het College in de uitoefening van zijn taak vaststelt; jaarlijks verslag uitbrengen over zijn activiteiten bij de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging. n) Het Technisch Comité voor de Zelfstandigen Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING De administratieve structuren van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor zelfstandigen verschilt niet van de bestaande structuren voor de diverse categorieën van werknemers. In de schoot van het RIZIV werd echter een Technisch Comité voor de Zelfstandigen opgericht [art. 33 W. 14.07.1994 en art. 33 K.B. 29.12.1997]. Het Comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de zelfstandigenorganisaties en van de verzekeringsinstellingen. Het verstrekt het Algemeen Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging en de minister van Sociale Zaken advies over aangelegenheden die verband houden met de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen. 3. De verzekeringsinstellingen De verzekeringsinstellingen dragen zorg voor de betaling van de tegemoetkomingen aan de gerechtigden. Het gaat om de landsbonden van ziekfondsen, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de Kas der Geneeskundige Verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. De landsbonden van ziekfondsen verenigen de ziekfondsen; dit zijn verenigingen van natuurlijke personen die tot doel hebben, in een geest van voorzienigheid, onderlinge bijstand en solidariteit, het lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn te bevorderen. Zij oefenen hun activiteit zonder winstoogmerk uit [W. 06.08.1990]. 161

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING Er zijn vijf nationale landsbonden: de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen, het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, de Landsbond van Liberale Mutualiteiten van België en de Landsbond van de Beroeps- en Onafhankelijke Ziekenfondsen. 4. De Controledienst van de ziekfondsen en de landsbonden van ziekfondsen De wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekfondsen en de landsbonden van ziekfondsen richtte een controlesysteem in. De externe controle op de ziekfondsen gebeurt door de Controledienst van de ziekfondsen en de landsbonden van ziekfondsen, een instelling van openbaar nut met rechtspersoonlijkheid in de zin van artikel 1, c, van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut [art. 49, W. 06.08.1990]. De Controledienst wordt geleid door een Raad die onafhankelijk dient te zijn van de gecontroleerden en een Technisch Comité. De controletaken worden uitgevoerd door inspecteurs van de Controledienst en door bedrijfsrevisoren die elk ziekfonds en elke landsbond moet aanstellen op basis van een lijst die door de Controledienst wordt opgemaakt. De Controledienst heeft onder meer als opdracht toezicht te houden op de naleving door de ziekfondsen en door de landsbonden van ziekfondsen van de boekhoudkundige en financiële bepalingen, die zij krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, dienen toe te passen. De Controledienst formuleert tevens adviezen en/of voorstellen betreffende de boekhouding en het financieel beheer van de ziekfondsen en de landsbonden en over alle materies die verband houden met hun werking. De Controledienst dient minstens éénmaal per jaar verslag uit te brengen aan de Algemene Raad van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, over de uitvoering van zijn controleopdrachten voorzover die betrekking hebben op de verplichte verzekering inzake geneeskundige verzorging en uitkeringen [art. 52, 8, W. 06.08.90]. C. De SIS-kaart 1. Juridisch kader De sociale identiteitskaart werd ingevoerd door het Koninklijk Besluit van 18 december 1996 1 tot uitvoering van de kaderwet van 26 juli 1996. Dit Koninklijk Besluit, bekrachtigd door de wet van 26 juni 1997 2, heeft kracht van wet. Op basis van dit 1 Koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, B.S. 7 februari 1997. 2 Artikel 9, 1 van de wet van 26 juni 1997 tot bekrachtiging van koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, B.S. 28 juni 1997. 162

Besluit werden vier Uitvoeringsbesluiten afgekondigd. Het eerste heeft betrekking op de financieringsmodaliteiten 1, het tweede beschrijft de vormelijke aspecten van de kaart 2, het derde bepaalt de specificaties waaraan de elektronische leesapparatuur van de sociale identiteitskaart moet voldoen 3 en het vierde beschrijft de procedures voor de vervaardiging, de uitreiking, de bijwerking, de vervanging en het gebruik van de sociale identiteitskaart alsook de inhoud van het centraal sociale identiteitskaartenregister 4. 2. Aan de invoering van de sociale identiteitskaart zijn drie belangrijke doelstellingen verbonden De SIS-kaart is een drager waarop onder andere het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ) vermeld staat, waardoor de sociaal verzekerden beter geïdentificeerd kunnen worden binnen de sociale zekerheid. Dankzij de SIS-kaart kunnen personen die niet aan het netwerk van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid deelnemen, toegang verkrijgen tot persoonsgegevens inzake sociale zekerheid, indien ze daartoe gemachtigd zijn. Dit is onder andere het geval voor de zorgverstrekkers, zoals de apothekers en de ziekenhuizen die op deze manier toegang kunnen verkrijgen tot de administratieve gegevens m.b.t. de verzekering voor geneeskundige verzorging van de sociaal verzekerden aan wie zij prestaties verlenen. Voor de sociaal verzekerde wordt de SIS-kaart geleidelijk zijn unieke toegangssleutel waarmee hij zijn rechten en plichten kan laten gelden bij de instellingen van sociale zekerheid. Deze laatste gebruiken systematisch het INSZ als toegangssleutel tot de dossiers in hun bestanden. 3. Vorm, inhoud en gebruik van de SIS- en beroepskaarten De SIS-kaart is een kaart met een beveiligd geheugen waarover iedereen die in België woont beschikt (van pasgeborenen tot bejaarden) en waarover ook alle migrerende personen die in relatie staan met de sociale zekerheid beschikken. Op 1 januari 2001 waren 10.400.000 SIS-kaarten actief. De SIS-kaart bevat twee soorten functioneel onderscheiden gegevens. Titel I. DE VERPLICHTE VERZEKERING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon: uniek identificatienummer, naam, voornamen, geboortedatum, geslacht. Deze gegevens staan leesbaar aangegeven op de voorzijde van de kaart en ze zijn ook als zichtbare gegevens opgeslagen in het beveiligd geheugen. Deze gegevens moeten worden gebruikt door de werkgevers, door alle instellingen van sociale zekerheid en door de zorgverstrekkers (apothekers, ziekenhuizen, geneesheren, verplegend personeel, tandartsen, ) 5 1 Koninklijk besluit van 31 januari 1997 tot uitvoering van de artikelen 4, vijfde lid, en 16 van het koninklijk besluit van 18 december 1996, B.S. 28 februari 1997. 2 Koninklijk besluit van 19 juni 1997 tot uitvoering van artikel 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 december 1996, B.S. 11 juli 1997, erratum B.S. 18 juli 1997. 3 Koninklijk besluit van 13 februari 1998 houdende specificaties van de leesapparatuur voor de sociale identiteitskaart, B.S. 12 maart 1998, erratum B.S. 17 april 1998. 4 Koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart, B.S. 13 maart 1998 5 Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 18 december 1996 gewijzigd door artikel 26 van de Wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen. 163

Hoofdstuk I. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN FINANCIERING de gegevens m.b.t. het administratief statuut van de natuurlijke persoon ten opzichte van de verzekering voor geneeskundige verzorging: perioden en graad van terugbetaling van de geneeskundige verzorging. Deze gegevens mogen, en moeten in sommige gevallen, enkel door de zorgverstrekkers en de ziekfondsen gebruikt worden. De zorgverstrekkers beschikken daartoe over leesapparatuur en beroepskaarten (SAM) voorzien van een microprocessor waarmee ze toegang kunnen verkrijgen tot deze gegevens en ze kunnen ontcijferen. Dankzij het elektronisch uitlezen van deze gegevens en de automatische mededeling ervan aan de ziekfondsen die belast zijn met de terugbetaling van de zorgverstrekkers, wordt de belastende opdracht van vercijfering van deze administratieve gegevens vermeden bij de tientallen miljoenen prestaties die in een derdebetalersregeling werden verricht. De organisatie van het terugbetalingscircuit voor geneeskundige verzorging werd op die manier behoorlijk vereenvoudigd en beveiligd. De SIS-kaart wordt verdeeld door de ziekfondsen. De beroepskaart voor geneeskundige verzorging wordt onder de verantwoordelijkheid van het RIZIV uitgereikt aan de instellingen van sociale zekerheid, de apothekers en ziekenhuizen, de inspectiediensten van het RIZIV, aan de OCMW s en aan de ziekfondsen. In de loop van 2001 zal de beroepskaart uitgereikt kunnen worden aan alle andere categorieën van zorgverleners die gemachtigd zijn om de SIS-kaart te gebruiken. De Kruispuntbank heeft de technische normen voor de SIS-kaart, de leesapparatuur en de SAM-kaart ontworpen en bepaald. Ze registreert de overeenstemming van de leesapparatuur met de door haar gestelde technische specificaties. De Kruispuntbank coördineerde tenslotte alle technische en organisatorische aspecten m.b.t. de invoering van de SIS-kaart. Schema: Afbeelding voorzijde kaart voornaam naam identificatienummer van de sociale zekerheid symbool van het mannelijk geslacht ( symbool van het vrouwelijk geslacht) nummer van de kaart geboortedatum geldigheidsduur van de kaart 164