Ingezonden: Nuchtere redenatie over de Jezus-God Willem Visser stuurde een lijst Bijbelverzen op met een nuchter commentaar. Deze toont aan dat Messias niet een deel van Gods wezen zijn kan. Zo dienen wij God met heel ons verstand en met een nuchtere bezonnenheid, die door de Geest bewerkt wordt (Lukas 10:27; 2Tim. 1:7). Voorbeeld: God alleen is onsterfelijk (1Tim. 6:16) Als Jezus God zou zijn, dan kon hij helemaal niet sterven, want God is onsterfelijk, staat hier. En de Bijbel leert echt dat Jezus aan het kruis stierf. Mt.4:1 Daarna werd Jezus meegevoerd om door de duivel op de proef gesteld te worden. (Volgens Jak.1:13 kan God niet in verleiding worden gebracht. Een mens echter wel.) Nuchtere redenatie over de Jezus-God Mt.14:23 Toen Jezus hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. (Een God die tot Zichzelf bidt, is dat waarschijnlijk?) Mt.19:13 Daarop brachten de mensen kinderen bij hem, ze wilden dat hij voor hen zou bidden. (Ook de mensen rondom Jezus geloven dat hij een mens is en geen God.) Mt.19:17 Jezus zei: Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar Eén die goed is. (En die Ene is God.) Mt.24:30 de Mensenzoon zien komen bekleed met macht en grote luister. (God is van Zichzelf machtig, Hij hoeft niet
met macht bekleed te worden.) Mt.24:36 De wederkomst Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. (Als Jezus God zou zijn, hoe komt het dan dat hij als God niet weet, wat God zou moeten weten? De Bijbel leert toch dat God alwetend is!) Mt.26:39 Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! (Jezus smeekte God om genade. Die smeekrede richtte hij aan een Ander, en niet aan zichzelf. Of dienen we Jezus te zien als een lagere God?) Mt.27:46 Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten? (Hoe kan God zichzelf in de steek laten?) Mt.28:18 Jezus zei: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. (Aan Jezus is macht gegeven, van zichzelf was hij machteloos.) Mc.1:24 De onreine geest zei tegen Jezus: Ik weet wel wie je bent, de heilige van God. (De boze geesten weten beter dan de meeste christenen wie God is, en wie Jezus is.) Mc.12:29 Jezus citeert de Schrift:: Luister Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Mc.12:32 Inderdaad Meester zei de Schriftgeleerde Hij alleen is God en er is geen andere God dan Hij alleen. (Let op
het enkelvoud.) Lc.2:52 Jezus groeide verder op hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen. (De ene goddelijke persoon die bij de andere goddelijke persoon in de gunst moet komen!?) Lc.3:21 en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer (Was Jezus voor zijn doop ook goddelijk, of werd hij pas goddelijk toen de heilige Geest op hem neerdaalde? Heeft de Godheid Jezus überhaupt de heilige Geest nodig (de derde persoon van de drie-eenheid) om machtige tekenen te kunnen verrichten of is hij zonder de heilige Geest ook een godheid; en heeft God de Vader dan ook de heilige Geest nodig om te kunnen functioneren of moet God de Vader ook eerst gezalfd worden met de heilige Geest? Met dat hele pantheon aan goden wordt het wel deksels ingewikkeld hoe alles in elkaar steekt! Of zijn het allemaal verschillende Personages die tezamen God zijn; en zo ja, mag je God de Vader dan wel God noemen of is Hij maar slechts voor een/derde deel God. Is Hij zonder de Zoon en de heilige Geest wel volledig God? De drie-eenheidsleer maakt van een eenvoudig geloof in één God een mysterie dat voor een normaal mens niet meer te doorgronden valt.
Lc.11:20 Maar als ik dankzij een kracht die van God komt demonen uitdrijf (Kennelijk beschikt Jezus zelf niet over de kracht om demonen uit te drijven; hij is dus niet God.) Lc.22:44 Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden druppels bloed op de grond. (Een God die angstig is? Een mens heeft angsten, een God kent geen angst, dat is Hem vreemd.) Lc.23:46 Vader in Uw handen leg ik mijn geest (Jezus legt zijn geest in de handen van een Ander, van God.) Lc.24:46 de Messias zal lijden en sterven, maar op de derde dag zal hij opstaan uit de dood (Als God drie dagen dood was, wie heerste er in de tussentijd dan over het universum. Of was God maar een klein beetje dood; voor een/derde deel wellicht?.) Jh.3:35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan hem overgedragen. (Kan het nog duidelijker; Jezus heeft van zichzelf geen macht. De Vader droeg het aan hem over.) Jh.5:19 de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen (God is de grote inspirator van Jezus, zonder God is Jezus niets. En dat zijn Jezus eigen woorden.)
Jh.5:26 Zoals de Vader leven heeft in Zichzelf, zo heeft ook de Zoon leven in zichzelf, dat heeft de Vader hem gegeven. (Aan een God hoeft geen leven gegeven te worden. Aan een mens echter wel.) Jh.5:27 En omdat hij de Mensenzoon is, heeft de Vader hem ook gezag gegeven (Aan God hoeft geen gezag te worden gegeven, dat is onlosmakelijk met God verbonden.) Jh.5:30 Jezus zei: Ik kan niets doen uit mijzelf (Een God die niet bij machte is iets te doen en afhankelijk van een Ander is?) Jh.6:27 God zelf heeft (de Mensenzoon) die volmacht gegeven (Aan Jezus is bevoegdheid verleend.) Jh.8:28 Jezus zei: en dat ik niets uit mijzelf doe (Kan God niet alles doen wat Hij wil?) Jh.10:34 Jezus zei: als mensen tot wie God spreekt goden genoemd worden hoe kunt u mij, door de Vader geheiligd en naar de wereld gezonden, dan beschuldigen van godslastering (Jezus zelf zegt door de Vader geheiligd te zijn, en dat is heel wat anders dan God zelf zijn.jezus mag zich dus wel god (zonder hoofdletter) noemen. Jh.13:36 Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven (Aan Jezus is macht gegeven, hij beschikte dus niet uit zichzelf over macht; en dat is nu juist het kenmerk van God.) Jh.14:28 Als je me liefhad zou je blij zijn want de Vader is meer dan ik. (Jezus zelf verklaart dat God groter is dan hijzelf. Lagere goden komen alleen in het heidendom voor.) Jh.17:8 Ik heb de woorden die ik van God ontvangen heb aan de mensen doorgegeven (Jezus spreekt en handelt in opdracht van de soevereine God, zelf is hij ondergeschikt aan God.) Jh.17:24 Dan zullen zij de grootheid zien die U (God) mij
gegeven hebt. (Die grootheid had Jezus dus niet van zichzelf want het is hem gegeven geworden.) Jh.20:17 Ik stijg op naar mijn Vader naar mijn God die ook jullie God is. Hn.2:32 Jezus is door God tot leven gewekt, daarvan getuigen wij allen. Hij is door God verheven. Hn.2:36 Petrus zegt: dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld. (Jezus krijgt de titels Heer en Messias toegewezen. God zelf stelt hem hiertoe aan.) Hn.5:30 De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt (God wekte Jezus op. Hoe kon God zichzelf uit de dood opwekken als Hij dood was?) Hn.7:55 Stefanus zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond (Kun je God zijn en tegelijkertijd aan Zijn rechterhand staan?) Hn.13:33 God heeft Jezus tot leven gewekt: Jij bent Mijn zoon, Ik heb je vandaag verwekt (Een God wordt niet verwekt, alleen het heidendom kent goden die door andere goden worden verwekt.) Hn.17:31 het oordeel wordt geveld door een man (Jezus) die God daartoe heeft aangesteld Rom.1:4 een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht. (Paulus noemt Jezus een mens die aangewezen is als Zoon van God, dus niet in biologisch opzicht Zoon van God is, en die bekleed werd met macht. Hij had dus geen macht van zichzelf en is dus niet God. Rom.10:9 Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart
gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. (Kan God sterven? Nee. De Bijbel leert dat God eeuwig is, zonder begin en eind. De Bijbel leert nergens dat God tijdelijk sterft. Een mens kan wel sterven en worden opgewekt Lazarus bijvoorbeeld). 1Kor.8:6 Wij weten: er is één God, de Vader en één Heer, Jezus Christus 1Kor.15:28 En op het moment dat alles aan hem (Jezus) onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan Hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren. (De ene Godheid onderwerpt zich aan de andere Godheid en de ene God regeert over de andere God? Of is het: de ene goddelijke persoon onderwerpt zich aan de andere goddelijke persoon? En als alles onderworpen is blijft de Godheid Jezus dan nog bestaan; en zo ja, wat is vanaf dat moment dan zijn functie of bijdrage in de drie-eenheid? Nee: God kan zichzelf niet onderwerpen aan God!) Ef.1:2 Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, de Heer Ef.1:17 Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader van alle luister, u een geest van inzicht geven (De God van Jezus.) Ef.5:20 en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus. (Hier staat niet dat we God moeten bedanken in de naam van God; dat zou raar zijn.) Fil.2:8 En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood (Niet God heeft zich vernederd en was gehoorzaam; het vleesgeworden Woord, de mens Jezus, die stierf aan het kruis, die was gehoorzaam. Gehoorzaam aan wie: aan God!)
Fil.2:9 Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de Naam geschonken die elke naam te boven gaat. (Een God die zichzelf verheft tot God?) (Welke Naam werd geschonken; dat was niet de Naam Jezus, die had hij al. Het was de Naam Heer die hij vanaf die tijd mag voeren. Een titel die in het OT was voorbehouden aan de Engel des HEREN. Mijn Naam is in hem zegt God (zie Ex.23:20/Mal.3:1) 1Tim.2:5 Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus (De mens Christus Jezus, en niet de God Christus Jezus? Want als Jezus God zou zijn, dan zou hij geen middelaar kunnen zijn tussen God en de mensen.) 1Tim.6:16 God alleen is onsterfelijk (Als Jezus God zou zijn dan kon hij helemaal niet sterven, want God is onsterfelijk staat hier. En de Bijbel leert echt dat Jezus aan het kruis stierf.) Hebr.1:2 heeft God gesproken door Zijn Zoon, die Hij heeft aangewezen als eeuwig erfgenaam (Jezus is daartoe aangewezen.) Hebr.1:3 Hij heeft plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit. Hebr.5:7 Christus heeft gesmeekt en gebeden tot Hem die hem kon redden van de dood, en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God. (Jezus had God nodig om hem te redden van de dood, en het gebed van Jezus werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God. De ene God die aan de andere God smeekt of die hem wil redden? Of smeekte hij dat aan zichzelf? De tekst leert ook dat Jezus diep ontzag heeft voor God. Als Jezus een God zou zijn die diep ontzag voor zichzelf zou hebben dan zou Jezus een narcist zijn. Ten diepste beledig je Jezus dus als je hem God noemt.)
Hebr.5:8 Hoewel hij Gods Zoon was, heeft hij moeten lijden, en zo heeft hij gehoorzaamheid geleerd (Een God die moet leren te gehoorzamen?) Hebr.8:1 dat wij een hogepriester hebben (Jezus) die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit en die de dienst vervult in het ware heiligdom (Een hogepriester draagt offers op aan God en niet aan zichzelf.) (Bovendien zit deze hogepriester naast God dus kan deze hogepriester onmogelijk God zelf zijn.) 1Petr.1:3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus (God is bovenal de God van Jezus Christus.)
2Petr.1:17 Want hij (Jezus) ontving van God de Vader, eer en luister.(hoe kan Jezus eer en luister ontvangen van God als hijzelf God is?) Op.3:14 Jezus het begin van Gods schepping. (Met Jezus begon God Zijn schepping, God zelf is echter eeuwig, zonder begin.) En met de tekst uit Op.3:14 zijn we weer terug bij Gen.1:3: God schiep (als eerste scheppingsdaad) het Licht. En God zag dat het Licht goed was. De tekst van de Betrouwbare (Jezus) het begin van Gods schepping, uit Op.3:14 slaat eveneens terug op de Eerste, die aan het begin van Gods schepping staat volgens Spr.8:22: Hij schiep mij (Wijsheid) als eerste vóór al het andere heeft Hij mij verworven. Met name deze twee teksten bevestigen dat Jezus niet God is. Jezus is derhalve ook geen Schepper God, want hij moest eerst zelf geschapen worden. En de tientallen hierboven genoemde teksten ondersteunen dit: Jezus is geen God en Jezus zal nooit God worden!