2013 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS 23 rue de l orne 1435 Mont St Guibert www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat». 1
<<De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S sociaal secretariaat. Groep S, HRM partner voor zelfstandigen en werkgevers, stelt zijn documentatie ter beschikking van bedrijven die op de hoogte willen blijven van de sociale wetgeving. Meer informatie kan u terugvinden op www.groupes.be Door een beroep te doen op de informatie van Groep S, kan Persolis haar klanten betrouwbare informatie over de sociale wetgeving aanbieden.>> 2013 en index... 3 Verbruikersprijzen... 3 Gezondheidsindex... 3!... 4... 5 Vroeger (vóór het 2de )... 5 Nu (vanaf het 2de )... 5... 6 het maximumbedrag vanaf 1 april 2013... 7 Wat is de werkbonus?... 7 Wijzigingen op 1 januari 2013... 7 Wijzigingen op 1 april 2013:... 7... 8 2
index 2013 en het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 Het indexcijfer der consumptieprijzen op basis van het jaar 2004 dient als referentie voor de indexaanpassingen van het basisloon, gebruikt voor de berekening van de formule Claeys. Het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex is de referentie-index van de lonen en de sociale prestaties. De conventionele verhogingen staan in vetjes. Voor de maanden waarin indexaanpassingen en conventionele verhogingen samenvallen, dienen deze te worden toegepast in dezelfde volgorde als die weergegeven in het overzicht. Verbruikersprijzen Omrekeningscoëfficiënt van basis 2004 naar basis 1996 : vermenigvuldigen met 1,1493000 Gezondheidsindex Omrekeningscoëfficiënt van basis 2004 naar basis 1996 : vermenigvuldigen met 1,1377000 3
bedrijfswagen : coëfficiënt eindelijk gekend! het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 Vanaf 1 januari 2012 wordt het voordeel van alle aard voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een bedrijfsvoertuig berekend op basis van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot van het voertuig volgens onderstaande formule: benzinewagen, LPG, aardgas: cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot- 115) x 0,1)] % x 6/7 6/7 dieselwagen : cataloguswaarde x [5,5 + ((CO2-uitstoot-95) x 0,1)] % x elektrische voertuigen: cataloguswaarde x 4 % x 6/7 De wetgeving heeft voorzien dat het mechanisme om dit voordeel te bepalen automatisch wordt aangepast teneinde rekening te houden met de jaarlijkse evolutie van de CO2-uitstoot van het wagenpark. De referentie CO2-uitstoot moet in principe elk jaar berekend worden op basis van de evolutie van de CO2- uitstoot van de voertuigen die als nieuw zijn ingeschreven. De nieuwe coëfficiënt voor het berekenen van het voordeel vanaf januari 2013 is echter nog altijd niet gekend. Vanaf 1 januari 2013 houdt de berekening van het voordeel van alle aard dus rekening met de referentiegegevens van 2012. Indien de regering een nieuwe coëfficiënt bepaalt zal dit dus leiden tot retroactieve correcties van de nettolonen. Volgens onze informatie werd een voorontwerp van Koninklijk besluit overgemaakt aan de minister van begroting. Dit voorontwerp voorziet dat: er geen wijziging plaatsvindt van de coëfficiënt voor de dieselwagen; de coëfficiënt voor de benzinewagen, LPG en aardgas wordt vastgesteld op 116. Dat wil zeggen dat er een daling plaatsvindt van de waarde van het voordeel ten opzichte van 2012, en dus een stijging van het nettoloon. Voorbeeld: Benzinewagen. Cataloguswaarde 25.000 EUR. CO2-uitstoot van 125 g/km. - VAA 2012 : 25.000 x [5,5 + ((125-115) x 0,1)] % x 6/7 = 1392,86 dus 116,07 EUR per maand; - VAA 2013 : 25.000 x [5,5 + ((125-116) x 0,1)] % x 6/7 = 1371,43 dus 114,28 EUR per maand. Het voorontwerp voorziet ook dat de nieuwe coëfficiënten gelden voor het ganse belastbaar jaar 2013. De bedrijfsvoorheffing zal daarentegen slechts worden toegepast op de voordelen van alle aard die worden toegekend vanaf 1 april 2013. Als gevolg daarvan mag de bedrijfsvoorheffing die werd berekend voor de periode tussen 1 januari 2013 en 31 maart 2013, niet aangepast worden, net zoals dit vorig jaar het geval was voor de invoering van het systeem dat toeliet om rekening te houden met de ouderdom van de wagen. Desondanks dient de fiche 281 zo opgesteld te worden dat het voordeel van alle aard berekend wordt rekening houdende met de nieuwe coëfficiënten vanaf 1 januari 2013. Het fiscaal voordeel voor de maanden januari, februari en maart zal dan ook opnieuw berekend moeten worden. Om dit te vermijden, heeft de Unie van de Sociale secretariaten (USS) aan de autoriteiten gevraagd dat ook de bedrijfsvoorheffing, net zoals de nieuwe coëfficiënten van toepassing zou zijn vanaf 1 januari 2013. Het koninklijk besluit voorziet dat de nieuwe coëfficiënten gelden voor het ganse belastbaar jaar 2013, dus vanaf 1 januari 2013, maar dat ze voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing maar pas toegepast worden vanaf 1 april 2013. 4
het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 Een koninklijk besluit van 20 maart 2013 (B.S. van 27 maart 2013) past het systeem aan van de voorschotten op de verschuldigde RSZ-bijdragen. Vroeger (vóór het 2de ) Wanneer de werkgever meer dan 6.197,34 EUR aan bijdragen verschuldigd was voor het voorlaatste kwartaal (T-2), dan moest hij aan de RSZ voorschotten betalen ten bedrage van een percentage van de verschuldigde bijdragen. Het bedrag van die voorschotten werd bepaald aan de hand van de bijdragen die verschuldigd waren voor hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar (T-4). Als de werkgever voor hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar (T-4), geen bijdragen verschuldigd was dan was er een forfaitair voorschot verschuldigd van 421,42 EUR per werknemer. Als de werkgever geen bijdrage verschuldigd was voor het voorlaatste kwartaal (T- 2), dan hoefde de werkgever geen voorschotten te betalen voor het lopende kwartaal en alles werd in één keer op het einde van het kwartaal aan de RSZ betaald. Voor de bouwsector gold er een eigen regeling: de werkgever die geen bijdragen verschuldigd was voor hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar (T-4) en/of voor het voorlaatste kwartaal (T-2): betaling van een voorschot van 700 per arbeider vanaf de 3de arbeider die hij tewerkstelde op het einde van de voorlaatste maand; de werkgever die voorschotten moest betalen in de vorm van een percentage en die zijn personeelsbezetting verhoogde met drie arbeiders tussen T-4 en T: betaling van een voorschot van 700 EUR per bijkomende arbeider vanaf de 3de arbeider. Nu (vanaf het 2de ) Vanaf 1 april 2013 wordt de voorschottenregeling bijgeschaafd en ze begint nu erg te lijken op hetgeen dat, op dat gebied van toepassing is in de bouwsector (PC 124). Dit zijn de veranderingen: de werkgever is geen bijdragen verschuldigd voor hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar (T-4): het forfaitair bedrag is voortaan 450 EUR (vroeger : 421,42 EUR); de werkgever is geen bijdragen verschuldigd voor het voorlaatste kwartaal (T-2): een forfaitair bedrag van 450 EUR is eveneens verschuldigd vanaf de aanwerving van de 3dewerknemer die de werkgever tewerkstelt op het einde van de voorlaatste maand (vroeger : niets); het forfaitair bedrag van 450 EUR is slechts verschuldigd vanaf de aanwerving van de 3de werknemer die de werkgever tewerkstelt op het einde van de voorlaatste maand (vroeger: per werknemer tewerkgesteld op het einde van de laatste maand); Aan de eigen regeling van de bouwsector wordt niet geraakt. 5
het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 Verandering met betrekking tot de aangifte van diploma s via Capelo Historische gegevens en Aanvullingen bij het loopbaandossier (punctuele gegevens). Vanaf 01/01/2013 is bij de aangifte van een diploma het veld onderwijstype beperkt tot 2 waarden: 1. Onderwijs met volledig leerplan normaal uurrooster. 2. Onderwijs met volledig leerplan verschoven uurrooster (inbegrepen centrale examenjury). De waarde 3 Onderwijs met beperkt leerplan (inbegrepen centrale examenjury) is dus niet meer geldig. Tot nader order heeft dit geen impact op reeds gecreëerde diploma s via de applicatie Aanvullingen bij het loopbaandossier of op reeds gevalideerde historische gegevensattesten. Voor toekomstige attesten of voor attesten in status in verwerking of in onderzoek zal een waarde 3 echter niet meer mogelijk zijn. 6
het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 Het maximale bedrag van de werkbones wordt vanaf 1 april 2013 opgetrokken tot 184 euro/maand voor de bedienden en 198,72 euro/maand voor de arbeiders. Wat is de werkbonus? De bedoeling van de werkbonus is om een hoger netto te garanderen voor werknemers met een laag loon, zonder verhoging van het brutoloon. Dit wordt gedaan door een forfaitaire vermindering van de persoonlijke bijdragen aan de RSZ (= 13,07%) wanneer het brutoloon een bepaalde grens niet overschrijdt. Wijzigingen op 1 januari 2013: Afschaffing van de specifieke berekening voor de werknemers voltijds tewerkgesteld op minder dan 5 dagen per week; Overgang van 4 loonzones naar 3 loonzones voor het bepalen van de vermindering; Afschaffing van de aanvulling voor de lage en heel lage lonen. De aanvulling wordtgeïntegreerd in het basisbedrag van de vermindering. Wijzigingen op 1 april 2013: Het maximale bedrag van de werkbonus wordt verhoogd tot 184 euro per maand voor de bedienden en tot 198,72 euro per maand voor de arbeiders. Twee coëfficiënten die gebruikt worden voor de berekening van de werkbonus, worden eveneens gewijzigd. Meer concreet, vanaf 1 april 2013 wordt de werkbonus als volgt berekend: Bedienden S (refertemaandloon tegen 100 % in EUR) R (basisbedrag in EUR) < of = 1 501,82 > 1501,82 en <= 2385,41 > 2385,41 184,00 184,00 - (0,2082 x (S - 1501,82)) 0 Arbeiders S (refertemaandloon tegen 100 % in EUR) R (basisbedrag in EUR) < of = 1 501,82 > 1501,82 en <= 2385,41 > 2385,41 198,72 198,72 - (0,2249 x (S - 1501,82)) 0 7
het maximumbedrag vanaf 1 april 2013 1 Mei 2013: Het feest van de arbeid is een wettelijke feestdag. De feestdagen zijn aan een specifieke reglementering onderworpen 5 Mei 2013: Heeft u in het trimester dat voorafgaat aan het vorige trimester meer dan 6.197,34 aan socialezekerheidsbijdragen betaald? Dan bent u ertoe gehouden voorschotten op de bijdragen van dit kwartaal te betalen. Dit bedrag moet, indien u klant bent van het Sociaal Secretariaat, uiterlijk op 5 Mei op de rekening van het Sociaal Secretariaat staan en als u geen klant bent, op de rekening van de RSZ. 9 Mei 2013: Hemelvaart is een wettelijke feestdag. De feestdagen zijn aan een specifieke reglementering onderworpen. 15 Mei 2013 : Dit is de uiterste datum voor de maandelijkse storting van de bedrijfsvoorheffing en voor de aangifte 274. 20 Mei 2013 : De laatste dag om uw BTW-aangifte via het systeem INTERVAT in te dienen en te betalen 21 Mei 2013: Pinkstermaandag is een wettelijke feestdag. De feestdagen zijn aan een specifieke reglementering onderworpen. 8